Kosten van verweer De kosten van verweer in een door een benadeelde tegen verzekerden of verzekeraar aanhangig gemaakt civiel proces, de hieruit voortvloeiende proceskosten tot betaling waarvan verzekerden of verzekeraar worden veroordeeld en de kosten van rechtsbijstand voor een aansprakelijkstelling, zelfs wanneer deze samen met de toe te kennen schadevergoeding het verzekerde bedrag zouden overtreffen, zijn voor rekening van verzekeraar, als deze het maken van die kosten vooraf heeft goedgekeurd. Boetes, afkoopsommen en met een strafproces samenhangende kosten worden nimmer vergoed. Verzekeraar kan echter, indien hem dit gewenst voorkomt, op zijn kosten een rechtskundige belasten met het voeren van de verdediging in een tegen verzekerden ingestelde strafvervolging terzake van een gebeurtenis.
Welke kosten zijn verzekerd? ARAG betaalt alle kosten die verbonden zijn aan de behandeling van uw zaak door haar medewerkers; de zogenaamde interne kosten. Daarnaast vergoedt ARAG de volgende externe kosten tot een maximum van € 50.000,- all in per gebeurtenis. Voor de module A geldt binnen Nederland geen limiet. Buiten Europa en de niet-Europese landen grenzend aan de Middellandse Zee geldt hiervoor een limiet van € 10.000,-. Als er sprake is van een gerechtelijke of administratieve procedure waarbij het volgens de wet- en regelgeving niet verplicht is om een advocaat in te schakelen maar op uw verzoek de zaak wel aan een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige in behandeling wordt gegeven, vergoedt ARAG de volgende externe kosten tot een maximum van € 6.000,- all in per gebeurtenis. Zijn er verschillende, met elkaar samenhangende gebeurtenissen, dan gelden deze kosten voor de reeks van gebeurtenissen tezamen: a. De kosten van een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige, mits de kosten als normale en gebruikelijke kosten zijn te beschouwen. Het is bijvoorbeeld niet gebruikelijk meer kosten te maken dan het belang van de zaak. b. De kosten van één externe deskundige die ARAG namens u inschakelt. c. Uw deel van de kosten van mediation (een vorm van geschiloplossing door middel van een onafhankelijke en deskundige bemiddelaar), als in overleg met ARAG geprobeerd wordt een geschil door mediation op te lossen. d. De noodzakelijke reis- en verblijfkosten als u persoonlijk voor een buitenlandse rechter moet verschijnen. e. Griffierecht en kosten van namens u opgeroepen getuigen en deskundigen. f. De gerechtelijke kosten van de tegenpartij, voor zover de rechter heeft bepaald dat u die dient te betalen. Indien de tegenpartij wordt veroordeeld tot betaling van de gerechtelijke kosten, komen die aan ARAG toe. g. De kosten van het tenuitvoerleggen van een rechterlijke uitspraak, gedurende maximaal vijf jaar na de datum van de uitspraak.
Reiskosten woon-werkverkeer Stagiairs in het bezit van een OV-studentenkaart ontvangen geen tegemoetkoming in de reiskosten tussen woonplaats en stageplaats. Stagiairs die niet in het bezit zijn van een OV-studentenkaart ontvangen een tegemoetkoming in de reiskosten tussen woonplaats en stageplaats conform de reiskostenregeling woon- werkverkeer van de Xxx Xxxxxxxxxxxxxx.
Wie kunnen bij een medische handeling aanwezig zijn? Als wij een medische handeling uitvoeren zorgen wij ervoor dat dit buiten het zicht en gehoor van anderen gebeurt. Anderen zijn niet: • de zorgverlener die de handeling verricht en degenen van wie de medewerking bij de uitvoering van de handeling noodzakelijk is; • uw vertegenwoordiger, tenzij de zorgverlener vindt dat de aanwezigheid van de vertegenwoordiger niet past bij goede zorgverlening. Wanneer wij van plan zijn om bij een medische handeling of een gesprek een stagiaire aanwezig te laten zijn, dan vragen wij u daarvoor voorafgaand toestemming.
Bijkomende kosten Wij vergoeden de verplaatsingskosten door de verzekerde gemaakt ingevolge de tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit, vergoeden wij de administratiekosten.
Verhuiskosten 1 De werknemer die in dienst treedt voor onbepaalde tijd voor de omvang van een halve normbetrekking of meer heeft gedurende twee jaar eenmalig aanspraak op een tegemoetkoming in de inrichtingskosten ter grootte van 12% van zijn jaarsalaris tot een maximum van € 5446 alsmede een tegemoetkoming voor alle overige direct en indirect uit de verhuizing voortvloeiende kosten ter grootte van € 1589 indien en voor zover de werknemer bij indiensttreding op een reisafstand van meer dan een uur per openbaar vervoer van de standplaats woont en in de standplaats gaat wonen. De vergoedingen betreffen daadwerkelijk gemaakte kosten; de werknemer dient derhalve bonnen te overleggen. 2 Voor de toepassing van het begrip standplaats in het eerste lid geldt dat in geval de werknemer op meerdere standplaatsen van de hogeschool werkzaam is, de standplaats waar de werknemer woont dan wel de eerste keer na indiensttreding gaat wonen als de standplaats als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt aangemerkt. Slechts indien de werknemer in de standplaats waar hij voor het grootste deel van zijn betrekking werkzaam is gaat wonen en zich een grote wijziging in de verdeling van de werkzaam- heden over verschillende standplaatsen voordoet kan aanspraak op een verhuiskostenvergoeding worden gemaakt, tenzij de redelijkheid zich daar tegen verzet. 3 Indien de werknemer in dienst treedt voor bepaalde tijd of voor de omvang van minder dan een halve normbetrekking kunnen werkgever en werknemer overeenkomen dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is, met dien verstande dat de periode gedurende welke een werknemer recht heeft op een verhuiskosten- vergoeding nooit langer kan zijn dan in totaal twee jaar te rekenen vanaf het moment van het ontstaan van het recht op de vergoeding. 4 De werkgever en de werknemer kunnen overeenkomen dat de werknemer buiten de standplaats gaat wonen. 5 De werkgever kan de werknemer verplichten tot terugbetaling van een evenredig deel van de tegemoetkoming indien de werknemer binnen twee jaar na verhuizing de arbeidsovereenkomst opzegt.
Kostenverhogende omstandigheden 27.1. Kostenverhogende omstandigheden zijn omstandigheden, die de kosten van het Werk verhogen en van dien aard zijn, dat bij het tot stand komen van de Overeenkomst geen rekening werd gehouden met de kans dat zij zich zouden voordoen. Deze kostenverhogende omstandigheden kunnen de Opdrachtgever niet worden toegerekend, zodat het risico dat deze omstandigheden zich voordoen geheel bij de Opdrachtnemer wordt gelegd en de dekking daarvan geacht wordt te zijn begrepen in de prijsvorming van Opdrachtnemer, tenzij er sprake is van een overeengekomen kostenpost, waarvan na het sluiten van de Overeenkomst de kostprijs in de markt aantoonbaar aan de hand van de van toepasselijke bdb-index met meer dan 10 procent is gestegen, in welk geval datgene wat boven de 10 procent uitkomt voor vergoeding aan de Opdrachtnemer in aanmerking komt. 27.2. De aanspraak op de in het vorige lid aangegeven aanvullende vergoeding geldt slechts indien de Opdrachtnemer aan de Opdrachtgever zo spoedig mogelijk voor de noodzaak van een prijsverhoging heeft gewaarschuwd, opdat deze tijdig hetzij gebruik kan maken van het hem in artikel 36 toegekende recht, hetzij een voorstel kan doen tot beperking of vereenvoudiging van het Werk.
Gebruik van het voertuig 1. Huurder dient op vakkundige en zorgvuldige wijze met het voertuig om te gaan en ervoor te zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt en slcechts te gebruiken op een wijze en voor doeleinden waarvoor deze naar redelijke normen geschikt is, daaronder begrepen het niet zwaarder belasten dan het maximum laadvermogen, het evenwichtig verdelen van lading en het zich onthouden van vervoer van lading die het voertuig kan beschadigen of ongeschikt kan maken voor het verover van andere goederen. 2. Huurder is gehouden het voertuig in oorspronkelijke staat bij verhuurder terug te bezorgen. Huurder is verplicht tot het ongedaan maken van door hem of namens hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen; huurder kan ter zake geen enkel recht op vergoeding doen gelden. Het is huurder niet toegestaan onderdelen of toebehoren van het voertuig te verwijderen, aanduidingen, nummers, merk- en/of handelsnaamaanduidingen van het voertuig te verwijderen, veranderen of verdoezelen, zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van verhuurder. 3. Huurder is gehouden lading van het voertuig voldoende te borgen. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade, zulks in de meeste ruime zin des woords, aan de lading. Verhuurder is niet aansprakelijk voor het gebruik van de koelmotor, defecten daaraan alsmede schade aan de lading voortvloeiend uit of mede ontstaan door (het gebruik van) de koelmotor. 4. Alleen personen die in de huurovereenkomst als bestuurder – eventueel tevens in de hoedanigheid van huurder – zijn aangeduid mogen het voertuig besturen. Het is huurder niet toegestaan het voertuig ter beschikking te stellen aan een persoon die niet als bestuurder is vermeld, op de voorzijde van het huurcontract, noch te vervreemden, bezwaren, verpanden, onderverhuren, uitlenen, dan wel hoe dan ook aan derden – niet zijnde bestuurder – de oplegger ter schikking te stellen. 5. Huurder dient erop toe te zien dat alle bestuurders beschikken over de bevoegdheid en de lichamelijke en geestelijke gesteldheid die voor het besturen van het voertuig vereist is. 6. Het is huurder niet anders dan met schriftelijke toestemming van verhuurder toegestaan het voertuig weder te verhuren of anderszins aan een ander in gebruik te geven. 7. Het is huurder niet toegestaan bij derden de indruk te wekken of toe te laten dat de indruk ontstaat, als zou huurder tot onder leden 4 en 6 omschreven handelingen bevoegd zijn. 8. Indien het voertuig uit de macht van huurder geraakt, dient hij verhuurder daarvan terstond in kennis te stellen. 9. Het is huurder niet toegestaan lifters of dieren in het voertuig mee te nemen, het voertuig te gebruiken voor rijles of met het voertuig wedstrijden, snelheids-, rijvaardigheids- of betrouwbaarheidsproeven te houden. 10. Het is huur niet toegestaan het voertuig buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met verhuurder. 11. Huurder dient alle vloeistoffen en de bandenspanning op het vereiste niveau te (laten) houden en dient het voertuig voor regelmatig onderhoud aan verhuurder aan te bieden. 12. Huurder is gehouden het voertuig schoon te retourneren. Bij niet-nakoming van deze verplichting kunnen de schoonmaakkosten in rekening worden gebracht, met een minimum van € 75,- (excl. BTW). 13. Huurder dient voor het voertuig geschikte brandstof te tanken. 14. In geval van schade of defecten aan het voertuig, is het huurder niet toegestaan het voertuig te gebruiken indien dat kan leiden tot verergering van de schade of van de defecten, of tot vermindering van de verkeersveiligheid. 15. In geval van enige gebeurtenis waaruit schade kan voortvloeien, is huurder verplicht: - verhuurder hiervan onmiddellijk telefonisch in kennis te stellen; - de politie ter plaatse te waarschuwen; - gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen en alle bescheiden die op de gebeurtenis betrekking hebben aan verhuurder of aan diens verzekeraar te verstrekken; - binnen 48 uur een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier aan verhuurder te overleggen; - zich van erkenning van schuld in enigerlei vorm te onthouden; - et voertuig niet achter te laten zonder het behoorlijk tegen het risico van beschadiging of vermissing beschermd te hebben; - de verhuurder en door de verhuurder aangewezen personen alle gevraagde medewerking te verlenen ter verkrijging van schadevergoeding van derden of ten verwerf tegen aanspraken van derden. 16. Huurder is verplicht de verplichtingen en verboden van dit artikel op te leggen aan bestuurder, passagiers en eventueel andere gebruikters van het voertuig en toe te zien op de nakoming daarvan.