Common use of Gebrek aan schriftelijke bevestigingen – Oordeelonthouding Clause in Contracts

Gebrek aan schriftelijke bevestigingen – Oordeelonthouding. In deze rubriek wordt een voorbeeld van verslag over de jaarrekening opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden: De jaarrekening van het voorafgaande boekjaar werd gecontroleerd door de commissaris; Het bestuursorgaan wil de bevestigingsbrief waarvan de inhoud door de commissaris werd voorgesteld, niet ondertekenen; De commissaris oordeelt dat hij in de onmogelijkheid verkeert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen omdat hij niet beschikt over de absoluut noodzakelijke controle-informatie die betrekking heeft op de bevestigingsbrief. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van verslag over de jaarrekening, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden, alsook met bepaalde algemene principes. Gewoonlijk wordt de bevestigingsbrief ondertekend door de leden van het management, zoals gedefinieerd in paragraaf 8 van ISA 580 (0), die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de jaarrekening, op het hoogste niveau van de entiteit (met inbegrip van het financieel beleid), rekening houdend met hun kennis van de feiten en met hun gezag. Het is in bepaalde gevallen ook mogelijk dat de commissaris ervoor opteert dat een ander relevant persoon (of orgaan) de bevestigingsbrief (mede-)ondertekent die (dat) de bevoegdheid heeft de entiteit te verbinden voor handelingen die verdergaan dan het dagelijks bestuur. Het verkrijgen van deze schriftelijke bevestigingen is noodzakelijke controle-informatie die de commissaris dient te verkrijgen voor de controleopdracht met betrekking tot de jaarrekening. De noodzaak voor het verkrijgen van de schriftelijke bevestigingen is gelegen in het feit dat de commissaris met betrekking tot bepaalde aspecten van de controleopdracht geen conclusies kan formuleren louter op basis van de overige verkregen controle-informatie. De bijkomende norm (herziene versie 2020) en een aantal ISA’s vereisen het verkrijgen van schriftelijke bevestigingen, zoals onder meer ISA 240 (fraude), ISA 250 (het in aanmerking nemen van wet- en regelgeving), ISA 550 (transacties met verbonden partijen) en ISA 570 (Herzien) (continuïteit). De bevestigingsbrief gericht aan de commissaris dient de door de ISA’s en de door paragrafen 112 tot en met 115 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) vereiste schriftelijke bevestigingen te bevatten. Indien de commissaris vaststelt dat één van de bevestigingen vereist door de bijkomdebijkomende norm (herziene versie 2020) niet van toepassing is, kan deze evenwel worden weggelaten. Concreet en onverminderd hetgeen in de hiernavolgende paragraaf wordt vermeld inzake de effectieve uitoefening van de verantwoordelijkheden, betekent bovenstaande dat de commissaris in de onmogelijkheid verkeert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen die essentieel is voor het formuleren van zijn conclusies als basis voor het tot uitdrukking brengen van zijn oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening indien hij niet de absoluut noodzakelijke schriftelijke bevestigingen verkrijgt. Naargelang van de concrete situatie zal de commissaris moeten evalueren of dit aanleiding zal geven of tot een oordeel met voorbehoud of tot een oordeelonthouding (evaluatie in overeenstemming met ISA 705) (Herzien)), evenwel rekening houdend met de paragrafen 112 tot en met 115 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) en met het feit dat ISA 580 (par. 20) steeds een oordeelonthouding vereist indien hij tot de conclusie komt dat er voldoende twijfel bestaat omtrent de integriteit van het management om te besluiten dat de op grond van de paragrafen Error: Reference source not found en vereiste schriftelijke bevestigingen niet betrouwbaar zijn. De paragrafen 10 en 11 van de standaard bepalen respectievelijk: dat de auditor het management dient te vragen een schriftelijke bevestiging te verstrekken dat het zijn verantwoordelijkheden voor het opstellen van de financiële overzichten in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel van financiële verslaggeving is nagekomen, inclusief, indien relevant, de getrouwe weergave ervan, zoals is omschreven in de voorwaarden van de controleopdracht dat de auditor het management dient te verzoeken een schriftelijke bevestiging te verschaffen dat: het de auditor alle relevante informatie en toegang heeft verschaft zoals is overeengekomen in de voorwaarden van de controleopdracht; en alle transacties zijn geboekt en in de financiële overzichten zijn weerspiegeld. Derhalve dient de commissaris geen oordeelvorming meer toe te passen over het diepgaand karakter van het mogelijke effect van deze specifieke situaties. Indien de commissaris oordeelt dat hij geen oordeel tot uitdrukking kan brengen over het feit of de jaarrekening een getrouw beeld geeft, moet hij, overeenkomstig ISA 705 (Herzien), in zijn verslag een sectie “Basis voor de oordeelonthouding” invoegen onmiddellijk na de sectie “Oordeelonthouding”. In deze sectie moet de commissaris vermelden waarom het onmogelijk is om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen. Omwille van het feit dat in het commissarisverslag een oordeelonthouding wordt geformuleerd, worden de secties betreffende de oordeelonthouding, betreffende de basis voor de oordeelonthouding en betreffende de verantwoordelijkheden van de commissaris overeenkomstig ISA 705 (Herzien), paragraaf 26 en 28, anders geformuleerd (cf. supra, nrs. 54, 55 en 110). We herinneren aan de beperkingen omtrent het gebruik van een sectie met betrekking tot de kernpunten van de controle (zie, supra, sectie 1.2.5.) en van een sectie “Andere informatie” wanneer de commissaris een oordeelonthouding over de jaarrekening formuleert. Zelfs indien de commissaris een oordeelonthouding heeft geformuleerd, dient hij in de sectie Basis voor onze oordeelonthouding de redenen te beschrijven voor alle andere aangelegenheden waarvan hij kennis heeft en die een aanpassing van het oordeel zouden hebben vereist, alsmede de gevolgen daarvan (ISA 705 (Herzien), par. 27). Dit betekent dat in een verslag over de jaarrekening waarin een oordeelonthouding wordt geformuleerd, ook de vastgestelde afwijkingen van materieel belang moeten worden vermeld. In de gevallen waar de commissaris overige aangelegenheden heeft onderkend die overigens een aanpassing van het oordeel zouden hebben vereist, moet hij deze aangelegenheid in de sectie “Basis voor de oordeelonthouding” vermelden, met inbegrip van het financieel effect daarvan indien dit praktisch haalbaar is. Dit wordt geïllustreerd infra, sectie 2.6.4. Dit voorbeeld betreft een situatie waarin de bevestigingsbrief als geheel niet werd ondertekend. In een andere situatie – bijv. indien een specifieke bevestiging niet werd verschaft (bijv. een bijkomende bevestiging met betrekking tot de voorraadbeheer), hoewel die expliciet door de commissaris werd gevraagd – wordt de commissaris geconfronteerd met een beperking in de uitvoering van de controle (scope limitation). Deze scope limitation dient te worden gevolgd, indien het mogelijke effect van materieel belang is voor, of een diepgaande invloed heeft op de jaarrekening (in functie van de toegepaste professionele oordeelsvorming) door een aangepast oordeel, in casu een oordeel met voorbehoud dan wel een oordeelonthouding, al naargelang van het geval. Rekening houdend met het aangepaste oordeel dient de commissaris na te gaan welke van de vereiste vermeldingen moeten worden aangepast in het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” (cf. hoofdstuk 3). VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _______ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvorm] (de “Vennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening Oordeelonthouding Wij hebben de opdracht gekregen om de wettelijke controle uit te voeren van de jaarrekening van de Vennootschap, die de balans op _ ____ 20__ omvat, alsook de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een balanstotaal van € __________ en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst [verlies] van het boekjaar van € __________. Vanwege de significantie van de aangelegenheid beschreven in de sectie Basis voor de oordeelonthouding , zijn we niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel over deze jaarrekening te verschaffen. Bijgevolg brengen we geen oordeel over de jaarrekening tot uitdrukking. Basis voor de oordeelonthouding Aangezien het bestuursorgaan geweigerd heeft om ons de schriftelijke bevestigingen te verschaffen die onontbeerlijk zijn in het kader van onze controle, is het on niet mogelijk te concluderen dat de jaarrekening vrij is van een afwijking van materieel belang. Rekening houdend met deze omstandigheden en gevolg gevend aan de vereiste uit artikel 3:75, §1, 2° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, dienen wij te besluiten dat wij van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap niet de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen hebben verkregen. Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de jaarrekening Het bestuursorgaan is verantwoordelijk… (86) … … (93) … of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen. Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening Het is onze verantwoordelijkheid een controle van de jaarrekening van de vennootschap uit te voeren overeenkomstig de internationale controlestandaarden (ISA’s) zoals van toepassing in België en een commissarisverslag uit te brengen. Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. Vanwege de significantie van de aangelegenheid beschreven in de sectie ‘Basis voor de oordeelonthouding’, zijn we echter niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel over deze financiële overzichten te verschaffen. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen (0)

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be

Gebrek aan schriftelijke bevestigingen – Oordeelonthouding. In deze rubriek wordt een voorbeeld van verslag over de jaarrekening opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden: De jaarrekening van het voorafgaande boekjaar werd gecontroleerd door de commissaris; Het bestuursorgaan wil de bevestigingsbrief waarvan de inhoud door de commissaris werd voorgesteld, niet ondertekenen; De commissaris oordeelt dat hij in de onmogelijkheid verkeert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen omdat hij niet beschikt over de absoluut noodzakelijke controle-informatie die betrekking heeft op de bevestigingsbrief. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van verslag over de jaarrekening, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden, alsook met bepaalde algemene principes. Gewoonlijk wordt de bevestigingsbrief ondertekend door de leden van het management, zoals gedefinieerd in paragraaf 8 van ISA 580 (0), die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de jaarrekening, op het hoogste niveau van de entiteit (met inbegrip van het financieel beleid), rekening houdend met hun kennis van de feiten en met hun gezag. Het is in bepaalde gevallen ook mogelijk dat de commissaris ervoor opteert dat een ander relevant persoon (of orgaan) de bevestigingsbrief (mede-)ondertekent die (dat) de bevoegdheid heeft de entiteit te verbinden voor handelingen die verdergaan dan het dagelijks bestuur. Het verkrijgen van deze schriftelijke bevestigingen is noodzakelijke controle-informatie die de commissaris dient te verkrijgen voor de controleopdracht met betrekking tot de jaarrekening. De noodzaak voor het verkrijgen van de schriftelijke bevestigingen is gelegen in het feit dat de commissaris met betrekking tot bepaalde aspecten van de controleopdracht geen conclusies kan formuleren louter op basis van de overige verkregen controle-informatie. De bijkomende norm (herziene versie 2020) en een aantal ISA’s vereisen het verkrijgen van schriftelijke bevestigingen, zoals onder meer ISA 240 (fraude), ISA 250 (het in aanmerking nemen van wet- en regelgeving), ISA 550 (transacties met verbonden partijen) en ISA 570 (Herzien) (continuïteit). De bevestigingsbrief gericht aan de commissaris dient de door de ISA’s en de door paragrafen 112 tot en met 115 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) vereiste schriftelijke bevestigingen te bevatten. Indien de commissaris vaststelt dat één van de bevestigingen vereist door de bijkomdebijkomende bijkomde norm (herziene versie 2020) niet van toepassing is, kan deze evenwel worden weggelaten. Concreet en onverminderd hetgeen in de hiernavolgende paragraaf wordt vermeld inzake de effectieve uitoefening van de verantwoordelijkheden, betekent bovenstaande dat de commissaris in de onmogelijkheid verkeert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen die essentieel is voor het formuleren van zijn conclusies als basis voor het tot uitdrukking brengen van zijn oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening indien hij niet de absoluut noodzakelijke schriftelijke bevestigingen verkrijgt. Naargelang van de concrete situatie zal de commissaris moeten evalueren of dit aanleiding zal geven of tot een oordeel met voorbehoud of tot een oordeelonthouding (evaluatie in overeenstemming met ISA 705) (Herzien)), evenwel rekening houdend met de paragrafen 112 tot en met 115 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) en met het feit dat ISA 580 (par. 20) steeds een oordeelonthouding vereist indien hij tot de conclusie komt dat er voldoende twijfel bestaat omtrent de integriteit van het management om te besluiten dat de op grond van de paragrafen Error: Reference source not found en vereiste schriftelijke bevestigingen niet betrouwbaar zijn. De paragrafen 10 en 11 van de standaard bepalen respectievelijk: dat de auditor het management dient te vragen een schriftelijke bevestiging te verstrekken dat het zijn verantwoordelijkheden voor het opstellen van de financiële overzichten in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel van financiële verslaggeving is nagekomen, inclusief, indien relevant, de getrouwe weergave ervan, zoals is omschreven in de voorwaarden van de controleopdracht dat de auditor het management dient te verzoeken een schriftelijke bevestiging te verschaffen dat: het de auditor alle relevante informatie en toegang heeft verschaft zoals is overeengekomen in de voorwaarden van de controleopdracht; en alle transacties zijn geboekt en in de financiële overzichten zijn weerspiegeld. Derhalve dient de commissaris geen oordeelvorming meer toe te passen over het diepgaand karakter van het mogelijke effect van deze specifieke situaties. Indien de commissaris oordeelt dat hij geen oordeel tot uitdrukking kan brengen over het feit of de jaarrekening een getrouw beeld geeft, moet hij, overeenkomstig ISA 705 (Herzien), in zijn verslag een sectie “Basis voor de oordeelonthouding” invoegen onmiddellijk na de sectie “Oordeelonthouding”. In deze sectie moet de commissaris vermelden waarom het onmogelijk is om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen. Omwille van het feit dat in het commissarisverslag een oordeelonthouding wordt geformuleerd, worden de secties betreffende de oordeelonthouding, betreffende de basis voor de oordeelonthouding en betreffende de verantwoordelijkheden van de commissaris overeenkomstig ISA 705 (Herzien), paragraaf 26 en 28, anders geformuleerd (cf. supra, nrs. 54, 55 en 110). We herinneren aan de beperkingen omtrent het gebruik van een sectie met betrekking tot de kernpunten van de controle (zie, supra, sectie 1.2.5.) en van een sectie “Andere informatie” wanneer de commissaris een oordeelonthouding over de jaarrekening formuleert. Zelfs indien de commissaris een oordeelonthouding heeft geformuleerd, dient hij in de sectie Basis voor onze oordeelonthouding de redenen te beschrijven voor alle andere aangelegenheden waarvan hij kennis heeft en die een aanpassing van het oordeel zouden hebben vereist, alsmede de gevolgen daarvan (ISA 705 (Herzien), par. 27). Dit betekent dat in een verslag over de jaarrekening waarin een oordeelonthouding wordt geformuleerd, ook de vastgestelde afwijkingen van materieel belang moeten worden vermeld. In de gevallen waar de commissaris overige aangelegenheden heeft onderkend die overigens een aanpassing van het oordeel zouden hebben vereist, moet hij deze aangelegenheid in de sectie “Basis voor de oordeelonthouding” vermelden, met inbegrip van het financieel effect daarvan indien dit praktisch haalbaar is. Dit wordt geïllustreerd infra, sectie 2.6.4. Dit voorbeeld betreft een situatie waarin de bevestigingsbrief als geheel niet werd ondertekend. In een andere situatie – bijv. indien een specifieke bevestiging niet werd verschaft (bijv. een bijkomende bevestiging met betrekking tot de voorraadbeheer), hoewel die expliciet door de commissaris werd gevraagd – wordt de commissaris geconfronteerd met een beperking in de uitvoering van de controle (scope limitation). Deze scope limitation dient te worden gevolgd, indien het mogelijke effect van materieel belang is voor, of een diepgaande invloed heeft op de jaarrekening (in functie van de toegepaste professionele oordeelsvorming) door een aangepast oordeel, in casu een oordeel met voorbehoud dan wel een oordeelonthouding, al naargelang van het geval. Rekening houdend met het aangepaste oordeel dient de commissaris na te gaan welke van de vereiste vermeldingen moeten worden aangepast in het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” (cf. hoofdstuk 3). VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _______ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvorm] (de “Vennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening Oordeelonthouding Wij hebben de opdracht gekregen om de wettelijke controle uit te voeren van de jaarrekening van de Vennootschap, die de balans op _ ____ 20__ omvat, alsook de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een balanstotaal van € __________ en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst [verlies] van het boekjaar van € __________. Vanwege de significantie van de aangelegenheid beschreven in de sectie Basis voor de oordeelonthouding , zijn we niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel over deze jaarrekening te verschaffen. Bijgevolg brengen we geen oordeel over de jaarrekening tot uitdrukking. Basis voor de oordeelonthouding Aangezien het bestuursorgaan geweigerd heeft om ons de schriftelijke bevestigingen te verschaffen die onontbeerlijk zijn in het kader van onze controle, is het on niet mogelijk te concluderen dat de jaarrekening vrij is van een afwijking van materieel belang. Rekening houdend met deze omstandigheden en gevolg gevend aan de vereiste uit artikel 3:75, §1, 2° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, dienen wij te besluiten dat wij van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap niet de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen hebben verkregen. Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de jaarrekening Het bestuursorgaan is verantwoordelijk… (86) … … (93) … of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen. Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening Het is onze verantwoordelijkheid een controle van de jaarrekening van de vennootschap uit te voeren overeenkomstig de internationale controlestandaarden (ISA’s) zoals van toepassing in België en een commissarisverslag uit te brengen. Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. Vanwege de significantie van de aangelegenheid beschreven in de sectie ‘Basis voor de oordeelonthouding’, zijn we echter niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel over deze financiële overzichten te verschaffen. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen (0)

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be

Gebrek aan schriftelijke bevestigingen – Oordeelonthouding. In deze rubriek wordt een voorbeeld van verslag over de jaarrekening opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden: De jaarrekening van het voorafgaande boekjaar werd gecontroleerd door de commissaris; Het bestuursorgaan wil de bevestigingsbrief waarvan de inhoud door de commissaris werd voorgesteld, niet ondertekenen; De commissaris oordeelt dat hij in de onmogelijkheid verkeert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen omdat hij niet beschikt over de absoluut noodzakelijke controle-informatie die betrekking heeft op de bevestigingsbrief. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van verslag over de jaarrekening, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden, alsook met bepaalde algemene principes. Gewoonlijk wordt de bevestigingsbrief ondertekend door de leden van het management, zoals gedefinieerd in paragraaf 8 van ISA 580 (0), die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de jaarrekening, op het hoogste niveau van de entiteit (met inbegrip van het financieel beleid), rekening houdend met hun kennis van de feiten en met hun gezag. Het is in bepaalde gevallen ook mogelijk dat de commissaris ervoor opteert dat een ander relevant persoon (of orgaan) de bevestigingsbrief (mede-)ondertekent die (dat) de bevoegdheid heeft de entiteit te verbinden voor handelingen die verdergaan dan het dagelijks bestuur. Het verkrijgen van deze schriftelijke bevestigingen is noodzakelijke controle-informatie die de commissaris dient te verkrijgen voor de controleopdracht met betrekking tot de jaarrekening. De noodzaak voor het verkrijgen van de schriftelijke bevestigingen is gelegen in het feit dat de commissaris met betrekking tot bepaalde aspecten van de controleopdracht geen conclusies kan formuleren louter op basis van de overige verkregen controle-informatie. De bijkomende norm (herziene versie 2020) en een aantal ISA’s vereisen het verkrijgen van schriftelijke bevestigingen, zoals onder meer ISA 240 (fraude), ISA 250 (het in aanmerking nemen van wet- en regelgeving), ISA 550 (transacties met verbonden partijen) en ISA 570 (Herzien) (continuïteit). De bevestigingsbrief gericht aan de commissaris dient de door de ISA’s en de door paragrafen 112 tot en met 115 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) vereiste schriftelijke bevestigingen te bevatten. Indien de commissaris vaststelt dat één van de bevestigingen vereist door de bijkomdebijkomende bijkomende norm (herziene versie 2020) niet van toepassing is, kan deze evenwel worden weggelaten. Concreet en onverminderd hetgeen in de hiernavolgende paragraaf wordt vermeld inzake de effectieve uitoefening van de verantwoordelijkheden, betekent bovenstaande dat de commissaris in de onmogelijkheid verkeert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen die essentieel is voor het formuleren van zijn conclusies als basis voor het tot uitdrukking brengen van zijn oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening indien hij niet de absoluut noodzakelijke schriftelijke bevestigingen verkrijgt. Naargelang van de concrete situatie zal de commissaris moeten evalueren of dit aanleiding zal geven of tot een oordeel met voorbehoud of tot een oordeelonthouding (evaluatie in overeenstemming met ISA 705) (Herzien)), evenwel rekening houdend met de paragrafen 112 tot en met 115 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) en met het feit dat ISA 580 (par. 20) steeds een oordeelonthouding vereist indien hij tot de conclusie komt dat er voldoende twijfel bestaat omtrent de integriteit van het management om te besluiten dat de op grond van de paragrafen Error: Reference source not found en vereiste schriftelijke bevestigingen niet betrouwbaar zijn. De paragrafen 10 en 11 van de standaard bepalen respectievelijk: dat de auditor het management dient te vragen een schriftelijke bevestiging te verstrekken dat het zijn verantwoordelijkheden voor het opstellen van de financiële overzichten in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel van financiële verslaggeving is nagekomen, inclusief, indien relevant, de getrouwe weergave ervan, zoals is omschreven in de voorwaarden van de controleopdracht dat de auditor het management dient te verzoeken een schriftelijke bevestiging te verschaffen dat: het de auditor alle relevante informatie en toegang heeft verschaft zoals is overeengekomen in de voorwaarden van de controleopdracht; en alle transacties zijn geboekt en in de financiële overzichten zijn weerspiegeld. Derhalve dient de commissaris geen oordeelvorming meer toe te passen over het diepgaand karakter van het mogelijke effect van deze specifieke situaties. Indien de commissaris oordeelt dat hij geen oordeel tot uitdrukking kan brengen over het feit of de jaarrekening een getrouw beeld geeft, moet hij, overeenkomstig ISA 705 (Herzien), in zijn verslag een sectie “Basis voor de oordeelonthouding” invoegen onmiddellijk na de sectie “Oordeelonthouding”. In deze sectie moet de commissaris vermelden waarom het onmogelijk is om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen. Omwille van het feit dat in het commissarisverslag een oordeelonthouding wordt geformuleerd, worden de secties betreffende de oordeelonthouding, betreffende de basis voor de oordeelonthouding en betreffende de verantwoordelijkheden van de commissaris overeenkomstig ISA 705 (Herzien), paragraaf 26 en 28, anders geformuleerd (cf. supra, nrs. 54, 55 en 110). We herinneren aan de beperkingen omtrent het gebruik van een sectie met betrekking tot de kernpunten van de controle (zie, supra, sectie 1.2.5.) en van een sectie “Andere informatie” wanneer de commissaris een oordeelonthouding over de jaarrekening formuleert. Zelfs indien de commissaris een oordeelonthouding heeft geformuleerd, dient hij in de sectie Basis voor onze oordeelonthouding de redenen te beschrijven voor alle andere aangelegenheden waarvan hij kennis heeft en die een aanpassing van het oordeel zouden hebben vereist, alsmede de gevolgen daarvan (ISA 705 (Herzien), par. 27). Dit betekent dat in een verslag over de jaarrekening waarin een oordeelonthouding wordt geformuleerd, ook de vastgestelde afwijkingen van materieel belang moeten worden vermeld. In de gevallen waar de commissaris overige aangelegenheden heeft onderkend die overigens een aanpassing van het oordeel zouden hebben vereist, moet hij deze aangelegenheid in de sectie “Basis voor de oordeelonthouding” vermelden, met inbegrip van het financieel effect daarvan indien dit praktisch haalbaar is. Dit wordt geïllustreerd infra, sectie 2.6.4. Dit voorbeeld betreft een situatie waarin de bevestigingsbrief als geheel niet werd ondertekend. In een andere situatie – bijv. indien een specifieke bevestiging niet werd verschaft (bijv. een bijkomende bevestiging met betrekking tot de voorraadbeheer), hoewel die expliciet door de commissaris werd gevraagd – wordt de commissaris geconfronteerd met een beperking in de uitvoering van de controle (scope limitation). Deze scope limitation dient te worden gevolgd, indien het mogelijke effect van materieel belang is voor, of een diepgaande invloed heeft op de jaarrekening (in functie van de toegepaste professionele oordeelsvorming) door een aangepast oordeel, in casu een oordeel met voorbehoud dan wel een oordeelonthouding, al naargelang van het geval. Rekening houdend met het aangepaste oordeel dient de commissaris na te gaan welke van de vereiste vermeldingen moeten worden aangepast in het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” (cf. hoofdstuk 3). VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _______ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvorm] (de “Vennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening Oordeelonthouding Wij hebben de opdracht gekregen om de wettelijke controle uit te voeren van de jaarrekening van de Vennootschap, die de balans op _ ____ 20__ omvat, alsook de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een balanstotaal van € __________ en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst [verlies] van het boekjaar van € __________. Vanwege de significantie van de aangelegenheid beschreven in de sectie Basis voor de oordeelonthouding , zijn we niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel over deze jaarrekening te verschaffen. Bijgevolg brengen we geen oordeel over de jaarrekening tot uitdrukking. Basis voor de oordeelonthouding Aangezien het bestuursorgaan geweigerd heeft om ons de schriftelijke bevestigingen te verschaffen die onontbeerlijk zijn in het kader van onze controle, is het on niet mogelijk te concluderen dat de jaarrekening vrij is van een afwijking van materieel belang. Rekening houdend met deze omstandigheden en gevolg gevend aan de vereiste uit artikel 3:75, §1, 2° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, dienen wij te besluiten dat wij van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap niet de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen hebben verkregen. Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de jaarrekening Het bestuursorgaan is verantwoordelijk… (86) … verantwoordelijk … (93) … of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen. Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening Het is onze verantwoordelijkheid een controle van de jaarrekening van de vennootschap uit te voeren overeenkomstig de internationale controlestandaarden (ISA’s) zoals van toepassing in België en een commissarisverslag uit te brengen. Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. Vanwege de significantie van de aangelegenheid beschreven in de sectie ‘Basis voor de oordeelonthouding’, zijn we echter niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel over deze financiële overzichten te verschaffen. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen (0)

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be

Gebrek aan schriftelijke bevestigingen – Oordeelonthouding. In deze rubriek wordt een voorbeeld van verslag over de jaarrekening opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden: De jaarrekening van het voorafgaande boekjaar werd gecontroleerd door de commissaris; Het bestuursorgaan wil de bevestigingsbrief waarvan de inhoud door de commissaris werd voorgesteld, niet ondertekenen; De commissaris oordeelt dat hij in de onmogelijkheid verkeert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen omdat hij niet beschikt over de absoluut noodzakelijke controle-informatie die betrekking heeft op de bevestigingsbrief. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van verslag over de jaarrekening, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden, alsook met bepaalde algemene principes. Gewoonlijk wordt de bevestigingsbrief ondertekend door de leden van het management, zoals gedefinieerd in paragraaf 8 van ISA 580 (0), die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de jaarrekening, op het hoogste niveau van de entiteit (met inbegrip van het financieel beleid), rekening houdend met hun kennis van de feiten en met hun gezag. Het is in bepaalde gevallen ook mogelijk dat de commissaris ervoor opteert dat een ander relevant persoon (of orgaan) de bevestigingsbrief (mede-)ondertekent die (dat) de bevoegdheid heeft de entiteit te verbinden voor handelingen die verdergaan dan het dagelijks bestuur. Het verkrijgen van deze schriftelijke bevestigingen is noodzakelijke controle-informatie die de commissaris dient te verkrijgen voor de controleopdracht met betrekking tot de jaarrekening. De noodzaak voor het verkrijgen van de schriftelijke bevestigingen is gelegen in het feit dat de commissaris met betrekking tot bepaalde aspecten van de controleopdracht geen conclusies kan formuleren louter op basis van de overige verkregen controle-informatie. De bijkomende norm (herziene versie 2020) en een aantal ISA’s vereisen het verkrijgen van schriftelijke bevestigingen, zoals onder meer ISA 240 (fraude), ISA 250 (het in aanmerking nemen van wet- en regelgeving), ISA 550 (transacties met verbonden partijen) en ISA 570 (Herzien) (continuïteit). De bevestigingsbrief gericht aan de commissaris dient de door de ISA’s en de door paragrafen 112 tot en met 115 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) vereiste schriftelijke bevestigingen te bevatten. Indien de commissaris vaststelt dat één van de bevestigingen vereist door de bijkomdebijkomende bijkomde norm (herziene versie 2020) niet van toepassing is, kan deze evenwel worden weggelaten. Concreet en onverminderd hetgeen in de hiernavolgende paragraaf wordt vermeld inzake de effectieve uitoefening van de verantwoordelijkheden, betekent bovenstaande dat de commissaris in de onmogelijkheid verkeert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen die essentieel is voor het formuleren van zijn conclusies als basis voor het tot uitdrukking brengen van zijn oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening indien hij niet de absoluut noodzakelijke schriftelijke bevestigingen verkrijgt. Naargelang van de concrete situatie zal de commissaris moeten evalueren of dit aanleiding zal geven of tot een oordeel met voorbehoud of tot een oordeelonthouding (evaluatie in overeenstemming met ISA 705) (Herzien)), evenwel rekening houdend met de paragrafen 112 tot en met 115 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) en met het feit dat ISA 580 (par. 20) steeds een oordeelonthouding vereist indien hij tot de conclusie komt dat er voldoende twijfel bestaat omtrent de integriteit van het management om te besluiten dat de op grond van de paragrafen Error: Reference source not found en vereiste schriftelijke bevestigingen niet betrouwbaar zijn. De paragrafen 10 en 11 van de standaard bepalen respectievelijk: dat de auditor het management dient te vragen een schriftelijke bevestiging te verstrekken dat het zijn verantwoordelijkheden voor het opstellen van de financiële overzichten in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel van financiële verslaggeving is nagekomen, inclusief, indien relevant, de getrouwe weergave ervan, zoals is omschreven in de voorwaarden van de controleopdracht dat de auditor het management dient te verzoeken een schriftelijke bevestiging te verschaffen dat: het de auditor alle relevante informatie en toegang heeft verschaft zoals is overeengekomen in de voorwaarden van de controleopdracht; en alle transacties zijn geboekt en in de financiële overzichten zijn weerspiegeld. Derhalve dient de commissaris geen oordeelvorming meer toe te passen over het diepgaand karakter van het mogelijke effect van deze specifieke situaties. Indien de commissaris oordeelt dat hij geen oordeel tot uitdrukking kan brengen over het feit of de jaarrekening een getrouw beeld geeft, moet hij, overeenkomstig ISA 705 (Herzien), in zijn verslag een sectie “Basis voor de oordeelonthouding” invoegen onmiddellijk na de sectie “Oordeelonthouding”. In deze sectie moet de commissaris vermelden waarom het onmogelijk is om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen. Omwille van het feit dat in het commissarisverslag een oordeelonthouding wordt geformuleerd, worden de secties betreffende de oordeelonthouding, betreffende de basis voor de oordeelonthouding en betreffende de verantwoordelijkheden van de commissaris overeenkomstig ISA 705 (Herzien), paragraaf 26 en 28, anders geformuleerd (cf. supra, nrsrandnrs. 54, 55 en 110). We herinneren aan de beperkingen omtrent het gebruik van een sectie met betrekking tot de kernpunten van de controle (zie, supra, sectie 1.2.5.) en van een sectie “Andere informatie” wanneer de commissaris een oordeelonthouding over de jaarrekening formuleert. Zelfs indien de commissaris een oordeelonthouding heeft geformuleerd, dient hij in de sectie Basis voor onze oordeelonthouding de redenen te beschrijven voor alle andere aangelegenheden waarvan hij kennis heeft en die een aanpassing van het oordeel zouden hebben vereist, alsmede de gevolgen daarvan (ISA 705 (Herzien), par. 27). Dit betekent dat in een verslag over de jaarrekening waarin een oordeelonthouding wordt geformuleerd, ook de vastgestelde afwijkingen van materieel belang moeten worden vermeld. In de gevallen waar de commissaris overige aangelegenheden heeft onderkend die overigens een aanpassing van het oordeel zouden hebben vereist, moet hij deze aangelegenheid in de sectie “Basis voor de oordeelonthouding” vermelden, met inbegrip van het financieel effect daarvan indien dit praktisch haalbaar is. Dit wordt geïllustreerd infra, sectie 2.6.4. Dit voorbeeld betreft een situatie waarin de bevestigingsbrief als geheel niet werd ondertekend. In een andere situatie – bijv. indien een specifieke bevestiging niet werd verschaft (bijv. een bijkomende bevestiging met betrekking tot de voorraadbeheer), hoewel die expliciet door de commissaris werd gevraagd – wordt de commissaris geconfronteerd met een beperking in de uitvoering van de controle (scope limitation). Deze scope limitation dient te worden gevolgd, indien het mogelijke effect van materieel belang is voor, of een diepgaande invloed heeft op de jaarrekening (in functie van de toegepaste professionele oordeelsvorming) door een aangepast oordeel, in casu een oordeel met voorbehoud dan wel een oordeelonthouding, al naargelang van het geval. Rekening houdend met het aangepaste oordeel dient de commissaris na te gaan welke van de vereiste vermeldingen moeten worden aangepast in het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” (cf. hoofdstuk 3). VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _______ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvorm] (de “Vennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening Oordeelonthouding Wij hebben de opdracht gekregen om de wettelijke controle uit te voeren van de jaarrekening van de Vennootschap, die de balans op _ ____ 20__ omvat, alsook de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een balanstotaal van € __________ en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst [verlies] van het boekjaar van € __________. Vanwege de significantie van de aangelegenheid beschreven in de sectie Basis voor de oordeelonthouding , zijn we niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel over deze jaarrekening te verschaffen. Bijgevolg brengen we geen oordeel over de jaarrekening tot uitdrukking. Basis voor de oordeelonthouding Aangezien het bestuursorgaan geweigerd heeft om ons de schriftelijke bevestigingen te verschaffen die onontbeerlijk zijn in het kader van onze controle, is het on niet mogelijk te concluderen dat de jaarrekening vrij is van een afwijking van materieel belang. Rekening houdend met deze omstandigheden en gevolg gevend aan de vereiste uit artikel 3:75, §1, 2° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, dienen wij te besluiten dat wij van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap niet de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen hebben verkregen. Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de jaarrekening Het bestuursorgaan is verantwoordelijkverantwoordelijk … (86) … … (9380) … of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen. Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening Het is onze verantwoordelijkheid een controle van de jaarrekening van de vennootschap uit te voeren overeenkomstig de internationale controlestandaarden (ISA’s) zoals van toepassing in België en een commissarisverslag uit te brengen. Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. Vanwege de significantie van de aangelegenheid beschreven in de sectie ‘Basis voor de oordeelonthouding’, zijn we echter niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel over deze financiële overzichten te verschaffen. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen (0)

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be

Gebrek aan schriftelijke bevestigingen – Oordeelonthouding. In deze rubriek wordt een voorbeeld van verslag over de jaarrekening opgenomen dat uitsluitend rekening houdt met de volgende omstandigheden: De jaarrekening van het voorafgaande boekjaar werd gecontroleerd door de commissaris; Het bestuursorgaan wil de bevestigingsbrief waarvan de inhoud door de commissaris werd voorgesteld, niet ondertekenen; De commissaris oordeelt dat hij in de onmogelijkheid verkeert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen omdat hij niet beschikt over de absoluut noodzakelijke controle-informatie die betrekking heeft op de bevestigingsbrief. WAARSCHUWING: Alvorens gebruik te maken van het hiernavolgend voorbeeld van verslag over de jaarrekening, wordt de lezer van dit boek verzocht na te gaan of het voorbeeld van toepassing is in de concrete situatie, dit is nadat rekening is gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden, alsook met bepaalde algemene principes. Gewoonlijk wordt de bevestigingsbrief ondertekend door de leden van het management, zoals gedefinieerd in paragraaf 8 van ISA 580 (0), die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de jaarrekening, op het hoogste niveau van de entiteit (met inbegrip van het financieel beleid), rekening houdend met hun kennis van de feiten en met hun gezag. Het is in bepaalde gevallen ook mogelijk dat de commissaris ervoor opteert dat een ander relevant persoon (of orgaan) de bevestigingsbrief (mede-)ondertekent die (dat) de bevoegdheid heeft de entiteit te verbinden voor handelingen die verdergaan dan het dagelijks bestuur. Het verkrijgen van deze schriftelijke bevestigingen is noodzakelijke controle-informatie die de commissaris dient te verkrijgen voor de controleopdracht met betrekking tot de jaarrekening. De noodzaak voor het verkrijgen van de schriftelijke bevestigingen is gelegen in het feit dat de commissaris met betrekking tot bepaalde aspecten van de controleopdracht geen conclusies kan formuleren louter op basis van de overige verkregen controle-informatie. De bijkomende norm (herziene versie 2020) en een aantal ISA’s vereisen het verkrijgen van schriftelijke bevestigingen, zoals onder meer ISA 240 (fraude), ISA 250 (het in aanmerking nemen van wet- en regelgeving), ISA 550 (transacties met verbonden partijen) en ISA 570 (Herzien) (continuïteit). De bevestigingsbrief gericht aan de commissaris dient de door de ISA’s en de door paragrafen 112 tot en met 115 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) vereiste schriftelijke bevestigingen te bevatten. Indien de commissaris vaststelt dat één van de bevestigingen vereist door de bijkomdebijkomende bijkomde norm (herziene versie 2020) niet van toepassing is, kan deze evenwel worden weggelaten. Concreet en onverminderd hetgeen in de hiernavolgende paragraaf wordt vermeld inzake de effectieve uitoefening van de verantwoordelijkheden, betekent bovenstaande dat de commissaris in de onmogelijkheid verkeert om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen die essentieel is voor het formuleren van zijn conclusies als basis voor het tot uitdrukking brengen van zijn oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening indien hij niet de absoluut noodzakelijke schriftelijke bevestigingen verkrijgt. Naargelang van de concrete situatie zal de commissaris moeten evalueren of dit aanleiding zal geven of tot een oordeel met voorbehoud of tot een oordeelonthouding (evaluatie in overeenstemming met ISA 705) (Herzien)), evenwel rekening houdend met de paragrafen 112 tot en met 115 van de bijkomende norm (herziene versie 2020) en met het feit dat ISA 580 (par. 20) steeds een oordeelonthouding vereist indien hij tot de conclusie komt dat er voldoende twijfel bestaat omtrent de integriteit van het management om te besluiten dat de op grond van de paragrafen Error: Reference source not found en vereiste schriftelijke bevestigingen niet betrouwbaar zijn. De paragrafen 10 en 11 van de standaard bepalen respectievelijk: dat de auditor het management dient te vragen een schriftelijke bevestiging te verstrekken dat het zijn verantwoordelijkheden voor het opstellen van de financiële overzichten in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel van financiële verslaggeving is nagekomen, inclusief, indien relevant, de getrouwe weergave ervan, zoals is omschreven in de voorwaarden van de controleopdracht dat de auditor het management dient te verzoeken een schriftelijke bevestiging te verschaffen dat: het de auditor alle relevante informatie en toegang heeft verschaft zoals is overeengekomen in de voorwaarden van de controleopdracht; en alle transacties zijn geboekt en in de financiële overzichten zijn weerspiegeld. Derhalve dient de commissaris geen oordeelvorming meer toe te passen over het diepgaand karakter van het mogelijke effect van deze specifieke situaties. Indien de commissaris oordeelt dat hij geen oordeel tot uitdrukking kan brengen over het feit of de jaarrekening een getrouw beeld geeft, moet hij, overeenkomstig ISA 705 (Herzien), in zijn verslag een sectie “Basis voor de oordeelonthouding” invoegen onmiddellijk na de sectie “Oordeelonthouding”. In deze sectie moet de commissaris vermelden waarom het onmogelijk is om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen. Omwille van het feit dat in het commissarisverslag een oordeelonthouding wordt geformuleerd, worden de secties betreffende de oordeelonthouding, betreffende de basis voor de oordeelonthouding en betreffende de verantwoordelijkheden van de commissaris overeenkomstig ISA 705 (Herzien), paragraaf 26 en 28, anders geformuleerd (cf. supra, nrsrandnrsnrs. 54, 55 en 110). We herinneren aan de beperkingen omtrent het gebruik van een sectie met betrekking tot de kernpunten van de controle (zie, supra, sectie 1.2.5.) en van een sectie “Andere informatie” wanneer de commissaris een oordeelonthouding over de jaarrekening formuleert. Zelfs indien de commissaris een oordeelonthouding heeft geformuleerd, dient hij in de sectie Basis voor onze oordeelonthouding de redenen te beschrijven voor alle andere aangelegenheden waarvan hij kennis heeft en die een aanpassing van het oordeel zouden hebben vereist, alsmede de gevolgen daarvan (ISA 705 (Herzien), par. 27). Dit betekent dat in een verslag over de jaarrekening waarin een oordeelonthouding wordt geformuleerd, ook de vastgestelde afwijkingen van materieel belang moeten worden vermeld. In de gevallen waar de commissaris overige aangelegenheden heeft onderkend die overigens een aanpassing van het oordeel zouden hebben vereist, moet hij deze aangelegenheid in de sectie “Basis voor de oordeelonthouding” vermelden, met inbegrip van het financieel effect daarvan indien dit praktisch haalbaar is. Dit wordt geïllustreerd infra, sectie 2.6.4. Dit voorbeeld betreft een situatie waarin de bevestigingsbrief als geheel niet werd ondertekend. In een andere situatie – bijv. indien een specifieke bevestiging niet werd verschaft (bijv. een bijkomende bevestiging met betrekking tot de voorraadbeheer), hoewel die expliciet door de commissaris werd gevraagd – wordt de commissaris geconfronteerd met een beperking in de uitvoering van de controle (scope limitation). Deze scope limitation dient te worden gevolgd, indien het mogelijke effect van materieel belang is voor, of een diepgaande invloed heeft op de jaarrekening (in functie van de toegepaste professionele oordeelsvorming) door een aangepast oordeel, in casu een oordeel met voorbehoud dan wel een oordeelonthouding, al naargelang van het geval. ​​ ​​ Rekening houdend met het aangepaste oordeel dient de commissaris na te gaan welke van de vereiste vermeldingen moeten worden aangepast in het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen” (cf. hoofdstuk 3). VOORBEELD VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV _______ OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP __ ________20__ In het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van [naam van de vennootschap en rechtsvorm] (de “Vennootschap”) ... (0) … gedurende __ opeenvolgende boekjaren. Verslag over de jaarrekening Oordeelonthouding Wij hebben de opdracht gekregen om de wettelijke controle uit te voeren van de jaarrekening van de Vennootschap, die de balans op _ ____ 20__ omvat, alsook de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een balanstotaal van € __________ en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst [verlies] van het boekjaar van € __________. Vanwege de significantie van de aangelegenheid beschreven in de sectie Basis voor de oordeelonthouding , zijn we niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel over deze jaarrekening te verschaffen. Bijgevolg brengen we geen oordeel over de jaarrekening tot uitdrukking. Basis voor de oordeelonthouding Aangezien het bestuursorgaan geweigerd heeft om ons de schriftelijke bevestigingen te verschaffen die onontbeerlijk zijn in het kader van onze controle, is het on niet mogelijk te concluderen dat de jaarrekening vrij is van een afwijking van materieel belang. Rekening houdend met deze omstandigheden en gevolg gevend aan de vereiste uit artikel 3:75, §1, 2° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, dienen wij te besluiten dat wij van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap niet de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen hebben verkregen. Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de jaarrekening Het bestuursorgaan is verantwoordelijkverantwoordelijk … (80) … … (86) … … (93) … of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen. Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de jaarrekening Het is onze verantwoordelijkheid een controle van de jaarrekening van de vennootschap uit te voeren overeenkomstig de internationale controlestandaarden (ISA’s) zoals van toepassing in België en een commissarisverslag uit te brengen. Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. Vanwege de significantie van de aangelegenheid beschreven in de sectie ‘Basis voor de oordeelonthouding’, zijn we echter niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel over deze financiële overzichten te verschaffen. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen (0)

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be