(HER-)UITGIFTE IN ERFPACHT. Koper is bekend met de op negen april negentienhonderd éénendertig voor X.X. xxx Xxxxxxxx, destijds notaris te ‘s-Gravenhage, verleden akte van uitgifte in erfpacht, van welke akte een afschrift op dertien april negentienhonderd éénendertig is ingeschreven in de daartoe bestemde openbare registers te ‘s-Gravenhage, in register Hypotheken 4, deel 2271, nummer 46, en de daarin van toepassing verklaarde algemene en bijzondere bepalingen en voorwaarden. Xxxxx heeft een kopie van voormelde akte van uitgifte ontvangen en van de inhoud daarvan kennisgenomen. Xxxxxxxx heeft een verklaring inzake heruitgifte in erfpacht getekend, welke verklaring op zeven juli tweeduizend vier door gemeente ’s-Gravenhage is ontvangen en is bekrachtigd in een besluit namens Burgemeester en Wethouders van de gemeente ‘s-Gravenhage de dato drieëntwintig juli tweeduizend vier, nummer 000000000. Vervolgens hebben voornoemde gemeente en Verkoper of diens rechtsvoorganger op één november tweeduizend zes een obligatoire overeenkomst tot heruitgifte in erfpacht gesloten waarbij Xxxxxxxx of diens rechtsvoorganger zich onder meer heeft verbonden, nadat voornoemde gemeente daartoe initiatief heeft genomen, mee te werken aan het ondertekenen van de notariële akte van heruitgifte in erfpacht. Xxxxxxxx draagt bij dezen de rechten en verplichtingen uit voormelde verklaring en obligatoire overeenkomst over aan Koper die deze rechten en verplichtingen bij dezen van Verkoper aanvaardt, een en ander als bedoeld in artikel 6:155 (en volgende) Burgerlijk Wetboek. Xxxxxxxx verklaart dat voornoemde gemeente reeds bij voorbaat haar toestemming tot gemelde contractsoverneming heeft verleend en daarmee Koper als rechtsopvolger van Verkoper aanvaardt. Elk der partijen is bevoegd respectievelijk verplicht voornoemde gemeente van de onderhavige contractsoverneming kennis te geven.
