Common use of Rechten van nabestaanden bij overlijden Clause in Contracts

Rechten van nabestaanden bij overlijden. 1 Bij het overlijden van de werknemer komen in de navolgende rangorde voor een nabestaandenuitkering in aanmerking: a de partner, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde; b de minderjarige kinderen van de overledene; c de meerderjarige kinderen, ouders, broers of zusters voor wie de overledene xxxxxxxxxx was. 2 Onder kinderen in de zin van het eerste lid van dit artikel worden mede begrepen natuurlijke kinderen en kinderen voor wie de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. 3 De nabestaandenuitkering bij overlijden is gelijk aan het bedrag dat gevormd wordt door de uitkeringsbasis met drie te vermenig- vuldigen en wordt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen een maand na het overlijden, door de werkgever uitgekeerd. 4 Op de uitkering wordt het reeds vóór zijn overlijden aan de werk- nemer uitbetaalde inkomen over een na zijn overlijden gelegen tijdvak, in mindering gebracht.

Rechten van nabestaanden bij overlijden. 1 Bij het overlijden van de werknemer komen in de navolgende rangorde voor een nabestaandenuitkering in aanmerking: a de partner, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde; b de minderjarige kinderen van de overledene; c de meerderjarige kinderen, ouders, broers of zusters voor wie de overledene xxxxxxxxxx was. 2 Onder kinderen in de zin van het eerste lid van dit artikel worden mede begrepen natuurlijke kinderen en kinderen voor wie de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. 3 De nabestaandenuitkering bij overlijden is gelijk aan het bedrag dat gevormd wordt door de uitkeringsbasis met drie te vermenig- vuldigen vermenigvuldigen en wordt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen een maand na het overlijden, door de werkgever uitgekeerd. 4 Op de uitkering wordt het reeds vóór zijn overlijden aan de werk- nemer uitbetaalde inkomen over een na zijn overlijden gelegen tijdvak, in mindering gebracht.

Rechten van nabestaanden bij overlijden. 1 1. Bij het overlijden van de werknemer komen in de navolgende rangorde voor een nabestaandenuitkering in aanmerking: a de partner, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde; b de minderjarige kinderen van de overledene; c de meerderjarige kinderen, ouders, broers of zusters voor wie de overledene xxxxxxxxxx was. 2 2. Onder kinderen in de zin van het eerste lid van dit artikel worden mede begrepen natuurlijke kinderen en kinderen voor wie de overledene over- ledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting ver- plichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. 3 3. De nabestaandenuitkering bij overlijden is gelijk aan het bedrag dat gevormd wordt door de uitkeringsbasis met drie te vermenig- vuldigen vermenigvuldi- gen en wordt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen een maand na het overlijden, door de werkgever uitgekeerd. 4 4. Op de uitkering wordt het reeds vóór zijn overlijden aan de werk- nemer uitbetaalde inkomen over een na zijn overlijden gelegen tijdvak, in mindering gebracht. 5. Gedurende de maand van het overlijden en de volgende drie maan- den behouden de achterblijvende gezinsleden het recht op het ge- bruik van de dienstwoning waarin zij met de overledene woonden. Indien de werkgever van het bepaalde in de eerste volzin wil afwij- ken verleent hij een schadevergoeding naar billijkheid.

Rechten van nabestaanden bij overlijden. 1 1. Bij het overlijden van de werknemer komen in de navolgende rangorde rang- orde voor een nabestaandenuitkering in aanmerking: a de partner, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde; b de minderjarige kinderen van de overledene; c de meerderjarige kinderen, ouders, broers of zusters voor wie de overledene xxxxxxxxxx was. 2 2. Onder kinderen in de zin van het eerste lid van dit artikel worden mede begrepen natuurlijke kinderen en kinderen voor wie de overledene over- ledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting ver- plichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. 3 3. De nabestaandenuitkering bij overlijden is gelijk aan het bedrag dat gevormd wordt door de uitkeringsbasis met drie te vermenig- vuldigen en wordt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen een maand na het overlijden, door de werkgever uitgekeerd. 4 4. Op de uitkering wordt het reeds vóór zijn overlijden aan de werk- nemer uitbetaalde inkomen over een na zijn overlijden gelegen tijdvak, in mindering gebracht.

Rechten van nabestaanden bij overlijden. 1 Bij het overlijden van de werknemer komen in de navolgende rangorde voor een nabestaandenuitkering in aanmerking: a de partner, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde; b de minderjarige kinderen van de overledene; c de meerderjarige kinderen, ouders, broers of zusters voor wie de overledene xxxxxxxxxx was. 2 Onder kinderen in de zin van het eerste lid van dit artikel worden mede begrepen natuurlijke kinderen en kinderen voor wie de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. 3 De nabestaandenuitkering bij overlijden is gelijk aan het bedrag dat gevormd wordt door de uitkeringsbasis met drie te vermenig- vuldigen vermenig­vuldigen en wordt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen een maand na het overlijden, door de werkgever uitgekeerd. 4 Op de uitkering wordt het reeds vóór zijn overlijden aan de werk- nemer werknemer uitbetaalde inkomen over een na zijn overlijden gelegen tijdvak, in mindering gebracht.

Rechten van nabestaanden bij overlijden. 1 1. Bij het overlijden van de werknemer komen in de navolgende rangorde rang- orde voor een nabestaandenuitkering in aanmerking: a de partner, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde; b de minderjarige kinderen van de overledene; c de meerderjarige kinderen, ouders, broers of zusters voor wie de overledene xxxxxxxxxx was. 2 2. Onder kinderen in de zin van het eerste lid van dit artikel worden mede begrepen natuurlijke kinderen en kinderen voor wie de overledene over- ledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting ver- plichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. 3 3. De nabestaandenuitkering bij overlijden is gelijk aan het bedrag dat gevormd wordt door de uitkeringsbasis met drie te vermenig- vuldigen vermenigvuldigen en wordt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen een maand na het overlijden, door de werkgever uitgekeerd. 4 4. Op de uitkering wordt het reeds vóór zijn overlijden aan de werk- nemer uitbetaalde inkomen over een na zijn overlijden gelegen tijdvak, in mindering gebracht. 5. Gedurende de maand van het overlijden en de volgende drie maan- den behouden de achterblijvende gezinsleden het recht op het ge- bruik van de dienstwoning waarin zij met de overledene woonden. Indien de werkgever van het bepaalde in de eerste volzin wil afwij- ken verleent hij een schadevergoeding naar billijkheid.