Common use of Retentie- en pandrecht Clause in Contracts

Retentie- en pandrecht. 10.1 CDM’s Koeriersdienst heeft jegens een ieder die daarvan afgifte verlangt een retentierecht op de zending en documenten die hij in verband met de overeenkomst onder zich heeft. Dit recht komt CDM’s Koeriersdienst niet toe indien hij op het tijdstip dat hij de zending voor vervoer ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van de opdrachtgever de zending voor vervoer aan te bieden. 10.2 Het retentierecht heeft mede betrekking op hetgeen bij wijze van rembours op de zending drukt, alsmede op de hem in verband met het rembours toekomende provisie, waarvoor hij geen zekerheid behoeft te aanvaarden. 10.3 Tegenover de opdrachtgever kan CDM’s Koeriersdienst het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met voorgaande overeenkomsten. 10.4 Tegenover de geadresseerde, die in die hoedanigheid tot voorgaande overeenkomsten toetrad, kan CDM’s Koeriersdienst het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met die voorgaande overeenkomsten. 10.5 Indien bij de afrekening geschil ontstaat over het verschuldigde bedrag of ter bepaling daarvan een niet spoedig uit te voeren berekening nodig is, is hij die aflevering vordert, verplicht het gedeelte over welke verschuldigdheid partijen het eens zijn, terstond te voldoen en voor de betaling van het door hem betwiste gedeelte of van het gedeelte waarvan het bedrag nog niet vaststaat, zekerheid te stellen. 10.6 Alle zaken, documenten en gelden, die CDM’s Koeriersdienst in verband met de overeenkomst onder zich heeft, strekken hem tot pand voor alle vorderingen die hij op de opdrachtgever heeft. 10.7 Behoudens in de gevallen waarin de opdrachtgever in staat van faillissement verkeert, hem surseance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de Wet Schuldsaneringsregeling Natuurlijke Personen van toepassing is verklaard, heeft CDM’s Koeriersdienst nimmer het recht de verpande zaken te verkopen zonder toestemming van de rechter.

Retentie- en pandrecht. 10.1 CDM’s Koeriersdienst a. Van Werven heeft jegens een ieder die daarvan afgifte verlangt verlangt, een retentierecht op de zending gelden, zaken en documenten die hij in verband met de overeenkomst onder zich heeft. Dit recht komt CDM’s Koeriersdienst niet toe indien hij op het tijdstip dat hij de zending voor vervoer ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van . b. Tegenover de opdrachtgever of de zending geadresseerde kan Van Werven het recht van retentie steeds uitoefenen voor vervoer aan te bieden. 10.2 Het retentierecht heeft mede betrekking op hetgeen hem verschuldigd is of zal worden door opdrachtgever of geadresseerde uit welken hoofde ook. Hij kan dit recht tevens uitoefenen voor hetgeen bij wijze van rembours op de zending zaken drukt, alsmede op . c. Van Werven kan het in lid 4.7.b toegekende recht van retentie eveneens uitoefenen voor hetgeen hem door de opdrachtgever nog verschuldigd is in verband met voorgaande overeenkomsten. d. Van Werven kan het recht van retentie tevens uitoefenen voor een hem in verband met het een rembours toekomende provisie, waarvoor hij geen zekerheid behoeft te aanvaarden. 10.3 Tegenover de opdrachtgever kan CDM’s Koeriersdienst het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met voorgaande overeenkomsten. 10.4 Tegenover de geadresseerde, die in die hoedanigheid tot voorgaande overeenkomsten toetrad, kan CDM’s Koeriersdienst het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met die voorgaande overeenkomsten. 10.5 e. Indien bij de afrekening geschil ontstaat over het verschuldigde bedrag of ter bepaling daarvan een niet spoedig uit te voeren berekening nodig is, is hij die aflevering vordert, verplicht het gedeelte over welke verschuldigdheid partijen het eens zijn, terstond te voldoen en voor de betaling van het door hem betwiste gedeelte of van het gedeelte waarvan het bedrag nog niet vaststaat, zekerheid te stellen. 10.6 Alle f. Op alle zaken, documenten en gelden, die CDM’s Koeriersdienst in verband Van Werven uit welken hoofde en met de overeenkomst welke bestemming dan ook onder zich heeftheeft of zal krijgen, strekken hem tot pand wordt geacht een pandrecht te zijn gevestigd als bedoeld in art. 3:236 BW voor alle vorderingen vorderingen, die hij ten laste van de opdrachtgever of van de eigenaar heeft of zal krijgen. g. Verkoop van enig onderpand geschiedt op de opdrachtgever heeftbij de wet bepaalde wijze of -indien daaromtrent overeenstemming bestaat - onderhands. 10.7 Behoudens h. De bevoegdheid tot verkoop als bedoeld in het voorgaande lid houdt in de gevallen waarin zich in zijn bezit bevindende zaken op kosten van de opdrachtgever te verkopen overeenkomstig de artikelen 3:249 e.v. BW en zichzelf uit de opbrengst alle door de opdrachtgever verschuldigde bedragen te voldoen, e.e.a indien de opdrachtgever in staat van faillissement verkeertgebreke is de bedragen te voldoen, die door hem surseance van betaling is verleend of ten aanzien van hem aan Van Werven verschuldigd zijn, dan wel de Wet Schuldsaneringsregeling Natuurlijke Personen van toepassing is verklaardopdrachtgever Van Werven goede grond heeft gegeven te vrezen, heeft CDM’s Koeriersdienst nimmer het recht dat in die betalingsverplichtingen zal worden tekortgeschoten. i. Van Werven kan de verpande zaken desgevraagd doen vervangen door een uitsluitend te verkopen zonder toestemming zijner beoordeling staande andere gelijkwaardige zekerheid. j. Op eerste verzoek van Van Werven zal de opdrachtgever zekerheid stellen voor vracht, rechten, belastingen, heffingen, premies, en andere kosten die Van Werven maakt of verlangd wordt te maken ten behoeve van de rechteropdrachtgever. k. Alle gevolgen van het niet (tijdig) voldoen aan een verplichting tot zekerheidstelling komen ten laste van de opdrachtgever.

Retentie- en pandrecht. 10.1 CDM1. Let’s Koeriersdienst Go Koeriers heeft jegens een ieder eenieder die daarvan afgifte verlangt een retentierecht op de zending en documenten die hij in verband met de overeenkomst onder zich heeft. Dit recht komt CDMLet’s Koeriersdienst Go Koeriers niet toe indien hij op het tijdstip dat hij de zending voor vervoer ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van de opdrachtgever de zending voor vervoer aan te bieden. 10.2 2. Het retentierecht heeft mede betrekking op hetgeen bij wijze van rembours op de zending drukt, alsmede op de hem in verband met het rembours toekomende provisie, waarvoor hij geen zekerheid behoeft te aanvaarden. 10.3 3. Tegenover de opdrachtgever kan CDMLet’s Koeriersdienst Go Koeriers het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met voorgaande overeenkomsten. 10.4 4. Tegenover de geadresseerde, die in die hoedanigheid tot voorgaande overeenkomsten toetrad, kan CDMLet’s Koeriersdienst Go Koeriers het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met die voorgaande overeenkomsten. 10.5 5. Indien bij de afrekening geschil ontstaat over het verschuldigde bedrag of ter bepaling daarvan een niet spoedig uit te voeren berekening nodig is, is hij die aflevering vordert, verplicht het gedeelte over welke verschuldigdheid partijen het eens zijn, terstond te voldoen en voor de betaling van het door hem betwiste gedeelte of van het gedeelte waarvan het bedrag nog niet vaststaat, zekerheid te stellen. 10.6 6. Alle zaken, documenten en gelden, die CDMLet’s Koeriersdienst Go Koeriers in verband met de overeenkomst onder zich heeft, strekken hem tot pand voor alle vorderingen die hij op de opdrachtgever heeft. 10.7 7. Behoudens in de gevallen waarin de opdrachtgever in staat van faillissement verkeert, hem surseance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de Wet Schuldsaneringsregeling Natuurlijke Personen van toepassing is verklaard, heeft CDMLet’s Koeriersdienst Go Koeriers nimmer het recht de verpande zaken te verkopen zonder toestemming van de rechterrechter conform artikel 3:248 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Retentie- en pandrecht. 10.1 CDM’s Koeriersdienst a. Van Werven heeft jegens een ieder ieder, die daarvan afgifte verlangt verlangt, een retentierecht op de zending gelden, zaken en documenten documenten, die hij in verband met de overeenkomst onder zich heeft. Dit recht komt CDM’s Koeriersdienst niet toe indien hij op het tijdstip dat hij de zending voor vervoer ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van . b. Tegenover de opdrachtgever of de zending geadresseerde kan Van Werven het recht van retentie steeds uitoefenen voor vervoer aan te bieden. 10.2 Het retentierecht heeft mede betrekking op hetgeen hem verschuldigd is of zal worden door opdrachtgever of geadresseerde uit welken hoofde ook. Hij kan dit recht tevens uitoefenen voor hetgeen bij wijze van rembours op de zending zaken drukt, alsmede op . c. Van Werven kan het in lid 4.7.b toegekende recht van retentie eveneens uitoefenen voor het- geen hem door de opdrachtgever nog verschuldigd is in verband met voorgaande overeenkom- sten. d. Van Werven kan het recht van retentie tevens uitoefenen voor een hem in verband met het een rembours toekomende provisie, waarvoor hij geen zekerheid behoeft te aanvaarden. 10.3 Tegenover de opdrachtgever kan CDM’s Koeriersdienst het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met voorgaande overeenkomsten. 10.4 Tegenover de geadresseerde, die in die hoedanigheid tot voorgaande overeenkomsten toetrad, kan CDM’s Koeriersdienst het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met die voorgaande overeenkomsten. 10.5 e. Indien bij de afrekening geschil ontstaat over het verschuldigde bedrag of ter bepaling daarvan een niet spoedig uit te voeren berekening nodig is, is hij die aflevering vordert, verplicht het gedeelte over welke verschuldigdheid partijen het eens zijn, terstond te voldoen en voor de betaling beta- ling van het door hem betwiste gedeelte of van het gedeelte gedeelte, waarvan het bedrag nog niet vaststaatvast- staat, zekerheid te stellen. 10.6 Alle f. Op alle zaken, documenten en gelden, die CDM’s Koeriersdienst in verband Van Werven uit welken hoofde en met de overeenkomst welke bestemming dan ook onder zich heeftheeft of zal krijgen, strekken hem tot pand wordt geacht een pandrecht te zijn gevestigd als bedoeld in art. 3:236 BW voor alle vorderingen vorderingen, die hij ten laste van de opdrachtge- ver of van de eigenaar heeft of zal krijgen. g. Verkoop van enig onderpand geschiedt op de opdrachtgever heeftbij de wet bepaalde wijze of -indien daarom trent overeenstemming bestaat - onderhands. 10.7 Behoudens h. De bevoegdheid tot verkoop als bedoeld in het voorgaande lid houdt in de gevallen waarin zich in zijn bezit bevindende zaken op kosten van de opdrachtgever te verkopen overeenkomstig de artikelen 3:249 e.v. BW en zichzelf uit de opbrengst alle door de opdrachtgever verschuldigde bedragen te voldoen, e.e.a indien de opdrachtgever in staat van faillissement verkeertgebreke is de bedragen te voldoen, die door hem surseance van betaling is verleend of ten aanzien van hem aan Van Werven verschuldigd zijn, dan wel de Wet Schuldsaneringsregeling Natuurlijke Personen van toepassing is verklaardopdrachtgever Van Werven goede grond heeft gegeven te vrezen, heeft CDM’s Koeriersdienst nimmer het recht dat in die betalingsverplichtingen zal worden tekortgeschoten. i. Van Werven kan de verpande zaken desgevraagd doen vervangen door een uitsluitend te verkopen zonder toestemming zijner valstoffen/grond te (laten) nemen en deze te (laten) analyseren. De hieraan verbonden kosten zijn voor rekening van de rechteropdrachtgever.