Common use of Vermelding betreffende de sociale balans Clause in Contracts

Vermelding betreffende de sociale balans. Omtrent de werkzaamheden die de commissaris dient uit te voeren op de sociale balans, werden door het IBR in het verleden twee mededelingen (2014/10 en 2017/06) en een advies (2012/03) gepubliceerd. Deze doctrine wordt nu verankerd in de bijkomende norm (herziene versie 2020). Opnieuw wordt hier geopteerd voor een onderscheid tussen de uit te voeren werkzaamheden en de rapportering. Wanneer de entiteit een sociale balans dient op te stellen, dient de commissaris zich ervan te verzekeren dat deze opgesteld is overeenkomstig de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen. Wanneer de sociale balans deel uitmaakt van de jaarrekening (verenigingen en stichtingen), laat het naleven van de ISA’s de commissaris toe om een oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening, met inbegrip van de sociale balans, tot uitdrukking te brengen. Wanneer de sociale balans geen deel uitmaakt van de jaarrekening dient de commissaris na te gaan of de sociale balans overeenkomstig artikel 3:12, §1, 8° WVV neer te leggen bij de Nationale Bank van België, zowel qua vorm als qua inhoud alle door dit Wetboek voorgeschreven inlichtingen bevat en geen van materieel belang zijnde inconsistenties bevat ten aanzien van de informatie waarover de commissaris beschikt in het kader van zijn opdracht (par. 71, eerste lid, bijkomende norm (herziene versie 2020)). Overeenkomstig artikel 3:12, §2 WVV (art. 100, §2 W. Venn.), hoeft informatie die reeds afzonderlijk in de jaarrekening wordt vermeld niet te worden herhaald in een document neer te leggen in toepassing van artikel 3:12 WVV (art. 100 W. Venn.). De bijkomende norm (herziene versie 2020) bevat voorbeelden van werkzaamheden uit te voeren op de sociale balans die moeten worden opgenomen in het werkprogramma (par. A35 van de bijkomende norm (herziene versie 2020)). Wanneer de entiteit een sociale balans dient op te stellen en deze geen deel uitmaakt van de jaarrekening (wat waarschijnlijk in de meeste gevallen bij vennootschappen zal voorkomen) en indien de commissaris vaststelt dat de sociale balans overeenkomstig artikel 3:12, §1, 8° WVV (art. 100, §1, 6°/2 W. Venn.) neer te leggen bij de Nationale Bank van België, zowel qua vorm als qua inhoud alle door het WVV voorgeschreven inlichtingen bevat en geen van materieel belang zijnde inconsistenties bevat ten aanzien van de informatie waarover de commissaris beschikt in het kader van zijn opdracht, dient hij dit aan te geven in de sectie “Vermelding betreffende de sociale balans”. De sectie opgenomen in de bijkomende norm (herziene versie 2020) luidt als volgt: “De sociale balans neer te leggen bij de Nationale Bank van België overeenkomstig artikel 3:12, §1, 8° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, bevat, zowel qua vorm als qua inhoud alle door dit Wetboek voorgeschreven inlichtingen, waaronder deze betreffende de informatie inzake de lonen en de vormingen, en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht.”. Deze sectie zal aangepast worden indien de commissaris vaststelt dat de sociale balans, zowel qua vorm als qua inhoud, niet alle door het WVV voorgeschreven inlichtingen en/of een van materieel belang zijnde inconsistentie bevat ten aanzien van de informatie waarover hij beschikt in het kader van zijn opdracht. Wanneer de sociale balans deel uitmaakt van de jaarrekening (wat het geval is voor de jaarrekening van verenigingen en stichtingen), zullen de controlewerkzaamheden uitgevoerd door de commissaris ook het nazicht van de sociale balans dienen te omvatten opdat hij zich ervan kan verzekeren dat deze geen van materieel belang zijnde afwijking bevat die een impact heeft op het getrouw beeld. Bijgevolg dient de commissaris, indien hij vaststelt dat de sociale balans geen van materieel belang zijnde afwijking bevat met een impact op het getrouw beeld van de jaarrekening, geen aangepast oordeel tot uitdrukking te brengen. (par. 71, tweede lid van de bijkomende norm (herziene versie 2020)). Indien de commissaris vaststelt dat het getrouw beeld van de sociale balans niet nageleefd werd, zal hij een aangepast oordeel over de jaarrekening tot uitdrukking dienen te brengen. In voorkomend geval: Sectie “Vermelding inzake de overeenkomstig artikel 3:12, §1, 5° en 7° WVV neer te leggen documenten (art. 100, §1, 5° en 6°/1 W. Venn.)” Overeenkomstig artikel 3:75, §1, 10° WVV (art. 144, §1, 10° W. Venn.) dient de commissaris, in het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen”, een vermelding op te nemen die aangeeft of de overeenkomstig artikel 3:12, §1, 5°, 7°, 8° en §2 WVV (art. 100, §1, 5°, 6°/1, 6°2 en §2 W. Venn.) neer te leggen documenten zowel naar vorm als naar inhoud de door dit wetboek verplichte informatie bevatten. Overeenkomstig artikel 3:12, §2 WVV (art. 100, §2 W. Venn.), hoeft informatie die reeds afzonderlijk in de jaarrekening wordt vermeld niet te worden herhaald in een document neer te leggen in toepassing van artikel 3:12 WVV (art. 100 W. Venn.). De commissaris dient in deze sectie de lijst op te nemen van de documenten die de entiteit overeenkomstig artikel 3:12, §1, 5° en 7° WVV (art. 100, §1, 5° en 6°/1 W. Venn.) naast de jaarrekening moet neerleggen en op te nemen dat hij deze heeft nagezien. De sectie opgenomen in de bijkomende norm (herziene versie 2020) luidt als volgt: “De volgende documenten, neer te leggen bij de Nationale Bank van België overeenkomstig artikel 3:12, §1, 5° en 7° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, bevatten – zowel qua vorm als qua inhoud – de door dit Wetboek vereiste informatie en bevatten geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht:

Appears in 3 contracts

Samples: www.icci.be, www.icci.be, www.icci.be

Vermelding betreffende de sociale balans. Omtrent de werkzaamheden die de commissaris dient uit te voeren op de sociale balans, werden door het IBR in het verleden twee mededelingen (2014/10 en 2017/06) en een advies (2012/03) gepubliceerd. Deze doctrine wordt nu verankerd in de bijkomende norm (herziene versie 2020). Opnieuw wordt hier geopteerd voor een onderscheid tussen de uit te voeren werkzaamheden en de rapportering. Wanneer de entiteit een sociale balans dient op te stellen, dient de commissaris zich ervan te verzekeren dat deze opgesteld is overeenkomstig de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen. Wanneer de sociale balans deel uitmaakt van de jaarrekening (bijvoorbeeld in het geval van verenigingen en stichtingen), laat het naleven van de ISA’s de commissaris toe om een oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening, met inbegrip van de sociale balans, tot uitdrukking te brengen. Wanneer de sociale balans geen deel uitmaakt van de jaarrekening dient de commissaris na te gaan of de sociale balans overeenkomstig artikel 3:12, §1, 8° WVV neer te leggen bij de Nationale Bank van België, zowel qua vorm als qua inhoud alle door dit Wetboek voorgeschreven inlichtingen bevat en geen van materieel belang zijnde inconsistenties bevat ten aanzien van de informatie waarover de commissaris beschikt in het kader van zijn opdracht (par. 71, eerste lid, bijkomende norm (herziene versie 2020)). Overeenkomstig artikel 3:12, §2 WVV (art. 100, §2 W. Venn.), hoeft informatie die reeds afzonderlijk in de jaarrekening wordt vermeld niet te worden herhaald in een document neer te leggen in toepassing van artikel 3:12 WVV (art. 100 W. Venn.). De bijkomende norm (herziene versie 2020) bevat voorbeelden van werkzaamheden uit te voeren op de sociale balans die moeten worden opgenomen in het werkprogramma (par. A35 van de bijkomende norm (herziene versie 2020)). Wanneer de entiteit een sociale balans dient op te stellen en deze geen deel uitmaakt van de jaarrekening (wat waarschijnlijk in de meeste gevallen bij vennootschappen zal voorkomen) en indien de commissaris vaststelt dat de sociale balans overeenkomstig artikel 3:12, §1, 8° WVV (art. 100, §1, 6°/2 W. Venn.) neer te leggen bij de Nationale Bank van België, zowel qua vorm als qua inhoud alle door het WVV voorgeschreven inlichtingen bevat en geen van materieel belang zijnde inconsistenties bevat ten aanzien van de informatie waarover de commissaris beschikt in het kader van zijn opdracht, dient hij dit aan te geven in de sectie “Vermelding betreffende de sociale balans”. De sectie opgenomen in de bijkomende norm (herziene versie 2020) luidt als volgt: “De sociale balans neer te leggen bij de Nationale Bank van België overeenkomstig artikel 3:12, §1, 8° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, bevat, zowel qua vorm als qua inhoud alle door dit Wetboek voorgeschreven inlichtingen, waaronder deze betreffende de informatie inzake de lonen en de vormingen, en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht.”. Deze sectie zal aangepast worden indien de commissaris vaststelt dat de sociale balans, zowel qua vorm als qua inhoud, niet alle door het WVV voorgeschreven inlichtingen en/of een van materieel belang zijnde inconsistentie bevat ten aanzien van de informatie waarover hij beschikt in het kader van zijn opdracht. Wanneer de sociale balans deel uitmaakt van de jaarrekening (wat het geval is voor de jaarrekening van verenigingen en stichtingen), zullen de controlewerkzaamheden uitgevoerd door de commissaris ook het nazicht van de sociale balans dienen te omvatten opdat hij zich ervan kan verzekeren dat deze geen van materieel belang zijnde afwijking bevat die een impact heeft op het getrouw beeld. Bijgevolg dient de commissaris, indien hij vaststelt dat de sociale balans geen van materieel belang zijnde afwijking bevat met een impact op het getrouw beeld van de jaarrekening, geen aangepast oordeel tot uitdrukking te brengen. (par. 71, tweede lid van de bijkomende norm (herziene versie 2020)). Indien de commissaris vaststelt dat het getrouw beeld van de sociale balans niet nageleefd werd, zal hij een aangepast oordeel over de jaarrekening tot uitdrukking dienen te brengen. In voorkomend geval: Sectie “Vermelding inzake de overeenkomstig artikel 3:12, §1, 5° en 7° WVV neer te leggen documenten (art. 100, §1, 5° en 6°/1 W. Venn.)” Overeenkomstig artikel 3:75, §1, 10° WVV (art. 144, §1, 10° W. Venn.) dient de commissaris, in het deel “Overige door wet- en regelgeving gestelde eisen”, een vermelding op te nemen die aangeeft of de overeenkomstig artikel 3:12, §1, 5°, 7°, 8° en §2 WVV (art. 100, §1, 5°, 6°/1, 6°2 en §2 W. Venn.) neer te leggen documenten zowel naar vorm als naar inhoud de door dit wetboek verplichte informatie bevatten. Overeenkomstig artikel 3:12, §2 WVV (art. 100, §2 W. Venn.), hoeft informatie die reeds afzonderlijk in de jaarrekening wordt vermeld niet te worden herhaald in een document neer te leggen in toepassing van artikel 3:12 WVV (art. 100 W. Venn.). De commissaris dient in deze sectie de lijst op te nemen van de documenten die de entiteit overeenkomstig artikel 3:12, §1, 5° en 7° WVV (art. 100, §1, 5° en 6°/1 W. Venn.) naast de jaarrekening moet neerleggen en op te nemen dat hij deze heeft nagezien. De sectie opgenomen in de bijkomende norm (herziene versie 2020) luidt als volgt: “De volgende documenten, neer te leggen bij de Nationale Bank van België overeenkomstig artikel 3:12, §1, 5° en 7° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, bevatten – zowel qua vorm als qua inhoud – de door dit Wetboek vereiste informatie en bevatten geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht:

Appears in 1 contract

Samples: www.icci.be