Common use of Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang Clause in Contracts

Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang. a. Wanneer het erfpachtrecht eindigt op de wijze als bedoeld in artikel 4.13, vindt schadeloosstelling plaats op basis van de Onteigeningswet. b. Niet zal worden vergoed de waarde van alles wat in strijd met een bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in de akte van wijziging van het erfpachtrecht is gesticht. Ook zal niet worden vergoed de schade als gevolg van het beëindigen van een activiteit die in strijd met een bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een akte van wijziging van het recht van erfpacht op het registergoed wordt uitgeoefend, tenzij burgemeester en wethouders daartoe schriftelijke toestemming hebben verleend. c. Wanneer de erfpachter zich niet kan verenigen met de door de gemeente aangeboden vergoeding, doet hij hiervan binnen twee maanden na ontvangst van de aangetekende kennisgeving van de vergoeding, schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders. Wanneer geen overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de vergoeding, wordt deze vastgesteld door drie deskundigen, aan te wijzen door de volgens de wet bevoegde rechter. d. Burgemeester en wethouders keren de aan de erfpachter toekomende schadevergoeding uit, na aftrek van wat de erfpachter met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond en de opstallen nog aan de gemeente verschuldigd is. e. Wanneer het erfpachtrecht ten tijde van het eindigen van het recht met hypotheek is bezwaard, wordt in afwijking van lid d. de schadevergoeding, na aftrek van wat aan de gemeente met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond en de opstallen nog verschuldigd is, aan de hypotheekhouder(s) uitgekeerd tot een door burgemeester en wethouders vast te stellen bedrag dat de hypotheekhouder(s) zal toekomen wanneer het een verdeling geldt van de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtrecht. Een daarna overblijvend bedrag van de schadevergoeding wordt uitgekeerd aan de erfpachter. f. Zolang het perceel grond met de opstallen (met uitzondering van door derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten) niet ter vrije beschikking van de gemeente is gesteld, is de gemeente bevoegd 10% van de uitkering overeenkomstig dit artikel achter te houden. g. Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel worden met rechtmatig verkregen gebruiksrechten gelijkgesteld op een andere manier door derden verkregen gebruiksrechten, welke naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen bezwaren opleveren.

Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang. a. Wanneer Indien het erfpachtrecht recht van erfpacht eindigt op de wijze als bedoeld in artikel 4.132.18 van deze algemene erfpachtvoorwaarden, vindt schadeloosstelling plaats op basis met overeenkomstige toepassing van wat daarover is bepaald in de Onteigeningswet. b. Niet zal worden vergoed de waarde van alles wat in strijd met een bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in de akte van wijziging van het erfpachtrecht is gesticht. Ook zal niet worden vergoed de schade als gevolg van het beëindigen van een activiteit die in strijd met een enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een notariële akte houdende wijziging van het recht van erfpacht is gesticht, noch zal worden vergoed de schade ter zake van het beëindigen van een activiteit die in strijd met enige bepaling of voorwaarde in de notariële of in een notariële akte houdende wijziging van het recht van erfpacht op het registergoed de onroerende zaak wordt uitgeoefend, tenzij burgemeester Burgemeester en wethouders Wethouders daartoe schriftelijke schriftelijk toestemming hebben verleend. De erfpachter is gerechtigd om bij het einde van de erfpacht weg te nemen hetgeen niet zal worden vergoed. c. Wanneer Indien de erfpachter zich niet kan verenigen met de door de gemeente aangeboden vergoeding, doet hij hiervan binnen twee maanden na ontvangst van de aangetekende kennisgeving van de vergoeding, schriftelijk mededeling aan burgemeester Burgemeester en wethoudersWethouders. Wanneer Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de vergoeding, wordt deze vastgesteld door drie deskundigen, aan te wijzen door de volgens de wet bevoegde rechter. d. Burgemeester en wethouders Wethouders keren de aan de erfpachter toekomende schadevergoeding vergoeding uit, na aftrek van wat al hetgeen de erfpachter met betrekking tot het erfpachtrechtrecht van erfpacht, de grond onroerende zaak en de opstallen nog aan de gemeente verschuldigd is. e. Wanneer Indien het erfpachtrecht recht van erfpacht ten tijde van het eindigen van het recht met hypotheek is bezwaard, wordt is de gemeente krachtens deze algemene erfpachtvoorwaarden gemachtigd om, in afwijking van lid d. d van dit artikel, de schadevergoedingvergoeding, na aftrek van wat aan de gemeente uit hoofde van de erfpachtovereenkomst en deze algemene erfpachtvoorwaarden met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond en de opstallen onroerende zaak nog verschuldigd iste vorderen heeft, aan de hypotheekhouder(s) uitgekeerd uit te keren tot een door burgemeester Burgemeester en wethouders Wethouders vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag dat aan de hypotheekhouder(s) zal toekomen wanneer indien het een verdeling geldt van de koopprijs koopsom in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtrechtrecht van erfpacht. Een daarna overblijvend bedrag van de schadevergoeding vergoeding wordt uitgekeerd aan de erfpachter. f. . Zolang het perceel grond met de opstallen onroerende zaak (met uitzondering van behoudens door derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten) niet ter vrije beschikking van de gemeente is gesteld, is de gemeente bevoegd 10% tien procent van de uitkering overeenkomstig ingevolgde dit artikel achter te houden. g. . Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel worden met rechtmatig verkregen gebruiksrechten gelijkgesteld op een andere manier anderszins door derden verkregen gebruiksrechten, welke naar het oordeel van burgemeester Burgemeester en wethouders Wethouders geen bezwaren opleveren.

Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang. a. Wanneer het erfpachtrecht 1. Indien de erfpacht eindigt op de wijze als bedoeld in artikel 4.132.23 van de AE 2013, vindt schadeloosstelling plaats op basis van de Onteigeningswet. b. 2. Niet zal worden vergoed de waarde van alles wat hetgeen in strijd met een enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging erfpachtovereenkomst of in de een akte van inhoudende wijziging van het erfpachtrecht is gesticht. Ook , noch zal niet worden vergoed de schade als gevolg ter zake van het beëindigen van een activiteit die in strijd met een enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging erfpachtovereenkomst of in een akte van houdende wijziging van het recht van de erfpacht op het registergoed de onroerende zaak wordt uitgeoefend, tenzij burgemeester en wethouders daartoe schriftelijke uitdrukkelijk schriftelijk toestemming hebben verleend. c. Wanneer de 3. Indien erfpachter zich niet kan verenigen met de door de gemeente aangeboden vergoeding, doet hij hiervan binnen twee (2) maanden na ontvangst van de aangetekende kennisgeving van de vergoeding, schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders. Wanneer Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de vergoeding, wordt deze deze, behoudens beroep op de ter zake bevoegde rechter, vastgesteld door drie deskundigen. 4. De deskundigen bedoeld in het vorige lid worden op de volgende wijze benoemd: - gemeente en erfpachter wijzen, aan te wanneer daartoe aanleiding bestaat, binnen zes (6) weken ieder een deskundige aan; - de aangewezen deskundigen wijzen tezamen binnen zes (6) weken een derde deskundige aan; - Voor iedere deskundige die niet binnen de gestelde termijn is aangewezen, wordt op verzoek van de meest gerede partij(en) een deskundige aangewezen door de volgens de wet ter zake bevoegde rechter. Het advies van de deskundigen moet zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk drie (3) maanden na de aanwijzing van de derde deskundige, ter kennis van partijen worden gebracht. De deskundigen bepalen wie hun kosten moet dragen en in welke verhouding. d. 5. Burgemeester en wethouders keren de aan de erfpachter toekomende schadevergoeding uit, na aftrek van wat de al hetgeen erfpachter met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond en de opstallen erfpachtrecht nog aan de gemeente verschuldigd is. e. Wanneer het erfpachtrecht 6. Indien de erfpacht ten tijde van het eindigen van het recht met hypotheek is bezwaard, wordt wordt, in afwijking van lid d. 5 van dit artikel, de schadevergoeding, na aftrek van wat al hetgeen aan de gemeente met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond en de opstallen erfpacht nog verschuldigd is, aan de hypotheekhouder(s) uitgekeerd tot een door burgemeester en wethouders vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag dat aan de hypotheekhouder(s) zal toekomen wanneer indien het een verdeling geldt betreft van de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtrecht. Een daarna overblijvend bedrag van de schadevergoeding wordt uitgekeerd aan erfpachter. Zolang de erfpachter. f. Zolang het perceel grond met de opstallen (met uitzondering van door derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten) onroerende zaak niet ter vrije beschikking van de gemeente is gesteld, is de gemeente bevoegd 10% om tien procent van de uitkering overeenkomstig ingevolge dit artikel achter te houden. g. Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel worden met rechtmatig verkregen gebruiksrechten gelijkgesteld op een andere manier door derden verkregen gebruiksrechten, welke naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen bezwaren opleveren.

Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang. a. Wanneer Indien het erfpachtrecht eindigt op de wijze als bedoeld in artikel 4.13, vindt schadeloosstelling plaats op basis van de OnteigeningswetOnteigeningswet artikel 40 b t/m f – met inachtneming van het bepaalde in het Burgerlijk Wetboek onder Boek 5, titel 7, artikel 99. b. Niet zal worden vergoed de waarde van alles wat in strijd met een bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in de akte van wijziging van het erfpachtrecht is gesticht. Ook zal niet worden vergoed de schade als gevolg van het beëindigen van een activiteit die in strijd met een enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een akte houdende wijziging van het erfpachtrecht is gesticht, noch zal worden vergoed de schade ter zake van het beëindigen van een activiteit die in strijd met enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een akte houdende wijziging van het recht van erfpacht op het registergoed de onroerende zaak wordt uitgeoefend, tenzij burgemeester Burgemeester en wethouders Wethouders daartoe schriftelijke schriftelijk toestemming hebben verleend. c. Wanneer Indien de erfpachter zich niet kan verenigen met de door de gemeente aangeboden vergoeding, doet hij hiervan binnen twee maanden na ontvangst van de aangetekende kennisgeving van de vergoeding, schriftelijk mededeling aan burgemeester Burgemeester en wethoudersWethouders. Wanneer Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de vergoeding, wordt deze vastgesteld door drie deskundigen, aan te wijzen door de volgens de wet bevoegde rechter. d. Burgemeester en wethouders Wethouders keren de aan de erfpachter toekomende schadevergoeding uit, na aftrek van al wat de erfpachter met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond en de opstallen nog aan de gemeente verschuldigd is. e. Wanneer Indien het erfpachtrecht ten tijde van het eindigen van het recht met hypotheek is bezwaard, wordt in afwijking van lid d. d de schadevergoeding, na aftrek van al wat aan de gemeente met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond en de opstallen nog verschuldigd is, aan de hypotheekhouder(s) uitgekeerd tot een door burgemeester Burgemeester en wethouders Wethouders vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag dat aan de hypotheekhouder(s) zal toekomen wanneer indien het een verdeling geldt van de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtrecht. Een daarna overblijvend bedrag van de schadevergoeding wordt uitgekeerd aan de erfpachter. f. . Zolang het perceel grond met de opstallen (met uitzondering van behoudens door derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten) niet ter vrije beschikking van de gemeente is gesteld, is de gemeente bevoegd 1010 % van de uitkering overeenkomstig ingevolge dit artikel achter te houden. g. . Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel worden met rechtmatig verkregen gebruiksrechten gelijkgesteld op een andere manier anderszins door derden verkregen gebruiksrechten, welke naar het oordeel van burgemeester Burgemeester en wethouders Wethouders geen bezwaren opleveren.

Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang. a. Wanneer het erfpachtrecht 1. Indien de erfpacht eindigt op de wijze als bedoeld in artikel 4.13"Opzegging in het algemeen belang" van de AEV 2017, vindt schadeloosstelling plaats op basis van de Onteigeningswet. b. 2. Niet zal worden vergoed de waarde van alles wat hetgeen in strijd met een enige bepaling of voorwaarde in de akte vestigingsakte van vestiging erfpacht of in de een akte van inhoudende wijziging van het erfpachtrecht erfpachtrecht, is gesticht. Ook , noch zal niet worden vergoed de schade als gevolg ter zake van het beëindigen van een activiteit die in strijd met een enige bepaling of voorwaarde in de akte vestigingsakte van vestiging erfpacht of in een akte van houdende wijziging van het recht van de erfpacht op het registergoed de onroerende zaak wordt uitgeoefend, tenzij burgemeester en wethouders daartoe schriftelijke uitdrukkelijk schriftelijk toestemming hebben verleend. c. Wanneer de 3. Indien erfpachter zich niet kan verenigen met de door de gemeente aangeboden vergoeding, doet hij hiervan binnen twee drie (3) maanden na ontvangst van de aangetekende kennisgeving van de vergoeding, schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders. Wanneer Indien vervolgens binnen drie (3) maanden geen overeenstemming wordt bereikt tussen partijen over de hoogte van de vergoeding, wordt deze deze, behoudens beroep op de ter zake bevoegde rechter, bindend vastgesteld door drie deskundigendeskundigen als de deskundigen tot een unaniem advies komen. 4. De deskundigen bedoeld in het vorige lid worden op de volgende wijze benoemd: - gemeente en erfpachter wijzen binnen zes (6) weken ieder een deskundige aan; - de aangewezen deskundigen wijzen tezamen binnen zes (6) weken een derde deskundige aan; - voor iedere deskundige die niet binnen de gestelde termijn is aangewezen, aan te wijzen wordt op verzoek van de meest gerede partij(en) een deskundige aangewezen door de volgens de wet ter zake bevoegde rechter. d. 5. Het advies van de deskundigen moet zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk drie (3) maanden na de aanwijzing van de derde deskundige, ter kennis van partijen worden gebracht. De deskundigen bepalen wie hun kosten moet dragen en in welke verhouding. 6. Burgemeester en wethouders keren de aan de erfpachter toekomende schadevergoeding tegen volledige kwijting uit, na aftrek van wat de al hetgeen erfpachter met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond en de opstallen erfpachtrecht nog aan de gemeente verschuldigd is. e. Wanneer het erfpachtrecht 7. Indien de erfpacht ten tijde van het eindigen van het recht recht, met hypotheek hypothe(e)k(en) en/ of beslag(en) is bezwaardbezwaard wordt, wordt in afwijking van lid d. 6 van dit artikel, de schadevergoeding, na aftrek van wat al hetgeen aan de gemeente met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond en de opstallen erfpacht nog verschuldigd is, aan de hypotheekhouder(s) en beslaglegger(s) uitgekeerd tot een door burgemeester en wethouders vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag dat aan de hypotheekhouder(s) en / of beslaglegger(s) zal toekomen wanneer indien het een verdeling geldt betreft van de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtrecht. Een daarna overblijvend bedrag van de schadevergoeding wordt uitgekeerd aan erfpachter. Zolang de erfpachter. f. Zolang het perceel grond met de opstallen (met uitzondering van door derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten) onroerende zaak niet ter vrije beschikking van de gemeente is gesteld, is de gemeente bevoegd om tien (10% ) procent van de uitkering overeenkomstig ingevolge dit artikel achter te houden. g. Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel worden met rechtmatig verkregen gebruiksrechten gelijkgesteld op een andere manier door derden verkregen gebruiksrechten, welke naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen bezwaren opleveren.

Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang. a. Wanneer 1. Indien het erfpachtrecht eindigt op de wijze als hiervoor bedoeld in artikel 4.1321, lid 1 vindt schadeloosstelling schadeloos- stelling plaats op basis van de OnteigeningswetOnteigeningswet en de daarop gebaseerde jurisprudentie. b. 2. Niet zal worden vergoed de waarde van alles wat hetgeen in strijd met een enige bepaling of voorwaarde in strijd met de akte van vestiging of in de akte van wijziging van het erfpachtrecht erfpachtovereenkomst is gesticht. Ook , noch zal niet worden vergoed de schade als gevolg ter zake van het be- eindigen van een activiteit die in strijd met enige bepaling of voorwaarde van de huurovereenkomst op de grond en in de opstallen wordt uitgeoefend, tenzij Havenbedrijf Moerdijk daartoe schriftelijk toestemming heeft gegeven. Tevens zal niet worden vergoed, de waarde van hetgeen zonder bouwvergunning of in strijd met het bestemmingsplan is gesticht, noch de schade ter zake van het beëindigen van een activiteit die in strijd met een bepaling het bestemmingsplan of voorwaarde enige andere wettelijke bepa- ling in de akte van vestiging of in een akte van wijziging van het recht van erfpacht op het registergoed opstallen wordt uitgeoefend, tenzij burgemeester en wethouders daartoe schriftelijke toestemming hebben verleend. c. Wanneer 3. Indien de erfpachter Erfpachter zich niet kan verenigen met de door de gemeente Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxx aangeboden vergoedingver- goeding, doet hij hiervan binnen twee maanden na ontvangst van de aangetekende kennisgeving van de vergoeding, schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethoudershet Havenbedrijf Moerdijk. Wanneer Indien geen overeenstemming overeen- stemming wordt bereikt over de hoogte van de vergoeding, wordt deze -behoudens beroep op de terzake bevoegde rechter vastgesteld door drie deskundigen, aan te wijzen door de volgens de wet bevoegde terzake be- voegde rechter. d. Burgemeester en wethouders keren 4. Eigenaar keert de aan de erfpachter toekomende schadevergoeding uit, na aftrek van wat al hetgeen de erfpachter met betrekking tot het erfpachtrecht, erfpachtrecht ten aanzien van de grond en de opstallen nog aan de gemeente Eigenaar verschuldigd is. e. Wanneer 5. Indien het erfpachtrecht ten tijde van het eindigen van het recht met hypotheek is was bezwaard, wordt in afwijking van lid d. 6 van dit artikel de schadevergoeding, na aftrek van wat al hetgeen aan de gemeente Eige- naar met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond en de opstallen nog verschuldigd is, aan de hypotheekhouder(shy- potheekhouder(s) uitgekeerd tot een door burgemeester maximaal èn indien en wethouders vast te stellen voor zover mogelijk het bedrag dat aan de hypotheekhouder(shy- potheekhouder(s) zal toekomen wanneer het een verdeling geldt van nog toekomt ingevolge de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtrechtbetrokken hypothecaire lening. Een daarna overblijvend bedrag van de schadevergoeding schadever- goeding wordt uitgekeerd aan de erfpachter. f. 6. Zolang het perceel de grond met de opstallen (met uitzondering van behoudens door derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten) niet ter vrije beschikking van de gemeente Eigenaar is gesteld, is de gemeente deze bevoegd 10% van de uitkering overeenkomstig ingevolge dit artikel achter in te houden. g. . Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel worden met rechtmatig verkregen gebruiksrechten ge- bruiksrechten gelijkgesteld op een andere manier anderszins door derden verkregen gebruiksrechten, welke naar het oordeel oor- deel van burgemeester en wethouders Eigenaar geen bezwaren bezwaar opleveren.

Schadeloosstelling bij opzegging in het algemeen belang. a. Wanneer Indien het erfpachtrecht eindigt op de wijze als bedoeld in artikel 4.131.29 , vindt schadeloosstelling plaats op basis van de Onteigeningswet of, na intrekking van de Onteigeningswet, de daarvoor in de plaats tredende wetgeving. b. Niet zal worden vergoed Bij het berekenen van de hoogte van de schadeloosstelling wordt de volledige schade in aanmerking genomen die het gevolg is van de beëindiging van het erfpachtrecht, waarbij echter geen rekening wordt gehouden met: (a) de waarde van alles wat hetgeen in strijd met een enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in de akte van een akte, inhoudende wijziging van het erfpachtrecht erfpachtrecht, is gesticht. Ook zal niet worden vergoed , (b) de schade als gevolg ter zake van het beëindigen van een activiteit die in strijd met een enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een akte van houdende wijziging van het recht van erfpacht op het registergoed de onroerende zaak wordt uitgeoefend, tenzij burgemeester en wethouders het College daartoe schriftelijke toestemming hebben heeft verleend, en (c) nieuwbouw, verbouw of herbouw, die heeft plaatsgevonden nadat het in artikel 1.29 bedoelde besluit van de raad tot beëindiging van het erfpachtrecht ter kennisneming van de wederpartij is gebracht. c. Wanneer Het College zal de erfpachter zich niet kan verenigen met bij aangetekende brief een aanbod tot schadeloosstelling den toekomen, gebaseerd op de door de gemeente aangeboden vergoeding, doet hij hiervan uitgangspunten zoals hiervoor onder b bedoeld. De erfpachter moet binnen twee 2 maanden na ontvangst dagtekening van het aanbod van het college schriftelijk de aanvaarding van of de bezwaren tegen het aanbod schriftelijk meedelen aan het College. Indien de erfpachter niet binnen een termijn van 2 maanden schriftelijk reageert, wordt het aanbod geacht te zijn verworpen en gaan partijen met elkaar in overleg om alsnog overeenstemming te bereiken over de hoogte van de aangetekende kennisgeving van de vergoeding, schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethoudersschadeloosstelling. Wanneer Indien vervolgens binnen 2 maanden geen overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de vergoeding, wordt deze vastgesteld door drie onafhankelijke deskundigen, aan te wijzen door de volgens de wet bevoegde rechterRechtbank Overijssel. d. Burgemeester en wethouders keren Het College keert de aan de erfpachter toekomende schadevergoeding uit, na aftrek van wat al hetgeen de erfpachter met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond erfpachtrecht en de opstallen onroerende zaak nog aan de gemeente verschuldigd is. e. Wanneer Indien het erfpachtrecht ten tijde van het eindigen van het recht met hypotheek is bezwaard, wordt in afwijking van lid d. de schadevergoeding, na aftrek van wat al hetgeen aan de gemeente met betrekking tot het erfpachtrecht, de grond erfpachtrecht en de opstallen onroerende zaak nog verschuldigd is, aan de hypotheekhouder(s) uitgekeerd tot een door burgemeester en wethouders het College vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag dat aan de hypotheekhouder(s) zal toekomen wanneer indien het een verdeling geldt van de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het erfpachtrecht. Een daarna overblijvend bedrag van de schadevergoeding wordt uitgekeerd aan de erfpachter. f. Zolang het perceel grond met de opstallen onroerende zaak (met uitzondering van behoudens door derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten) niet ter vrije beschikking van de gemeente is gesteld, is de gemeente bevoegd 10% van de uitkering overeenkomstig ingevolge dit artikel achter te houden. g. . Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel worden met rechtmatig verkregen gebruiksrechten gelijkgesteld op een andere manier anderszins door derden verkregen gebruiksrechten, welke naar het oordeel van burgemeester en wethouders het College geen bezwaren opleveren.