Meten van beleidseffecten. De VMSW verbindt zich ertoe om de effecten van het door haarzelf uitgevoerde beleid te me- ten en te evalueren. Zij zal dit kaderen in een ruimere en geïntegreerde RWO-effectmeting. De VMSW zal de functioneel bevoegde minister, op regelmatige tijdstippen en volgens de onderling afgesproken uitvoeringsbepalingen, informeren over de resultaten van de beleidsef- fectenmeting.
Meten van beleidseffecten. De VMSW verbindt er zich toe om actief en constructief deel te nemen aan het project dat op het niveau van het beleidsdomein RWO wordt opgestart met als doel het (leren) identificeren van één set van maatschappelijke effecten m.b.t. RWO, en het opzetten van een meetsys- teem om de geïdentificeerde effecten te (leren) meten, met het oog op de formulering en opvolging van strategische doelstellingen voor de tweede generatie van beheers- en manage- mentovereenkomsten.
Meten van beleidseffecten. VMM engageert zich om de effecten van het door zichzelf uitgevoerde beleid uit te drukken in indicatoren, te meten en te evalueren. VMM informeert de functioneel bevoegde minister, op regelmatige tijdstippen en volgens de onderling afgesproken modaliteiten, over de resultaten van deze beleidseffectenmeting. De VMM levert een bijdrage om tot een globale set van beleidseffectindicatoren voor het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie te komen. Deze set moet toelaten om de effecten van het leefmilieu, natuur en energiebeleid en elke afzonderlijke beheersovereenkomst op te volgen. De ‘planningsgroep’ neemt het initiatief om voor de Beleidsraad, in samenwerking met alle betrokken agentschappen, ten laatste tegen eind 2009 (volgende cyclus van beheersovereenkomsten) een gepaste set van beleidseffectindicatoren te selecteren op basis van het reeds geleverde werk in de milieubeleidsplanning en –rapportering en op basis van studies over onder meer beleidsevaluatie. De periodieke rapportering uit de vorige paragraaf zal na goedkeuring van een definitieve set, op basis hiervan plaatsvinden.