Performance of On-line Services Voorbeeldclausules

Performance of On-line Services. 10.1. We will provide an online service and take every reasonable precaution to ensure a safe online environment via our professional Hosting service. 10.2. You are responsible for the equipment (hardware and software) and external services (internet service provider) required to access and fully utilise our services. 10.3. You are responsible for internet security from your terminal and are thus required to have appropriate anti-virus and firewall software on your computer. 10.4. We will not be responsible for any delay in delivering the Services if there is a problem with your internet provider, security, software or hardware or related equipment. 10.5. We are not responsible for non-deliverance of services due to web-site or internet failure beyond our reasonable control (See Clause 15). 10.5.1. If we suspend the Services under Clause 10.4, you do not have to pay for the Services while they are suspended, but you will remain liable to pay any invoices we have already sent you for Services we have already performed.

Related to Performance of On-line Services

  • Ontwikkeling (web)applicaties Module B is van toepassing op maatwerk geleverd door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever, bijvoorbeeld het ontwerp en/of de ontwikkeling van (web)applicaties, software, adviezen, rapporten of andere specifieke inhoudelijke werken.

  • De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx).‌ 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.

  • Rolverdeling 1. Onderwijsinstelling is ten aanzien van de in diens opdracht uit te voeren Verwerkingen van Persoonsgegevens de Verwerkingsverantwoordelijke. De Onderwijsinstelling heeft en houdt zelfstandige zeggenschap over (het bepalen van) het doel en de middelen van de Verwerking van de Persoonsgegevens. 2. Verwerker draagt er zorg voor dat de Onderwijsinstelling bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst toereikend wordt geïnformeerd over de dienst(en) die de Verwerker verleent, en de uit te voeren Verwerkingen. De gegeven informatie stelt de Onderwijsinstelling in staat om te doorgronden welke Verwerkingen onlosmakelijk zijn verbonden met een aangeboden dienst en voor welke Verwerkingen Onderwijsinstelling gebruik kan maken van eventueel aangeboden optionele diensten. 3. In aanvulling op lid 2 en onverminderd hetgeen elders in deze Verwerkersovereenkomst is bepaald, informeert Xxxxxxxxx bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst de Onderwijsinstelling in Bijlage 1 over de in lid 2 bedoelde diensten, waaronder eventuele optionele diensten, en de Verwerkingen die in dat kader plaatsvinden. De in Bijlage 1 opgenomen informatie moet in begrijpelijke taal zijn beschreven, waardoor Onderwijsinstelling geïnformeerd akkoord kan gaan met de afname van deze dienst(en) en de uitvoering van de bijbehorende Verwerkingen. 4. Voor zover artikel 30 lid 5 AVG daartoe verplicht, houdt Verwerker conform artikel 30, lid 2 AVG een register bij van alle categorieën van verwerkingsactiviteiten die Verwerker ten behoeve van een Onderwijsinstelling verricht. 5. Onderwijsinstelling en Verwerker verstrekken elkaar over en weer alle benodigde informatie teneinde een goede naleving van de Toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de Verwerking van Persoonsgegevens mogelijk te maken.

  • Ontwikkeling van programmatuur De in dit hoofdstuk “Ontwikkeling van programmatuur” vermelde bepalingen zijn, naast de Algemene Bepalingen van deze algemene voorwaarden en de bijzondere bepalingen uit het hoofdstuk “Dienstverlening”, van toepassing indien leverancier in opdracht van cliënt programmatuur ontwikkelt en deze eventueel installeert. Op deze programmatuur is ook het hoofdstuk “Gebruik en onderhoud van programmatuur” van toepassing, behalve voor zover daarvan in dit hoofdstuk wordt afgeweken. De in dit hoofdstuk bedoelde rechten en verplichtingen hebben uitsluitend betrekking op computerprogrammatuur in een voor een gegevensverwerkende machine leesbare vorm en vastgelegd op voor een zodanige machine leesbaar materiaal, alsmede op de daarbij behorende documentatie. Daar waar in dit hoofdstuk over programmatuur wordt gesproken, zijn daarmee tevens bedoeld websites.

  • Wat zijn de gevolgen als u gevraagde informatie niet of te laat doorgeeft? Hebben we uw verzamelloonstaat of een onderbouwing van uw medewerkersbestand aan u gevraagd en deze niet op tijd ontvangen? Dan schorten we de dekking van deze verzekering op. Dat betekent dat we geen vergoeding betalen, zolang we de gevraagde informatie niet hebben ontvangen. Zodra we deze informatie wel hebben ontvangen, betalen we de vergoeding weer uit. Hebben we de dekking opgeschort en ontvangen we de gevraagde informatie ondanks herinneringen nog steeds niet? Dan kunnen we de verzekering beëindigen. Als we dat doen, beëindigen we ook de verzuimbegeleiding en re-integratie.

  • Aanbod en aanvaarding 3.1 Alle aanbiedingen en prijsopgaven van BB Logistiek in brochures, prijscouranten, websites of in welke vorm dan ook, zijn geheel vrijblijvend, ook indien het aanbod een termijn voor aanvaarding inhoudt. Offertes met betrekking tot de diensten van BB Logistiek zijn gebaseerd op de informatie, welke door de Opdrachtgever zijn verstrekt. De Opdrachtgever staat ervoor in dat deze naar beste weten en kunnen alle essentiële informatie voor de opzet en uitvoering van de opdracht heeft verstrekt. BB Logistiek zal de door haar te verrichten opdrachten naar beste inzicht en vermogen uitvoeren. Deze verplichting heeft het karakter van een ‘inspanningsverplichting’. Dit houdt in dat er géén resultaatsverbintenissen worden aangegaan. 3.2 De door BB Logistiek gemaakte offertes zijn vrijblijvend en zijn, tenzij anders is aangegeven, slechts gedurende veertien dagen geldig. Gedurende deze periode, behoudt BB Logistiek zich het recht voor haar capaciteit elders aan te bieden of in te zetten. De wederpartij aanvaardt de offertes van BB Logistiek door het plaatsen van een opdracht, hetgeen zowel schriftelijk als mondeling kan geschieden of het ondertekenen van een overeenkomst, dan wel via de website of per e-mail. BB Logistiek is door een opdracht slechts gebonden indien en voor zover deze schriftelijk door BB Logistiek is bevestigd, of BB Logistiek met de uitvoering daarvan is begonnen. 3.3 Zonder toestemming van BB Logistiek kunnen de opdracht(en) van de wederpartij niet worden herroepen. BB Logistiek heeft het recht zonder opgaaf van redenen een opdracht te weigeren. Een weigering van een opdracht om wat voor reden dan ook, kan nimmer aanleiding geven tot enige aanspraak op schadevergoeding van de wederpartij ten aanzien van BB Logistiek. 3.4 Xxxxxxxxxx toezeggingen door haar medewerkers en door haar in opdracht werkende adviseurs, vertegenwoordigers, tussen-en/of hulppersonen binden BB Logistiek slechts indien deze schriftelijk door haar zijn bevestigd. 3.5 Indien gegevens, waaronder die met betrekking tot de opdracht, de vrachtbrief, de factuur en overige documenten, langs elektronische weg worden uitgewisseld, zullen partijen in geval van onderlinge geschillen de toelaatbaarheid van elektronische berichten als bewijsmiddel niet betwisten. Elektronische berichten hebben dezelfde bewijskracht als geschriften, tenzij deze berichten niet op het tussen partijen overeenkomen formaat en niveau van beveiliging alsmede niet op de overeengekomen wijze zijn verzonden, opgeslagen en geregistreerd. 3.6 Op de website van BB Logistiek en gerelateerde websites kunnen links worden vermeld die gebruikt kunnen worden om websites van derden te bezoeken. Geen enkele van deze websites of bedrijven waartoe ze behoren worden door BB Logistiek gecontroleerd. BB Logistiek biedt dan ook géén enkele garantie met betrekking tot de informatie vermeld of beschikbaar gesteld op dergelijke websites noch over de kwaliteit of de aanvaardbaarheid van de goederen, diensten of software die door dergelijke personen of entiteiten op een van deze websites worden aangeboden. 3.7 Onverminderd haar eigen verantwoordelijkheid, mag BB Logistiek bij de uitvoering van opdrachten en/of overeenkomsten derden inschakelen zonder dat daarvoor voorafgaande toestemming is vereist. Ook mag BB Logistiek haar rechtsverhouding op grond van de overeenkomsten zonder nadere medewerking aan een derde overdragen of wijzigen, mits die overdracht plaatsvindt als onderdeel van de ALGEMENE VOORWAARDEN BB Logistieke Diensten overdracht van (een substantieel) deel van de onderneming van BB Logistiek. 3.8 Door het – al dan niet schriftelijk – plaatsen en/of bevestigen van enige opdracht aanvaardt de wederpartij deze Algemene Voorwaarden.

  • Xxxxxx informatie, bemiddeling en toetsing Organisatie voor beroepsprocedures: [ Raad van State ] ---

  • Mee te delen gegevens In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 2 de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.

  • Inzet en acties Rijksoverheid De Rijksoverheid erkent de stadsregio Groningen-Assen in het kader van het project Elektrisch Rijden. Daarnaast levert het Rijk relevante kennis en informatie en zorgt voor de uitwisseling met relevante partijen en projecten. Waar nodig en indien mogelijk voert het Rijk aanpassingen in de Elektriciteitswet door en stelt experimenteerruimte beschikbaar. Tot slot vertaalt de Rijksoverheid de resultaten van het project door naar beleid. xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx B-124 Green Deal LNG: Rijn en Wadden - Stichting LNG TR&D - Deltalinqs - Energy Valley De Green Deal LNG: Rijn en Wadden beoogt een impuls te geven aan de inzet van schone, zuinige en stille LNG (liquefied natural gas) voor zwaar transport (binnenvaart, zeevaart, visserij en trucks). Het doel is om voor 2020 als het gaat om de inzet van LNG een voldoende kritische massa te bereiken zodat het zich economisch rendabel verder kan ontwikkelen. De Green Deal LNG bestaat uit 3 hoofdlijnen: - verkennen en onderzoeken van generieke randvoorwaarden (investeringsklimaat en regelgeving) die zo zouden kunnen worden aangepast dat substitutie van oliegebaseerde brandstoffen door LNG en de verdere ontwikkeling van het LNG-potentieel erdoor worden bevorderd. - investeringen, zowel aan aanbod- als vraagzijde, in twee gebieden: het Waddengebied en het gehele Rijnvaartgebied Rotterdam-Basel inclusief Amsterdam en Vlissingen. Hier worden demonstratieprojecten uitgevoerd bij meerdere scheepvaart- en wegtransportbedrijven. Op basis van die projecten wordt het project verder uitgerold. Op basis van het onderzoek naar en de eerste besprekingen van de randvoorwaarden kan een investeringsvolume en -tempo worden geraamd, waarover overheid en bedrijfsleven nadere afspraken kunnen maken. - communicatie en strategisch omgevingsmanagement, om bij relevante spelers een gelijk beeld te krijgen van het economisch en duurzaamheidsbelang van LNG, en zo samenwerking op nationaal en regionaal niveau te bevorderen.

  • Uitvoering van het Project & informatieverstrekking A.2.1 Na de totstandkoming van de Overeenkomst zal Opdrachtnemer zo spoedig mogelijk het Project uitvoeren conform de offerte, daarbij rekening houdend met redelijke wensen van Opdrachtgever. Opdrachtnemer spant zich in om het Project naar beste kunnen uit te voeren onder toepassing van voldoende zorgvuldigheid en vakmanschap. Opdrachtgever is gehouden om een tijdige en juiste uitvoering van het Project mogelijk te maken. In het bijzonder draagt Opdrachtgever er zorg voor dat alle gegevens, waarvan Xxxxxxxxxxxxx aangeeft dat deze noodzakelijk zijn of waarvan de Opdrachtgever redelijkerwijs behoort te begrijpen dat deze noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van het Project, tijdig aan Opdrachtnemer worden verstrekt. De noodzakelijke inzet van Opdrachtgever dient met voldoende kwaliteit en tijdigheid te worden geleverd. Dit geldt zowel voor ondersteuning te leveren door de contactpersonen, als voor de geplande inzet van projectmedewerkers binnen de uit te voeren projectwerkzaamheden. A.2.2 Indien Opdrachtgever bovenvermelde nalaat, is Opdrachtnemer gerechtigd extra kosten in rekening te brengen en is het mogelijk dat het Project uitloopt. Eventuele vertraging van het Project, veroorzaakt door Opdrachtgever, wordt gerapporteerd via het projectmanagementsysteem of, indien er geen projectmanagementsysteem voor het Project is ingezet, per e-mail of, bij gebrek aan functionerende e-mailcorrespondentie, op een andere Schriftelijke wijze. Mocht deze situatie zich voordoen, dan zal Opdrachtnemer de Opdrachtgever op de hoogte brengen van de eventueel in rekening te brengen extra kosten.