Common use of Vergoedingen en toelagen Clause in Contracts

Vergoedingen en toelagen. Partijen constateren dat de afspraken in de voorgaande paragrafen over meeroosteren en de jaarurensystematiek vragen om aanpassing van de arbeidsvoorwaarden. Daarnaast hebben partijen vastgesteld dat de spelregels en regelgeving rond roosteren binnen de sector Rijk niet altijd eenduidig worden toegepast. De volgende afspraken van partijen bewerkstelligen dat elke werknemer bij de sector Rijk voor dezelfde inconveniënten hetzelfde wordt beloond. Partijen spreken het volgende af: 1. De referte-periode voor het vaststellen van de zogenoemde "forfaitaire toelage" uit § 1.6 Enkele algemene uitgangspunten van de CAO Rijk wordt vastgesteld op 12 maanden, in plaats van 3 maanden. Op deze manier wordt beter aangesloten op fluctuaties die door het jaar heen kunnen ontstaan. Daarnaast wordt de referte-periode voortaan vastgesteld op basis van de ontvangen toelagen (inclusief forfaitaire toelagen) in de afgelopen 12 maanden voorafgaand aan de kalendermaand dat de forfaitaire toelage wordt uitgekeerd, in plaats van de 12 maanden voorafgaand aan arbeidsongeschiktheid. 2. Er is voor alle werknemers sprake van overwerk als een werknemer op verzoek van de leidinggevende op een dag moet werken buiten de werktijden van het voor de werknemer vastgestelde arbeidspatroon. Overwerk kan ook ontstaan als de werknemer wordt opgeroepen om te komen werken tijdens een bereikbaarheid- en beschikbaarheidsdienst. 3. Aanspraak op een overwerkvergoeding is er voor werknemers met maximaal salarisschaal 10 of werknemers werkzaam in roosterdienst met maximaal salarisschaal 11. 4. Als de werknemer overwerkt aansluitend aan zijn dagelijkse werktijd geldt als aanvullende voorwaarde dat de werknemer pas aanspraak heeft op een vergoeding als zijn werktijd wordt overschreden met een bepaald aantal minuten: Tot 4 uur 15 minuten Vanaf 4 uur 30 minuten In dat geval heeft de werknemer aanspraak op de overwerkvergoeding voor de hele overschrijding van zijn werktijd van die dag, waarbij de vergoeding per 15 minuten wordt uitbetaald. 5. De hoogte van de overwerkvergoeding voor werknemers in roosterdienst in geld is per uur 25% van het salaris per uur. Naast deze vergoeding heeft de werknemer in roosterdienst afhankelijk van het tijdstip waarop hij overwerkt ook aanspraak op de toelage onregelmatige dienst. 6. Voor werknemers die niet in roosterdienst werken blijft de overwerkvergoeding in geld afhankelijk van het tijdstip van overwerk op de wijze zoals dit in de huidige cao is geregeld. 7. Het uur van het overwerk telt voor de werknemers in roosterdienst mee als gewerkt uur in het vastgestelde aantal te werken uren voor dat kalenderjaar. 8. In geval een werknemer in roosterdienst niet het vastgestelde aantal te werken uren voor dat kalenderjaar heeft gewerkt, geldt het volgende: • De te weinig gewerkte uren worden opgeteld bij het aantal te werken uren van het daaropvolgende jaar tot een maximum van 18 uur. • De meer dan 18 te weinig gewerkte uren vervallen. 9. In een geval een werknemer in roosterdienst meer dan het vastgestelde aantal te werken uren voor dat kalenderjaar heeft gewerkt, geldt het volgende: • De te veel gewerkte uren tot een maximum van 18 uur worden toegevoegd aan het IKB- spaarverlof. • Voor de te veel gewerkte uren vanaf het 19e uur geldt een financiële vergoeding van 125% van het salaris per uur. De werknemer kan er ook voor kiezen om tot een maximum van 36 uur toe te voegen aan het IKB-spaarverlof. 10. De maximering van de berekening over de percentages van de toelage onregelmatige dienst (TOD), de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst, de toelage werktijdverschuiving van schaal 7 en de toelagen voor personenchauffeurs, periodiek 10 wordt per 1 januari 2023 verhoogd naar schaal 8, periodiek 10. 11. Het bedrag van de aanvullende vaste toelage onregelmatige dienst en de vergelijkbare aanvullende toelage voor personenchauffeurs wordt per 1 januari 2023 verhoogd naar € 50,- per maand. 12. De toelage onregelmatige dienst (TOD), de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst en de toelage werktijdverschuiving worden per 1 januari 2023 per gewerkt kwartier uitbetaald. 13. Het percentage TOD voor nachtdiensturen (00.00 - 06.00 uur) wordt verhoogd van 40% naar 50%. 14. Nadere decentrale regelingen over toelagen en vergoedingen op grond van paragraaf 7.1 t/m 7.6 van Hoofdstuk 7 van de XXX Xxxx (onder andere voor vaste toelagen ter vervanging van variabele toelagen) vervallen per 1 januari 2024. 15. Werknemers met aanspraak op één of meer van bovengenoemde toelagen hebben aanspraak op een afbouwtoelage overeenkomstig de systematiek van het VWNW-beleid. De afbouwtoelage geldt als een garantie en er is sprake van een periode van afbouw in vijf jaar. De garantie bedraagt de eerste twee jaar 100%, het derde jaar 75%, het vierde jaar 50% en het vijfde jaar 25%. 16. In het geval een nadere decentrale regeling ziet op een substantiële vergoeding van andere elementen dan de grondslag van die regeling, kunnen partijen in het DGO een beroep doen op een hardheidsclausule betreffende de afbouwtoelage. In het DGO moet dan vóór 1 januari 2023 worden afgesproken of aanvullend overgangsmaatregelen getroffen moeten worden. Indien partijen in het DGO geen overeenstemming over het treffen van overgangsmaatregelen of de inhoud daarvan kunnen bereiken wordt het geschil voorgelegd aan het SOR. De SOR beslist vóór 1 januari 2024 of een aanvullende overgangsmaatregel nodig is en over de inhoud daarvan.

Appears in 2 contracts

Samples: Cao Rijk 2022 2024, Cao Rijk 2022 2024

Vergoedingen en toelagen. Partijen constateren dat de afspraken in de voorgaande paragrafen over meeroosteren en de jaarurensystematiek vragen om aanpassing van de arbeidsvoorwaarden. Daarnaast hebben partijen vastgesteld dat de spelregels en regelgeving rond roosteren binnen de sector Rijk niet altijd eenduidig worden wordt toegepast. De volgende afspraken van partijen bewerkstelligen dat elke werknemer bij de sector Rijk voor dezelfde inconveniënten hetzelfde wordt beloond. Partijen spreken het volgende af: 1. De referte-periode voor het vaststellen van de zogenoemde "forfaitaire toelage" uit § 1.6 Enkele algemene uitgangspunten van de CAO Rijk wordt vastgesteld op 12 maanden, in plaats van 3 maanden. Op deze manier wordt beter aangesloten op fluctuaties die door het jaar heen kunnen ontstaan. Daarnaast wordt de referte-periode voortaan vastgesteld op basis van de ontvangen toelagen (inclusief forfaitaire toelagen) in de afgelopen 12 maanden voorafgaand aan de kalendermaand dat de forfaitaire toelage wordt uitgekeerd, in plaats van de 12 maanden voorafgaand aan arbeidsongeschiktheid. 2. Er is voor alle werknemers sprake van overwerk als een werknemer op verzoek van de leidinggevende op een dag moet werken buiten de werktijden van het voor de werknemer vastgestelde arbeidspatroon. Overwerk kan ook ontstaan als de werknemer wordt opgeroepen om te komen werken tijdens een bereikbaarheid- en beschikbaarheidsdienst. 3. Aanspraak op een overwerkvergoeding is er voor werknemers met maximaal salarisschaal 10 of werknemers werkzaam in roosterdienst met maximaal salarisschaal 11. 4. Als de werknemer overwerkt aansluitend aan zijn dagelijkse werktijd geldt als aanvullende voorwaarde dat de werknemer pas aanspraak heeft op een vergoeding als zijn werktijd wordt overschreden met een bepaald aantal minuten: Werktijd per dag: Overwerkvergoeding vanaf overschrijding werktijd: Tot 4 uur 15 minuten Vanaf 4 uur 30 minuten In dat geval heeft de werknemer aanspraak op de overwerkvergoeding voor de hele overschrijding van zijn werktijd van die dag, waarbij de vergoeding per 15 minuten wordt uitbetaald. 5. De hoogte van de overwerkvergoeding voor werknemers in roosterdienst in geld is per uur 25% van het salaris per uur. Naast deze vergoeding heeft de werknemer in roosterdienst afhankelijk van het tijdstip waarop hij overwerkt ook aanspraak op de toelage onregelmatige dienst. 6. Voor werknemers die niet in roosterdienst werken blijft de overwerkvergoeding in geld afhankelijk van het tijdstip van overwerk op de wijze zoals dit in de huidige cao is geregeld. 7. Het uur van het overwerk telt voor de werknemers in roosterdienst mee als gewerkt uur in het vastgestelde aantal te werken uren voor dat kalenderjaar. 8. In geval een werknemer in roosterdienst niet het vastgestelde aantal te werken uren voor dat kalenderjaar heeft gewerkt, geldt het volgende: • De de te weinig gewerkte uren worden opgeteld bij het aantal te werken uren van het daaropvolgende jaar tot een maximum van 18 uur. ; De de meer dan 18 te weinig gewerkte uren vervallen. 9. In een geval een werknemer in roosterdienst meer dan het vastgestelde aantal te werken uren voor dat kalenderjaar heeft gewerkt, geldt het volgende: • De de te veel gewerkte uren tot een maximum van 18 uur worden toegevoegd aan het IKB- spaarverlof. ; Voor voor de te veel gewerkte uren vanaf het 19e uur geldt een financiële vergoeding van 125% van het salaris per uur. De werknemer kan er ook voor kiezen om tot een maximum van 36 uur toe te voegen aan het IKB-spaarverlof. 10. De maximering van de berekening over de percentages van de toelage onregelmatige dienst (TOD), de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst, de toelage werktijdverschuiving van schaal 7 en de toelagen voor personenchauffeurs, periodiek 10 wordt per 1 januari 2023 verhoogd naar schaal 8, periodiek 10. 11. Het bedrag van de aanvullende vaste toelage onregelmatige dienst en de vergelijkbare aanvullende toelage voor personenchauffeurs wordt per 1 januari 2023 verhoogd naar € 50,- 50 per maand. 12. De toelage onregelmatige dienst (TOD), de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst en de toelage werktijdverschuiving worden per 1 januari 2023 per gewerkt kwartier uitbetaald. 13. Het percentage TOD voor nachtdiensturen (00.00 - 06.00 uur) wordt verhoogd van 40% naar 50%. 14. Nadere decentrale departementale regelingen over toelagen en vergoedingen op grond van paragraaf 7.1 t/m 7.6 van Hoofdstuk 7 van de XXX Xxxx CAO Rijk (onder andere voor vaste toelagen ter vervanging van variabele toelagen) vervallen per 1 januari 2024. 15. Werknemers met aanspraak op één of meer van bovengenoemde toelagen hebben aanspraak op een afbouwtoelage overeenkomstig de systematiek van het VWNW-beleid. De afbouwtoelage geldt als een garantie en er is sprake van een periode van afbouw in vijf jaar. De garantie bedraagt de eerste twee jaar 100%, het derde jaar 75%, het vierde jaar 50% en het vijfde jaar 25%. 16. In het geval een nadere decentrale departementale regeling ziet op een substantiële vergoeding van andere elementen dan de grondslag van die regeling, kunnen partijen in het DGO een beroep doen op een hardheidsclausule betreffende de afbouwtoelage. In het DGO moet dan vóór 1 januari 2023 worden afgesproken of aanvullend overgangsmaatregelen getroffen moeten worden. Indien partijen in het DGO geen overeenstemming over het treffen van overgangsmaatregelen of de inhoud daarvan kunnen bereiken wordt het geschil voorgelegd aan het SOR. De SOR beslist vóór 1 januari 2024 of een aanvullende overgangsmaatregel nodig is en over de inhoud daarvan.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Rijk 2022 2024

Vergoedingen en toelagen. Partijen constateren dat de afspraken in de voorgaande paragrafen over meeroosteren en de jaarurensystematiek vragen om aanpassing van de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden. Daarnaast hebben partijen vastgesteld dat de spelregels en regelgeving rond roosteren rechtspositie binnen de sector Rijk niet altijd eenduidig worden wordt toegepast. De volgende afspraken van partijen bewerkstelligen dat elke werknemer medewerker bij de sector Rijk voor dezelfde inconveniënten inconveniënt hetzelfde wordt beloond. Partijen spreken het volgende af:. 1. De referte-periode voor In het vaststellen geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, vakantie of verlof met behoud van bezoldiging, ontvangt de medewerker op het moment dat de werkdag en de begin- en eindtijdstippen van de zogenoemde "dienst zijn medegedeeld de variabele toelagen conform het medegedeelde rooster. 2. In het geval de werkdagen of de begin en eindtijdstippen van een dienst nog niet zijn medegedeeld heeft de medewerker bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, vakantie of verlof met behoud van bezoldiging aanspraak op een forfaitaire toelage" uit § 1.6 Enkele algemene uitgangspunten van de CAO Rijk wordt vastgesteld op 12 maanden, toelage in plaats van 3 maandende variabele toelagen. Op deze manier Deze forfaitaire toelage wordt beter aangesloten op fluctuaties die door het jaar heen kunnen ontstaan. Daarnaast wordt de referte-periode voortaan vastgesteld op basis van de ontvangen toelagen (inclusief forfaitaire toelagen) in de afgelopen berekend over 12 maanden voorafgaand aan de kalendermaand dat maand waarin de afwezigheid optreedt. De gebruikelijke aanspraken op gedeeltelijke doorbetaling van de bezoldiging bij ouderschapsverlof en arbeidsongeschiktheid wegens ziekte na 52 weken worden in de betaling van de forfaitaire toelage wordt uitgekeerd, in plaats van de 12 maanden voorafgaand aan arbeidsongeschiktheidmeegenomen. 23. Bovenstaande systematiek wordt ook toegepast voor de medewerker die vanwege zijn werkzaamheden voor de medezeggenschap aanspraak heeft op behoud van loon. Hetzelfde geldt voor de medewerker die gebruik maakt van vakbondsverlof. 4. Er is voor alle werknemers sprake van overwerk als in opdracht van een werknemer leidinggevende de medegedeelde werktijden op verzoek van de leidinggevende op een één dag moet werken buiten de werktijden van het voor de werknemer vastgestelde arbeidspatroonworden overschreden. Overwerk kan ook ontstaan als de werknemer medewerker wordt opgeroepen om te komen werken tijdens een bereikbaarheid- en beschikbaarheidsdienst. 35. Aanspraak op een overwerkvergoeding is er voor werknemers medewerkers met maximaal salarisschaal 10 of werknemers medewerkers werkzaam in roosterdienst bij een roosterorganisatie met maximaal salarisschaal 11. 46. Als de werknemer medewerker overwerkt aansluitend aan zijn dagelijkse werktijd geldt als aanvullende voorwaarde dat de werknemer medewerker pas aanspraak heeft op een vergoeding als zijn werktijd wordt overschreden met een bepaald aantal minuten: Werktijd per dag: Overwerkvergoeding vanaf overschrijding werktijd: Tot 4 uur 15 minuten Vanaf 4 uur 30 minuten In dat geval heeft de werknemer medewerker aanspraak op de overwerkvergoeding voor de hele overschrijding van zijn werktijd van die dag, waarbij de vergoeding per 15 minuten wordt uitbetaald. 57. De hoogte van de overwerkvergoeding voor werknemers in roosterdienst vergoeding in geld is per uur 25% van het salaris per uur. Naast deze vergoeding heeft de werknemer in roosterdienst medewerker afhankelijk van het tijdstip waarop hij overwerkt ook aanspraak op de toelage onregelmatige dienst. 6. Voor werknemers die niet in roosterdienst werken blijft de overwerkvergoeding in geld afhankelijk van het tijdstip van overwerk op de wijze zoals dit in de huidige cao is geregeld. 7. Het uur van het overwerk telt voor de werknemers in roosterdienst mee als gewerkt uur in het vastgestelde aantal te werken uren voor dat kalenderjaar. 8. In geval een werknemer in roosterdienst niet het vastgestelde aantal te werken uren voor dat kalenderjaar heeft gewerkt, geldt het volgende: • De te weinig gewerkte uren worden opgeteld bij het aantal te werken uren van het daaropvolgende jaar tot een maximum van 18 uur. • De meer dan 18 te weinig gewerkte uren vervallen. 9. In een geval een werknemer in roosterdienst meer dan het vastgestelde aantal te werken uren voor dat kalenderjaar heeft gewerkt, geldt het volgende: • De te veel gewerkte uren tot een maximum van 18 uur worden toegevoegd aan het IKB- spaarverlof. • Voor de te veel gewerkte uren vanaf het 19e uur geldt een financiële vergoeding van 125% van het salaris per uur. De werknemer kan er ook voor kiezen om tot een maximum van 36 uur toe te voegen aan het IKB-spaarverlof. 10. De maximering van de berekening over de percentages van de toelage onregelmatige dienst (TOD), de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst, de toelage werktijdverschuiving van schaal 7 en de toelagen voor personenchauffeurs, periodiek 10 wordt per 1 januari 2023 verhoogd naar schaal 8, periodiek 10. 11. Het bedrag van de aanvullende vaste toelage onregelmatige dienst en de vergelijkbare aanvullende toelage voor personenchauffeurs wordt per 1 januari 2023 verhoogd naar € 50,- per maand. 12. De toelage onregelmatige dienst (TOD), de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst en de toelage werktijdverschuiving worden per 1 januari 2023 per gewerkt kwartier uitbetaald. 13. Het percentage TOD voor nachtdiensturen (00.00 - 06.00 uur) wordt verhoogd van 40% naar 50%. 14. Nadere decentrale regelingen over toelagen en vergoedingen op grond van paragraaf 7.1 t/m 7.6 van Hoofdstuk 7 van de XXX Xxxx (onder andere voor vaste toelagen ter vervanging van variabele toelagen) vervallen per 1 januari 2024. 15. Werknemers met aanspraak op één of meer van bovengenoemde toelagen hebben aanspraak op een afbouwtoelage overeenkomstig de systematiek van het VWNW-beleid. De afbouwtoelage geldt als een garantie en er is sprake van een periode van afbouw in vijf jaar. De garantie bedraagt de eerste twee jaar 100%, het derde jaar 75%, het vierde jaar 50% en het vijfde jaar 25%. 16. In het geval een nadere decentrale regeling ziet op een substantiële vergoeding van andere elementen dan de grondslag van die regeling, kunnen partijen in het DGO een beroep doen op een hardheidsclausule betreffende de afbouwtoelage. In het DGO moet dan vóór 1 januari 2023 worden afgesproken of aanvullend overgangsmaatregelen getroffen moeten worden. Indien partijen in het DGO geen overeenstemming over het treffen van overgangsmaatregelen of de inhoud daarvan kunnen bereiken wordt het geschil voorgelegd aan het SOR. De SOR beslist vóór 1 januari 2024 of een aanvullende overgangsmaatregel nodig is en over de inhoud daarvan.

Appears in 1 contract

Samples: Onderhandelingsresultaat