SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST Voorbeeldclausules

SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST. SAMENVATTING Deze sectorrapportage is het resultaat van de achtste Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer (BVZ), uitgevoerd voor en door de 21 Nederlandse waterschappen. Met deze vergelijkingen maken de waterschappen sinds 1999 iedere drie jaar de resultaten en kosten van het rioolwaterzuiveringsbeheer inzichtelijk. Zo ontstaat een eenvoudige manier voor waterschappen om van elkaar te leren en zo gezamenlijk te verbeteren. De resultaten hebben betrekking op het jaar 2021 en laten de landelijke trends in het zuiveringsbeheer zien tussen 2006 en 2021.
SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST. 3.1.2 Capaciteit versus belasting van zuiveringsinstallaties Tussen 2018 en 2021 zijn acht zuiveringsinstallaties buiten werking gesteld. In veel gevallen gaat het om relatief kleinschalige zuiverings- installaties. De gezamenlijke (ontwerp)capaciteit van de overgebleven installaties is afgenomen met 0,9% naar 29,6 miljoen i.e. Het resultaat, in combinatie met andere ontwikkelingen zoals bevolkingsgroei, is dat de gemiddelde belastinggraad van de zuiveringen (de verhouding tussen totale ontwerpcapaciteit en totale daadwerkelijke belasting) is of wordt kan het afkoppelen van hemelwater een oplossing zijn. Daarnaast signaleren sommige waterschappen onzekerheden in de afvalwaterprognoses. Zij ervaren hierop minder grip. Met de CoP afvalwaterprognoses verbeteren zij gezamenlijk deze prognoses om ook in de toekomst de juiste capaciteit beschikbaar te hebben. INFOGRAPHIC 20 VOORWOORD SAMENVATTING‌‌‌
SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST. BEDRIJFSVERGELIJKING ZUIVERINGSBEHEER Zicht op verleden, heden en toekomst INFOGRAPHIC VOORWOORD SAMENVATTING‌
SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST. VOORWOORD Het zuiveren van rioolwater is een van de kerntaken van de waterschappen. We zijn daarbij continu op zoek naar kansen voor verbetering en innovatie. Daarom voeren we iedere drie jaar de Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer (BVZ) uit. Deze bedrijfsvergelijking geeft inzicht in verschillen en overeenkomsten in het zuiveringsbeheer en dat helpt om van en met elkaar te leren en inspireren. Deze rapportage bevat de resultaten van de achtste editie van de BVZ. Zo krijgen we inzicht in de zuiveringsprestaties en -kosten over het jaar 2021, veelal in vergelijking met die uit vorige editie(s). Speciaal aan deze editie is dat de beschouwde periode deels samenviel met de COVID-19-pandemie. Om de gezondheid van medewerkers te waarborgen werden werkmethodes aangepast. Bovendien spelen de waterschappen door hun bijdrage aan de rioolwatersurveillance een belangrijke rol in de bestrijding van het virus. Het zuiveren van rioolwater in rioolwaterzuiveringsinstallaties draagt bij aan de volksgezondheid, een goede oppervlaktewaterkwaliteit en biedt allerlei kansen op het gebied van terugwinning van grondstoffen en energieopwekking. Als waterschappen bundelen we onze krachten – bijvoorbeeld op het gebied van verregaande verwijdering van microverontreinigingen – om deze kansen zo goed mogelijk te benutten. Deze BVZ laat zien dat we trots mogen zijn op de prestaties van onze waterzuiveringen. Het gezuiverde water voldoet aan de kwaliteitseisen en de kostenstijging was tot en met 2021 beperkt. Aandachtspunt is een hoger gebruik van hulpstoffen voor ontwatering van slib. Daarnaast is een belangrijk deel van de transportinfrastructuur veertig tot zestig jaar oud, en is er dus een vervangingsopgave te verwachten. Naast de reguliere zuiveringstaak komen steeds meer ontwikkelingen op ons af, zoals opkomende stoffen, voldoen aan strenge KRW-eisen, beperkingen rond de capaciteit van de slibeindverwerking en afspraken om te verduurzamen. Ook het veranderende klimaat heeft zijn weerslag op het zuiveren van ons water. Het opvallend droge jaar 2018 illustreerde dit al, maar ook de verwerking van piekbuien zoals in 2021 laat dit zien. Bijzonder thema is ook de rol van de waterschappen in de monitoring van COVID-19. Het vasthouden van het bestaande hoge niveau van de zuiveringen, in combinatie met deze uitdagingen, zorgt ervoor dat er de komende jaren veel van de waterschappen gevraagd wordt op zuiveringsgebied. En dat in een tijd van krapte op de arbeidsmarkt, een tekort aan mater...
SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST. TOEKOMST: BLIJVEN AANPASSEN AAN VERANDERENDE CONTEXT Al met al is op dit moment de zuiveringstaak goed op orde. De waterschappen blijven investeren en blijven er hard aan werken om dit hoge niveau van dienstverlening in de toekomst voort te zetten. Om de zuiveringstaak in de toekomst naar behoren uit te voeren, en te voldoen aan de afname-afspraken met gemeenten, moet de infrastructuur goed blijven functioneren. Veel van de transportstelsels zijn veertig tot vijftig jaar geleden aangelegd. In financiële zin zijn deze volledig afgeschreven, maar technisch blijken de leidingen nog op orde te zijn. Dit betekent wel dat de nodige waterschappen aan de vooravond staan van grote vervangingsopgaven. Ook voor de RWZI’s geldt dat deze veelal enkele decennia geleden zijn gebouwd. Sindsdien zijn deze gerenoveerd, uitgebreid en aangepast om aan de veranderende eisen te blijven voldoen, waardoor de zuiveringen nog goed op orde zijn. De toename van de belasting van de RWZI’s zet door, inmiddels is de belastinggraad bijna 90%. Dit heeft te maken met de afname van het aantal RWZI’s (zonder dat de ontwerpcapaciteit van de overgebleven installaties is toegenomen) en de toenemende hoeveelheid vervuiling in het rioolwater. Hierdoor wordt de beschikbare capaciteit beter benut. De grotere vuilvracht zorgt voor een hogere slibproductie. Een groot deel daarvan wordt vergist: 86% van de totale slibproductie. Hierdoor is de specifieke slibproductie (hoeveelheid per i.e.) afgenomen. Tegelijkertijd is de capaciteit voor slibeindverwerking onder druk komen te staan. Door zich gezamenlijk te committeren aan een robuust plan slibeindverwerking voorkomen de waterschappen een capaciteitstekort in de toekomst.
SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST. INFOGRAPHIC Aantal waterzuiveringsinstallaties: 315 (-2,5%) Totaal energieverbruik: 5.730 TJ (+5,0%) Financiën Totale kosten: € 1.118 mln (+7,9%) Tarief zuiveringsheffing: € 60,44 (+7,4%) Aantal aangeslagen_vervuilingseenheden: 21,4 mln (-5,1%)
SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST. Naarmate de tijd vordert wordt de opgave van de waterschappen in het zuiveringsbeheer steeds groter. Zo moet een grote verbeterslag plaatsvinden van de kwaliteit van het oppervlaktewater om te kunnen voldoen aan de doelen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). De zuiveringen kunnen hieraan bijdragen door het rioolwater verdergaand te zuiveren. Ook de herziening van de Europese Richtlijn Stedelijk afvalwater zal de eisen aan het zuiveringsproces beïnvloeden. Daarnaast is het gezuiverde water een belangrijke bron van zoet water, zeker in tijden van droogte. Ook in het beperken van klimaatverandering spelen de zuiveringen een rol, door het beperken van de uitstoot van broeikasgassen, het produceren van duurzame energie en het produceren van grondstoffen. Met betrekking tot energie, CO2-emissies en grondstoffen zijn duidelijke nationale ambities vastgelegd.
SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST. De basisindicatoren die waterschappen gebruiken om inzicht te verkrijgen in de mate waarin de basis van de zuiveringstaak op orde is, zijn onder te verdelen in een aantal categorieën: • de mate waarin wordt voldaan aan de afname-afspraak: het nakomen van afspraken met gemeentes over de af te nemen hoeveelheid; • de mate waarin wordt voldaan aan de lozingseisen: het behalen van de kwaliteitseisen die zijn vastgelegd in het Activiteitenbesluit, eventueel aangevuld met maatwerkvoorschriften; • de zuiveringsprestatie: het samengestelde rendement van de verwijdering van de belangrijkste afvalstoffen (stikstof, fosfor en zuurstofbindende stoffen); • de prestaties van de slibverwerking: de slibproductie, het ontwate- ringsresultaat en het verbruik van chemische hulpstoffen; • de technische beschikbaarheid van de infrastructuur: transportlei- dingen en installaties voor zuivering en slibverwerking; • de ontwikkeling van de kosten: kosten van het zuiveringsbeheer ten opzichte van de prestaties en de hoogte van de zuiverings- heffing. De volgende paragrafen zetten de resultaten van de waterschappen op deze indicatoren op een rij. Daarbij wordt steeds het landelijke beeld geschetst, gebaseerd op de gemiddelde (of totale) prestatie van alle waterschappen.
SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST. HOEVEELHEID AANGEVOERD RIOOLWATER PER I.E. NEERSLAG De totale kosten voor het transport en de zuivering van het rioolwater en de verwerking van het zuiveringsslib bedroegen in totaal € 1.118 miljoen in 2021, een toename van 7,8% ten opzichte van 2018 (zie ook paragraaf 2.6). 60% 40% 20% 0% 2006 2009 2012 2015 2018 2021 INFOGRAPHIC 10 VOORWOORD SAMENVATTING‌‌
SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST het Activiteitenbesluit om de parameters chemisch en biochemisch zuurstofverbruik, stikstof, fosfor en onopgeloste bestanddelen. Aansluitend kunnen maatwerkvoorschriften of aanvullende eisen worden opgesteld met daarin ruimere of strengere normen voor bovenstaande parameters of aanvullende normen voor andere parameters, zoals ammonium of nitriet. Een voorwaarde voor minder strenge maatwerkvoorschriften is dat het verwijderingsrendement voor stikstof en fosfor van alle RWZI’s van het betreffende waterschap minimaal 75% is. Voor 6% van de zuiveringen gelden aanvullende eisen. De kwaliteit van het effluent wordt gemeten om te kunnen bepalen in hoeverre het voldoet aan de gestelde eisen. De maat hiervoor is het ‘nalevingspercentage’, dat aangeeft in hoeveel procent van de metingen de kwaliteit van het effluent voldoende is. Dit percentage wordt bijgesteld wanneer niet wordt voldaan aan de lozingseisen door oorzaken buiten de invloedssfeer van het waterschap, bijvoorbeeld vanwege een (externe) calamiteit, zoals een (onvoorziene) lozing Waterschappen gaan steeds meer slib (centraal) vergisten, wat invloed heeft op de hoeveelheid stikstof en fosfor die een RWZI moet verwijderen. Het is financieel aantrekkelijk om vergisting op grotere schaal te doen, mede vanwege de nodige randvoorzieningen (warmte- krachtkoppeling of groengasopwekking, deelstroom-behandeling) en de bijbehorende veiligheidseisen die voor deze installaties gelden. Tijdens de vergisting van het slib komen stikstof en fosfor vrij, die uit het water verwijderd moeten worden. Vaak gebeurt dat in dezelfde RWZI, waardoor de zuivering extra belast wordt. Om toch aan de lozingseisen te kunnen voldoen, worden de stikstof- en fosforrijke stromen in sommige gevallen eerst in een aparte installatie verwerkt: een ‘deelstroombehandeling’.