Intrekking en schorsing van vergunningen. 1. Elke verdragsluitende partij heeft het recht de exploitatievergunningen van een door de andere verdrag- sluitende partij aangewezen luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken, te schorsen of te beperken, wanneer: a. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Europese deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden: i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden overeenkomstig de verdragen inzake de Europese Unie of niet beschikt over een geldige exploitatie- vergunning in overeenstemming met het recht van de Europese Unie; of ii. de lidstaat van de Europese Unie die verantwoordelijk is voor de afgifte van het bewijs luchtvaartex- ploitant niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft of de des- betreffende luchtvaartautoriteit niet duidelijk wordt vermeld in de aanwijzing; of iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van lidstaten van de Europese Unie of de Europese Vrijhandelsas- sociatie en/of van onderdanen van deze staten; b. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Caribische deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden: i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is in het Caribische deel van Nederland en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving voor het Caribische deel van Nederland; of ii. Nederland niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft; of iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van inwoners van het Caribische deel van Nederland; c. in het geval van een luchtvaartmaatschappij aangewezen door de Verenigde Mexicaanse Staten: i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van de Verenigde Mexicaanse Staten en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving van de Verenigde Mexicaanse Staten; of ii. de Verenigde Mexicaanse Staten niet daadwerkelijk controleren of de luchtvaartmaatschappij de re- gelgeving naleeft; of iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van en daad- werkelijk onder toezicht staat van de Verenigde Mexicaanse Staten en/of van onderdanen van de Ver- enigde Mexicaanse Staten; d. de luchtvaartmaatschappij heeft verzuimd de in artikel 13 (Toepassing van wetten, voorschriften en pro- cedures) van dit Verdrag bedoelde wetten en voorschriften na te leven; of e. de andere verdragsluitende partij de in artikel 15 (Veiligheid) van dit Verdrag vervatte normen niet hand- haaft en toepast; of f. een dergelijke luchtvaartmaatschappij nalaat ten genoegen van de luchtvaartautoriteiten van de verdrag- sluitende partij die de vergunning controleren aan te tonen dat zij voldoet aan de door die autoriteiten gewoonlijk en redelijkerwijze in overeenstemming met het Verdrag van Chicago ten aanzien van de exploitatie van internationale luchtdiensten toegepaste wetten en voorschriften; of g. de luchtvaartmaatschappij anderszins nalaat de exploitatie te verrichten in overeenstemming met de ingevolge dit Verdrag gestelde voorwaarden. 2. Tenzij onmiddellijk ingrijpen van wezenlijk belang is ter voorkoming van verdere inbreuken op de voor- waarden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, worden de bij dit artikel vastgestelde rechten slechts uit- geoefend na overleg met de andere verdragsluitende partij. Tenzij anders overeengekomen door de verdrag- sluitende partijen, vangt dergelijk overleg aan binnen een termijn van zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek. 3. Dit artikel doet geen afbreuk aan de rechten van de verdragsluitende partijen de exploitatievergunning van een of meerdere luchtvaartmaatschappijen van de andere verdragsluitende partij in overeenstemming met artikel 16 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag te weigeren, in te trekken, te beperken of hieraan voorwaarden te verbinden.
Appears in 1 contract
Samples: Verdrag Inzake Luchtdiensten
Intrekking en schorsing van vergunningen. 1. Elke verdragsluitende partij heeft het recht de exploitatievergunningen van een door de andere verdrag- sluitende partij aangewezen luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken, te schorsen of te beperken, wanneer:
a. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Europese deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden overeenkomstig de verdragen inzake de Europese Unie of niet beschikt over een geldige exploitatie- vergunning in overeenstemming met het recht van de Europese Unie; of
ii. de lidstaat van de Europese Unie die verantwoordelijk is voor de afgifte van het bewijs luchtvaartex- ploitant niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft of de des- betreffende luchtvaartautoriteit niet duidelijk wordt vermeld in de aanwijzing; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van lidstaten van de Europese Unie of de Europese Vrijhandelsas- sociatie en/of van onderdanen van deze staten;
b. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Caribische deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is in het Caribische deel van Nederland en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving wetge- ving voor het Caribische deel van Nederland; of
ii. Nederland niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van inwoners onderdanen van het Caribische deel van Nederland;
c. in het geval van een luchtvaartmaatschappij aangewezen door de Verenigde Mexicaanse StatenRepubliek Costa Rica:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van de Verenigde Mexicaanse Staten en Republiek Costa Rica of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving van de Verenigde Mexicaanse StatenRepubliek Costa Rica; of
ii. de Verenigde Mexicaanse Staten Republiek Costa Rica niet daadwerkelijk controleren controleert of de luchtvaartmaatschappij de re- gelgeving regelgeving naleeft; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van en daad- werkelijk daadwerkelijk onder toezicht staat van de Verenigde Mexicaanse Staten enRepubliek Xxxxx Xxxx xx/of van onderdanen van de Ver- enigde Mexicaanse Statenxx xxx xxxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxx Xxxxx Xxxx;
d. de luchtvaartmaatschappij heeft verzuimd de in artikel 13 14 (Toepassing van wetten, voorschriften en pro- cedures) van dit Verdrag bedoelde wetten en voorschriften na te leven; of;
e. de andere verdragsluitende partij de in artikel 15 16 (Veiligheid) en artikel 17 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag vervatte normen niet hand- haaft handhaaft en toepast; of;
f. een dergelijke luchtvaartmaatschappij nalaat ten genoegen van de luchtvaartautoriteiten van de verdrag- sluitende partij die de vergunning controleren aan te tonen dat zij voldoet aan de door die autoriteiten gewoonlijk en redelijkerwijze in overeenstemming met het Verdrag van Chicago ten aanzien van de exploitatie van internationale luchtdiensten toegepaste wetten en voorschriften; of;
g. de luchtvaartmaatschappij anderszins nalaat de exploitatie te verrichten in overeenstemming met de ingevolge dit Verdrag gestelde voorwaarden.
2. Tenzij onmiddellijk ingrijpen van wezenlijk belang is ter voorkoming van verdere inbreuken op de voor- waarden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, worden de bij in dit artikel vastgestelde rechten slechts uit- geoefend na overleg met de andere verdragsluitende partij. Tenzij anders overeengekomen door de verdrag- sluitende partijen, vangt dergelijk overleg aan binnen een termijn van zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek.
3. Dit artikel doet geen afbreuk aan de rechten van de verdragsluitende partijen de exploitatievergunning van een of meerdere luchtvaartmaatschappijen van de andere verdragsluitende partij in overeenstemming met artikel 16 17 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag te weigeren, in te trekken, op te beperken schorten, te beper- ken of hieraan voorwaarden te verbinden.
Appears in 1 contract
Samples: Verdrag Inzake Luchtdiensten
Intrekking en schorsing van vergunningen. 1. Elke verdragsluitende partij heeft het recht de exploitatievergunningen van een door de andere verdrag- sluitende partij aangewezen luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken, op te schorsen schorten of te beperken, wanneer:
a. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Europese deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden overeenkomstig de verdragen inzake de Europese Unie of niet beschikt over een geldige exploitatie- vergunning in overeenstemming met het recht van de Europese Unie; of
ii. de lidstaat van de Europese Unie die verantwoordelijk is voor de afgifte van het bewijs luchtvaartex- ploitant niet daadwerkelijk controleert of de aangewezen luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft na- leeft of de des- betreffende desbetreffende luchtvaartautoriteit niet duidelijk wordt vermeld in de aanwijzing; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van lidstaten van de Europese Unie of de Europese Vrijhandelsas- sociatie en/of van onderdanen van deze staten;
b. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Caribische deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is in het Caribische deel van Nederland en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving voor het Caribische deel van Nederland; , of
ii. Nederland de luchtvaartmaatschappij niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeftonder toezicht staat van Nederland; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van inwoners onderdanen van het Caribische deel van Nederland;
c. in het geval van een luchtvaartmaatschappij aangewezen door de Verenigde Mexicaanse StatenRepubliek Panama:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van de Verenigde Mexicaanse Staten en Republiek Panama of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving van de Verenigde Mexicaanse Staten; Republiek Panama, of
ii. de Verenigde Mexicaanse Staten luchtvaartmaatschappij niet daadwerkelijk controleren of onder toezicht staat van de luchtvaartmaatschappij de re- gelgeving naleeft; Republiek Panama, of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van en daad- werkelijk of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van de Verenigde Mexicaanse Staten Republiek Panama en/of van onderdanen van de Ver- enigde Mexicaanse StatenRepubliek Panama;
d. de aangewezen luchtvaartmaatschappij heeft verzuimd de in artikel 13 12 van dit Verdrag bedoelde wetten en voorschriften (Toepassing van wetten, voorschriften en pro- ceduresprocedures) van dit Verdrag bedoelde wetten en voorschriften na te leven; of;
e. de andere verdragsluitende partij de in artikel 15 14 (Veiligheid) en artikel 15 (Beveiliging van dit Verdrag de luchtvaart) vervatte normen niet hand- haaft handhaaft en toepast; of;
f. een dergelijke luchtvaartmaatschappij nalaat ten genoegen van de luchtvaartautoriteiten van de verdrag- sluitende partij andere verdragsluitende partij, die de vergunning controleren beoordeelt, aan te tonen dat zij voldoet aan de door die autoriteiten auto- riteiten gewoonlijk en redelijkerwijze in overeenstemming met het Verdrag van Chicago ten aanzien van op de exploitatie van internationale luchtdiensten toegepaste wetten en voorschriften; of
g. de luchtvaartmaatschappij anderszins nalaat de exploitatie uit te verrichten voeren in overeenstemming met de ingevolge dit Verdrag gestelde voorwaarden.
2. Tenzij onmiddellijk ingrijpen van wezenlijk belang is ter voorkoming van verdere inbreuken op de voor- waarden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, worden de bij in dit artikel vastgestelde rechten slechts uit- geoefend uitgeoefend na overleg met de andere verdragsluitende partij. Tenzij anders overeengekomen door de verdrag- sluitende verdragsluitende partijen, vangt dergelijk overleg aan binnen een termijn van zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek.
3. Dit artikel doet geen afbreuk aan de rechten van de verdragsluitende partijen de exploitatievergunning van een of meerdere luchtvaartmaatschappijen van de andere verdragsluitende partij in overeenstemming met artikel 16 15 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag te weigeren, in te trekken, te beperken of hieraan voorwaarden te verbinden.
Appears in 1 contract
Samples: Verdrag Inzake Luchtdiensten
Intrekking en schorsing van vergunningen. 1. Elke verdragsluitende partij heeft het recht kan de exploitatievergunningen of technische vergunningen van een door de andere verdrag- sluitende verdragsluitende partij aangewezen luchtvaartmaatschappij te tijdelijk of permanent weigeren, in te trekkenintrek- xxx, te schorsen opschorten of te beperken, wanneer:
a. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Europese deel xxxx van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der NederlandenNeder- land:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden Nederland overeenkomstig de verdragen inzake van de Europese Unie of niet beschikt over een geldige exploitatie- vergunning exploitatievergunning in overeenstemming overeen- stemming met het recht van de Europese Unie; of
ii. de lidstaat van de Europese Unie die verantwoordelijk is voor de afgifte van het bewijs luchtvaartex- ploitant niet daadwerkelijk controleert of de aangewezen luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft of de des- betreffende desbetreffende luchtvaartautoriteit niet duidelijk wordt vermeld in de aanwijzing; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is en/of blijft van lidstaten van de Europese Unie en/of onderdanen van lidstaten van de Europese Unie, of van andere in de Bijlage bij dit Verdrag vermelde staten en/of onderdanen van die andere staten, en niet daadwerkelijk onder toezicht staat van lidstaten die staten en/of onderdanen van die staten; of
iv. de luchtvaartmaatschappij beschikt over een bewijs luchtvaartexploitant afgegeven door een andere lidstaat van de Europese Unie of een in de Bijlage bij dit Verdrag vermelde staat, en de Republiek Chili van mening is dat, door het uitoefenen van verkeersrechten uit hoofde van dit Verdrag de luchtvaart- maatschappij de in een bilaterale overeenkomst tussen de Republiek Chili, en de andere staat opge- legde beperkingen zou omzeilen; of
v. de luchtvaartmaatschappij beschikt over een bewijs luchtvaartexploitant afgegeven door een andere lidstaat van de Europese Vrijhandelsas- sociatie en/Unie of een in de Bijlage bij dit Verdrag vermelde staat, en xx xxxx bilate- rale luchtvaartovereenkomst tussen de Republiek Chili en deze lidstaat van onderdanen de Europese Unie of andere staten vermeld in de Bijlage bij dit Verdrag is. Bij het uitoefenen van deze staten;zijn recht ingevolge dit lid maakt de Republiek Chili geen onderscheid tussen de luchtvaartmaatschappijen aangewezen door Nederland op grond van nationaliteit.
b. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Caribische deel xxxx van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der NederlandenNederland:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is in het Caribische deel xxxx van Nederland en of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving wetge- ving voor het Caribische deel xxxx van Nederland; of
ii. Nederland niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van inwoners van het Caribische deel xxxx van NederlandNederland met de Nederlandse nationaliteit;
c. in het geval van een luchtvaartmaatschappij aangewezen door de Verenigde Mexicaanse StatenRepubliek Chili:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van de Verenigde Mexicaanse Staten en Republiek Chili of niet beschikt be- schikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving van de Verenigde Mexicaanse StatenRepubliek Chili; of
ii. de Verenigde Mexicaanse Staten Republiek Chili niet daadwerkelijk controleren controleert of de luchtvaartmaatschappij de re- gelgeving naleeftregelgeving na- leeft; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom opgericht is en haar voornaamste plaats van en daad- werkelijk onder toezicht staat bedrijfsuitoefening niet heeft op het grondgebied van de Verenigde Mexicaanse Staten en/of van onderdanen van de Ver- enigde Mexicaanse Staten;Republiek Chili.
d. de luchtvaartmaatschappij heeft verzuimd de in artikel 13 12 (Toepassing van wetten, voorschriften en pro- cedures) van dit Verdrag bedoelde wetten en voorschriften na te leven; ofxx xxxxx;
e. de andere verdragsluitende partij de in artikel 8 (Eerlijke concurrentie), artikel 14 (Veiligheid) en artikel 15 (VeiligheidBeveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag vervatte normen niet hand- haaft handhaaft en toepast; ofof
f. een dergelijke luchtvaartmaatschappij nalaat ten genoegen van de luchtvaartautoriteiten van de verdrag- sluitende partij die de vergunning controleren aan te tonen dat zij voldoet aan de door die autoriteiten gewoonlijk en redelijkerwijze in overeenstemming met het Verdrag van Chicago ten aanzien van de exploitatie van internationale luchtdiensten toegepaste wetten en voorschriften; of
g. de luchtvaartmaatschappij anderszins nalaat de exploitatie uit te verrichten voeren in overeenstemming met de ingevolge dit Verdrag gestelde voorwaarden.
2. Tenzij onmiddellijk ingrijpen van wezenlijk belang is ter voorkoming van verdere inbreuken op de voor- waarden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, worden xxxxxx de bij dit artikel vastgestelde rechten slechts uit- geoefend na overleg met de andere verdragsluitende partij. Tenzij anders overeengekomen door de verdrag- sluitende partijen, vangt dergelijk overleg aan binnen een termijn van zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek.
3. Dit artikel doet geen afbreuk aan de rechten van de elke verdragsluitende partijen partij de exploitatievergunning van een of meerdere luchtvaartmaatschappijen van de andere verdragsluitende partij in overeenstemming met artikel 16 14 (Veiligheid) en artikel 15 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag te weigeren, in te trekken, op te schorten, te beperken of hieraan voorwaarden te verbinden.
Appears in 1 contract
Samples: Air Services Agreement
Intrekking en schorsing van vergunningen. 1. Elke verdragsluitende partij heeft het recht de exploitatievergunningen van een door de andere verdrag- sluitende partij aangewezen luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken, te schorsen of te beperken, wanneer:
a. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Europese deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden overeenkomstig de verdragen inzake de Europese Unie of niet beschikt over een geldige exploitatie- vergunning in overeenstemming met het recht van de Europese Unie; of
ii. de lidstaat van de Europese Unie die verantwoordelijk is voor de afgifte van het bewijs luchtvaartex- ploitant niet daadwerkelijk controleert of de aangewezen luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft na- leeft of de des- betreffende desbetreffende luchtvaartautoriteit niet duidelijk wordt vermeld in de aanwijzing; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van lidstaten van de Europese Unie of de Europese Vrijhandelsas- sociatie en/of van onderdanen van deze staten;
b. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Caribische deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is in het Caribische deel van Nederland en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving voor het Caribische deel van Nederland; of
ii. Nederland de luchtvaartmaatschappij niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeftonder toezicht staat van Nederland; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van inwoners onderdanen van het Caribische deel van NederlandNederland met de Nederlandse nationaliteit;
c. in het geval van een luchtvaartmaatschappij aangewezen door de Verenigde Mexicaanse StatenRepubliek ten oosten van de Uruguay:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van de Verenigde Mexicaanse Staten en Republiek ten oosten van de Uruguay of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing toe- passing zijnde wetgeving van de Verenigde Mexicaanse StatenRepubliek ten oosten van de Uruguay; of,
ii. de Verenigde Mexicaanse Staten Republiek ten oosten van de Uruguay niet daadwerkelijk controleren controleert of de luchtvaartmaatschappij aangewezen luchtvaart- maatschappij de re- gelgeving regelgeving naleeft; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van en daad- werkelijk niet daadwerkelijk onder toezicht staat van de Verenigde Mexicaanse Staten Republiek ten oosten van de Uruguay en/of van onderdanen van de Ver- enigde Mexicaanse Staten;Republiek ten oosten van de Uruguay; of
iv. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van en niet daadwerkelijk onder toezicht staat van een lidstaat van de Latijns-Amerikaanse Commissie voor de Burgerluchtvaart (CLAC) of haar onderdanen.
d. de luchtvaartmaatschappij heeft verzuimd de in artikel 13 van dit verdrag bedoelde wetten en voor- schriften (Toepassing van wetten, voorschriften en pro- ceduresprocedures) van dit Verdrag bedoelde wetten en voorschriften na te leven; of;
e. de andere verdragsluitende partij de in artikel 15 (Veiligheid) van dit Verdrag vervatte normen niet hand- haaft handhaaft en toepast; of;
f. een dergelijke luchtvaartmaatschappij nalaat ten genoegen van de luchtvaartautoriteiten van de verdrag- sluitende partij die de vergunning controleren aan te tonen dat zij voldoet aan de door die autoriteiten gewoonlijk en redelijkerwijze in overeenstemming met het Verdrag van Chicago ten aanzien van de exploitatie van internationale luchtdiensten toegepaste wetten en voorschriften; of;
g. de luchtvaartmaatschappij anderszins nalaat de exploitatie uit te verrichten voeren in overeenstemming met de ingevolge dit Verdrag verdrag gestelde voorwaarden.
2. Tenzij onmiddellijk ingrijpen van wezenlijk belang is ter voorkoming van verdere inbreuken op de voor- waarden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, worden de bij in dit artikel vastgestelde rechten slechts uit- geoefend uitgeoefend na overleg met de andere verdragsluitende partij. Tenzij anders overeengekomen door de verdrag- sluitende verdragsluitende partijen, vangt dergelijk overleg aan binnen een termijn van zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek.
3. Dit artikel doet geen afbreuk aan de rechten van de verdragsluitende partijen de exploitatievergunning van een of meerdere luchtvaartmaatschappijen van de andere verdragsluitende partij in overeenstemming met artikel 16 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag te weigeren, te schorsen, in te trekken, te beperken of hieraan voorwaarden voor- waarden te verbinden.
Appears in 1 contract
Samples: Verdrag Inzake Luchtdiensten
Intrekking en schorsing van vergunningen. 1. Elke verdragsluitende partij heeft het recht de exploitatievergunningen van een door de andere verdrag- sluitende partij aangewezen luchtvaartmaatschappij lucht- vaartmaatschappij te weigeren, in te trekken, te schorsen of te beperken, wanneer:
a. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Europese deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden overeenkomstig de verdragen inzake van de Europese Unie of niet beschikt over een geldige exploitatie- vergunning exploitatiever- gunning in overeenstemming met het recht van de Europese Unie; of
ii. de lidstaat van de Europese Unie die verantwoordelijk is voor de afgifte van het bewijs luchtvaartex- ploitant niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft of de des- betreffende luchtvaartautoriteit niet duidelijk wordt vermeld in de aanwijzing; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van lidstaten van de Europese Unie of de Europese Vrijhandelsas- sociatie en/of van onderdanen van deze staten;
b. in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Caribische deel van Nederland aangewezen door het Koninkrijk der Nederlanden:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is in het Caribische deel van Nederland en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving voor het Caribische deel van Nederland; of
ii. Nederland niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van inwoners van het Caribische deel van NederlandNederland met de Neder- landse nationaliteit;
c. in het geval van een luchtvaartmaatschappij aangewezen door de Verenigde Mexicaanse StatenArgentijnse Republiek:
i. de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van de Verenigde Mexicaanse Staten en Argentijnse Republiek of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving van de Verenigde Mexicaanse StatenArgentijnse Republiek; of
ii. de Verenigde Mexicaanse Staten Argentijnse Republiek niet daadwerkelijk controleren controleert of de aangewezen luchtvaartmaatschappij de re- gelgeving regelgeving naleeft; of
iii. de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van en daad- werkelijk of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van de Verenigde Mexicaanse Staten Argentijnse Republiek en/of van onderdanen van de Ver- enigde Mexicaanse StatenArgen- tijnse Republiek;
d. in het geval de luchtvaartmaatschappij heeft verzuimd de in artikel 13 12 (Toepassing van wetten, voorschriften voor- schriften en pro- ceduresprocedures) van dit Verdrag bedoelde wetten en voorschriften na te leven; of;
e. in het geval de andere verdragsluitende partij de normen vervat in artikel 15 14 (Veiligheid) en 15 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag vervatte normen Ver- drag niet hand- haaft worden gehandhaafd en toepast; oftoegepast;
f. in het geval een dergelijke luchtvaartmaatschappij nalaat niet in staat is, ten genoegen van de luchtvaartautoriteiten luchtvaartautori- teiten van de verdrag- sluitende partij die de vergunning controleren controleren, aan te tonen dat zij voldoet aan de door die autoriteiten autoritei- ten gewoonlijk en redelijkerwijze in overeenstemming met het Verdrag van Chicago ten aanzien van op de exploitatie van internationale luchtdiensten toegepaste wetten en voorschriften; of
g. in het geval de luchtvaartmaatschappij anderszins nalaat de exploitatie uit te verrichten voeren in overeenstemming met de ingevolge dit Verdrag gestelde voorwaarden.
2. Tenzij onmiddellijk ingrijpen van wezenlijk belang is ter voorkoming van verdere inbreuken op de voor- waarden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, worden de bij in dit artikel vastgestelde rechten slechts uit- geoefend uitgeoefend na overleg met de andere verdragsluitende partij. Tenzij anders overeengekomen door de verdrag- sluitende partijen, vangt dergelijk overleg aan binnen een termijn van zestig (60) dagen na vanaf de datum van ontvangst van het verzoek.
3. Dit artikel doet geen afbreuk aan de rechten van de verdragsluitende partijen de exploitatievergunning van een of meerdere luchtvaartmaatschappijen van de andere verdragsluitende partij in overeenstemming met artikel 16 15 (Beveiliging van de luchtvaartlucht- vaart) van dit Verdrag te weigeren, te schorsen, in te trekken, te beperken of hieraan voorwaarden te verbindenverbin- den.
Appears in 1 contract
Samples: Verdrag Inzake Luchtdiensten