Common use of Het geschil Clause in Contracts

Het geschil. Wat is er gebeurd? 2.1 Sinds 2 augustus 2018 heeft de consument beschikking over een betaalrekening bij de bank op naam van haar eenmanszaak. De consument gebruikt de betaalrekening voor zowel zakelijke transacties als privé transacties. 2.2 Op 18 mei 2020 om 15:14 uur is de consument via Whatsapp benaderd door een persoon die zich voordeed als haar dochter. Deze persoon verklaarde aan de consument dat zij een nieuw telefoonnummer had, omdat haar telefoon in de wasmachine was beland. Na verder contact via Xxxxxxxx heeft deze persoon de consument verzocht om hulp bij het betalen van drie rekeningen die dezelfde dag vóór 21:00 uur verwerkt moesten worden. Naar aanleiding hiervan heeft de consument diezelfde avond om 20:40 uur via overboeking een betaling gedaan van € 2.600,50 van haar betaalrekening bij de bank naar de betaalrekening van een derde (hierna: ‘de begunstigde bankrekening’). 2.3 De consument heeft vervolgens vanaf 20:57 uur meerdere pogingen gedaan om telefonisch contact te zoeken met de bank om te melden dat zij slachtoffer is geworden van fraude via Whatsapp. Om 21:09 uur heeft de consument de telefonische melding gedaan bij de helpdesk van de bank. Zij kreeg het advies zelf contact op te nemen met de begunstigde bank. Dat heeft zij ook gedaan. Om 21:14 uur is de begunstigde bankrekening geblokkeerd. Diezelfde dag heeft de consument digitaal aangifte gedaan bij de politie. Op 25 mei 2020 heeft de consument een klacht ingediend bij de bank. De uitwisseling van standpunten door partijen in de interne klachtprocedure heeft niet geleid tot een oplossing van de klacht. 2.4 De consument stelt dat de bank haar schade dient te vergoeden. De bank heeft niet gehandeld volgens het juiste protocol bij ‘social engineering’. Social engineering betreft situaties waarin menselijke eigenschappen worden misbruikt. De medewerker van de begunstigde bank stelde dat het geld nog aanwezig was en dat de begunstigde rekening geblokkeerd zou worden. Doordat de bank te laat actie heeft ondernomen na de melding van de consument, kon het door haar overgemaakte bedrag niet tijdig veilig gesteld worden. Daarnaast heeft de bank de consument onvoldoende adequaat begeleid. De bank heeft de consument in de steek gelaten door haar zelf contact te laten opnemen met de begunstigde bank. De bank had zelf contact op moeten nemen met de begunstigde bank. De consument stelt na het voorval zich niet professioneel behandeld te hebben gevoeld door de bank. De consument heeft veel stress ervaren door deze zaak. De consument vordert van de bank een bedrag van € 2.600,50.

Appears in 1 contract

Samples: Bindend Advies

Het geschil. Wat is er gebeurd? 2.1 Sinds 2 augustus 2018 heeft de consument beschikking over een betaalrekening bij de bank Op 7 oktober 2020 is op naam van haar eenmanszaakde consumenten online een krediet bij Alfam aangevraagd voor een bedrag van € 75.000,-. De consument gebruikt Bij de betaalrekening voor zowel zakelijke transacties kredietaanvraag zijn ter onder- bouwing van het inkomen onder andere bankafschriften, een werkgeversverklaring en een huurovereenkomst meegestuurd. Eén van de bankafschriften vermeldt handgeschreven: “Naast peda[g]oog doe ik ook gastouder/oppas als privé transactiesextra inkomen”. Volgens de aanvraag willen consumenten met de lening bestaande kredieten en leningen aflossen ter waarde van € 60.946,-. Het overige geld dient te worden bijgeschreven op de bankrekening van een van de consumenten. 2.2 Op 18 mei Eveneens op 7 oktober 2020 om 15:14 uur heeft Xxxxx in het kader van de kredietaanvraag het register van het Bureau Krediet Registratie (‘BKR’) geraadpleegd. Alfam is toen ook nagegaan of de persoonsgegevens van de consumenten geregistreerd waren in het Extern Verwijzingsregister ('EVR'). Omdat deze controles geen bijzonderheden opleverden, is de consument aanvraag voorlopig goedgekeurd. 2.3 Op 8 oktober 2020 heeft Xxxxx een voorlopige kredietovereenkomst naar de consumenten gestuurd. Op 9 oktober 2020 is de overeenkomst digitaal door beide consumenten ondertekend via Whatsapp benaderd iDIN. 2.4 Bij de beoordeling van de door de consumenten ingediende stukken heeft Alfam een licht afwijkend lettertype op de bankafschriften geconstateerd. Op 9 oktober 2020 heeft Alfam de melding ontvangen dat de consumenten gedurende de kredietaanvraag door een persoon die zich voordeed als haar dochterandere financiële instelling in het EVR zijn geregistreerd. Deze persoon verklaarde aan Crédit Agricole Consumer Finance Nederland B.V. (verder ‘CACFN’) heeft de consument persoonsgegevens van de consumenten in het EVR geregistreerd, omdat bankafschriften waren aangepast en het dienstverband van een van de consumenten fictief was. Hierna heeft Alfam bij ING Bank N.V. (hierna ‘ING’) navraag gedaan of de ontvangen bankafschriften waren aangepast. ING heeft dit bevestigd. 2.5 Bij brief van 21 december 2020 heeft Xxxxx de consumenten bericht dat zij zich op het standpunt stelt dat de consumenten zich schuldig hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte en fraude c.q. oplichting. Alfam heeft de kredietaanvraag afgewezen en de persoonsgegevens van de consumenten voor de duur van acht jaar in het Incidenten- register en het EVR geregistreerd. 2.6 Alfam heeft de persoonsgegevens van de consumenten ook voor acht jaar in de Gebeurtenissenadministratie en het Intern verwijzingsregister opgenomen. 2.7 De consumenten hebben een nieuw telefoonnummer hadkortgedingprocedure gevoerd tegen InterBank N.V. (dochteronderneming van CACFN, verder ‘InterBank’) in een vergelijkbare zaak. In die zaak hebben de consumenten gevorderd dat InterBank de gedane interne en externe registraties verwijdert, dan wel de duur daarvan verkort. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 10 mei 2021 geoordeeld dat de vorderingen van de consumenten moeten worden afgewezen, omdat haar InterBank voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de consumenten zich schuldig hebben gemaakt aan poging tot oplichting en valsheid in geschrifte. De voorzieningenrechter heeft aan zijn oordeel het volgende ten grondslag gelegd. De consumenten hebben geen logische verklaring gegeven voor het feit dat bij de kredietaanvraag steeds het e-mailadres van een van hen is gebruikt. Zij hebben zonder enige onderbouwing verklaard dat een derde de kredietaanvraag heeft gedaan. Anders dan zij stellen kan vanaf de computer niet automatisch op de website van ING worden ingelogd. Hiervoor is ook een persoonlijke code nodig. Het is niet geloof- waardig dat bij de consumenten thuis een boekje met wachtwoorden en codes rond- slingert. Daarnaast ligt het niet voor de hand dat een derde zou verzoeken om het bedrag op de bankrekening van een van de consumenten te storten, zonder dat deze derde daar profijt van heeft, aldus nog steeds de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter heeft het betoog van de consumenten dat zij door toedoen van InterBank hun onschuld niet meer kunnen bewijzen omdat InterBank pas in januari 2021 duidelijkheid heeft gegeven, verworpen. In dit verband heeft de voorzieningen- rechter overwogen dat InterBank op 8 oktober 2020 twee keer telefonisch contact heeft gehad met iemand die de telefoon in van een van de wasmachine was belandconsumenten gebruikte. Na verder contact via Xxxxxxxx InterBank heeft deze persoon geconfronteerd met de consument verzocht om hulp onregelmatigheden die bij het betalen van drie rekeningen die dezelfde dag vóór 21:00 uur verwerkt moesten wordende kredietaanvraag waren geconstateerd. Naar aanleiding hiervan Ook heeft de consument diezelfde avond om 20:40 uur via overboeking voorzieningenrechter in dit verband overwogen dat InterBank reeds op 12 oktober 2020 de (valse) stukken die zij ten behoeve van de kredietaanvraag had ontvangen, aan de consumenten heeft verstrekt. 2.8 De consumenten hebben Alfam verzocht de registraties ongedaan te maken. Ter onderbouwing van dit verzoek heeft hun vertegenwoordiger per e-mail van 20 juli 2021 een betaling gedaan van € 2.600,50 van haar betaalrekening bij de bank naar de betaalrekening verklaring van een derde (hierna: ‘met daarbij een kopie van het paspoort van diegene) overgelegd, die ten tijde van de begunstigde bankrekening’)kredietaanvragen bij Alfam (en InterBank) bij de consumenten in huis zou hebben gewoond. Daarin verklaart de derde dat zij een aantal leningen op naam van de consumenten heeft aangevraagd. Zij zou in de bank- omgeving van de consumenten bankafschriften hebben gedownload. De benodigde codes heeft zij stiekem afgekeken, maar die codes (en inloggegevens) waren ook te vinden in een agenda die in de woonkamer van de consumenten lag. Zij geeft aan dat zij de bankafschriften zodanig heeft gewijzigd dat de consumenten in aanmerking zouden komen voor een lening. Met dat doel zou zij ook de hoogte van de huur en het inkomen van de consumenten hebben veranderd op de bankafschriften. Scans van de paspoorten van de consumenten heeft zij gevonden op hun computer. Verder zou zij een medewerker van InterBank telefonisch hebben gesproken, waarbij zij zich heeft voorgedaan als zijnde een van de consumenten. De derde brengt nadrukkelijk naar voren dat de consumenten in het geheel niet betrokken waren bij de kredietaanvragen. E-mails van Alfam en InterBank heeft zij telkens verwijderd uit de inboxen van de consumenten. 2.3 2.9 De consument heeft vervolgens vanaf 20:57 uur meerdere pogingen gedaan om telefonisch contact te zoeken consumenten hebben ter onderbouwing van hun klacht bij Kifid een afschrift van e- mailverkeer tussen hen en de voornoemde derde overgelegd. Dat e-mailverkeer vangt aan met de bank om te melden vraag van een van de consumenten of de derde bekend is met twee leningen die op naam van de consumenten zijn aangevraagd. De derde bevestigt vervolgens dat zij dit heeft gedaan, omdat zij zich machteloos en verantwoordelijk richting haar gezin voelde. Zij geeft aan nu te bekennen, omdat de consumenten veel voor haar hebben betekend. Vervolgens legt zij uit hoe het zover is gekomen. Die uitleg correspondeert (grotendeels) met hetgeen in de hiervoor genoemde verklaring staat. Als verklaringen voor haar handelen heeft de derde opgegeven dat zij wanhopig was, omdat zij geen onderdak had voor haar gezin. Zij wilde een deel van het geld zelf gebruiken. Het andere deel zouden de consumenten mogen houden, als dank voor het openstellen van hun huis. 2.10 De consumenten vorderen dat de registraties van hun persoonsgegevens in het Incidentenregister en het EVR worden doorgehaald dan wel dat de duur van deze registraties wordt verkort. De consumenten hebben de volgende argumenten aan hun vordering ten grondslag gelegd. 2.11 Het kan volgens de consumenten niet anders dan dat een derde de kredietaanvraag heeft ingediend. De consumenten zeggen zelf slachtoffer te zijn. Zij hebben daarom aangifte gedaan van identiteitsfraude. De consumenten wijzen er in dit verband op dat zij al jaren een gastouderopvang hebben. Daarnaast hebben zij een honk- en softbalvereniging. Vanwege hun werk en hun inspanningen voor de buurt staat de deur van hun huis sinds 2015 open. Hierdoor hadden derden toegang tot de privé- computer, laptops, tablets en telefoons van de consumenten. Op de computers zaten geen wachtwoorden en websites van onder andere banken en het BKR en inboxen stonden op automatisch inloggen. Pas tijdens de kortgedingprocedure zijn de consumenten gaan vermoeden wie de identiteitsfraude heeft gepleegd. Deze persoon heeft met haar gezin twee maanden bij de consumenten gewoond. Via een inschrijf- formulier van de honkbalvereniging hebben de consumenten de contactgegevens van deze persoon kunnen achterhalen. In de e-mailcorrespondentie tussen deze derde en de consumenten en in de verklaring van deze derde heeft zij toegegeven beide kredietaanvragen te hebben ingediend. De consumenten hebben daarom een aanvullende aangifte bij de politie gedaan en de gegevens van de derde doorgegeven. 2.12 De consumenten voeren verder aan dat zij geen belang hebben bij de krediet- aanvragen. Zij waren juist al hun kredieten aan het aflossen omdat zij een huis willen kopen. Bovendien was het voor de aanvraag van het krediet niet nodig geweest om de aanpassingen in de documenten te doen. Het inkomen van een van de consumenten was voldoende geweest om het krediet te krijgen. Bovendien is geworden er te weinig bewijs om tot een bewezenverklaring van fraude via Whatsappte komen. 2.13 De consumenten zijn van mening dat zij disproportioneel hard worden geraakt door de EVR-registraties. Om 21:09 uur Volgens hen zal geen enkele bank een hypotheek aan hun willen verstrekken, terwijl zij een huis willen kopen. ING heeft de consument de telefonische melding gedaan bij de helpdesk zakelijke en particuliere rekeningen opgeheven. De continuïteit van de bankvereniging is in gevaar, omdat geen gelden meer kunnen worden ontvangen. Zij kreeg Door de EVR-registraties is het advies zelf contact op traject om een gezinshuis te nemen met starten eveneens onmogelijk gemaakt. Daarnaast kunnen de begunstigde bank. Dat heeft zij ook gedaan. Om 21:14 uur is consumenten geen auto leasen, waardoor de begunstigde bankrekening geblokkeerd. Diezelfde dag heeft de consument digitaal aangifte gedaan bij de politie. Op 25 mei 2020 heeft de consument een klacht ingediend bij de bank. De uitwisseling van standpunten door partijen in de interne klachtprocedure heeft niet geleid tot een oplossing opvangkinderen van de klachtgastouderopvang niet van en naar school kunnen worden vervoerd. 2.4 De consument stelt dat de bank haar schade dient te vergoeden. De bank heeft niet gehandeld volgens het juiste protocol bij ‘social engineering’. Social engineering betreft situaties waarin menselijke eigenschappen worden misbruikt. De medewerker van de begunstigde bank stelde dat het geld nog aanwezig was en dat de begunstigde rekening geblokkeerd zou worden. Doordat de bank te laat actie heeft ondernomen na de melding van de consument, kon het door haar overgemaakte bedrag niet tijdig veilig gesteld worden. Daarnaast heeft de bank de consument onvoldoende adequaat begeleid. De bank heeft de consument in de steek gelaten door haar zelf contact te laten opnemen met de begunstigde bank. De bank had zelf contact op moeten nemen met de begunstigde bank. De consument stelt na het voorval zich niet professioneel behandeld te hebben gevoeld door de bank. De consument heeft veel stress ervaren door deze zaak. De consument vordert van de bank een bedrag van € 2.600,50.

Appears in 1 contract

Samples: Niet Bindend Advies

Het geschil. Wat is er gebeurd? 2.1 Sinds 2 augustus 2018 heeft de consument beschikking over een betaalrekening bij de bank op naam van haar eenmanszaak. De consument gebruikt de betaalrekening voor zowel zakelijke transacties als privé transacties. 2.2 Op 18 mei 2020 om 15:14 uur is de consument via Whatsapp benaderd door een persoon die zich voordeed als haar dochter. Deze persoon verklaarde aan de consument dat zij een nieuw telefoonnummer had, omdat haar telefoon in de wasmachine was beland. Na verder contact via Xxxxxxxx heeft deze persoon de consument verzocht om hulp bij het betalen van drie rekeningen die dezelfde dag vóór 21:00 uur verwerkt moesten worden. Naar aanleiding hiervan heeft de consument diezelfde avond om 20:40 uur via overboeking een betaling gedaan van € 2.600,50 van haar betaalrekening bij de bank naar de betaalrekening van een derde (hierna: ‘de begunstigde bankrekening’). 2.3 De consument heeft vervolgens vanaf 20:57 uur meerdere pogingen gedaan om telefonisch contact te zoeken met de bank om te melden dat zij slachtoffer is geworden van fraude via Whatsapp. Om 21:09 uur heeft de consument de telefonische melding gedaan bij de helpdesk van de bank. Zij kreeg het advies zelf contact op te nemen met de begunstigde bank. Dat heeft zij ook gedaan. Om 21:14 uur is de begunstigde bankrekening geblokkeerd. Diezelfde dag heeft de consument digitaal aangifte gedaan bij de politie. Op 25 mei 21 oktober 2020 heeft de consument een klacht aanvraag ingediend bij de bank voor een krediet van € 5.000,-. Voor de kredietaanvraag heeft de consument op 25 oktober 2020 documenten aangeleverd bij de bank, waaronder een bankafschrift. 2.2 Op 21 oktober 2020 heeft de consument telefonisch aan de bank verklaard dat hij geen studieschuld heeft. Op 27 oktober 2020 heeft opnieuw een telefoongesprek plaatsgevonden tussen de bank en de consument. In dat gesprek heeft de consument aan de bank verklaard dat hij het bankafschrift een week vóór het indienen van de aanvraag bij de bank heeft aangepast. De uitwisseling van standpunten door partijen consument heeft in de interne klachtprocedure heeft niet geleid tot een oplossing van de klacht. 2.4 De consument stelt dat gesprek de bank haar schade dient te vergoeden. De bank heeft niet gehandeld volgens medegedeeld dat er sprake was van een vergissing, omdat het juiste protocol bij ‘social engineering’. Social engineering betreft situaties waarin menselijke eigenschappen worden misbruikt. De medewerker van de begunstigde bank stelde dat het geld nog aanwezig was en dat de begunstigde rekening geblokkeerd zou worden. Doordat de bank te laat actie heeft ondernomen na de melding van de consument, kon het door haar overgemaakte bedrag niet tijdig veilig gesteld worden. Daarnaast heeft de bank de consument onvoldoende adequaat begeleidaangepaste afschrift voor zijn zus bedoeld was. De bank heeft de consument vervolgens ermee geconfronteerd dat het bankafschrift op basis van de technische gegevens van het document op 25 oktober 2020 is aangepast. Op 28 oktober 2020 heeft de consument telefonisch aan de bank verklaard dat hij de betaling van zijn studieschuld heeft weggelaten van het bankafschrift en dat hij om die reden het salaris heeft aangepast. In het telefoongesprek heeft de consument aan de bank benadrukt dat het niet zijn intentie was om de bank om de tuin te leiden. 2.3 Op 22 januari 2021 heeft de bank de consument per brief geïnformeerd dat zij de bancaire relatie met hem beëindigt en dat zij zijn persoonsgegevens voor de maximale duur van acht jaar opneemt in het Intern Verwijzingsregister (IVR), het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister (EVR). Als reden voor de opname in de steek gelaten door registers noemt de bank de betrokkenheid van de consument bij een frauduleuze kredietaanvraag bij haar zelf contact te laten opnemen instelling. Aansluitend heeft de bank op 8 februari 2021 de consument per brief geïnformeerd dat zij per 8 april 2021 de bancaire relatie met hem zal beëindigen. 2.4 Op 17 februari 2021 heeft de begunstigde bank. De bank had zelf contact op moeten nemen met consument per brief bezwaar gemaakt tegen de begunstigde bank. De consument stelt na het voorval zich niet professioneel behandeld te hebben gevoeld door voorgenomen maatregelen van de bank. De consument Op 25 maart 2021 heeft veel stress ervaren door deze zaak. De consument vordert van de bank de consument geïnformeerd dat zij de registraties zal handhaven. 2.5 Op enig moment heeft de bank aangifte gedaan tegen de consument wegens valsheid in geschrifte. Op 1 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant de consument veroordeeld voor valsheid in geschrifte en is hij veroordeeld tot het uitvoeren van een bedrag taakstraf van 100 uur, waarvan 50 uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is de consument opgelegd dat hij een schadevergoeding van € 2.600,50230,- moet betalen aan de bank als benadeelde partij.

Appears in 1 contract

Samples: Niet Bindend Advies

Het geschil. Wat Waī is er gebeurdcí gcbcuíd? 2.1 Sinds 2 augustus 2018 heeft De consument hield een particuliere betaalrekening aan bij de consument beschikking over bank. Hierop waren de Algemene Bankvoorwaarden (ABV) van toepassing. 2.2 Daarnaast had hij voor zijn onderneming (een eenmanszaak) een zakelijke betaalrekening bij de bank op naam van haar eenmanszaakbank. De consument gebruikt de betaalrekening voor zowel zakelijke transacties als privé transacties. 2.2 Op 18 mei 2020 om 15:14 uur is Met zijn onderneming behandelt de consument via Whatsapp benaderd door een persoon die zich voordeed als haar dochter. Deze persoon verklaarde aan de consument dat zij een nieuw telefoonnummer had, omdat haar telefoon in de wasmachine was beland. Na verder contact via Xxxxxxxx heeft deze persoon de consument verzocht om hulp bij het betalen opdracht van drie rekeningen die dezelfde dag vóór 21:00 uur verwerkt moesten worden. Naar aanleiding hiervan heeft de consument diezelfde avond om 20:40 uur via overboeking een betaling gedaan van € 2.600,50 van haar betaalrekening bij de bank naar de betaalrekening van een derde verschillende gemeentes (hierna: ‘de begunstigde bankrekening’)omgevings)vergunningsaanvragen. 2.3 De consument In het kader van een cliëntenonderzoek heeft vervolgens vanaf 20:57 uur meerdere pogingen gedaan om telefonisch contact te zoeken met de bank om te melden dat zij slachtoffer is geworden de consument vragen gesteld over verschillende girale overboekingen en contante geldopnames en over de bedrijfsactiviteiten van fraude via Whatsappde onderneming van de consument. Om 21:09 uur Op 5 november 2023 heeft de consument de telefonische melding gedaan bij vragen beantwoord. De antwoorden over de helpdesk bedrijfsactiviteiten riepen nieuwe vragen op: op 9 november 2023 heeft de bank de consument gevraagd om een nadere verklaring van het totaal aantal gedeclareerde uren per maand. De consument heeft daarop geantwoord dat hij het aantal gedeclareerde uren per maand niet los heeft bijgehouden. Op 14 november 2023 heeft de bank. Zij kreeg bank de consument de volgende vraag gesteld over het advies zelf contact op te nemen met de begunstigde bank. Dat heeft zij ook gedaan. Om 21:14 uur is de begunstigde bankrekening geblokkeerd. Diezelfde dag aantal gedeclareerde uren: 2.4 Op 26 november 2023 heeft de consument digitaal aangifte gedaan bij de politie. vraag over het aantal gedeclareerde uren als volgt beantwoord: 2.5 Op 25 mei 2020 17 januari 2024 heeft de bank aangekondigd de bankrelatie – zowel met de consument een klacht ingediend bij als met zijn onderneming – te beëindigen op 18 maart 2024. In de bank. De uitwisseling van standpunten door partijen in opzeggingsbrief staat onder meer dat de interne klachtprocedure consument onvoldoende duidelijkheid heeft niet geleid tot een oplossing gegeven over de legitimiteit van de klacht. 2.4 De consument stelt gedeclareerde uren op de facturen van zijn onderneming en dat de bank haar schade dient te vergoeden. dit hem - als eigenaar van de onderneming - persoonlijk aanrekent en daarom ook de particuliere betaalrekening opzegt. 2.6 De bank heeft niet gehandeld volgens het juiste protocol bij ‘social engineering’. Social engineering betreft situaties waarin menselijke eigenschappen worden misbruikt. De medewerker van de begunstigde bank stelde dat het geld nog aanwezig was en dat de begunstigde rekening geblokkeerd zou worden. Doordat de bank te laat actie heeft ondernomen na de melding van de consument, kon het door haar overgemaakte bedrag niet tijdig veilig gesteld wordenbankrelatie uiteindelijk op 12 april 2024 beëindigd. Daarnaast heeft de bank de persoonsgegevens van de consument onvoldoende adequaat begeleidvoor vijf jaar opgenomen in het CAAML.1 1 CAAML staat voor Client Acceptance and Anti-Money Laundering. De bank registreert persoonsgegevens in het CAAML-register, als een bankrelatie beëindigd is omdat de bank niet kon voldoen aan haar wettelijke verplichtingen uit hoofde van de Wwft. Door registratie in het CAAML- register kan de bank bijhouden welke bankrelaties zij op grond van de Wwft heeft beëindigd. Als een klant later weer een product of dienst aanvraagt, kan de consument bank deze informatie bij haar risico- inschatting betrekken. Het feit dat de bank in de steek gelaten door haar zelf contact te laten opnemen afgelopen vijf jaar de bancaire relatie heeft beëindigd met een klant, is een omstandigheid die de begunstigde bank. De bank had zelf contact op moeten nemen met wil kunnen meewegen in de begunstigde bank. De consument stelt na beslissing of het voorval zich niet professioneel behandeld te hebben gevoeld door aangevraagde product of de bank. De consument heeft veel stress ervaren door deze zaak. dienst verstrekt zal worden. 2.7 De consument vordert herstel van de bankrelatie.2 Hij vindt het namelijk onterecht dat de bank de bankrelatie met hem beëindigd heeft. Volgens de consument heeft hij alle vragen van de bank eerlijk en open beantwoord. Voor zover er nog vragen of onduidelijkheden zijn, is hij bereid om een bedrag toelichting te geven. 2.8 De bank heeft verweer gevoerd tegen de stellingen van € 2.600,50de consument. Voor zover relevant zal de commissie bij de beoordeling daarop ingaan.

Appears in 1 contract

Samples: Bindend Advies