De installatie. 7.1 De contractant draagt er zorg voor dat zijn installatie voldoet aan de daartoe in of krachtens de wet gestelde eisen, daaronder begrepen de in artikel 2, lid 2 bedoelde voorwaarden. De netbeheerder heeft geen verplichting na te gaan of hieraan voldaan wordt.
De installatie. De deelnemer zorgt ervoor dat de installatie voldoet aan de daartoe in of krachtens de wet gestelde eisen. De netbeheerder heeft geen verplichting na te gaan of hieraan voldaan wordt.
De installatie. De opdrachtnemer dient een installatieplan op hoog niveau aan te bieden. De inschrijver verstrekt een gedetailleerde Work Breakdown Structure waarin de werkbelasting per projectstadium wordt vermeld alsook de uit te voeren taken. De opdrachtnemer dient het plan op te stellen en bij te houden. In het installatieplan moeten onder meer de volgende zaken worden vermeld: - De uiterste termijnen voor de installatie van de applicaties - Het participatieniveau van het personeel van de inschrijver en van het personeel van de FOD Financiën in elke fase van het project - De eindresultaten (deliverables) - De eventuele andere informatie die de inschrijver noodzakelijk acht Tijdens de migratiefase die de opdrachtnemer zal moeten uitvoeren, zal hij rechtstreeks samenwerken met het personeel van de FOD Financiën. Het personeel van de FOD Financiën zal de belangrijkste stadia van het proces identificeren en een overleg organiseren om de installatie te analyseren en heroriënteren. De opdrachtnemer moet op elk van deze vergaderingen een passende presentatie geven. De opdrachtnemer zal maandelijks een volledig activiteitenrapport opstellen voor de stuurgroep en zal met het personeel van de FOD Financiën samenwerken om de inhoud van het rapport te bepalen. Om de ingebruikneming zonder problemen te kunnen verrichten, moet de opdrachtnemer een gedetailleerd installatiedocument voorzien dat conform is met de standaarden van de FOD Financiën. Hij moet ook hulp bieden aan de operationele teams voor de specifieke configuraties van de toepassingen.
De installatie. 1. De installatie moet voldoen aan het bepaalde in de ‘Aansluitvoorwaarden Eneco voor Bron- warmte’.
2. Technische werkzaamheden aan de installatie dienen te worden uitgevoerd door daartoe bevoegde personen die over de nodige vakbekwaamheid en outillage beschikken, één en ander met inachtneming van de ‘Aansluitvoorwaarden Eneco voor Bronwarmte’.
3. De contractant draagt er zorg voor dat de installatie goed wordt onderhouden. Op een daartoe strekkend verzoek van het bedrijf is de contractant verplicht alle verlangde gege- vens betreffende de installatie aan het bedrijf te verstrekken.
4. Indien naar het oordeel van het bedrijf redelijke twijfel bestaat of een installatie voldoet aan het bepaalde in of krachtens de in lid 1 bedoelde voorwaarden, toont de contractant aan dat zijn installatie aan deze voorwaarden voldoet. Wanneer de contractant in gebreke blijft, is het bedrijf bevoegd om de installatie zelf te onderzoeken of te laten onderzoeken. Indien een installatie naar het oordeel van het bedrijf niet voldoet aan het bepaalde in de ‘Aansluitvoorwaarden Eneco voor Bronwarmte’, is de contractant verplicht gebreken voor zijn rekening – en zo nodig onmiddellijk – te (laten) herstellen en daarbij eventuele aanwijzingen van het bedrijf op te volgen. Het bedrijf heeft echter geen verplichting na te gaan of aan het bepaalde in de ‘Aansluitvoorwaarden Eneco voor Bronwarmte’ is voldaan.
5. Indien de contractant lekkage in, dan wel andere gebreken aan het afgiftesysteem en/of de warm tapwater installatie constateert, zal hij het bedrijf daarvan onverwijld in kennis stellen en is hij verplicht bedoelde lekkage en gebreken onmiddellijk te (laten) herstellen en daarbij eventuele aanwijzingen van het bedrijf op te volgen.
De installatie. 1. VDHO is verplicht de Opdrachtgever te waarschuwen als in de Overeenkomst sprake is van een zodanige klaarblijkelijke fout, dat hij in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid zou handelen als hij zonder waarschuwing bij het verrichten van Werkzaamheden daarop zou voortbouwen. Het bepaalde in artikel 7:754 lid 2 Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing.
2. VDHO is evenwel niet verder gehouden dan een globale toetsing van de door de Opdrachtgever verstrekte informatie, ontwerpen, tekeningen, berekeningen en bestekken. De controle door VDHO van door de Opdrachtgever te leveren goederen zal voor zover mogelijk niet meer omvatten dan een visuele inspectie.
3. VDHO zal in geval van schade aan de installatie of enig deel daarvan die tijdens en door of in verband met de uitvoering van de Werkzaamheden ontstaan voor oplevering, voor eigen rekening herstellen, tenzij de schade niet door hem is veroorzaakt of het anderszins onredelijk is dat deze schade voor zijn rekening komt, onverminderd de aansprakelijkheid van partijen krachtens de Overeenkomst of de wet.
4. Als door VDHO in het kader van zijn Werkzaamheden producten, waaronder mede begrepen soft- en hardware, dienen te worden geleverd waarbij de leverancier daarvan generieke voorwaarden hanteert (die de Opdrachtgever redelijkerwijs zelf ook zou hebben moeten accepteren als hij zelf zou hebben gecontracteerd met die leverancier), is VDHO voor wat betreft de leverantie door die leverancier jegens de Opdrachtgever qua prestatie en aansprakelijkheid tot niet meer gehouden dan tot datgene, waartoe VDHO de leverancier kan houden krachtens de generieke voorwaarden zoals die door de leverancier jegens VDHO worden gehanteerd.
De installatie. 7.1 De contractant draagt er zorg voor dat zijn installatie voldoet aan de daartoe in of krachtens de wet
De installatie. Aangeslotene is verplicht alle in Bijlage 4 Technische eisen voor het aansluiten van Offshore Power Park Modules genoemde voorschriften die van toepassing zijn op de Installatie, en alle overige voorschriften vastgelegd in deze Aansluit- en Transportovereenkomst, het Ontwikkelkader, Europese of Nederlandse wetgeving, de Europese Codes en de Codes na te leven.
De installatie. Aard en kwaliteitsniveau van de transportdienst Artikel 9 Beperking of onderbreking van het transport
De installatie. Artikel 7.1 De Werkzaamheden voor de installatie van de Zonnepanelen in de Woning worden uitsluitend uitgevoerd door een Monteur. Op de dag van de Werkzaamheden wordt door de Monteur bepaald of het legplan mogelijk is. Indien nodig kan in samenspraak van het legplan worden afgeweken.
Artikel 7.2 Wij behouden ons het recht voor om (op de dag van installatie) de installatiewerkzaamheden uit te stellen, niet uit te voeren of af te breken, indien na inschatting van de Monteur: ● de voorwaarden van deze Algemene Voorwaarden niet door u zijn opgevolgd; ● wordt geconstateerd dat de veiligheid van de Monteur in het geding is of kan zijn; ● de locatie niet afdoende bereikbaar/beschikbaar is; ● de dakpannen en/of dakconstructie niet geschikt zijn; ● asbest en/of andere schadelijke stoffen worden aangetroffen; ● een gevaarlijke situatie in de meterkast wordt aangetroffen; ● de locatie om wat voor reden ook niet geschikt blijkt te zijn; ● door weersinvloeden er niet (veilig) gewerkt kan worden; ● blijkt dat de installatie niet volledig opgeleverd kan worden door toedoen van derden en/of u.
Artikel 7.3 Indien voor en/of tijdens het uitvoeren van de Werkzaamheden blijkt dat u onjuiste en/of onvolledige gegevens heeft verstrekt, waardoor de Werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd, zijn wij gerechtigd om extra kosten bij u in rekening te brengen.
Artikel 7.4 Indien u niet heeft voldaan aan de voorwaarden van deze Algemene Voorwaarden waardoor de Monteur bepaalde extra Werkzaamheden moet verrichten om de Woning geschikt te maken voor het uitvoeren van de Werkzaamheden, draagt u de verantwoordelijkheid en de meerkosten voor het geschikt maken van de Woning.
Artikel 7.5 Voor het installeren van de Zonnepanelen wordt in de Woning een omvormer geplaatst, behalve als u voor micro-omvormers kiest. De omvormer dient te allen tijde vrijgehouden te worden zodat deze voldoende ventilatie heeft.
Artikel 7.6 Een uitstel van de Werkzaamheden op basis van dit artikel geeft u geen recht om de Overeenkomst te ontbinden. Wij zijn niet aansprakelijk voor eventueel door u geleden (directe en/of indirecte) schade als gevolg van het niet kunnen uitvoeren van de Werkzaamheden.
De installatie. De toestellen van de systeemoperator en het beeldscherm voor de beeldanalyse mogen in de chauffeurscabine zijn geïnstalleerd. • De chauffeurs- en operatorcabine moet voorzien zijn van airconditioning met een temperatuurregeling met voldoende vermogen, zodat er (binnen een temperatuurvork van -15°C tot +42°C) steeds een omgevingstemperatuur van +20°C kan gegarandeerd worden. • Het voertuig moet zodanig geconcipieerd zijn dat het bescherming biedt overeenkomstig de Belgische reglementering en wetgeving inzake stralingsbescherming tegen de gevaren van ioniserende straling, zowel voor de operatoren, het publiek als voor de omgeving.