Recht op intrekking van de toestemming. Elke persoon die expliciet heeft toegestemd met de verwerking van zijn persoonsgegevens heeft de mogelijkheid om deze toestemming op elk ogenblik in te trekken. Het intrekken van de toestemming heeft geen enkel terugwerkend effect en heeft geen weerslag op de verwerking, gebaseerd op de toestemming vóór deze intrekking. Elke betrokken persoon heeft de mogelijkheid om de Maatschappij te vragen om binnen de kortste termijn de op hem betrekking hebbende gegevens te wissen als: ▪ De verzamelde gegevens niet langer nodig zijn voor de doeleinden van de verwerking; ▪ De betrokken persoon de toestemming waarop de verwerking is gebaseerd intrekt (en er geen enkele juridische grond meer bestaat voor de verwerking van de gegevens); ▪ Het wissen nodig is voor het naleven van een wettelijke verplichting van de Maatschappij. De Maatschappij zal de betrokken persoon op de hoogte stellen van elk wissen van persoonsgegevens. Elke betrokken persoon kan vragen dat de verwerking van zijn persoonsgegevens wordt beperkt in de volgende gevallen: ▪ De betrokken persoon betwist de juistheid van de op hem betrekking hebbende gegevens en vraagt de opschorting van de verwerking om de verantwoordelijke voor de verwerking de mogelijkheid te geven om de kwaliteit van de gegevens te controleren; ▪ De betrokken persoon wenst niet dat zijn gegevens worden gewist maar wil gewoon het gebruik ervan beperken; ▪ De gegevens zijn achterhaald maar nodig voor de betrokken persoon om zijn wettelijke rechten vast te stellen, uit te voeren of te verdedigen. De Maatschappij zal de betrokken persoon op de hoogte stellen van elke beperking van zijn.
