Vaststelling van de hoogte van de uitkering. Verzekeraar beperkt in dat geval de uitkering tot het bedrag dat hij zou uitkeren aan een persoon die een normale gezondheid zou hebben gehad en/of wel de noodzakelijke en passende medische zorg heeft ondergaan. Als er meerdere lichaamsdelen of organen zijn beschadigd door hetzelfde Ongeval, dan worden de invaliditeitspercentages gecombineerd, maar de totale uitkomst kan niet hoger zijn dan 100%. Als Verzekeraar de uitkering vaststelt voor het verlies van of verlies van het kunnen gebruiken van een lichaamsdeel, worden niet ook nog het verlies van delen van het lichaamsdeel meegeteld (bijvoorbeeld bij verlies van een hand en verlies van verschillende vingers). Bij de vaststelling van de invaliditeitspercentages, houdt Verzekeraar geen rekening met professionele, beroeps-, sociale of familieomstandigheden. Als een Verzekerde voor het optreden van een toestand van Stabilisatie van de invaliditeit overlijdt ten gevolge van een Ongeval, keert Verzekeraar het verzekerde bedrag bij Overlijden uit onder aftrek van al door Verzekeraar uitgekeerde verzekerde bedragen vanwege de invaliditeit. Bij Overlijden na een eerdere vaststelling van Blijvende volledige of gedeeltelijke invaliditeit, keert Verzekeraar in dat geval dus per saldo maar één keer ofwel het verzekerd bedrag bij Overlijden ofwel bij Blijvende volledige of gedeeltelijke invaliditeit uit. In geval van blijvende invaliditeit (rubriek B) geldt dat: • De mate van blijvende invaliditeit c.q. het percentage functieverlies vastgesteld zal worden door een, door de medisch adviseur van de verzekeraar te benoemen, geneeskundige; • De bepaling van het percentage functieverlies geschiedt volgens objectieve maatstaven en wel zoveel mogelijk overeenkomstig de laatste uitgave van de ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impairment’ van the American Medical Association (A.M.A) en de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Orthopaedische Vereniging, tenzij het percentage van functionele invaliditeit terug te vinden is in de onder sub c vermelde gliedertaxe. • Gliedertaxe ; de uitkeringspercentages bij volledig functieverlies van: Whiplash (post whiplash syndroom): De gevolgen van een cervicaal acceleratie-deceleratie trauma (“postwhiplassyndroom”) zonder geneeskundig vast te stellen neurologische of orthopedische afwijkingen. Aanwijzingen voor afwijkingen die met hulponderzoek, zoals neuropsychologische testen of vestibulair onderzoek, zijn verkregen geven geen recht op een uitkering boven dit maximum. 5% Beide ogen 100% Eén oog 50% Het gehele gehoorvermogen 60% Het gehoorvermogen van één oor 25% Eén oorschelp 5% Het spraakvermogen 50% De geur of de smaak 5% De neus 10% De milt 10% Een nier 20% Een long 30% Beide armen 100% Beide handen 100% Beide benen 100% Beide voeten 100% Eén arm of hand en één been of voet 100% Arm in schoudergewricht 80% Arm in ellebooggewricht 75% Hand in polsgewricht 70% Eén duim 25% Eén wijsvinger 15% Eén middelvinger 12% Eén van de overige vingers 10% Eén been of voet 70% Eén grote teen 10% Eén van de andere tenen 5% • wanneer sprake is van een gedeeltelijk verlies of gedeeltelijke onbruikbaarheid van een of meer van de in de hierboven vermelde gliedertaxe genoemde lichaamsdelen of organen, wordt het uitkeringspercentage naar evenredigheid met de hiervoor vermelde percentages vastgesteld. • bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meer lichaamsdelen of organen worden de percentages opgeteld tot een maximum van 100 %. • ter zake van een ongeval wordt bij blijvende invaliditeit in totaal maximaal het verzekerde bedrag uitgekeerd. • bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van verschillende vingers van een hand wordt in totaal nooit meer uitgekeerd, dan hetgeen op grond van deze verzekering uitgekeerd zou zijn bij verlies of blijvende functiebeperking van een hand. • bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van Verzekerde ten tijde van het ongeval. • indien een reeds bestaande vorm van invaliditeit van Verzekerde door een ongeval wordt verergerd, zal de vastgestelde mate van blijvende invaliditeit na het ongeval worden verminderd met de reeds voor het ongeval bestaande mate van invaliditeit. • vaststelling van de uitkering voor blijvende invaliditeit vindt plaats uiterlijk 3 jaar na het ongeval of zoveel eerder als een blijvende toestand van invaliditeit is komen vast te staan. Indien 2 jaar na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit heeft plaatsgehad, dan vergoedt de verzekeraar de wettelijke rente, te beginnen 2 jaar na het ongeval over het bedrag dat uiteindelijk ter zake van blijvende invaliditeit zal zijn verschuldigd. De rente zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. De hierboven genoemde rente is niet meer verschuldigd nadat de verzekeraar een voorschot op de uitkering ter zake van blijvende invaliditeit ter beschikking heeft gesteld. • bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit wordt nimmer rekening gehouden met de psychische reactie op het ongeval, c.q., op het daardoor veroorzaakte lichamelijk letsel c.q. blijvende invaliditeit, ook al zou bedoelde psychische reactie op zichzelf in enige mate blijvende invaliditeit tot gevolg kunnen hebben. • indien Verzekerde binnen 3 jaar na het ongeval overlijdt (doch niet als gevolg van het bedoelde ongeval of als gevolg van een ander ongeval, waarvoor door de verzekeraar uitkering zal worden verleend) terwijl de uitkering voor blijvende invaliditeit nog niet is vastgesteld, dan zal uitkering worden verleend op basis van de mate van invaliditeit welke met inachtneming van 3 jaar na het ontstaan van het ongeval, redelijkerwijs te verwachten zou zijn geweest, indien een Verzekerde in leven was gebleven. • de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit zal in het land van domicilie plaatsvinden, ook al is een Verzekerde na het ongeval naar het buitenland vertrokken, of was deze ten tijde van het ongeval in het buitenland. De Verzekerde zal in dat geval op eigen kosten naar het land van domicilie (terug) dienen te komen ter vaststelling van de definitieve mate van blijvende invaliditeit. Voldoet Verzekerde hier niet aan, dan vervalt daarmede zijn recht op uitkering, tenzij anders is overeengekomen.
Appears in 2 contracts
Samples: Zakenreisverzekering, Zakenreisverzekering
Vaststelling van de hoogte van de uitkering. Verzekeraar beperkt in dat geval de uitkering tot het bedrag dat hij zou uitkeren aan een persoon die een normale gezondheid zou hebben gehad en/of wel de noodzakelijke en passende medische zorg heeft ondergaan. Als er meerdere lichaamsdelen of organen zijn beschadigd door hetzelfde Ongeval, dan worden de invaliditeitspercentages gecombineerd, maar de totale uitkomst kan niet hoger zijn dan 100%. Als Verzekeraar de uitkering vaststelt voor het verlies van of verlies van het kunnen gebruiken van een lichaamsdeel, worden niet ook nog het verlies van delen van het lichaamsdeel meegeteld (bijvoorbeeld bij verlies van een hand en verlies van verschillende vingers). Bij de vaststelling van de invaliditeitspercentages, houdt Verzekeraar geen rekening met professionele, beroeps-, sociale of familieomstandigheden. Als een Verzekerde voor het optreden van een toestand van Stabilisatie van de invaliditeit overlijdt ten gevolge van een Ongeval, keert Verzekeraar het verzekerde bedrag bij Overlijden uit onder aftrek van al door Verzekeraar uitgekeerde verzekerde bedragen vanwege de invaliditeit. Bij Overlijden na een eerdere vaststelling van Blijvende volledige of gedeeltelijke invaliditeit, keert Verzekeraar in dat geval dus per saldo maar één keer ofwel het verzekerd bedrag bij Overlijden ofwel bij Blijvende volledige of gedeeltelijke invaliditeit uit. In geval van blijvende invaliditeit (rubriek B) geldt dat: • )
a. De mate van blijvende invaliditeit c.q. en/of het percentage functieverlies vastgesteld zal worden vastgesteld door een, door de medisch adviseur van de verzekeraar ver- zekeraar te benoemen, geneeskundige; • . b. De bepaling van het percentage functieverlies geschiedt volgens objectieve maatstaven en wel zoveel mogelijk overeenkomstig volgens de laatste uitgave van de ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impairment’ van the de American Medical Association (A.M.AAMA) en de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Orthopaedische Orthopedische Vereniging, tenzij het percentage van functionele invaliditeit terug te vinden is in de onder sub c hieronder vermelde gliedertaxe. het ongeval. Als de melding later wordt gedaan, kan naar het oordeel van de verzekeraar toch recht op uitkering ontstaan, als door verzekerde kan worden aangetoond dat: • Gliedertaxe een verzekerde een gedekt ongeval is overkomen; • de uitkeringspercentages blijvende invaliditeit het rechtstreeks gevolg is van dit ongeval; • de gevolgen van dit ongeval niet door ziekte, kwaal of gebrekkigheid of een abnormale lichaam/geestesgesteldheid zijn vergroot; • een verzekerde in alle opzichten de voorschriften van de behandelend arts heeft opgevolgd. De melding moet schriftelijk of telefonisch gebeuren. Een door verzekeraar te verstrekken schadeaangifte- formulier moet ingevuld en ondertekend worden ingezonden; b. Verplichtingen na een ongeval 1. bij overlijden van verzekerde zijn de begunstigden verplicht medewerking te verlenen ter vaststelling van de doodsoorzaak; 2. bij (blijvende) invaliditeit van verzekerde: • zich direct onder geneeskundige behandeling te stellen; • al het mogelijke te doen om zijn herstel te bevorderen door tenminste de voorschriften van de behandelend geneeskundige te volgen; • alle medewerking te verlenen ter vaststelling van de mate van invaliditeit, zoals het meewerken aan een geneeskundig onderzoek. Aan verzekeraar is het recht voorbehouden de administratie van verzekeringnemer in te zien, ter verifiëring van de verstrekte gegevens. Verzekerde kan geen rechten aan de polis ontlenen, als hij één of meer van Bij volledig functieverlies van: Whiplash (post whiplash syndroom): De gevolgen van een cervicaal acceleratie-deceleratie trauma (“postwhiplassyndroom”) zonder geneeskundig vast te stellen neurologische of orthopedische afwijkingen. Aanwijzingen voor afwijkingen die met hulponderzoek, zoals neuropsychologische testen of vestibulair onderzoek, zijn verkregen geven geen recht op een uitkering boven dit maximum. 5% Uitkerings- percentage Beide ogen 100% Eén oog 50% Het gehele gehoorvermogen 60% Het gehoorvermogen van één oor 25% Eén oorschelp 5% Het spraakvermogen 50% De geur reuk of de smaak 5% De neus 10% Een natuurlijk blijvend gebitselement 1% De milt 10% Een nier 20% Een long 30% Beide armen 100% Beide handen 100% Beide benen 100% Beide voeten 100% Eén arm of hand en één been of voet 100% Arm in schoudergewricht 80% Arm in ellebooggewricht 75% Hand in polsgewricht 70% Eén duim 25% Eén wijsvinger 15% Eén middelvinger 12% Eén van de overige vingers 10% Eén been of voet 70% Eén grote teen 10% Eén van de andere tenen 5% • wanneer sprake is van een gedeeltelijk verlies of gedeeltelijke onbruikbaarheid van een of meer van de in de hierboven vermelde gliedertaxe genoemde lichaamsdelen of organen, wordt het uitkeringspercentage naar evenredigheid met de hiervoor vermelde percentages vastgesteld. • bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meer lichaamsdelen of organen worden de percentages opgeteld tot een maximum van 100 %. • ter zake van een ongeval wordt bij blijvende invaliditeit in totaal maximaal het verzekerde bedrag uitgekeerd. • bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van verschillende vingers van een hand wordt in totaal nooit meer uitgekeerd, dan hetgeen op grond van deze verzekering uitgekeerd zou zijn bij verlies of blijvende functiebeperking van een hand. • bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van Verzekerde ten tijde van het ongeval. • indien een reeds bestaande vorm van invaliditeit van Verzekerde door een ongeval wordt verergerd, zal de vastgestelde mate van blijvende invaliditeit na het ongeval worden verminderd met de reeds voor het ongeval bestaande mate van invaliditeit. • vaststelling van de uitkering voor blijvende invaliditeit vindt plaats uiterlijk 3 jaar na het ongeval of zoveel eerder als een blijvende toestand van invaliditeit is komen vast te staan. Indien 2 jaar na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit heeft plaatsgehad, dan vergoedt de verzekeraar de wettelijke rente, te beginnen 2 jaar na het ongeval over het bedrag dat uiteindelijk ter zake van blijvende invaliditeit zal zijn verschuldigd. De rente zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. De hierboven genoemde rente is niet meer verschuldigd nadat de verzekeraar een voorschot op de uitkering ter zake van blijvende invaliditeit ter beschikking heeft gesteld. • bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit wordt nimmer rekening gehouden met de psychische reactie op het ongeval, c.q., op het daardoor veroorzaakte lichamelijk letsel c.q. blijvende invaliditeit, ook al zou bedoelde psychische reactie op zichzelf in enige mate blijvende invaliditeit tot gevolg kunnen hebben. • indien Verzekerde binnen 3 jaar na het ongeval overlijdt (doch niet als gevolg van het bedoelde ongeval of als gevolg van een ander ongeval, waarvoor door de verzekeraar uitkering zal worden verleend) terwijl de uitkering voor blijvende invaliditeit nog niet is vastgesteld, dan zal uitkering worden verleend op basis van de mate van invaliditeit welke met inachtneming van 3 jaar na het ontstaan van het ongeval, redelijkerwijs te verwachten zou zijn geweest, indien een Verzekerde in leven was gebleven. • de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit zal in het land van domicilie plaatsvinden, ook al is een Verzekerde na het ongeval naar het buitenland vertrokken, of was deze ten tijde van het ongeval in het buitenland. De Verzekerde zal in dat geval op eigen kosten naar het land van domicilie (terug) dienen te komen ter vaststelling van de definitieve mate van blijvende invaliditeit. Voldoet Verzekerde hier niet aan, dan vervalt daarmede zijn recht op uitkering, tenzij anders is overeengekomen.Voorwaarden EExxcclluussiieevveeaauuttoovveerrzzeekkeerriinngg
Appears in 1 contract
Samples: Exclusieve Personenautoverzekering
Vaststelling van de hoogte van de uitkering. Verzekeraar beperkt in dat geval de uitkering tot het bedrag dat hij zou uitkeren aan een persoon die een normale gezondheid zou hebben gehad en/of wel de noodzakelijke en passende medische zorg heeft ondergaan. Als er meerdere lichaamsdelen of organen zijn beschadigd door hetzelfde Ongeval, dan worden de invaliditeitspercentages gecombineerd, maar de totale uitkomst kan niet hoger zijn dan 100%. Als Verzekeraar de uitkering vaststelt voor het verlies van of verlies van het kunnen gebruiken van een lichaamsdeel, worden niet ook nog het verlies van delen van het lichaamsdeel meegeteld (bijvoorbeeld bij verlies van een hand en verlies van verschillende vingers). Bij de vaststelling van de invaliditeitspercentages, houdt Verzekeraar geen rekening met professionele, beroeps-, sociale of familieomstandigheden. Als een Verzekerde voor het optreden van een toestand van Stabilisatie van de invaliditeit overlijdt ten gevolge van een Ongeval, keert Verzekeraar het verzekerde bedrag bij Overlijden uit onder aftrek van al door Verzekeraar uitgekeerde verzekerde bedragen vanwege de invaliditeit. Bij Overlijden na een eerdere vaststelling van Blijvende volledige of gedeeltelijke invaliditeit, keert Verzekeraar in dat geval dus per saldo maar één keer ofwel het verzekerd bedrag bij Overlijden ofwel bij Blijvende volledige of gedeeltelijke invaliditeit uit. In geval van totale blijvende invaliditeit (rubriek B) geldt dat: • De :
a. de mate van blijvende invaliditeit c.q. het percentage functieverlies vastgesteld zal worden door een, door de medisch adviseur van de verzekeraar te benoemen, geneeskundige; • De bepaling van het percentage functieverlies geschiedt volgens objectieve maatstaven en wel zoveel mogelijk overeenkomstig de laatste uitgave van de ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impairment’ van the American Medical Association (A.M.A) en de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Orthopaedische Vereniging, tenzij het percentage van functionele invaliditeit terug te vinden is in de onder sub c vermelde gliedertaxe. • Gliedertaxe ; de uitkeringspercentages bij volledig functieverlies van: Whiplash (post whiplash syndroom): De gevolgen van een cervicaal acceleratie-deceleratie trauma (“postwhiplassyndroom”) zonder geneeskundig vast te stellen neurologische of orthopedische afwijkingen. Aanwijzingen voor afwijkingen die met hulponderzoek, zoals neuropsychologische testen of vestibulair onderzoek, zijn verkregen geven geen recht op een uitkering boven dit maximum. 5% Beide ogen 100% Eén oog 50% Het gehele gehoorvermogen 60% Het gehoorvermogen van één oor 25% Eén oorschelp 5% Het spraakvermogen 50% De geur of de smaak 5% De neus 10% De milt 10% Een nier 20% Een long 30% Beide armen 100% Beide handen 100% Beide benen 100% Beide voeten 100% Eén arm of hand en één been of voet 100% Arm in schoudergewricht 80% Arm in ellebooggewricht 75% Hand in polsgewricht 70% Eén duim 25% Eén wijsvinger 15% Eén middelvinger 12% Eén van de overige vingers 10% Eén been of voet 70% Eén grote teen 10% Eén van de andere tenen 5% • wanneer sprake is van een gedeeltelijk verlies of gedeeltelijke onbruikbaarheid van een of meer van de in de hierboven vermelde gliedertaxe genoemde lichaamsdelen of organen, wordt het uitkeringspercentage naar evenredigheid met de hiervoor vermelde percentages vastgesteld. • bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meer lichaamsdelen of organen worden de percentages opgeteld tot een maximum van 100 %. • ter zake ;
b. terzake van een ongeval wordt bij blijvende invaliditeit in totaal maximaal het verzekerde bedrag uitgekeerd. • bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van verschillende vingers van een hand wordt in totaal nooit meer uitgekeerd, dan hetgeen op grond van deze verzekering uitgekeerd zou zijn bij verlies of blijvende functiebeperking van een hand. • bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van Verzekerde ten tijde van het ongeval. • indien een reeds bestaande vorm van invaliditeit van Verzekerde door een ongeval wordt verergerd, zal de vastgestelde mate van blijvende invaliditeit na het ongeval worden verminderd met de reeds voor het ongeval bestaande mate van invaliditeit. • ;
c. vaststelling van de uitkering voor blijvende invaliditeit vindt plaats uiterlijk 3 jaar na het ongeval of zoveel eerder als een blijvende toestand van 2 invaliditeit is komen vast te staan. Indien evenwel 2 jaar na de melding van het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit heeft plaatsgehad, dan vergoedt de verzekeraar de wettelijke rente, te beginnen 2 jaar na de melding van het ongeval over het bedrag dat uiteindelijk ter zake terzake van blijvende invaliditeit zal zijn verschuldigd. De rente zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. De hierboven genoemde rente is niet meer verschuldigd nadat de verzekeraar een voorschot op de uitkering ter zake van blijvende invaliditeit ter beschikking heeft gesteld. • ;
d. bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit wordt nimmer rekening gehouden met de psychische reactie op het ongeval, ongeval c.q., . op het daardoor veroorzaakte lichamelijk letsel c.q. c.q blijvende invaliditeit, ook al zou bedoelde psychische reactie op zichzelf in enige mate blijvende invaliditeit tot gevolg kunnen hebben. • ;
e. indien Verzekerde verzekerde binnen 3 2 jaar na het ongeval overlijdt (doch niet als gevolg van het bedoelde ongeval of als gevolg van een ander ongeval, waarvoor door de verzekeraar uitkering zal worden verleend) terwijl de uitkering voor blijvende invaliditeit nog niet is vastgesteld, dan zal uitkering worden verleend op basis van de mate van invaliditeit welke met inachtneming van 3 2 jaar na het ontstaan van het ongeval, redelijkerwijs te verwachten zou zijn geweest, indien een Verzekerde verzekerde in leven was gebleven. • ;
f. de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit zal in het land van domicilie België plaatsvinden, ook al is een Verzekerde verzekerde na het ongeval naar het buitenland vertrokken, of was deze ten tijde van het ongeval al in het buitenland. De Verzekerde Een verzekerde zal in dat geval op eigen kosten naar het land van domicilie België (terug) dienen te komen ter vaststelling van de definitieve mate van blijvende invaliditeit. Voldoet Verzekerde hier niet aanverzekerde hieraan niet, dan vervalt daarmede zijn recht op uitkering, tenzij anders is overeengekomen.
Appears in 1 contract
Samples: Reis en Annuleringsverzekering