Inleiding en achtergrond. Sociale partners in de taxibranche - FNV Taxi, CNV Vakmensen en KNV Taxi&Zorgvervoer - hebben het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (AIM) opgericht. Het AIM heeft ten doel er aan bij te dragen dat de inkoop van vervoer dan wel het realiseren van een goede vervoersvoorziening door aanbestedende diensten dusdanig is dat vervoersbedrijven die willen investeren in: - goed materieel (jonge voertuigen, passende voertuigen voor de te vervoeren doelgroep), - een goede organisatie, - goed personeelsbeleid (waaronder naleving van de CAO Taxivervoer en CAO Sociaal Fonds Taxi en scholing van personeel) en - een goede dienstverlening richting de reiziger (klantvriendelijk, voldoende tijd en aandacht) daartoe in de gelegenheid worden gesteld. Dat is ook nodig, want de neerwaartse spiraal waar de taxibranche momenteel in verkeerd is niet gezond, niet voor vervoerders, niet voor werknemers, maar ook niet voor opdrachtgevers en gebruikers. Het door SEO uitgevoerde onderzoek ‘De vloek van de winnende taxi’, in opdracht van sociale partners, maakt dat ook duidelijk. Vervoersbedrijven schrijven structureel te laag in bij aanbestedingen, waardoor de kwaliteit van het vervoer terugloopt, arbeidsvoorwaarden onder druk komen te staan en de financiële positie van de vervoerders steeds verder verslechterd. Eén van de hoofdactiviteiten van het AIM is het beoordelen van bestekken/aanbestedingsdocumenten die aanbestedende diensten in de markt zetten. Het AIM beoordeelt deze aan de hand van een aantal criteria dat volgens sociale partners belangrijk is om een verbeterslag te kunnen maken. In dit document vindt u de aanbevelingen die het AIM uitbrengt bij uw bestek. Het AIM hecht veel waarde aan kwaliteit, waarbij uitgegaan wordt van het principe ‘de klant centraal’. Immers het vervoer dat wordt aanbesteed is bedoeld om de doelgroep de best passende vervoersoplossing te bieden. In uw bestek zou hier meer aandacht voor mogen zijn, vandaar de hieronder genoemde aanbevelingen. Het AIM beveelt aan dat de aanbestedende dienst in het gehele traject van de aanbesteding nadrukkelijk gebruikers/klanten betrekken, bij de totstandkoming van het bestek, het beoordelen van de aanbiedingen, maar ook tijdens de (de evaluatie van) uitvoering van de opdracht. Het AIM beveelt aan dat de aanbestedende dienst klanttevredenheid/klantervaring (te bepalen aan de hand van directe ritbeoordelingen en aantoonbare, periodieke klanttevredenheidsonderzoeken en/of mystery guest onderzoeken) nadrukkelijk terug laat k...
Inleiding en achtergrond. Sociale partners in de taxibranche - FNV Taxi, CNV Vakmensen en KNV Taxi - hebben het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (AIM) opgericht. Het AIM heeft ten doel er aan bij te dragen dat de inkoop van vervoer dan wel het realiseren van een goede vervoersvoorziening door aanbestedende diensten dusdanig is dat vervoersbedrijven in de gelegenheid worden gesteld om te investeren in: - goed materieel (jonge voertuigen, passende voertuigen voor de te vervoeren doelgroep), - een goede organisatie, - goed personeelsbeleid (waaronder naleving van de CAO Taxivervoer en CAO Sociaal Fonds Taxi en scholing van personeel) en - een goede dienstverlening richting de reiziger (klantvriendelijk, voldoende tijd en aandacht) Dat is ook nodig, want de neerwaartse spiraal waar de taxibranche momenteel in verkeerd is niet gezond, niet voor vervoerders, niet voor werknemers, maar ook niet voor opdrachtgevers en gebruikers. Het recent door SEO uitgevoerde onderzoek ‘De vloek van de winnende taxi’, in opdracht van sociale partners, maakt dat ook duidelijk. Vervoersbedrijven schrijven structureel te laag in bij aanbestedingen, waardoor de kwaliteit van het vervoer terugloopt, arbeidsvoorwaarden onder druk komen te staan en de financiële positie van de vervoerders steeds verder verslechterd. Eén van de hoofdactiviteiten van het AIM is het beoordelen van bestekken/aanbestedingsdocumenten die aanbestedende diensten in de markt zetten. Het AIM beoordeelt deze aan de hand van een aantal criteria die volgens sociale partners belangrijk zijn om een verbeterslag te kunnen maken. In dit document vindt u de aanbevelingen die het AIM uitbrengt bij het bestek van de Europese openbare aanbesteding Vervoersysteem Noordoost Fryslân.
Inleiding en achtergrond. Stern Groep volgt een geïntegreerde strategie, waarin de activiteiten elkaar versterken. De auto vormt het cement tussen de verschillende activiteiten. Klanten kunnen immers nieuwe en gebruikte auto’s (en sinds enkele jaren andere producten voor individuele mobiliteit) kopen, financieren, leasen, laten onderhouden en repareren, huren, aanpassen, bestickeren, herstellen, taxeren en weer verkopen. Onze toegevoegde waarde schuilt in het begrijpen, analyseren en volgen van de mobiliteitsbehoefte van klanten en deze vervolgens eenvoudig, snel en adequaat invullen. De gehele klantbehoefte kan slechts goed worden ingevuld wanneer zeer nauw wordt samengewerkt tussen de drie divisies (de Stern Dealergroep, Stern Mobility Solutions en Stern Car Services) van Stern Groep. Meer dan ooit is het van belang de verhouding tussen de verschillende activiteiten van Stern Groep met elkaar in balans te brengen. Niet in de laatste plaats omdat de dealeractiviteiten cyclisch van aard zijn, de marktomvang redelijk stabiel is en de marges de laatste jaren onder druk staan. Daarentegen groeien de markten voor financiële mobiliteitsproducten en -services (waaronder de levering van auto-onderdelen), zijn deze beperkt cyclisch en kennen ze vooralsnog goede marges. Een evenwichtigere verhouding tussen de activiteiten zal Stern Groep minder afhankelijk maken van derden. Terwijl al langer wordt gestuurd op groei van solutions en services, is tegelijkertijd gewerkt aan het optimaliseren van het dealernetwerk op basis van bijdrage en strategisch belang en het verbeteren van de efficiëntie en effectiviteit van de bedrijfsprocessen. Eind 2017 is een strategisch plan gepresenteerd onder de naam Fast Forward waarin een substantiële verbetering van de EBITDA eind 2020 in het vooruitzicht is gesteld. Om die verbetering te realiseren moet het wagenpark in beheer van Stern Mobility Solutions groeien naar 20.000 auto’s, moet het vestigingennetwerk van Stern Car Services groeien naar een relevante dekking en moet het dienstenpakket dat op deze vestigingen wordt aangeboden verbreden. Tot slot moet ook het netwerk van Dealergroep Stern worden geoptimaliseerd en moeten bedrijfsprocessen worden gemoderniseerd en geharmoniseerd. Hoewel de dealeractiviteiten een belangrijk fundament vormen voor het bedrijfsmodel van Stern Groep, zijn in de loop van 2018 op basis van bijdrage en strategisch belang zes dealervestigingen afgestoten dan wel (al dan niet door samenvoeging) gesloten. De benodigde structurele ve...
Inleiding en achtergrond. COVID-19 (oftewel: ‘Corona’) heeft geleid tot aanzienlijke maatschappelijke gevolgen voor de economie en de werkgelegenheid. Bij Hutten Business Catering is de omzet sinds de door onze overheid genomen maatregelen in de strijd tegen COVID-19 in het tweede en derde kwartaal van 2020 sterk gedaald, naar geen tot weinig inkomsten. Hutten Business Catering B.V. verwacht dat deze crisis en de gevolgen daarvan helaas nog een ruime tijd zal voortduren, waardoor Hutten Business Catering niet anders kan dan haar organisatiestructuur aan te passen. Om die reden kunnen gedwongen ontslagen niet uitgesloten worden. De vakorganisaties en Hutten Business Catering B.V. hebben samen gesprekken gevoerd om te komen tot een pakket aan maatregelen om de gevolgen voor de werknemers van Hutten Business Catering B.V. die voor ontslag in aanmerking komen zoveel als mogelijk te verzachten. Een en ander uiteraard binnen de mogelijkheden van Hutten Business Catering B.V. 1 Definities 3 2 Algemene bepalingen 4 3 Begeleidingscommissie 5 4 Boventalligheid 6 5 Herplaatsing 7 6 Beëindigingsvergoeding en eindafrekening 8 7 Ontslagcommissie Hutten 9 8 Hardheidsclausule 9 9 Overige bepalingen 10
Inleiding en achtergrond. Het ministerie van BZK heeft ICTU de opdracht gegeven het programma Digitoegankelijk Toezicht en Ondersteuningsprgramma (DigiToegankelijk Top) vorm te gegeven en uit te voeren. De aanleiding hiertoe is het stappenplan dat het kabinet in het eerste kwartaal van 2022 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd over het zo snel mogelijk voldoen aan eisen van het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid van overheidswebsites en van mobiele applicaties (apps), thans opgenomen in de Wet digitale overheid (Wdo) In Nederland hebben 4,5 miljoen mensen problemen met het lezen, begrijpen en gebruiken van websites. Op 1 juli 2018 is daarom het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid in werking is getreden. Hierin is geregeld dat websites en (mobiele) applicaties (apps) van de overheid toegankelijk moeten zijn voor iedereen. In negen van de tien gevallen is deze toegankelijkheid echter nog steeds niet gerealiseerd. Sinds september 2020 zijn overheidsinstellingen bovendien verplicht om voor al hun websites een toegankelijkheidsverklaring te maken en te publiceren. Voor apps geldt deze verplichting vanaf juni 2021. En ook hier blijven overheden achter. Voor naar schatting de helft van deze digitale kanalen is nog geen verklaring gepubliceerd.
Inleiding en achtergrond. In deze annex komen branchespecifieke afspraken aan de orde en punten waarover in de praktijk binnen de branche onduidelijkheid bestaat. Er is niet gestreefd naar volledigheid, maar ervoor gekozen om die punten te benoemen die zich in de gehele branche voordoen. Dit betekent dat de punten die aan de orde komen van meer algemene aard zijn, maar daarbij wel zijn toegespitst op die onderwerpen waarvan de branche zelf heeft aangegeven dat deze van belang zijn. Partijen willen hiermee uitleg geven aan ondernemers en hen ondersteunen om hun fiscale verplichtingen na te komen. Bij punt 4 wordt vooruitgelopen op het verplicht worden van de boordcomputer taxi (BCT) per 1 oktober 2013, zodat alle fiscaal relevante ritgegevens in de BCT op een juist wijze worden geregistreerd.
Inleiding en achtergrond. In het overleg met de gemeente Amstelveen op 24 september 2008 is gesproken over de te verwachten ligging van de 20Ke contour bij uitvoering van het Aldersadvies en daaraan verbonden de mogelijkheid om de bouwbeperking in het gedeelte van de noorder Legmeerpolder liggend aan (of buiten) die contour, bekend als de Scheg, op te heffen. - In vervolg hierop is in het Aldersadvies van 1 oktober 2008 de volgende afspraak opgenomen: Anticiperend op de eerder genoemde mogelijke actualisatie van de ruimtelijke beperkingengebieden van het LIB Schiphol, zal het Rijk samen met de gemeente Amstelveen, de provincie Noord‐Holland, de Luchtverkeersleiding Nederland en Schiphol bezien of het uitsluitingsgebied Legmeerpolder (de zogenaamde Scheg) kan worden vrijgegeven. Reden hiervoor is dat de argumentatie die indertijd is gebruikt om dit gebied als uitsluitingsgebied aan te wijzen, namelijk het daar creëren van ontwikkelingsruimte voor de luchthaven, op basis van de nu beschikbare informatie uit de Strategische Milieuverkenning 2020 niet langer van toepassing is. Een en ander zal nog worden geverifieerd op basis van het aantal vliegtuigbewegingen en hun corresponderende routes die passen binnen de grenzen van gelijkwaardigheid. Daarnaast zal het Rijk onderzoeken welke toekomstige effecten zouden kunnen ontstaan vanuit de lange termijnverkenning voor Schiphol op de locatie van dit uitsluitingsgebied. Afgesproken is een definitieve uitspraak te doen voordat de convenanten Hinderbeperking en Omgevingskwaliteit worden getekend.
Inleiding en achtergrond. Mede door de opkomst van online shoppen neemt in veel winkelgebieden de leegstand snel toe. Xxxxxxx gaan failliet of zien om andere reden geen toekomst meer en sluiten de deuren. Xxxxxxxxx blijkt voor een kwart van de klanten een reden om niet, of minder vaak, naar een winkelcentrum te gaan. De consument is naast het aanbod van producten ook op zoek naar beleving en gezelligheid. (Groen, 2015)
Inleiding en achtergrond. SPRH heeft een lange termijn beleggingsperspectief. Dit vertaalt zich in een lange termijn beleggingsbeleid. De wens om verantwoord te beleggen is een onderdeel van dit beleid. Het verantwoord beleggingsbeleid is de visie van het bestuur op de maatschappelijke verantwoordelijkheid die het beheren van vermogen met zich meebrengt. De invulling van deze verantwoordelijk kent subjectieve elementen en is daarnaast continu onderhevig aan nieuwe inzichten. Het bestuur zoekt een optimale balans tussen haar ambitie op het gebied van verantwoord beleggingen en de praktische haalbaarheid daarvan.
Inleiding en achtergrond. Ter inspiratie Vanwege de Corona pandemie adviseert het kabinet werknemers zoveel als mogelijk thuis te werken. [Sportorganisatie] neemt dat advies ter harte: waar mogelijk voeren werknemers hun werkzaamheden thuis uit. Om het belang van een goed thuiswerkbeleid te onderstrepen, hebben sociale partners in artikel 48 CAO Sport bepaald dat de werkgever met de medezeggenschap een thuiswerkregeling opstelt. [Sportorganisatie] heeft samen met de medezeggenschap, namelijk [de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging, afvaardiging van werknemers] onderhavig thuiswerkbeleid opgesteld. In het beleid zijn de algemene rechten en plichten van zowel werkgever als werknemer opgenomen. Het doel van thuiswerkbeleid is om eenduidige en toepasbare regels over thuiswerken vast te stellen. Thuiswerken vraagt namelijk om duidelijke afspraken tussen [Sportorganisatie] en werknemers. Voor meer informatie zie ook xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx of [Sportorganisatie] vindt het van belang dat werknemers thuis kunnen werken. De afgelopen periode (Corona pandemie) heeft namelijk geleerd dat thuiswerken voor zowel [Sportorganisatie] als werknemer voordelen oplevert. [Sportorganisatie] heeft samen met de medezeggenschap [Ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging, afvaardiging van werknemers] om de de tafel gezeten om tot een gedeelde visie ten aanzien van thuiswerken te komen en om thuiswerkbeleid op te stellen. Onderhavig document is het resultaat. [Sportorganisatie] voldoet aan hetgeen is bepaald in artikel 48 CAO Sport waarin is bepaald dat de werkgever met de medezeggenschap een thuiswerkregeling opstelt. Met deze bepaling onderstrepen sociale partners het belang van goed thuiswerkbeleid. Het doel van thuiswerkbeleid is om eenduidige en toepasbare regels over thuiswerken vast te stellen. Thuiswerken vraagt namelijk om duidelijke afspraken tussen [Sportorganisatie] en haar werknemers. Meer informatie vindt u op xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx Dit beleid is niet in beton gegoten. [Sportorganisatie] staat open voor suggesties en aanpassingen van haar werknemers. Het beleid zal dan ook minimaal eens per jaar worden geëvalueerd samen met [de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of een afvaardiging van werknemers]. Thuiswerk afspraken kunnen verder per werknemer worden uitgewerkt in een thuiswerkovereenkomst (zie artikel 4 van dit beleid). In deze thuiswerkovereenkomst kan weer worden verwezen naar het thuiswerkbeleid.