Derdenwerking. De overdracht of andere overgang of de licentie kan niet aan derden worden tegengeworpen dan na inschrijving van het depot van een uittreksel van de akte, waaruit van die overgang of die licentie blijkt, of van een daarop betrekking hebbende door de betrokken partijen ondertekende verklaring, mits dit depot is verricht met inachtneming van de bij uitvoeringsreglement gestelde vormvereisten en tegen betaling van de verschuldigde rechten. Het in de vorige volzin bepaalde is van overeenkomstige toepassing op pandrechten en beslagen.
Derdenwerking. 1. Voor het geval dat enige bepalingen van de akte door welke oorzaak dan ook een rechtsopvolger van Erfpachter als Erfpachter niet binden, zijn Erfpachter en Erfverpachter overeengekomen dat de in de Koopovereenkomst vervatte (persoonlijke) verplichtingen als kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek worden aangemerkt en als zodanig zullen overgaan op de rechtsopvolgers van Erfpachter.
2. Voor het geval de in lid 1 genoemde kwalitatieve verplichting(en) door welke oorzaak dan ook een rechtsopvolger van Erfpachter als Erfpachter niet binden, komen Erfpachter en Erfverpachter overeen dat de Particulier, evenals zijn rechtsopvolgers verplicht zijn – op straffe van een direct opeisbare boete van een bedrag gelijk aan vierentwintig (24) maal het bedrag van de dan geldende Maandelijkse canon – de betreffende verplichtingen bij overdracht van het Erfpachtrecht of vestiging van een beperkt recht als kettingbeding op te leggen aan de rechtopvolgers door deze te doen aanvaarden en voorts de daaruit voor Erfverpachter voortvloeiende rechten namens Erfverpachter aan te nemen. In verband met dit kettingbeding zijn Erfpachter en zijn rechtsopvolgers of toekomstige beperkt gerechtigden ter zake verplicht om in iedere akte van overdracht of vestiging van een beperkt recht naar de in de akte omschreven (persoonlijke) verplichtingen te verwijzen en deze letterlijk aan te halen.
Derdenwerking. Partijen beogen uitdrukkelijk een derdenwerking ten aanzien van hun rechten en verplichtingen uit hoofde van de Akte. De in de volgende leden van dit artikel vermelde bedingen zijn gemaakt ter versterking van die derdenwerking.
Derdenwerking. 1. De bepalingen uit de Akte tot Vestiging hebben werking tegenover derden, zolang deze bepalingen onderdeel zijn van de Erfpacht. Uitgangspunt is daarom dat alle bepalingen uit de Akte, met inbegrip van de bepalingen uit deze Algemene Voorwaarden, onderdeel uitmaken van de Erfpacht en te- gen derden dienen te werken. De in de volgende leden van dit artikel vermelde bedingen zijn gemaakt ter versterking van die derdenwerking.
2. Alle verplichtingen van een Partij uit hoofde van de Erfpacht casu quo de Akte zullen overgaan op degenen die de Onroerende Zaak verkrijgen. Ook degenen die een recht van gebruik verkrijgen van de rechthebbende, zullen daaraan gebonden zijn. De in de eerste zin bedoelde verplichtingen worden geacht deel uit te ma- ken van de Erfpacht. Wordt in rechte vastgesteld casu quo wordt door de Gemeente vastgesteld dat een bepaalde verplichting geen deel uitmaakt van de Erfpacht, dan wordt die verplichting geacht een kwalitatieve verplichting te zijn als be- doeld in artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek, indien sprake is van een ver- plichting om iets te dulden of niet te doen, dan wel wordt die verplichting geacht een kettingbeding te zijn indien sprake is van een verplichting om te doen.
3. De Erfpachter zal bij:
a. vervreemding van de Erfpacht of van een gedeelte daarvan; of
b. bezwaring van de Erfpacht of van een gedeelte daarvan met een be- perkt recht anders dan hypotheek; zijn verplichtingen uit hoofde van de Erfpacht ten behoeve van de Ge- meente opleggen aan en laten aannemen door zijn rechtsopvolger respec- tievelijk de beperkt gerechtigde.
Derdenwerking. 19.1 Partijen beogen uitdrukkelijk een derdenwerking ten aanzien van hun rechten en verplichtingen uit hoofde van de Akte en deze Algemene Voorwaarden. De in de volgende leden van dit artikel vermelde bedingen zijn gemaakt ter versterking van die derdenwerking.
19.2 Alle verplichtingen van een Partij uit hoofde van de Erfpacht casu quo de Akte zullen overgaan op degenen die het goed verkrijgen. Ook degenen die een recht van gebruik verkrijgen van de rechthebbende zullen daaraan verbonden zijn. De hiervoor bedoelde verplichtingen worden geacht deel uit te maken van de Erfpacht (zakelijke werking te hebben).
19.3 Alle verplichtingen van een Partij om iets te dulden of niet te doen en die geen zakelijke werking hebben, worden als kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek gevestigd en gaan daarmee over op opvolgende erfpachters. Deze verplichtingen gelden ook voor degenen die een recht van gebruik verkrijgen van de rechthebbende.
19.4 Verplichtingen die geen zakelijke werking hebben en waarvoor ook geen kwalitatieve verplichtingen zijn gevestigd zullen door de Erfpachter ten behoeve van de Gemeente als kettingbeding worden opgelegd en aangenomen laten worden door zijn rechtsopvolger of beperkt gerechtigde, en wel steeds bij:
a. Vervreemding van de Erfpacht of van een gedeelte daarvan; of
b. bezwaring van de Erfpacht of van een gedeelte daarvan met een beperkt recht anders dan hypotheek;
Derdenwerking. 1. Bij levering van perceel A zal uitdrukkelijk in de akte van levering worden bedongen dat de verplichtingen die bij verkoop van de Bouwgrond en het daarop gebouwde ten behoeve van de Gemeente zijn opgelegd bij wijze van een kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek ten behoeve van de Gemeente zullen overgaan op de rechtsopvolgers van de Woningbouwvereniging, zulks behoudens het bepaalde in het volgende lid van dit artikel.
2.1. Is het opleggen van een kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek wettelijk niet toegestaan, dan zal in de akte van levering worden bedongen, dat bij elke verkoop van de Bouwgrond en/of het daarop gebouwde of bij bezwaring daarvan met een beperkt genotrecht de alsdan verkopende partij de desbetreffende verplichting casu quo verplichtingen en de verplichting in dit lid zonder meer ten hoeve van de Gemeente : - zal opleggen aan de wederpartij; en - zal laten aanvaarden door die wederpartij; zulks: - op straffe van een zonder tussenkomst van de rechter, terstond opeisbare boete van € 100.000,00 (zegge: éénhonderdduizend euro) bij verzuim van de Woningbouwvereniging of diens rechtsopvolger; en. - met inachtneming van het bepaalde in de volgende drie leden van dit artikel.
2.1. Het bedrag van de boete vermeld in vorige lid van dit artikel zal vanaf de dag waarop de Realisatieovereenkomst is gesloten tot de dag van verschuldigdheid worden aangepast aan de hand van de Consumenten Prijsindex (CPI) reeks: Alle huishoudens 2006=100.
2.2.1. De aldus te indexeren boete dient door de verzuimende partij binnen veertien dagen na een daartoe strekkend verzoek van de Gemeente aan de Gemeente te worden voldaan.
2.2.2. Bij niet tijdige betaling komen alle gerechtelijke proces- en executiekosten alsmede de wettelijke rente en buitengerechtelijke inningkosten voor rekening van de verzuimende partij.
Derdenwerking. 16.1. Partijen beogen uitdrukkelijk een derdenwerking ten aanzien van hun rechten en verplichtingen uit hoofde van de Akte.
16.2. Alle verplichtingen van een Partij uit hoofde van de Akte om iets te dulden of niet te doen ten aanzien van de Onroerende Zaak, zullen overgaan op degenen die de Onroerende Zaak of een gedeelte daarvan verkrijgen. Ook degenen die een recht van gebruik verkrijgen van de rechthebbende zullen daaraan gebonden zijn.
16.3. De Eigenaar zal:
a. bij vervreemding van de Onroerende Zaak of van een gedeelte daarvan; of
b. bij bezwaring van de Onroerende Zaak of een gedeelte daarvan met een beperkt recht anders dan hypotheek; zijn verplichtingen uit hoofde van de Akte ten behoeve van de Gemeente opleggen aan zijn rechtsopvolger en deze namens de Gemeente laten aannemen.
Derdenwerking. 9.1 Kandidaten worden onder confidentialiteit aan de opdrachtgever gepresenteerd. Indien de opdrachtgever die kandidaten aan derden presenteert zal, bij een eventuele aanstelling, aan Triceps honorarium verschuldigd zijn. Dit geldt ook indien kandidaten, na een eerste afwijzing dan wel reservering, door opdrachtgever alsnog, mits binnen twaalf maanden na onze introductie bij die opdrachtgever worden aangesteld. Bovenstaande geldt eveneens voor aanstelling van kandidaten bij een zusterbedrijf dan wel in organisaties, die in enig ander samenwerkingsverband staan met de organisatie van opdrachtgever.
Derdenwerking. 15.1. Individuele personen die met de Stichting verbonden zijn of waren en hun rechtsopvolgers kunnen een beroep doen op deze algemene voorwaarden.
Derdenwerking. De Grondeigenaar en de Opstaller beogen nadrukkelijk derdenwerking ten aanzien van hun rechten en verplichtingen uit hoofde van de Opstalvoorwaarden.