Draagvlak bij partijen in het veld. Het kabinet hecht er aan dat ook voor een toekomstig WWS draagvlak is bij alle partijen die er mee te maken krijgen, in het bijzonder de huurders en verhuurders. Met de bepaling in het Woonakkoord als uitgangspunt is overleg opgestart met de Nederlandse Woonbond, Aedes, IVBN en Vastgoed Belang. Al deze organisaties zien een rol weggelegd voor de WOZ-waarde in het WWS. De meningen verschillen over de vraag hoe groot die rol moet zijn en welke onderdelen moeten worden vervangen. Dat er verschil van inzicht bestaat over de concrete uitwerking hoeft niet te verbazen: het belang van de verhuurders is gelegen in een uitwerking waarbij de verdiencapaciteit minimaal wordt gehandhaafd maar liefst uitgebreid, waarbij de commerciële verhuurders verder willen gaan dan de sociale verhuurders, terwijl de huurders belang hebben bij een beperking van de maximale huurprijzen. De Woonbond is daarbij van mening dat de schaarstepunten en de bij behorende huurruimte moeten verdwijnen. Naast de genoemde organisaties is ook overlegd met andere organisaties die werkzaam zijn op het terrein van het wonen: Kences en Lsvb (huurders en verhuurders studentenhuisvesting), met Actiz en VGZ (aanbieders zorg en geestelijke gezondheidszorg), en met steden uit de G4 en G32. Elke organisatie heeft vanuit het belang dat zij vertegenwoordigt de aandachtpunten voor een gemoderniseerd WWS benoemd. Tenslotte is een advies ontvangen van de Waarderingskamer en de VNG.