OBLIGATIELENING 3.1 De Uitgevende Instelling geeft de Obligatielening uit aan de Obligatiehouders krachtens de in de Obligatievoorwaarden beschreven voorwaarden. De Obligatiehouders worden met het doen van een Inschrijving geacht kennis te hebben genomen van deze Obligatievoorwaarden en het Informatiememorandum en zijn daaraan gehouden. 3.2 De uit te geven Obligatielening bedraagt nominaal maximaal vierhonderdvijftigduizend euro (€450.000), verdeeld in vierhonderdvijftig (450) Obligaties van nominaal duizend euro (€1.000) elk, oplopend genummerd vanaf één (1). De Obligaties vormen directe verplichtingen van de Uitgevende Instelling jegens de Obligatiehouders die onderling en ten opzichte van elkaar van gelijke rang zijn, zonder enig verschil in preferentie. 3.3 De Obligaties worden door de Uitgevende Instelling alleen in Nederland onder Nederlands recht aangeboden aan Nederlands ingezetenen en in Nederland gevestigde bedrijven. 3.4 De Obligaties zijn niet en zullen niet geregistreerd worden onder de ‘U.S. Securities Act of 1933’ of geregistreerd worden bij enige toezichthouder op het effectenverkeer in een staat van of in een andere jurisdictie behorende tot de Verenigde Staten van Amerika. De Obligaties mogen expliciet niet worden aangeboden, verkocht of geleverd, direct of indirect, in- of aan of namens ingezetenen van de Verenigde Staten van Amerika.
VERGADERING VAN OBLIGATIEHOUDERS 12.1 Een vergadering van Obligatiehouders (“Vergadering van Obligatiehouders”) zal worden gehouden (i) indien de Stichting dit wenselijk acht, (ii) op schriftelijk verzoek van de Uitgevende Instelling, (iii) op schriftelijk verzoek van de houders van ten minste 30% (dertig procent) van het totale nominale bedrag aan uitstaande Obligaties of (iv) ingeval zich een omstandigheid als bedoeld in Artikel 10.1 heeft voorgedaan. Een schriftelijk verzoek als hiervoor bedoeld, moet de te behandelen onderwerpen bevatten. 12.2 De Vergadering van Obligatiehouders zal in beginsel worden uitgeschreven door de Uitgevende Instelling. De Uitgevende Instelling roept de Vergadering van Obligatiehouders uiterlijk binnen één (1) maand, na ontvangst van het schriftelijke verzoek daartoe, bijeen. Obligatiehouders zullen ten minste vijftien (15) dagen voor de dag waarop de vergadering wordt gehouden een oproepingsbrief voor de Vergadering van Obligatiehouders ontvangen. De oproepingsbrief moet de te bespreken onderwerpen bevatten, de plaats waar de Vergadering van Obligatiehouders zal worden gehouden alsmede een begeleidende toelichting daarop. 12.3 In spoedeisende gevallen (waaronder mede wordt verstaan in geval zich een omstandigheid als bedoeld in Artikel 10.1 heeft voorgedaan), zulks ter beoordeling van de Uitgevende Instelling of de Stichting, kan de oproepingstermijn ten aanzien van de Vergadering van Obligatiehouders worden teruggebracht tot vijf (5) dagen, de dag van de vergadering en van de oproeping niet meegerekend. 12.4 Indien de Uitgevende Instelling in gebreke blijft met het bijeenroepen van een Vergadering van Obligatiehouders, als bedoeld in artikel 12.1, heeft de Stichting casu quo hebben de verzoekende Obligatiehouders zelf het recht een Vergadering van Obligatiehouders uit te schrijven met inachtneming van de hiervoor in Artikel 12.1 tot en met 12.3 omschreven termijnen en formaliteiten. 12.5 De Vergadering van Obligatiehouders wordt voorgezeten door een door de Uitgevende Instelling aan te wijzen persoon. Indien de door de Uitgevende Instelling aangewezen persoon niet ter vergadering aanwezig is of de Uitgevende Instelling geen persoon heeft aangewezen, wordt de Vergadering van Obligatiehouders voorgezeten door een door de vergadering uit haar midden aan te wijzen persoon. 12.6 Op een Vergadering van Obligatiehouders zal door middel van stembriefjes worden gestemd. Elke Obligatie geeft de houder ervan recht op één stem in de vergadering van Obligatiehouders. 12.7 Tenzij het een Gekwalificeerd Besluit (als gedefinieerd in Artikel 12.8 hierna) betreft, worden besluiten in de Vergadering van Obligatiehouders genomen met een absolute meerderheid van stemmen. 12.8 In het geval dat de besluiten van de Vergadering van Obligatiehouders betrekking hebben op onderwerpen zoals hieronder beschreven, kunnen deze slechts genomen worden met een meerderheid van drie/vierde (3/4) gedeelte van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie/vierde (3/4) gedeelte van het totaal aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd is (“Gekwalificeerd Besluit”). Deze onderwerpen hebben betrekking op: (a) het veranderen van de Looptijd en/of het veranderen van de Rentebetalingsdatum; of (b) het verminderen van de uitstaande Hoofdsom anders dan door Aflossing en/of het verminderen van de Rente; (c) het veranderen van de Obligatievoorwaarden die betrekking hebben op het onmiddellijk betalen van Hoofdsom en Rente door de Uitgevende Instelling op een manier die nadelig is voor de Obligatiehouders; (d) het aantrekken van andere financieringen dan de Obligatielening (waaronder begrepen maar niet beperkt tot bancaire financieringen en niet-bancaire geldleningen van derden) voor welke financieringen zekerheden worden gegeven; of 12.9 Behoudens ingeval er sprake is van een noodsituatie (waarmee wordt bedoeld een omstandigheid als bedoeld in Artikel 12.3 of waarbij het voortbestaan van de Uitgevende Instelling onmiddellijk wordt bedreigd) zal in een Vergadering van Obligatiehouders ten minste 2/3 (twee/derde) gedeelte van het aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd moeten zijn om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen. Ingeval het quorum niet wordt gehaald zal –met inachtneming van dezelfde oproepingsformaliteiten als van de eerste vergadering van Obligatiehouders – binnen vier (4) weken daarna een tweede Vergadering van Obligatiehouders moeten worden gehouden, waarin opnieuw een Gekwalificeerd Besluit kan worden genomen, ongeacht het aanwezige quorum. 12.10 Besluiten van de Vergadering van Obligatiehouders kunnen buiten vergadering worden genomen, mits (a) met medeweten van de Stichting, (b) schriftelijk en (c) met unanieme stemmen, waarbij iedere Obligatiehouder zijn stem heeft kunnen uitbrengen of heeft medegedeeld daarvan af te zien.
Verplichtingen van de consument tijdens de bedenktijd 1. Tijdens de bedenktijd zal de consument zorgvuldig omgaan met het product en de verpakking. Hij zal het product slechts uitpakken of gebruiken in de mate die nodig is om de aard, de kenmerken en de werking van het product vast te stellen. Het uitgangspunt hierbij is dat de consument het product slechts mag hanteren en inspecteren zoals hij dat in een winkel zou mogen doen. 2. De consument is alleen aansprakelijk voor waardevermindering van het product die het gevolg is van een manier van omgaan met het product die verder gaat dan toegestaan in lid 1. 3. De consument is niet aansprakelijk voor waardevermindering van het product als de ondernemer hem niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst alle wettelijk verplichte informatie over het herroepingsrecht heeft verstrekt.
Rechten en verplichtingen van de Opdrachtgever 25.1. De door Opdrachtgever vergaarde gegevens alsmede de reeds voor het Werk verkregen (omgevings-)vergunningen en/of goedkeuringen worden ter hand gesteld aan Opdrachtnemer. 25.2. Het is de Opdrachtgever uitdrukkelijk toegestaan om vóór de dag waarop het Werk als opgeleverd geldt, zelf, dan wel door derden andere werkzaamheden uit te (laten) voeren, dan de werkzaamheden die aan Opdrachtnemer zijn opgedragen, na melding bij de Opdrachtnemer voordat de Opdrachtnemer met zijn feitelijke werkzaamheden een aanvang heeft gemaakt. Indien het werkzaamheden betreft die expliciet behoren tot het aan Opdrachtnemer opgedragen Werk is voorafgaande toestemming van de Opdrachtnemer nodig. Deze toestemming wordt niet vereist indien Opdrachtnemer in staat van surseance van betaling dan wel faillissement verkeert. 25.3. Het is Opdrachtgever toegestaan om voor de dag waarop het Werk als opgeleverd geldt zijn rechten en plichten uit de Overeenkomst over te dragen aan een derde, mits daar door Opdrachtnemer toestemming voor verleend wordt. Opdrachtnemer zal deze toestemming niet op onredelijke gronden weigeren. Ingeval van overdracht aan natuurlijke personen, die hetgeen overgedragen wordt zelf zullen gebruiken, wordt de toestemming geacht te zijn verleend.
OBLIGATIEVOORWAARDEN De volledige voorwaarden waaronder de Uitgevende Instelling de Obligatielening uitgeeft, zijn opgenomen in Bijlage 1 (Obligatievoorwaarden) van het Informatiememorandum.
Wat zijn de gevolgen van fraude? Het is voor alle verzekerden belangrijk dat wij zo min mogelijk onnodige kosten maken. Wij maken bijvoor- beeld onnodige kosten, als u een schade-uitkering krijgt van ons op basis van informatie die niet klopt. Daarom doen wij onderzoek als er aanwijzingen zijn dat u opzettelijk geen, onjuiste of onvolledige infor- matie geeft. Bijvoorbeeld als wij vermoeden dat u met opzet probeert om een schadevergoeding te krijgen waarop u geen recht hebt. Of als wij vermoeden dat u ons op een andere manier opzettelijk benadeelt. Geeft u onjuiste informatie of houdt u informatie achter, als u de verzekering aanvraagt? Ook dan kunnen wij een onderzoek doen. Wij hebben hiervoor een fraudebe- heersingsbeleid (Kijk op xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxx-xxx: ga naar ‘Keurmerk Klantgericht Verzekeren’ en klik vervolgens op ‘Zorgvuldige dienstverlening’). Voor u betekent dit het volgende: 1. U moet ons gegevens geven vóórdat u de over- eenkomst aangaat. Verder moet u een schade zo snel mogelijk bij ons melden. Ook hebben wij informatie van u nodig om een verzoek om schade-uitkering te beoordelen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het vergoeden van schade of kosten. 2. Vermoeden wij dat u onjuiste of onvolledige infor- matie verstrekt? Dan kunnen wij beslissen om een onderzoek in te stellen. Ook als u geen informatie geeft, kunnen wij ervoor kiezen daaraan gevolgen te verbinden. Als wij een onderzoek doen, geldt de Gedragscode persoonlijk onderzoek (zie www. xxxxxxxxxxxx.xx). 3. Op basis van de uitkomsten van het onder- zoek nemen wij een beslissing. Wij kunnen dan bijvoorbeeld beslissen dat er aanleiding is om de verzekeringsovereenkomst te stoppen. Wij kunnen zelfs beslissen om de hele verzekeringsrelatie te stoppen. Dan kunnen wij ook verzekeringen stoppen die u hebt bij andere onderdelen die tot de Delta Lloyd Groep horen. Ook kunnen wij beslissen dat u geen schadevergoeding (meer) krijgt of geen (volledige) vergoeding voor kosten krijgt. Behalve als de fraude niet rechtvaardigt dat uw rechten vervallen. Leest u hiervoor ook artikel 18. 4. Daarnaast kunnen wij beslissen om aangifte te doen bij de politie. Ook kunnen wij beslissen om uw gegevens te registreren in (waarschuwings) registers. Een voorbeeld van zo’n register is het extern verwijzingsregister bij het Centraal Informatiesysteem van in Nederland werkzame verzekeringsmaatschappijen (CIS). Meer infor- matie hierover vindt u in het Privacystatement op xxx.xxxxxxxxxx.xx. 5. Hebben wij ten onrechte een schadebedrag uitgekeerd of kosten vergoed? Dan kunnen wij beslissen om het uitgekeerde bedrag en de even- tuele kosten die daarmee samenhangen terug te vorderen. 6. Wij kunnen besluiten om de onderzoekskosten, of de kosten die daarmee samenhangen, bij u in rekening te brengen.
Overdracht aan derden Het is de opdrachtgever niet toegestaan enig recht uit een met de opdrachtnemer gesloten overeenkomst aan derden over te dragen, anders dan bij overdracht van zijn gehele onderneming.
Overdracht van rechten en plichten 1) FCH en de Bank zijn beide gerechtigd hun rechten en plichten uit de overeenkomst jegens de Houder middels cessie, schuldoverneming, contract overneming of anderszins over te dragen aan een andere vennootschap, voor zover een dergelijke overdracht rechtens is toegestaan. 2) Xx Xxxxxx stemt hiermee bij voorbaat in met een schuldoverneming en verleent in voorkomende gevallen zijn medewerking aan een contract overneming als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Algemene verplichtingen van de werkgever 1. De werkgever verplicht zich deze cao naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid te zullen nakomen. 2. De werkgever verbindt zich geen werknemers in dienst te nemen of te houden op voorwaarden die in strijd zijn met het in deze overeenkomst bepaalde. 3. De werkgever zal met iedere werknemer schriftelijk een individuele arbeidsovereenkomst aangaan, waarin verwezen wordt naar deze cao. a) In het kader van de verplichtingen die voortvloeien uit de SER-fusiegedragsregels, dient de werkgever, indien hij tot de overweging is gekomen: ❑ een fusie aan te gaan; ❑ een bedrijf of bedrijfsonderdeel te sluiten en/of de personeelsbezetting ingrijpend te herzien bij het nemen van zijn beslissingen de sociale gevolgen te betrekken. Daartoe zal de werkgever de vakvereniging zo spoedig mogelijk informeren omtrent de voorgenomen plannen. De werkgever zal ernaar streven collectieve ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. Tezamen met de vakvereniging zal door de werkgever aandacht worden besteed aan : ❑ het tijdstip waarop de ondernemingsraad voor het uitbrengen van een advies wordt ingelicht; ❑ het tijdstip waarop de betrokken personeelsleden worden geïnformeerd; ❑ het tijdstip en de wijze waarop het gehele personeel wordt geïnformeerd. b) Indien de werkgever verwacht dat bepaalde ontwikkelingen de omvang van de werkgelegenheid in de onderneming in gevaar zullen brengen, zal hij de vakbond zo spoedig mogelijk hiervan op de hoogte brengen en voor overleg uitnodigen. In dit overleg zal inzicht verschaft worden in aard, mogelijke gevolgen en mogelijke opvang van de werknemers ten gevolge van die ontwikkelingen. In overleg met de vakbond zal de termijn worden afgesproken waarop de OR en de werknemers zullen worden ingelicht. 5. De werkgever zal bevorderen dat in de onderneming gelijke kansen ten aanzien van de arbeid voor mannen en vrouwen aanwezig zullen zijn, met name zal daarbij gedacht worden aan: werving, selectie, opleiding, loopbaanbegeleiding en promotie. 6. Bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst ontvangt de werknemer daarvan een schriftelijke bevestiging. De schriftelijke bevestiging moet tenminste inhouden: ❑ de datum van indiensttreding; ❑ de te vervullen functie en de daarbij behorende functiegroep; ❑ het beginsalaris; ❑ dat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde dan wel voor bepaalde tijd is aangegaan; ❑ de wekelijkse arbeidsduur indien deze afwijkt van artikel 5 lid 1; ❑ verwijzing naar deze cao voor de overige arbeidsvoorwaarden. 7. De werknemer dient zich schriftelijk te verenigen met het in lid 6 bedoelde geschrift. 8. Kaderleden van de vakorganisatie worden in hun loopbaan binnen werkgever niet benadeeld vanwege hun vakbondswerkzaamheden. In het geval van beëindiging van het dienstverband, zal werkgever overleg voeren met de bezoldigde vakbondsbestuurder van het betreffende kaderlid, alvorens over te gaan tot beëindiging van het dienstverband. In het geval van beëindiging van het dienstverband wegens een dringende reden, zal werkgever de betrokken vakbondsbestuurder onverwijld informeren. 9. De kaderleden die deelnemen aan het cao-overleg krijgen faciliteiten om te communiceren met de leden van de betrokken vakorganisatie. 10. De werkgeversbijdrage wordt conform de AWVN-bijdrage regeling uitgevoerd. 40% zal worden toegekend aan vakbond ABW en 60% zal worden toegekend aan vakbond FNV.
Beëindiging van het lidmaatschap Het lidmaatschap van de commissie eindigt door: a. bedanken; b. overlijden; c. verklaring van de organisatie, welke de benoeming deed, dat de betrokkene niet langer als lid fungeert.