Reorganiseren en sociaal plan. a. Als de werkgever wil reorganiseren en daarbij een of meer werknemers wil ontslaan of het werk van werknemers in belangrijke mate wil wijzigen, dan moet hij daarover eerst advies vragen aan de OR of PVT. De werkgever moet dan een reorganisatieplan maken. Daarin staan in ieder geval de volgende onderwerpen: - Hoe de werkgever ervoor zorgt dat het werk voor de cliënten doorgaat. - Hoe de werkgever de uitgaven voor personeel kan verminderen. - Hoe de werkgever denkt meer inkomsten te verkrijgen. - Welke functies de werkgever wil veranderen in de reorganisatie en hoe. - Hoe de werkgever de reorganisatie gaat uitvoeren. b. Als de werkgever in de reorganisatie werknemers wil ontslaan, dan moet de werkgever ook een uitvoeringsplan maken. Daarin staan in ieder geval de volgende onderwerpen: - Welke functies door de reorganisatie verdwijnen. - Welke functies uitwisselbaar zijn. In de Ontslagregeling staat omschreven wat wordt verstaan onder uitwisselbare functies (zie hiervoor ook hoofdstuk 1 begripsbepalingen). - Hoeveel arbeidsplaatsen er ongeveer zullen verdwijnen door de reorganisatie. c. In verband met de transitie en transformatie, nodigt de werkgever de werknemersorganisaties uit voor een overleg om gezamenlijk te bespreken welk effect de transitie en transformatie in de organisatie heeft. Om bij reorganisaties duidelijkheid en zekerheid te kunnen bieden, moet iedere organisatie, die valt onder de werkingssfeer van deze cao beschikken over een sociaal plan dat is overeengekomen met werknemersorganisaties. De werkgever sluit het sociaal plan af met werknemersorganisaties. De werkgever nodigt alle bij de cao betrokken werknemersorganisaties uit voor overleg over het sociaal plan. In het sociaal plan ligt de nadruk op mobiliteit van werknemers en van-werk-naar-werk-trajecten. De werkgever en de vakbonden spreken vanaf 1 mei 2016 in een sociaal plan onder andere het volgende af: - De werkgever stelt een budget van gemiddeld € 4.000 per boventallige werknemer beschikbaar om de mobiliteit te vergroten. Dit budget is onder andere voor een mobiliteitstraject en/of scholing om de kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren. De werknemer laat de werkgever zien welke kosten hij hiervoor heeft gemaakt. - Voor werknemers die boventallig zijn, geldt een herplaatsingstermijn van 6 maanden. Deze termijn van 6 maanden is inclusief de opzegtermijn en de ontslagprocedure bij UWV-werkbedrijf. - De herplaatsingstermijn van 6 maanden geldt niet in de volgende situatie: - Als een werknemer niet meewerkt aan het vinden van een passende functie, binnen of buiten de organisatie, en /of - als de werknemer niet meewerkt aan een mobiliteitstraject dat de werkgever aanbiedt. De werkgever moet kunnen aantonen dat de werknemer niet meewerkt. De werkgever en de betrokken vakbond(en) kunnen hierover in overleg andere afspraken maken. In een sociaal plan worden ook afspraken gemaakt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In artikel 3.10.b.1 staat welke kosten niet van de transitievergoeding afgetrokken mogen worden. d. Als de werkgever het reorganisatieplan heeft uitgevoerd, dan informeert de werkgever de OR of de PVT schriftelijk over de volgende onderwerpen: - het nieuwe organisatieschema, - een overzicht van het aantal functies dat door de reorganisatie is verdwenen of is veranderd.
Appears in 5 contracts
Samples: Cao Jeugdzorg, Cao Jeugdzorg, Cao Jeugdzorg
Reorganiseren en sociaal plan. a. Als de werkgever wil reorganiseren en daarbij een of meer werknemers wil ontslaan of het werk van werknemers in belangrijke mate wil wijzigen, dan moet hij daarover eerst advies vragen aan de OR ondernemingsraad of PVTpersoneelsvertegenwoordiging. De werkgever moet dan een reorganisatieplan maken. Daarin staan in ieder geval de volgende onderwerpen: - Hoe de werkgever ervoor zorgt dat het werk voor de cliënten doorgaat. - Hoe de werkgever de uitgaven voor personeel kan verminderen. - Hoe de werkgever denkt meer inkomsten te verkrijgen. - Welke functies de werkgever wil veranderen in de reorganisatie en hoe. - Hoe de werkgever de reorganisatie gaat uitvoeren.
b. Als de werkgever in de reorganisatie werknemers wil ontslaan, dan moet de werkgever ook een uitvoeringsplan maken. Daarin staan in ieder geval de volgende onderwerpen: - Welke functies door de reorganisatie verdwijnen. - Welke functies uitwisselbaar zijn. In de Ontslagregeling staat omschreven wat wordt verstaan onder uitwisselbare functies (zie hiervoor ook hoofdstuk 1 begripsbepalingen). - Hoeveel arbeidsplaatsen er ongeveer zullen verdwijnen door de reorganisatie.
c. In verband met de transitie en transformatie, nodigt de werkgever de werknemersorganisaties uit voor een overleg om gezamenlijk te bespreken welk effect de transitie en transformatie in de organisatie heeft. Om bij reorganisaties duidelijkheid en zekerheid te kunnen bieden, moet iedere organisatie, die valt onder de werkingssfeer van deze cao beschikken over een sociaal plan dat is overeengekomen met werknemersorganisaties. De werkgever sluit het sociaal plan af met werknemersorganisaties. De werkgever nodigt alle bij de cao betrokken werknemersorganisaties uit voor overleg over het sociaal plan. In het sociaal plan ligt de nadruk op mobiliteit van werknemers en van-werk-naar-werk-trajecten. De Vanaf 1 mei 2016 spreken de werkgever en de vakbonden spreken vanaf 1 mei 2016 in een sociaal plan onder andere het volgende af: - De werkgever stelt een budget van gemiddeld € 4.000 per boventallige werknemer beschikbaar om de mobiliteit te vergroten. Dit budget is onder andere voor een mobiliteitstraject en/of scholing om de kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren. De werknemer laat de werkgever zien welke kosten hij hiervoor heeft gemaakt. - Voor werknemers die boventallig zijn, geldt een herplaatsingstermijn van 6 maanden. Deze termijn van 6 maanden is inclusief de opzegtermijn en de ontslagprocedure bij UWV-werkbedrijf. - De herplaatsingstermijn van 6 maanden geldt niet in de volgende situatie: - Als een werknemer niet meewerkt aan het vinden van een passende functie, binnen of buiten de organisatie, en /of - als de werknemer niet meewerkt aan een mobiliteitstraject dat de werkgever aanbiedt. De werkgever moet kunnen aantonen dat de werknemer niet meewerkt. De werkgever en de betrokken vakbond(en) kunnen hierover in overleg andere afspraken maken. In een sociaal plan worden ook afspraken gemaakt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In artikel 3.10.b.1 staat welke kosten niet van de transitievergoeding afgetrokken mogen worden.
d. Als de werkgever het reorganisatieplan heeft uitgevoerd, dan informeert de werkgever de OR ondernemingsraad of de PVT personeelsvertegenwoordiging schriftelijk over de volgende onderwerpen: - het nieuwe organisatieschema, - een overzicht van het aantal functies dat door de reorganisatie is verdwenen of is veranderd.
Appears in 3 contracts
Samples: Cao Jeugdzorg, Cao Jeugdzorg, Cao Jeugdzorg
Reorganiseren en sociaal plan. a. Als de werkgever wil reorganiseren en daarbij een of meer werknemers wil ontslaan of het werk van werknemers in belangrijke mate wil wijzigen, dan moet hij daarover eerst advies vragen aan de OR of PVT. De werkgever moet dan een reorganisatieplan maken. Daarin staan in ieder geval de volgende onderwerpen: - Hoe de werkgever ervoor zorgt dat het werk voor de cliënten doorgaat. - Hoe de werkgever de uitgaven voor personeel kan verminderen. - Hoe de werkgever denkt meer inkomsten te verkrijgen. - Welke functies de werkgever wil veranderen in de reorganisatie en hoe. - Hoe de werkgever de reorganisatie gaat uitvoeren.
b. Als de werkgever in de reorganisatie werknemers wil ontslaan, dan moet de werkgever ook een uitvoeringsplan maken. Daarin staan in ieder geval de volgende onderwerpen: - Welke functies door de reorganisatie verdwijnen. - Welke functies uitwisselbaar zijn. In de Ontslagregeling staat omschreven wat wordt verstaan onder uitwisselbare functies (zie hiervoor ook hoofdstuk 1 begripsbepalingen). - Hoeveel arbeidsplaatsen er ongeveer zullen verdwijnen door de reorganisatie.
c. In verband met Als de transitie en transformatiewerkgever wil reorganiseren, nodigt de werkgever de werknemersorganisaties uit voor een overleg om gezamenlijk te bespreken welk effect de transitie en transformatie reorganisatie in de organisatie heeft. Om bij reorganisaties duidelijkheid en zekerheid te kunnen bieden, moet iedere organisatie, die valt onder de werkingssfeer van deze cao beschikken over een sociaal plan dat is overeengekomen met werknemersorganisaties. De werkgever sluit het sociaal plan af met werknemersorganisaties. De werkgever nodigt alle bij de cao betrokken werknemersorganisaties uit voor overleg over het sociaal plan. In het sociaal plan ligt de nadruk op mobiliteit van werknemers en van-werk-naar-werk-werk- trajecten. De werkgever en de vakbonden spreken vanaf 1 mei 2016 in een sociaal plan onder andere het volgende af: - De werkgever stelt een budget van gemiddeld € 4.000 per boventallige werknemer beschikbaar om de mobiliteit te vergroten. Dit budget is onder andere voor een mobiliteitstraject en/of scholing om de kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren. De werknemer laat de werkgever zien welke kosten hij hiervoor heeft gemaakt. - Voor werknemers die boventallig zijn, geldt wordt een herplaatsingstermijn van 6 maandenafgesproken. Deze termijn herplaatsingstermijn is afhankelijk van 6 maanden is inclusief de opzegtermijn en plaatselijke context in relatie tot de ontslagprocedure bij UWV-werkbedrijf. - De herplaatsingstermijn van 6 maanden geldt niet in de volgende situatie: - Als een werknemer niet meewerkt aan het vinden van een passende functie, binnen of buiten de organisatie, en /of - als de werknemer niet meewerkt aan een mobiliteitstraject dat de werkgever aanbiedt. De werkgever moet kunnen aantonen dat de werknemer niet meewerktarbeidsmarkt. De werkgever en de betrokken vakbond(en) kunnen hierover in overleg andere afspraken maken. Afspraken voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd In een sociaal plan worden ook afspraken gemaakt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Afspraken over transitievergoeding In artikel 3.10.b.1 3.10.A staat welke kosten niet van de transitievergoeding afgetrokken mogen worden.
d. Als de werkgever het reorganisatieplan heeft uitgevoerd, dan informeert de werkgever de OR of de PVT schriftelijk over de volgende onderwerpen: - het Het nieuwe organisatieschema, . - een Een overzicht van het aantal functies dat door de reorganisatie is verdwenen of is veranderd.
Appears in 3 contracts
Samples: Cao Jeugdzorg 2021 2023, Cao Jeugdzorg 2021 2023, Cao Jeugdzorg 2021 2023
Reorganiseren en sociaal plan. a. Als de werkgever wil reorganiseren en daarbij een of meer werknemers wil ontslaan of het werk van werknemers in belangrijke mate wil wijzigen, dan moet hij daarover eerst advies vragen aan de OR of PVT. De werkgever moet dan een reorganisatieplan maken. Daarin staan in ieder geval de volgende onderwerpen: - Hoe de werkgever ervoor zorgt dat het werk voor de cliënten doorgaat. - Hoe de werkgever de uitgaven voor personeel kan verminderen. - Hoe de werkgever denkt meer inkomsten te verkrijgen. - Welke functies de werkgever wil veranderen in de reorganisatie en hoe. - Hoe de werkgever de reorganisatie gaat uitvoeren.
b. Als de werkgever in de reorganisatie werknemers wil ontslaan, dan moet de werkgever ook een uitvoeringsplan maken. Daarin staan in ieder geval de volgende onderwerpen: - Welke functies door de reorganisatie verdwijnen. - Welke functies uitwisselbaar zijn. In de Ontslagregeling staat omschreven wat wordt verstaan onder uitwisselbare functies (zie hiervoor ook hoofdstuk 1 begripsbepalingen). - Hoeveel arbeidsplaatsen er ongeveer zullen verdwijnen door de reorganisatie.
c. In verband met de transitie en transformatie, nodigt de werkgever de werknemersorganisaties uit voor een overleg om gezamenlijk te bespreken welk effect de transitie en transformatie in de organisatie heeft. Om bij reorganisaties duidelijkheid en zekerheid te kunnen bieden, moet iedere organisatie, die valt onder de werkingssfeer van deze cao beschikken over een sociaal plan dat is overeengekomen met werknemersorganisaties. De werkgever sluit het sociaal plan af met werknemersorganisaties. De werkgever nodigt alle bij de cao betrokken werknemersorganisaties uit voor overleg over het sociaal plan. In het sociaal plan ligt de nadruk op mobiliteit van werknemers en van-werk-naar-werk-trajecten. De werkgever en de vakbonden spreken vanaf 1 mei 2016 in een sociaal plan onder andere het volgende af: - De werkgever stelt een budget van gemiddeld € 4.000 per boventallige werknemer beschikbaar om de mobiliteit te vergroten. Dit budget is onder andere voor een mobiliteitstraject en/of scholing om de kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren. De werknemer laat de werkgever zien welke kosten hij hiervoor heeft gemaakt. - Voor werknemers die boventallig zijn, geldt een herplaatsingstermijn van 6 maanden. Deze termijn van 6 maanden is inclusief de opzegtermijn en de ontslagprocedure bij UWV-werkbedrijf. - De herplaatsingstermijn van 6 maanden geldt niet in de volgende situatie: - Als een werknemer niet meewerkt aan het vinden van een passende functie, binnen of buiten de organisatie, en /of - als de werknemer niet meewerkt aan een mobiliteitstraject dat de werkgever aanbiedt. De werkgever moet kunnen aantonen dat de werknemer niet meewerkt. De werkgever en de betrokken vakbond(en) kunnen hierover in overleg andere afspraken maken. Afspraken voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd In een sociaal plan worden ook afspraken gemaakt voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Afspraken over transitievergoeding In artikel 3.10.b.1 3.10.1 staat welke kosten niet van de transitievergoeding afgetrokken mogen worden.
d. Als de werkgever het reorganisatieplan heeft uitgevoerd, dan informeert de werkgever de OR of de PVT schriftelijk over de volgende onderwerpen: - het Het nieuwe organisatieschema, . - een Een overzicht van het aantal functies dat door de reorganisatie is verdwenen of is veranderd.
Appears in 1 contract
Samples: Cao Jeugdzorg