Reikwijdte van de concessie. 1. Aan ProRail wordt een concessie verleend voor het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur, bestaande uit en behorend bij de als zodanig bij koninklijk besluit aangewezen hoofdspoorwegen, bedoeld in de artikelen 2 en 124 van de Spoorwegwet, met uitzondering van hoofdspoorweginfrastructuur voorzover voor het beheer daarvan een afzonderlijke concessie geldt.1 0 Xx Xxxxxxxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxx worden in principe tot de reikwijdte van deze concessie verondersteld. Momenteel wordt door het Havenbedrijf Rotterdam en ProRail een business-case Betuweroute uitgewerkt. Definitieve besluitvorming ten aanzien van de reikwijdte van de concessie zal plaatshebben voorafgaand aan de formele verlening van deze concessie en zal onder meer worden gebaseerd op de uitkomst en beoordeling van de business case, alsmede de juridische merites. Dit mede in het kader van de mogelijk toekomstige vervreemding van de gebruiksrechten van de Betuweroute en de motie-Hofstra cs. van 20 februari 2003 (Kamerstukken 22 589, nr. 214). De Havenspoorlijn/Betuweroute zullen in alle gevallen in de administratie afzonderlijke zichtbaar en traceerbaar moeten zijn. 2. Het in het eerste lid bedoelde beheer omvat de zorg voor: a. de kwaliteit, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de hoofdspoorweginfrastructuur; b. de eerlijke, niet-discriminerende verdeling van de capaciteit van de hoofdspoorweginfrastructuur zowel ten behoeve van ProRail als ten behoeve van gerechtigden; c. het leiden van het verkeer over de hoofdspoorweginfrastructuur. 3. Onder de in het tweede lid, onder a, bedoelde zorg wordt mede verstaan het voorbereiden en uitvoeren van de uitbreiding van hoofdspoorweginfrastructuur die een nauwe samenhang heeft met de bestaande hoofdspoorweginfrastructuur.
Appears in 1 contract
Reikwijdte van de concessie. 1. Aan ProRail wordt een concessie verleend voor het beheer vermeldt overeenkomstig artikel 25 lid 3 van de hoofdspoorweginfrastructuur, bestaande uit en behorend bij Wet personenvervoer 2000 de als zodanig bij koninklijk besluit aangewezen hoofdspoorwegen, bedoeld in stations waartussen het openbaar vervoer wordt afgewikkeld. Met de artikelen 2 en 124 onderhavige concessie voldoet HSA derhalve aan de concessieplicht van artikel 19 van de Spoorwegwetwet voor wat betreft treinreizigers tussen de stations Amsterdam Centraal, met uitzondering van hoofdspoorweginfrastructuur voorzover voor het beheer daarvan een afzonderlijke concessie geldt.1
0 Xx Xxxxxxxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxx worden in principe tot Schiphol, Rotterdam Centraal, Den Haag Centraal en Breda en de reikwijdte van deze concessie verondersteldgrensovergang bij Hazeldonk. Momenteel wordt door het Havenbedrijf Rotterdam en ProRail een business-case Betuweroute uitgewerkt. Definitieve besluitvorming ten aanzien van de reikwijdte van Verder gaat de concessie zal plaatshebben niet. Met name dwingt de concessie HSA niet deze stations daadwerkelijk te bedienen, doch slechts om het in artikel 3 bedoelde bedieningspatroon uit te voeren. De reikwijdte is breder dan nodig om de bediening van Amsterdam, Schiphol en Rotterdam uit te voeren teneinde voor de nabije toekomst flexibiliteit te bieden. Weliswaar wordt nog niet voorzien dat voorafgaand aan de formele verlening van deze concessie en zal onder meer worden gebaseerd op de uitkomst en beoordeling ingang van de business casevijftienjarige concessie Den Haag, alsmede Breda en de juridische meritesverbinding naar België daadwerkelijk kunnen worden bediend, maar deze mogelijkheid moet evenmin worden uitgesloten. Dit mede Voorkomen dient te worden dat in een dergelijk geval opnieuw de procedure van concessieverlening moet worden doorlopen. De vijftienjarige concessie zal overigens zo spoedig mogelijk in werking treden en de bediening van Den Haag, Breda en de verbinding met België uiteraard wel voorschrijven. Min of meer ten overvloede bepaalt het derde lid dat de concessie de rechten van NS voor het hoofdrailnet onverlet laat. De hogesnelheidsinfrastructuur behoort niet tot het hoofdrailnet en NS is daarom niet bevoegd daarvan gebruik te maken. Omgekeerd kan HSA op grond van lid 2 geen gebruik maken van de conventionele verbinding tussen Schiphol en Rotterdam via Leiden en Den Haag. Tussen Amsterdam en Nieuw -Vennep, rond Rotterdam en op het station van Breda rijden de treinen van HSA echter over de conventionele infrastructuur, die tot het hoofdrailnet behoort waarvoor aan NS een vervoerconcessie is verleend. Die rechten van NS worden door de onderhavige concessie uiteraard geëerbiedigd. Evenmin doet de concessie afbreuk aan het recht van ProRail bij de jaarlijkse toewijzing van capaciteitsrechten rekening te houden met de vaststelling van inte rnationale treintrajecten, zoals voorgeschreven door Europese regelgeving. Deze bepaling is opgenomen in het kader van de mogelijk toekomstige vervreemding van de gebruiksrechten van de Betuweroute en de motie-Hofstra cs. van 20 februari 2003 (Kamerstukken 22 589, nr. 214). De Havenspoorlijn/Betuweroute zullen in alle gevallen in de administratie afzonderlijke zichtbaar en traceerbaar moeten zijnvierde lid.
2. Het in het eerste lid bedoelde beheer omvat de zorg voor:
a. de kwaliteit, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de hoofdspoorweginfrastructuur;
b. de eerlijke, niet-discriminerende verdeling van de capaciteit van de hoofdspoorweginfrastructuur zowel ten behoeve van ProRail als ten behoeve van gerechtigden;
c. het leiden van het verkeer over de hoofdspoorweginfrastructuur.
3. Onder de in het tweede lid, onder a, bedoelde zorg wordt mede verstaan het voorbereiden en uitvoeren van de uitbreiding van hoofdspoorweginfrastructuur die een nauwe samenhang heeft met de bestaande hoofdspoorweginfrastructuur.
Appears in 1 contract
Samples: Vervoerconcessie
Reikwijdte van de concessie. 1Voor de afbakening van het hoofdrailnet wordt verwezen naar het Besluit hoofdrailnet. Aan ProRail wordt Artikel 25, derde lid, van de wet bepaalt voorts dat een concessie verleend voor het beheer openbaar vervoer per trein een omschrijving bevat van de hoofdspoorweginfrastructuurstations waartussen het openbaar vervoer wordt afgewikkeld. Met dit artikel, bestaande uit en behorend bij de als zodanig bij koninklijk besluit aangewezen hoofdspoorwegenin samenhang met het Besluit hoofdrailnet, bedoeld in de artikelen 2 en 124 van de Spoorwegwet, met uitzondering van hoofdspoorweginfrastructuur voorzover voor het beheer daarvan een afzonderlijke concessie geldt.1
0 Xx Xxxxxxxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxx worden in principe tot wordt de reikwijdte van het exclusieve recht van NS bepaald. Het tweede lid regelt dat het hier gaat om de stations:
a. gelegen op de spoorwegverbindingen die zijn aangegeven in het Besluit hoofdrailnet, zoals dat luidt bij inwerkingtreding van deze concessie;
b. die na inwerkingtreding van deze concessie verondersteldmet instemming van de minister worden aangelegd op de spoorwegverbindingen die zijn aangegeven in het Besluit hoofdrailnet. Momenteel De te hanteren criteria en procedures voor opening van een nieuw station en toevoeging van een station aan het hoofdrailnet zijn beschreven in de “Beleidsnotitie aanleg nieuwe stations” (kenmerk DGP/VI/U.00.01732, datum 22 september 2000), die gezonden is aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal. In het derde lid wordt bepaald dat NS daar waar in het jaar voorafgaand aan verlening van deze concessie tussen de in het derde lid genoemde stations openbaar personenvervoer per trein werd verricht door andere vervoerders of door NS uit hoofde van andere contracten dan het Havenbedrijf Rotterdam Overgangscontract II (de huidige samenloop) zij dit ook in de toekomst moet aanvaarden, en ProRail dat ter vervanging van de nu nog voor die samenloop geldende contracten, bestuursrechtelijke concessies kunnen worden verleend (al dan niet na decentralisatie) aan NS of aan een business-case Betuweroute uitgewerktandere vervoerder. Definitieve besluitvorming ten aanzien De formulering ‘anders dan uit hoofde van deze concessie’ doelt zowel op de huidige situatie met civielrechtelijke contracten, als op de toekomstige situatie met bestuursrechtelijke concessies. De formulering ‘de vóór de verlening van deze concessie bestaande rechten’ doelt niet alleen op de trajecten waarop nu samenloop plaatsvindt, maar ook op de huidige frequenties op die trajecten. Uitbreiding van de samenloop (bijvoorbeeld hogere frequenties) is mogelijk met instemming van NS. Dat laatste tenzij de reikwijdte van de HRN-concessie zal plaatshebben voorafgaand aan verder zou worden beperkt door middel van een wijziging van dit lid, met toepassing van artikel 29a van de formele verlening wet (instemming NS). Een andere concessie voor openbaar personenvervoer per trein kan immers slechts worden verleend voorzover de reikwijdte van de HRN-concessie daar nog ruimte voor laat. De ‘statische’ clausulering in het derde lid is nodig om NS de zekerheid te geven dat zij gedurende de looptijd van deze concessie niet eenzijdig geconfronteerd kan worden met een toename van de samenloop op het hoofdrailnet. Over de voorwaarden in relatie tot deze samenloop (zoals bijvoorbeeld tarieven en zal onder meer worden gebaseerd bediening van nieuwe stations) en over eventuele uitbreiding van de frequentie op de uitkomst huidige samenloop dienen goede afspraken gemaakt te worden tussen NS, de decentrale vervoerder en beoordeling de concessieverlenende decentrale overheden. NS moet transparant en constructief aan dit overleg meewerken. Het uitgangspunt hierbij is dat er géén concurrentie op het spoor mag ontstaan. Samenloop moet voor beide vervoerders voordelen opleveren en logistiek inpasbaar zijn. Indien vervoerders niet tot overeenstemming kunnen komen zal de minister dit proces faciliteren. Het vierde lid bevat een zelfde clausulering als het derde lid, maar dan voor de nu al vaststaande toekomstige samenloop ten behoeve van de business case, alsmede HSL Zuid tussen de juridische merites. Dit mede in het kader van de mogelijk toekomstige vervreemding van de gebruiksrechten van de Betuweroute en de motie-Hofstra cs. van 20 februari 2003 (Kamerstukken 22 589, nr. 214). De Havenspoorlijn/Betuweroute zullen in alle gevallen in de administratie afzonderlijke zichtbaar en traceerbaar moeten zijn.
2. Het in het eerste lid bedoelde beheer omvat de zorg voorstations:
a. Amsterdam Centraal (en in de kwaliteittoekomst eventueel ook Amsterdam Zuid WTC), betrouwbaarheid Schiphol, en beschikbaarheid van de hoofdspoorweginfrastructuurRotterdam Centraal;
b. de eerlijke, niet-discriminerende verdeling van de capaciteit van de hoofdspoorweginfrastructuur zowel ten behoeve van ProRail als ten behoeve van gerechtigdenDen Haag Centraal en Rotterdam Centraal;
c. het leiden Rotterdam Centraal en Breda. Het vierde lid geldt ook nadat de concessieovereenkomst van het verkeer over de hoofdspoorweginfrastructuur.
3. Onder de in het tweede lid, onder a, bedoelde zorg wordt mede verstaan het voorbereiden en uitvoeren 5 december 2001 is vervangen door een aan HSA op grond van artikel 20 van de uitbreiding wet verleende concessie, en ook in geval van hoofdspoorweginfrastructuur die een nauwe samenhang heeft met eventuele opvolgende concessiehouders voor de bestaande hoofdspoorweginfrastructuurHSL Zuid.
Appears in 1 contract
Samples: Vervoerconcessie
Reikwijdte van de concessie. 1Voor de afbakening van het hoofdrailnet wordt verwezen naar het Besluit hoofdrailnet. Aan ProRail wordt Artikel 25, derde lid, van de wet bepaalt voorts dat een concessie verleend voor het beheer openbaar vervoer per trein een omschrijving bevat van de hoofdspoorweginfrastructuurstations waartussen het openbaar vervoer wordt afgewikkeld. Met dit artikel, bestaande uit en behorend bij de als zodanig bij koninklijk besluit aangewezen hoofdspoorwegenin samenhang met het Besluit hoofdrailnet, bedoeld in de artikelen 2 en 124 van de Spoorwegwet, met uitzondering van hoofdspoorweginfrastructuur voorzover voor het beheer daarvan een afzonderlijke concessie geldt.1
0 Xx Xxxxxxxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxx worden in principe tot wordt de reikwijdte van het exclusieve recht van NS bepaald. Het tweede lid regelt dat het hier gaat om de stations:
a. gelegen op de spoorwegverbindingen die zijn aangegeven in het Besluit hoofdrailnet, zoals dat luidt bij inwerkingtreding van deze concessie;
b. die na inwerkingtreding van deze concessie verondersteldmet instemming van de minister worden aangelegd op de spoorwegverbindingen die zijn aangegeven in het Besluit hoofdrailnet. Momenteel De te hanteren criteria en procedures voor opening van een nieuw station en toevoeging van een station aan het hoofdrailnet zijn beschreven in de “Beleidsnotitie aanleg nieuwe stations” (kenmerk DGP/VI/U.00.01732, datum 22 september 2000), die gezonden is aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal. In het derde lid wordt bepaald dat NS daar waar in 2004 tussen de in het derde lid genoemde stations openbaar personenvervoer per trein werd verricht door andere vervoerders of door NS uit hoofde van andere contracten dan het Havenbedrijf Rotterdam Overgangscontract II (de huidige samenloop) zij dit ook in de toekomst moet aanvaarden, en ProRail dat ter vervanging van de nu nog voor die samenloop geldende contracten, bestuursrechtelijke concessies kunnen worden verleend (al dan niet na decentralisatie) aan NS of aan een business-case Betuweroute uitgewerktandere vervoerder. Definitieve besluitvorming ten aanzien De formulering ‘anders dan uit hoofde van deze concessie’ doelt zowel op de huidige situatie met civielrechtelijke contracten, als op de toekomstige situatie met bestuursrechtelijke concessies. De formulering ‘de vóór de verlening van deze concessie bestaande rechten’ doelt niet alleen op de trajecten waarop nu samenloop plaatsvindt, maar ook op de huidige frequenties op die trajecten. Uitbreiding van de samenloop (bijvoorbeeld hogere frequenties) is mogelijk met instemming van NS. Uiteraard kan ook de reikwijdte van de HRN-concessie zal plaatshebben voorafgaand aan verder worden beperkt door middel van een wijziging van dit lid, met toepassing van artikel 29a van de formele verlening wet (aanvaarding NS). Een andere concessie voor openbaar personenvervoer per trein kan immers slechts worden verleend voorzover de reikwijdte van de HRN-concessie daar nog ruimte voor laat. De ‘statische’ clausulering in het derde lid is nodig om NS de zekerheid te geven dat zij gedurende de looptijd van deze concessie niet eenzijdig geconfronteerd kan worden met een toename van de samenloop op het hoofdrailnet. Over de voorwaarden in relatie tot deze samenloop (zoals bijvoorbeeld tarieven en zal onder meer worden gebaseerd bediening van nieuwe stations) en over eventuele uitbreiding van de frequentie op de uitkomst huidige samenloop dienen goede afspraken gemaakt te worden tussen NS, de decentrale vervoerder en beoordeling de concessieverlenende decentrale overheden. NS moet transparant en constructief aan dit overleg meewerken. Het uitgangspunt hierbij is dat er géén concurrentie op het spoor mag ontstaan. Samenloop moet voor beide vervoerders voordelen opleveren en logistiek inpasbaar zijn. Indien vervoerders niet tot overeenstemming kunnen komen zal de minister dit proces faciliteren. Het vierde lid bevat een zelfde clausulering als het derde lid, maar dan voor de nu al vaststaande toekomstige samenloop ten behoeve van de business case, alsmede HSL Zuid tussen de juridische merites. Dit mede in het kader van de mogelijk toekomstige vervreemding van de gebruiksrechten van de Betuweroute en de motie-Hofstra cs. van 20 februari 2003 (Kamerstukken 22 589, nr. 214). De Havenspoorlijn/Betuweroute zullen in alle gevallen in de administratie afzonderlijke zichtbaar en traceerbaar moeten zijn.
2. Het in het eerste lid bedoelde beheer omvat de zorg voorstations:
a. Amsterdam Centraal (en in de kwaliteittoekomst eventueel ook Amsterdam Zuid WTC), betrouwbaarheid Schiphol, en beschikbaarheid van de hoofdspoorweginfrastructuurRotterdam Centraal;
b. de eerlijke, niet-discriminerende verdeling van de capaciteit van de hoofdspoorweginfrastructuur zowel ten behoeve van ProRail als ten behoeve van gerechtigdenDen Haag Centraal en Rotterdam Centraal;
c. het leiden Rotterdam Centraal en Breda. Het vierde lid geldt ook nadat de concessieovereenkomst van het verkeer over de hoofdspoorweginfrastructuur.
3. Onder de in het tweede lid, onder a, bedoelde zorg wordt mede verstaan het voorbereiden en uitvoeren 5 december 2001 is vervangen door een aan HSA op grond van artikel 20 van de uitbreiding wet verleende concessie, en ook in geval van hoofdspoorweginfrastructuur die een nauwe samenhang heeft met eventuele opvolgende concessiehouders voor de bestaande hoofdspoorweginfrastructuurHSL Zuid.
Appears in 1 contract
Samples: Vervoerconcessie