Mutaties aantal klokuren binnen beschikbare capaciteit, inroosteren en gebruik. Lokalen bewegingsonderwijs zijn een voorziening huisvesting onderwijs en kunnen juridisch eigendom zijn van de gemeente, het bevoegd gezag of een derde. In het kader van de ruimtebehoefte van de lokalen bewegingsonderwijs is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om de criteria vast te stellen voor het vaststellen van de ruimtebehoefte en de aanvullende ruimtebehoefte. Deze criteria zijn opgenomen in bijlage III, deel B. Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van het college om een rooster bewegingsonderwijs vast te stellen. De omvang van het gebruik door een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs van lokalen bewegingsonderwijs wordt uitgedrukt in het aantal klokuren. Het aantal klokuren is afhankelijk is van het aantal gymgroepen. Omdat het aantal gymgroepen afhankelijk is van het aantal formatieplaatsen en het aantal formatieplaatsen afhankelijk van het aantal leerlingen dat op de school is ingeschreven fluctueert het aantal klokuren jaarlijks als gevolg van mutaties in het aantal leerlingen. Voor het verwerken van de jaarlijkse mutaties is de jaarlijkse procedure tot aanvragen in het kader van het programma en de spoedprocedure niet het geëigende middel. Beide procedures zijn te zwaar en te omslachtig voor het verwerken van de jaarlijkse mutaties in het gebruik van de lokalen bewegingsonderwijs. Dit geldt in ieder geval als het aantal klokuren binnen de bestaande capaciteit kan worden opgevangen en dus niet leidt tot een uitbreiding of nieuwbouw van lokalen bewegingsonderwijs. Tegen deze achtergrond is in artikel 30 een afzonderlijke procedure opgenomen. Uitgangspunt van deze procedure is dat het college op basis van het aantal ingeschreven leerlingen op de teldatum 1 oktober het aantal gymgroepen en daarmee het aantal klokuren bewegingsonderwijs vaststelt en op basis van het aantal klokuren het conceptrooster bewegingsonderwijs kan vaststellen. Stelt het college vast dat er te weinig capaciteit is, of dat een lokaal bewegingsonderwijs moet worden vervangen, dan kan het college de procedure voor het aanvragen van bekostiging van een huisvestingsvoorziening starten. Door deze procedure heeft het college, als lokale overheid, tijdig zicht heeft op: - de accommodaties die geschikt zijn voor bewegingsonderwijs, inclusief de accommodaties die op grond van de onderwijswijswetgeving behoren tot de zgn. ‘eigendomsscholen’; - de capaciteit van de accommodaties bewegingsonderwijs; - het gebruik van de accommodatie bewegingsonderwijs (welke school geeft bewegingsonderwijs in welk gebouw); - de tijdstippen en het aantal uren dat het lokaal bewegingsonderwijs gebruikt wordt, en - het gebruik, waarbij moet worden vastgesteld of het een genormeerd gebruik is of dat het gebruik gebaseerd is op feitelijk gebruik. De verordening geeft het bevoegd gezag de mogelijkheid om meer klokuren bewegingsonderwijs aan te vragen dan door het college genormeerd is vastgesteld. Het college kan dit verzoek honoreren als binnen de bestaande accommodaties daarvoor ruimte beschikbaar is. Aan het bevoegd gezag worden dan de kosten van deze extra klokuren doorberekend.
Appears in 2 contracts
Samples: Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs, Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs
Mutaties aantal klokuren binnen beschikbare capaciteit, inroosteren en gebruik. Lokalen 1. Het college stelt jaarlijks voor 31 december voorlopig vast het aantal klokuren bewegingsonderwijs zijn een voorziening huisvesting onderwijs en kunnen juridisch eigendom zijn van de gemeente, het bevoegd gezag of een derde. In het kader van de ruimtebehoefte van de lokalen bewegingsonderwijs is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om de criteria vast te stellen voor het vaststellen van de ruimtebehoefte en de aanvullende ruimtebehoefte. Deze criteria zijn opgenomen in bijlage III, deel B. Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van het college om een rooster bewegingsonderwijs vast te stellen. De omvang van het gebruik door waarop een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs van lokalen bewegingsonderwijs wordt uitgedrukt basisonderwijs in het aantal klokurendaaropvolgende schooljaar aanspraak maakt.
2. Het Grondslag voor het berekenen van het aantal klokuren is afhankelijk is van het aantal gymgroepen. Omdat het aantal gymgroepen afhankelijk is van het aantal formatieplaatsen en het aantal formatieplaatsen afhankelijk van het aantal leerlingen dat op 1 oktober van het lopende schooljaar op de school is ingeschreven fluctueert staat ingeschreven.
3. Op basis van het aantal klokuren jaarlijks als gevolg van mutaties in stelt het aantal leerlingen. Voor het verwerken van de jaarlijkse mutaties is de jaarlijkse procedure tot aanvragen in het kader van het programma en de spoedprocedure niet het geëigende middel. Beide procedures zijn te zwaar en te omslachtig college voor het verwerken van de jaarlijkse mutaties in 1 januari een rooster op voor het gebruik van de lokalen bewegingsonderwijs, waarbij het college rekening houdt met de volgende uitgangspunten:
a. de afstanden in relatie tot de omvang van het onderwijsgebruik van een lokaal bewegingsonderwijs, bedoeld in bijlage I, deel B;
b. een school waarvan het bevoegd gezag eigenaar is van het lokaal bewegingsonderwijs wordt voor de school als eerste ingeroosterd voor het lokaal bewegingsonderwijs, en
c. het bewegingsonderwijs van een school wordt zoveel mogelijk ingeroosterd in één lokaal bewegingsonderwijs.
4. Dit geldt Het college stelt het bevoegd gezag, nadat het rooster voorlopig is vastgesteld in ieder geval als kennis van het rooster door het bekend te maken in het Digitaal Onderwijs Loket. Hierbij worden per school de volgende gegevens vermeld:
a. het aantal klokuren binnen waarvoor de bestaande capaciteit school wordt ingeroosterd;
b. het lokaal bewegingsonderwijs dat voor het bewegingsonderwijs is toegewezen, en
c. de lestijden gedurende welke het onderwijsgebruik plaatsvindt.
5. De bevoegde gezagsorganen kunnen tot 1 april reageren op het voorstel.
6. Op verzoek van de bevoegde gezagsorganen kan worden opgevangen en dus niet leidt tot een uitbreiding of nieuwbouw van lokalen bewegingsonderwijs. Tegen deze achtergrond is in artikel 30 een afzonderlijke procedure opgenomen. Uitgangspunt van deze procedure is dat het college een overleg over het voorstel plannen. Dit overleg vindt plaats voor 15 april. In het overleg kunnen de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen reageren op basis van het aantal ingeschreven leerlingen op de teldatum voorstel.
7. Het college stelt het rooster voor 1 oktober juni definitief vast door het aantal gymgroepen en daarmee bekend te maken in het Digitaal Onderwijs Loket.
8. Het bevoegd gezag kan het college verzoeken meer klokuren in te roosteren dan het aantal klokuren bewegingsonderwijs vaststelt en op basis van dat door het college is vastgesteld.
9. Het college neemt een verzoek als bedoeld in het vorige lid uitsluitend in behandeling als daarvoor nog capaciteit beschikbaar is. Het aantal klokuren het conceptrooster bewegingsonderwijs kan vaststellen. Stelt dat door het college vast dat er te weinig capaciteit is, of dat een lokaal bewegingsonderwijs moet worden vervangen, dan kan het college de procedure extra wordt ingeroosterd komt voor het aanvragen rekening van bekostiging van een huisvestingsvoorziening starten. Door deze procedure heeft het college, als lokale overheid, tijdig zicht heeft op: - de accommodaties die geschikt zijn voor bewegingsonderwijs, inclusief de accommodaties die op grond van de onderwijswijswetgeving behoren tot de zgn. ‘eigendomsscholen’; - de capaciteit van de accommodaties bewegingsonderwijs; - het gebruik van de accommodatie bewegingsonderwijs (welke school geeft bewegingsonderwijs in welk gebouw); - de tijdstippen en het aantal uren dat het lokaal bewegingsonderwijs gebruikt wordt, en - het gebruik, waarbij moet worden vastgesteld of het een genormeerd gebruik is of dat het gebruik gebaseerd is op feitelijk gebruik. De verordening geeft het bevoegd gezag van de mogelijkheid om meer klokuren bewegingsonderwijs aan te vragen dan door het college genormeerd is vastgesteld. Het college kan dit verzoek honoreren als binnen de bestaande accommodaties daarvoor ruimte beschikbaar is. Aan het bevoegd gezag worden dan de kosten van deze extra klokuren doorberekendschool.
Appears in 2 contracts
Samples: Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs, Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs