Uittreden uit de centrumregeling a. De uittredingskosten zijn, conform artikel 11 van de centrumregeling, de kosten die te maken hebben met (de afbouw van) de overcapaciteit die kan ontstaan in de personele en de materiële sfeer. Deze komen eveneens ten laste van de uittredende regiogemeente en worden alleen in rekening gebracht als de regiogemeente daadwerkelijk besluit uit te treden. Basis voor de desintegratie uittredingskostenberekening zijn de gemiddelde realisatiecijfers (balans, exploitatiecijfers, overige cijfers) van de drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin het voornemen tot uittreden kenbaar wordt gemaakt. De kosten die niet direct aan de uittredende partij kunnen worden toegerekend, worden berekend door totalen per kostensoort naar rato te berekenen.
b. Een deelnemer die uittreedt ontvangt conform artikel 11, lid 5 van de centrumregeling een eindafrekening met een verrekening van de voorschotten en de daadwerkelijk gemaakte en te maken kosten.
c. In de bedoelde eindafrekening van voorgaande lid worden ook de kosten opgenomen die verband houden met de uittreding.
d. De bedoelde kosten uit voorgaande lid worden vastgesteld door een door Nijmegen en de uittredende deelnemer gezamenlijk aan te wijzen deskundige.