Motor a. het motorrijtuig dat op het polisblad staat vermeld;
Motor. De tot de mechanische voortstuwing van het vaartuig dienende installatie(s) met toebehoren zoals omkeerinrichting, schroefas, schroef, uitlaat- en koelsysteem, elektrisch systeem, motorbediening en instrumentenpaneel.
Motor a. schade aan de motor als gevolg van bevriezing door het niet of niet voldoende aftappen van koelwater, of als gevolg van het onjuist winterklaar maken;
Motor. Het motorrijtuig dat op het polisblad staat vermeld en: - waarvoor een Nederlands kentekenbewijs is afgegeven, - waarvoor voor het besturen een rijbewijs voor de categorie A is vereist en - dat uitsluitend is bestemd en ingericht voor vervoer van personen.
Motor. 2. Property
Motor. De betaling dient contant/ per pin of via rekening voldaan te worden. De kosten van een Examen dienen bij aanvraag voldaan te worden.
Motor. De complete motor met alle inwendige bewegende delen, turbolader of compressor, cilinderkoppakking (alle overige pakkingen zijn uitgesloten), krusaskeerring. Alle overige keerringen zijn gedekt tot maximaal 125.000 kilometer, inlaatspruitstuk, warmtewisselaar, oliefilterhuis. Niet verzekerd zijn het uitlaatsysteem inclusief uitlaatspruitstuk en katalysator.
Motor. De op het polisblad omschreven motor met de standaard bijgeleverde onderdelen alsmede accessoires en bijzo n- dere constructies, zoals hieronder omschreven: − het deel III van het kentekenbewijs (overschrijvingsbewijs) met de kentekenplaten; − veiligheidsbevorderende voorwerpen zoals brandblusapparaten en gevarendriehoek; − roestwerende behandeling; − accessoires: de specifiek bij de motor maar niet tot de standaarduitrusting behorende onderdelen. Tot de ac- cessoires worden ook gerekend zend-, geluids-, beeld-, navigatie- en ontvangstapparatuur gemonteerd aan of op de motor en de informatiedragers van de genoemde apparatuur. − bijzondere constructies: voor zover daarmee bij de bepaling van het verzekerd bedrag rekening is gehouden, zoals wijziging van de motor, het chassis of de carrosserie van de motor; Niet tot de accessoires/bijzondere constructies worden gerekend: − detectieapparatuur; − mobiele (tele)communicatieapparatuur die ook afzonderlijk van de motor te gebruiken is; − losse beeld- en geluidsapparatuur, losse zend- en ontvangstapparatuur, foto- en filmapparatuur, gereed- schappen, reserveonderdelen, dekzeilen.
Motor. Elk volledig orgaan ter aandrijving van het luchtvaartuig, met inbegrip van alle stukken die het omvat.
Motor. Hieronder verstaan wij: