Onzekerheidsvereiste Deze overeenkomst beantwoordt – tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade, op vergoeding waarvan jegens MS Xxxxx respectievelijk een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis of een handelen of nalaten waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde of een derde was ontstaan of naar de normale gang van zaken nog zou ontstaan.
Beschikbaarstelling 37.1 Leverancier zal de programmatuur binnen een redelijke termijn na het aangaan van de overeenkomst aan klant ter beschikking stellen. 37.2 Onverwijld nadat de overeenkomst is geëindigd, zal klant alle in zijn bezit zijnde exemplaren van de programmatuur aan leverancier retourneren. Indien is overeengekomen dat klant bij het einde van de overeenkomst de desbetreffende exemplaren zal vernietigen, zal klant van zodanige vernietiging leverancier onverwijld schriftelijk melding maken. Leverancier is bij of na het einde van de overeenkomst niet verplicht bijstand te verlenen met het oog op een door klant gewenste dataconversie.
Nachtarbeid 1. Onder nachtarbeid wordt verstaan in opdracht van de werkgever verrichte arbeid op uren tussen 22.00 en 06.00 uur. Arbeid op uren direct voorafgaande aan het begin van de normale arbeidstijd wordt extra beloond als overwerk en niet als nachtarbeid. 2. Indien op een bepaald werk alleen ‘s nachts kan worden gewerkt, is de werknemer daartoe gehouden. 3. Nachtarbeid wordt extra beloond met een toeslag van 50% over het individueel overeengekomen uurloon. 4. Indien er niet zoveel uren gewerkt kunnen worden als op de desbetreffende dag volgens rooster normaal zou zijn geweest, dan worden de minder gewerkte uren vergoed met het individueel overeengekomen uurloon.
Ziektekosten a. Aan de werknemer wordt de mogelijkheid geboden van deelname aan een ziektekostenverzekering (ONVZ of IZZ, uitgevoerd door CZ of VGZ) overeenkomstig de regeling opgenomen in bijlage 8. b. De werknemer die van één van de mogelijkheden opgenomen in bijlage 8 gebruik maakt, heeft recht op een bijdrage van de werkgever in de premie van de aanvullende ziektekostenverzekering met een maximum van €120,- bruto per jaar, ongeacht de omvang van het dienstverband. c. De werknemer die meerdere arbeidsovereenkomsten heeft met meerdere werkgevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, ontvangt van ieder van deze werkgevers de vergoeding naar rato van het des- betreffende dienstverband, met dien verstande dat het bedrag van €120,- bruto per jaar wordt uitbetaald door de gezamenlijke werkgevers.
Ziektekostenverzekering De werknemer kan deelnemen aan de door de werkgever afgesloten collectieve ziektekosten verzekering.
Luchtverkeer Luchtverkeer, zoals vermeld in Hoofdstuk Nadere omschrijvingen.
Verblijfskosten Indien er sprake is van een overnachting in opdracht van de werkgever, worden de verblijfskosten, inclusief maaltijden, door de werkgever vergoed.
Einde dienstverband Het dienstverband eindigt:
Verzekerde kosten 1. De Stichting draagt de kosten van het advies en de rechtsbijstand die medewerkers van de Stichting aan u geven. Er geldt geen maximum. 2. De Stichting vergoedt externe rechtshulp* tot maximaal het verzekerde bedrag dat op het polisblad staat. Dit maximum geldt per juridisch probleem voor alle verzekerden samen en voor alle kosten voor rechtshulp bij elkaar. 3. Op het polisblad staan twee verzekerde bedragen, het Verzekerd bedrag Hoog en het Verzekerd bedrag Laag. Het Verzekerd bedrag Laag geldt in de hieronder genoemde gevallen. In alle andere gevallen geldt het Verzekerd bedrag Hoog. a. Het is volgens de wet niet verplicht om een advocaat of een andere deskundige in te schakelen, maar op uw verzoek gebeurt dit toch. b. Verhaal van schade in landen die niet in Europa of niet aan de Middellandse Zee liggen. 4. De Stichting vergoedt voor externe rechtshulp alleen de kosten die redelijk en nodig zijn. De Stichting vraagt vooraf aan de advocaat of andere deskundige een opgave van zijn kosten. Voor en tijdens de werkzaamheden beoordeelt de Stichting of de kosten redelijk en nodig zijn. Hiervoor kan de Stichting een schatting bij twee andere advocaten of andere deskundigen vragen. De Stichting vergoedt in dat geval de kosten op basis van het gemiddelde van de schattingen. 5. Zo nodig boven het verzekerde bedrag vergoedt de Stichting de volgende kosten tot € 5.000,- voor alle kosten bij elkaar. a. De kosten voor andere deskundigen, zoals experts. b. Uw deel van de kosten van mediation. Dit geldt alleen als de Stichting hiervoor vooraf toestemming heeft gegeven. c. De proces- en gerechtskosten, de kosten van arbitrage of bindend advies. d. De kosten van getuigen en van de tegenpartij als u die van de rechter moet betalen. e. De kosten voor gerechtelijke tenuitvoerlegging van een uitspraak van de rechter. De Stichting vergoedt deze kosten tot maximaal vijf jaar na de datum van de uitspraak. f. De noodzakelijke reis- en verblijfkosten als u persoonlijk voor een rechter in het buitenland moet komen. 6. Bij een strafzaak in het buitenland kan de overheid vragen om een waarborgsom voor uw vrijlating of om de brommer terug te krijgen. Deze waarborgsom kan de Stichting renteloos voorschieten tot maximaal € 100.000,-. De Stichting wil dit geld binnen een jaar terug hebben. Als de buitenlandse overheid de waarborgsom terugbetaalt, dan moet u ervoor zorgen dat de Stichting het geld terugkrijgt. Als de buitenlandse overheid de waarborgsom niet terugbetaalt, dan moet u het geld zelf terugbetalen. 7. Als iemand aansprakelijk is voor uw schade, maar dat niet kan betalen, dan vergoedt de Stichting uw schade tot maximaal € 1.250,-. Dit geldt alleen als u recht heeft op rechtshulp voor het verhalen van uw schade en de schade niet op een andere manier vergoed kunt krijgen. 8. De Stichting vergoedt niet de btw die u kunt verrekenen of de kosten van rechtshulp als u die ergens anders vergoed kunt krijgen.
Bestuursvergaderingen 1. Het bestuur vergadert tenminste éénmaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee bestuursleden dit nodig achten. 2. De wijze en termijn van oproeping worden bij bestuursbesluit geregeld.