Retentierecht en pandrecht. 28.1 Het opslagbedrijf heeft jegens een ieder, die daarvan afgifte verlangt een pandrecht en een retentierecht op alle zaken, documenten en gelden die het opslagbedrijf uit welke hoofde en met welke bestemming ook onder zich heeft of zal krijgen, voor alle vorderingen die hij ten laste van de opdrachtgever en/of eigenaar heeft of mocht krijgen. 28.2 Het opslagbedrijf kan de hem in lid 1 toegekende rechten eveneens uitoefenen voor hetgeen hem door de opdrachtgever nog verschuldigd is in verband met voorgaande opdrachten. 28.3 Het opslagbedrijf zal een ieder die ten behoeve van de opdrachtgever zaken aan het opslagbedrijf toevertrouwt voor het verrichten van werkzaamheden beschouwen als door de opdrachtgever gevolmachtigd tot het vestigen van een retentie- en pandrecht op deze zaken. 28.4 Bij niet voldoening van de vordering geschiedt de verkoop van het onderpand op de bij de wet bepaalde wijze of -indien daaromtrent overeenstemming bestaat- onderhands.
Appears in 8 contracts
Samples: Algemene Voorwaarden, Algemene Voorwaarden, Opslagvoorwaarden