Plaatsen van de dichting. Eventueel aanbrengen van een geschikte hechtingslaag. Laten drogen. Aanbrengen van een eerste laag dakdichtingsproduct in donkere kleur met kwast, rol of airless spuitapparatuur, met een verbruik van min. 1,1 l/m²/ In het natte dakdichtingsproduct onmiddellijk een niet-geweven glasmat van 225 gr/m² indrukken met een verfrol zodat de coating doorheen de mat wordt gedrukt. Let erop dat alle vezels plat liggen en dat de glasvezelmat volledig verzadigd is met product. Laten drogen. Afwerken met een eindlaag dakdichtingsproduct in een kleur verschillend van de kleur van de eerste laag met kwast, rol of airless spuitapparatuur, met een verbruik van min. 0,5 l/m². Zorg ervoor dat alle vezels bedekt zijn met een laag dakdichtingsproduct. De mat dient bij het leggen van de volgende baan, steeds 4 cm te overlappen (uitgerafelde kant van de glasmat op de rechte kant). De opgegeven verbruiken zijn voor effen, niet-zuigende ondergronden. Voor ruwe, poreuze of oneffen ondergronden, moet er rekening gehouden worden met een meerverbruik vooral voor de eerste laag. Er dient een volledig gesloten film gevormd te worden. Indien er op een betonnen ondergrond wordt gewerkt, dient er eerst een hechtingslaag voorzien te worden : een watergebaseerde tweecomponenten epoxy-primer met een verbruik van min. 8 m²/liter. Alle technische voorschriften van de fabrikant moeten gevolgd worden. Het geheel zal worden afgewerkt tot een volledig waterdicht systeem. Toepassing Dichting van fonteinen op aanduiding van het bestuur. Meetcode Netto uit te voeren oppervlakte, aanwerking aan onderdelen eigen aan de fontein inbegrepen.
