Common use of Regeling inwoning en dienstwoning Clause in Contracts

Regeling inwoning en dienstwoning. 1. Op het salaris van de medewerker die een dienstwoning bewoont, wordt voor bewoning een bedrag op het salaris ingehouden. Voor deeltijders wordt de inhouding berekend over het salaris behorende bij een volledige werkweek. 2. De inhouding als bedoeld in lid 1 wordt berekend over 12% van het salaris (inclusief de in het kalenderjaar uitbetaalde provisie), vermeerderd met de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering. 3. Indien de medewerker aantoont, dat de huurwaarde van de woning voor de heffing van de inkomsten- en loonbelasting minder bedraagt dan het op grond van het onder lid 2 bepaalde, wordt het verschuldigde bedrag op dat van die huurwaarde vastgesteld. 4. Indien de economische huurwaarde van de woning minder bedraagt dan het op grond van het onder lid 2 bepaalde, wordt het verschuldigde bedrag op dat van die huurwaarde vastgesteld. 5. Indien zowel lid 3 als lid 4 van toepassing is, wordt het verschuldigde bedrag gesteld op het laagste van beide. Artikel 2. Op het salaris van de medewerker die een dienstwoning bewoont, worden voor de verbruikskosten de volgende bedragen op het salaris ingehouden, tenzij het verbruik afzonderlijk wordt geregistreerd: a. voor verwarming van de woning 2,4% van het salaris, met een maximum van € 208,81 per maand; b. voor de energie voor kookdoeleinden 0,9% van het salaris, met een maximum van € 53,55 per maand; c. voor elektrische energie, anders dan voor verwarming en kookdoeleinden, 0,9% van het salaris, met een maximum van € 29,04 per maand; d. voor leidingwater 0,4% van het salaris, met een maximum van € 19,61 per maand.

Appears in 2 contracts

Samples: Arbeidsvoorwaardenregeling, Arbeidsvoorwaardenregeling

Regeling inwoning en dienstwoning. 1. Op het salaris van de medewerker die een dienstwoning bewoont, wordt voor bewoning een bedrag op het salaris ingehouden. Voor deeltijders wordt de inhouding berekend over het salaris behorende bij een volledige werkweek. 2. De inhouding als bedoeld in lid 1 wordt berekend over 12% van het salaris (inclusief de in het kalenderjaar uitbetaalde provisie), vermeerderd met de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering. 3. Indien de medewerker aantoont, dat de huurwaarde van de woning voor de heffing van de inkomsten- inkomsten - en loonbelasting minder bedraagt dan het op grond van het onder lid 2 bepaalde, wordt het verschuldigde bedrag op dat van die huurwaarde vastgesteld. 4. Indien de economische huurwaarde van de woning minder bedraagt dan het op grond van het onder lid 2 bepaalde, wordt het verschuldigde bedrag op dat van die huurwaarde vastgesteld. 5. Indien zowel lid 3 als lid 4 van toepassing is, wordt het verschuldigde bedrag gesteld op het laagste van beide. Artikel 2. Op het salaris van de medewerker die een dienstwoning bewoont, worden voor de verbruikskosten de volgende bedragen op het salaris ingehouden, tenzij het verbruik afzonderlijk wordt geregistreerd: a. voor verwarming van de woning 2,4% van het salaris, met een maximum van € 208,81 per maand; b. voor de energie voor kookdoeleinden 0,9% van het salaris, met een maximum van € 53,55 per maand; c. voor elektrische energie, anders dan voor verwarming en kookdoeleinden, 0,9% van het salaris, met een maximum van € 29,04 per maand; d. voor leidingwater 0,4% van het salaris, met een maximum van € 19,61 per maand.

Appears in 1 contract

Samples: Arbeidsvoorwaardenregeling

Regeling inwoning en dienstwoning. 1. Op het salaris van de medewerker die een dienstwoning bewoont, wordt voor bewoning een bedrag op het salaris ingehouden. Voor deeltijders wordt de inhouding berekend over het salaris behorende bij een volledige werkweek. 2. De inhouding als bedoeld in lid 1 wordt berekend over 12% van het salaris (inclusief de in het kalenderjaar uitbetaalde provisie), vermeerderd met de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering. 3. Indien de medewerker aantoont, dat de huurwaarde van de woning voor de heffing van de inkomsten- en loonbelasting minder bedraagt dan het op grond van het onder lid 2 bepaalde, wordt het verschuldigde bedrag op dat van die huurwaarde vastgesteld. 4. Indien de economische huurwaarde van de woning minder bedraagt dan het op grond van het onder lid 2 bepaalde, wordt het verschuldigde bedrag op dat van die huurwaarde vastgesteld. 5. Indien zowel lid 3 als lid 4 van toepassing is, wordt het verschuldigde bedrag gesteld op het laagste van beide. Artikel 2. Op het salaris van de medewerker die een dienstwoning bewoont, worden voor de verbruikskosten de volgende bedragen op het salaris ingehouden, tenzij het verbruik afzonderlijk wordt geregistreerd: a. voor verwarming van de woning 2,4% van het salaris, met een maximum van € 208,81 549,50 per maand; b. voor de energie voor kookdoeleinden 0,9% van het salaris, met een maximum van € 53,55 137,31 per maand; c. voor elektrische energie, anders dan voor verwarming en kookdoeleinden, 0,9% van het salaris, met een maximum van € 29,04 69,14 per maand; d. voor leidingwater 0,4% van het salaris, met een maximum van € 19,61 17,05 per maand.

Appears in 1 contract

Samples: Arbeidsvoorwaardenregeling