Farmaceutische zorg. 4.18.1. Farmaceutische zorg omvat terhandstelling van of advies en begeleiding zoals apothekers die plegen te bieden voor medicatiebeoordeling en verantwoord gebruik van: a. De door de zorgverzekeraar op basis van de bij Regeling zorgverzekering aangewezen geregistreerde genees- middelen; b. Een ander bij Regeling zorgverzekering aangewezen geregistreerd geneesmiddel dan het door de zorgverzeke- raar aangewezen geneesmiddel, voor zover: behandeling met het door de zorgverzekeraar aangewezen genees- middel voor de verzekerde medisch niet is verantwoord; c. Andere geneesmiddelen als bedoeld in de Geneesmiddelenwet, op voorwaarde dat het rationele farmaco- therapie betreft, zoals omschreven in artikel 2.8., eerste lid, sub b., van het Besluit zorgverzekering; d. Polymere, oligomere, monomere en modulaire dieetpreparaten. Farmaceutische zorg omvat ook: - De terhandstelling van een receptplichtig geneesmiddel; - Terhandstelling en begeleidingsgesprek van een voor de verzekerde nieuw geneesmiddel; - Instructie over een hulpmiddel, dat wordt gebruikt voor een receptplichtig geneesmiddel; - Medicatiebeoordeling van chronisch receptplichtig geneesmiddelengebruik. 4.18.2. De genoemde aanspraak bestaat op het ter hand stellen van die geneesmiddelen, die zijn aangewezen in de Regeling zorgverzekering en die als zodanig tevens zijn aangewezen door de zorgverzekeraar. De aanwijzing door de zorgverzekeraar geschiedt zodanig, dat van alle werkzame stoffen die voorkomen in de Regeling zorgverzeke- ring aangewezen geneesmiddelen ten minste één geneesmiddel voor de verzekerde beschikbaar is. Deze aange- wezen geneesmiddelen (preferente geneesmiddelen) zijn terug te vinden in het Reglement farmaceutische zorg. Als de zorgverzekeraar voor bepaalde werkzame stoffen met specifieke toedieningsweg bepaalde geneesmiddelen heeft aangewezen en andere geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof en specifieke toedieningsweg niet, heeft de verzekerde aanspraak op de door de zorgverzekeraar aangewezen geneesmiddelen. Maakt de verzekerde toch gebruik van niet-preferente geneesmiddelen, dan worden deze in principe niet vergoed. Alleen indien de arts aangeeft dat behandeling met het aangewezen middel medisch niet verantwoord is voor de verzekerde, behoudt de verzekerde aanspraak op een ander in de Regeling zorgverzekering aangewezen geneesmiddel. Als de apotheker twijfelt over de medische noodzaak, zal de apotheker dit afstemmen met de voorschrijver van het geneesmiddel. De voorschrijver moet de medische noodzaak kunnen onderbouwen.
Appears in 4 contracts
Samples: Modelovereenkomst Zorgzaam, Verzekeringsvoorwaarden, Modelovereenkomst Zorgzaam
Farmaceutische zorg. 4.18.14.16.1. Farmaceutische zorg omvat terhandstelling van of advies en begeleiding zoals apothekers die plegen te bieden voor medicatiebeoordeling en verantwoord gebruik van:
a. De door de zorgverzekeraar op basis van de bij Regeling zorgverzekering aangewezen geregistreerde genees- middelen;
b. Een ander bij Regeling zorgverzekering aangewezen geregistreerd geneesmiddel dan het door de zorgverzeke- raar aangewezen geneesmiddel, voor zover: behandeling met het door de zorgverzekeraar aangewezen genees- middel voor de verzekerde medisch niet is verantwoord;
c. Andere geneesmiddelen als bedoeld in de Geneesmiddelenwet, op voorwaarde dat het rationele farmaco- therapie betreft, zoals omschreven in artikel 2.8., eerste lid, sub b., van het Besluit zorgverzekering;
d. Polymere, oligomere, monomere en modulaire dieetpreparaten. Farmaceutische zorg omvat ook: - De terhandstelling van een receptplichtig geneesmiddel; - Terhandstelling en begeleidingsgesprek van een voor de verzekerde nieuw geneesmiddel; - Instructie over een hulpmiddel, dat wordt gebruikt voor een receptplichtig geneesmiddel; - Medicatiebeoordeling van chronisch receptplichtig geneesmiddelengebruik.
4.18.24.16.2. De genoemde aanspraak bestaat op het ter hand stellen van die geneesmiddelen, die zijn aangewezen in de Regeling Rege- ling zorgverzekering en die als zodanig tevens zijn aangewezen door de zorgverzekeraar. De aanwijzing door de zorgverzekeraar geschiedt zodanig, dat van alle werkzame stoffen die voorkomen in de Regeling zorgverzeke- ring aangewezen geneesmiddelen ten minste één geneesmiddel voor de verzekerde beschikbaar is. Deze aange- wezen geneesmiddelen (preferente geneesmiddelen) zijn terug te vinden in het Reglement farmaceutische zorg. Als de zorgverzekeraar voor bepaalde werkzame stoffen met specifieke toedieningsweg bepaalde geneesmiddelen heeft aangewezen en andere geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof en specifieke toedieningsweg niet, heeft de verzekerde aanspraak op de door de zorgverzekeraar aangewezen geneesmiddelen. Maakt de verzekerde toch gebruik van niet-preferente geneesmiddelen, dan worden deze in principe niet vergoed. Alleen indien de arts aangeeft dat behandeling met het aangewezen middel medisch niet verantwoord is voor de verzekerde, behoudt de verzekerde aanspraak op een ander in de Regeling zorgverzekering aangewezen geneesmiddel. Als de apotheker twijfelt over de medische noodzaak, zal de apotheker dit afstemmen met de voorschrijver van het geneesmiddel. De voorschrijver moet de medische noodzaak kunnen onderbouwen.
Appears in 1 contract
Samples: Verzekeringsvoorwaarden
Farmaceutische zorg. 4.18.14.16.1. Farmaceutische zorg omvat terhandstelling van of advies en begeleiding zoals apothekers die plegen te bieden voor medicatiebeoordeling en verantwoord gebruik van:
a. De door de zorgverzekeraar op basis van de bij Regeling zorgverzekering aangewezen geregistreerde genees- middelengeneesmid- delen;
b. Een ander bij Regeling zorgverzekering aangewezen geregistreerd geneesmiddel dan het door de zorgverzeke- raar aangewezen geneesmiddel, voor zover: behandeling met het door de zorgverzekeraar aangewezen genees- middel voor de verzekerde medisch niet is verantwoord;
c. Andere geneesmiddelen als bedoeld in de Geneesmiddelenwet, op voorwaarde dat het rationele farmaco- therapie farmacotherapie betreft, zoals omschreven in artikel 2.8., eerste lid, sub b., van het Besluit zorgverzekering;
d. Polymere, oligomere, monomere en modulaire dieetpreparaten. Farmaceutische zorg omvat ook: - De terhandstelling van een receptplichtig geneesmiddel; - Terhandstelling en begeleidingsgesprek van een voor de verzekerde nieuw geneesmiddel; - Instructie over een hulpmiddel, dat wordt gebruikt voor een receptplichtig geneesmiddel; - Medicatiebeoordeling van chronisch receptplichtig geneesmiddelengebruik.
4.18.24.16.2. De genoemde aanspraak bestaat op het ter hand stellen van die geneesmiddelen, die zijn aangewezen in de Regeling Rege- ling zorgverzekering en die als zodanig tevens zijn aangewezen door de zorgverzekeraar. De aanwijzing door de zorgverzekeraar geschiedt zodanig, dat van alle werkzame stoffen die voorkomen in de Regeling zorgverzeke- ring aangewezen geneesmiddelen ten minste één geneesmiddel voor de verzekerde beschikbaar is. Deze aange- wezen geneesmiddelen (preferente geneesmiddelen) zijn terug te vinden in het Reglement farmaceutische zorg. Als de zorgverzekeraar voor bepaalde werkzame stoffen met specifieke toedieningsweg bepaalde geneesmiddelen heeft aangewezen en andere geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof en specifieke toedieningsweg niet, heeft de verzekerde aanspraak op de door de zorgverzekeraar aangewezen geneesmiddelen. Maakt de verzekerde toch gebruik van niet-preferente geneesmiddelen, dan worden deze in principe niet vergoed. Alleen indien de arts aangeeft dat behandeling met het aangewezen middel medisch niet verantwoord is voor de verzekerde, behoudt de verzekerde aanspraak op een ander in de Regeling zorgverzekering aangewezen geneesmiddel. Als de apotheker twijfelt over de medische noodzaak, zal de apotheker dit afstemmen met de voorschrijver van het geneesmiddel. De voorschrijver moet de medische noodzaak kunnen onderbouwen.
Appears in 1 contract
Samples: Verzekeringsvoorwaarden
Farmaceutische zorg. 4.18.14.16.1. Farmaceutische zorg omvat terhandstelling van of advies en begeleiding zoals apothekers die plegen te bieden voor medicatiebeoordeling en verantwoord gebruik van:
a. De door de zorgverzekeraar op basis van de bij Regeling zorgverzekering aangewezen geregistreerde genees- middelen;
b. Een ander bij Regeling zorgverzekering aangewezen geregistreerd geneesmiddel dan het door de zorgverzeke- raar aangewezen geneesmiddel, voor zover: behandeling met het door de zorgverzekeraar aangewezen genees- middel geneesmiddel voor de verzekerde medisch niet is verantwoord;
c. Andere geneesmiddelen als bedoeld in de Geneesmiddelenwet, op voorwaarde dat het rationele farmaco- therapie betreft, zoals omschreven in artikel 2.8., eerste lid, sub b., van het Besluit zorgverzekering;
d. Polymere, oligomere, monomere en modulaire dieetpreparaten. Farmaceutische zorg omvat ook: - De terhandstelling van een receptplichtig geneesmiddel; - Terhandstelling en begeleidingsgesprek van een voor de verzekerde nieuw geneesmiddel; - Instructie over een hulpmiddel, dat wordt gebruikt voor een receptplichtig geneesmiddel; - Medicatiebeoordeling van chronisch receptplichtig geneesmiddelengebruik.
4.18.24.16.2. De genoemde aanspraak bestaat op het ter hand stellen van die geneesmiddelen, die zijn aangewezen in de Regeling zorgverzekering en die als zodanig tevens zijn aangewezen door de zorgverzekeraar. De aanwijzing door de zorgverzekeraar geschiedt zodanig, dat van alle werkzame stoffen die voorkomen in de Regeling zorgverzeke- ring aangewezen geneesmiddelen ten minste één geneesmiddel voor de verzekerde beschikbaar is. Deze aange- wezen geneesmiddelen (preferente geneesmiddelen) zijn terug te vinden in het Reglement farmaceutische zorg. Als de zorgverzekeraar voor bepaalde werkzame stoffen met specifieke toedieningsweg bepaalde geneesmiddelen heeft aangewezen en andere geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof en specifieke toedieningsweg niet, heeft de verzekerde aanspraak op de door de zorgverzekeraar aangewezen geneesmiddelen. Maakt de verzekerde toch gebruik van niet-preferente geneesmiddelen, dan worden deze in principe niet vergoed. Alleen indien de arts aangeeft dat behandeling met het aangewezen middel medisch niet verantwoord is voor de verzekerde, behoudt de verzekerde aanspraak op een ander in de Regeling zorgverzekering aangewezen geneesmiddel. Als de apotheker twijfelt over de medische noodzaak, zal de apotheker dit afstemmen met de voorschrijver van het geneesmiddel. De voorschrijver moet de medische noodzaak kunnen onderbouwen.
Appears in 1 contract
Samples: Verzekeringsvoorwaarden