V&G-O plan Voorbeeldclausules

Related to V&G-O plan

  • Sociaal plan 1 De inhoud van een sociaal plan zal afhankelijk zijn van de aard en de inhoud van de voorgenomen reorganisatie. Als de voorgenomen reorganisatie gericht is op een belangrijke inkrimping van de werkgelegenheid zullen de maatregelen in het sociaal plan in eerste instantie gericht zijn op het voorkomen van gedwongen werkloosheid. In het sociaal plan zal een pakket afspraken worden gemaakt met als mogelijke onderdelen onder meer: – herplaatsing; – tijdelijke functievervulling; – om-, her- en bijscholing; – outplacement en andere vormen van externe ondersteuning om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten; – maatregelen om belemmering voor natuurlijk verloop weg te nemen; – de te hanteren ontslagvolgorde als gedwongen ontslagen onvermijdelijk zijn; – de termijn waarover de maatregelen zich uitstrekken. 2 Het lokale CAO-overleg zal zich tot doel stellen het overleg over het toe te passen sociaal plan binnen drie maanden na melding van de reorganisatie af te ronden. Partijen kunnen in gezamenlijk overleg een verzoek tot assistentie of bemiddeling richten aan het landelijk CAO- overleg. De afspraken uit het Sociaal plan zullen door de werkgever worden aangemeld als cao-afspraak bij de Minister van SZW, directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving (UAW).

  • Plan van aanpak Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het herziene plan. Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

  • WAT KRIJGT U VERGOED ALS U DUBBEL VERZEKERD BENT? 6.1 U of een medeverzekerde krijgt geen vergoeding voor schade die u of een medeverzekerde kunt terugkrijgen (of zou kunnen terugkrijgen als u deze verzekering niet had gehad) op één van de volgende manieren:

  • Waarvoor bent u verzekerd? U bent verzekerd voor juridische hulp als u een conflict heeft.

  • Waar bent u verzekerd? 2.1 U bent verzekerd in de landen die op uw Internationale Motorrijtuigverzekeringskaart (de groene kaart) staan. U bent niet verzekerd in de landen die op de groene kaart zijn doorgestreept.

  • Waar ben ik gedekt? Op de groene kaart staat vermeld in welke landen je verzekerd bent. Als je de verzekering aanvraagt, moet je onze vragen eerlijk beantwoorden. Je moet zoveel mogelijk doen om schade te voorkomen en te beperken. Meld schade zo snel mogelijk. En geef veranderingen in jouw situatie zo snel mogelijk door. Bijvoorbeeld veranderingen in je privésituatie zoals een verhuizing, wijziging van gezinssamenstelling of opleidingsniveau.

  • Waarvoor bent u niet verzekerd? In artikel 7 leest u wat volgens de algemene voorwaarden niet is verzekerd. Onder deze module vergoeden wij ook niet: 1. Schade aan uw eigen auto en de aanhanger, caravan of vouwwagen. 2. Schade aan zaken die u met uw auto vervoert. Dat doen we wel als het gaat om normale handbagage en kleding van passagiers. Maar alleen als er niet ergens anders recht is op schadevergoeding. 3. Schade aan zaken die van de eigenaar of de bestuurder zijn, die hij geleend of gehuurd heeft, of die op een andere wijze in zijn bezit zijn. 4. Schade die wordt veroorzaakt door degene die de macht over uw auto heeft gekregen door diefstal of geweldpleging. En schade door degene die dit weet en uw auto zonder geldige reden gebruikt. 5. Xxxxxx aan de bestuurder zelf. 6. Schade aan de passagiers van uw auto als zij niet met uw toestemming in uw auto zijn. 7. Xxxxxx aan het voertuig dat u sleept met uw auto of dat aan uw auto is gekoppeld. 8. Schade die u veroorzaakt bij het laden en lossen van zaken. 9. Een boete of afkoopsom.

  • Waar ben ik verzekerd? 🗸 Voor de schade aan uw voertuig bent u verzekerd in de volgende landen: enig land van de Europese Unie, en in Andorra, Monaco, Vaticaanstad, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, San-Xxxxxx, Zwitserland, Marokko, Tu- nesië en Turkije. 🗸 Voor uw burgerrechtelijke aansprakelijkheid bent u verzekerd voor ieder schadegeval dat zich voordoet in enig land van de Europese Unie, en in Andorra, Monaco, Vaticaanstad, IJsland, Liechtenstein, Xxxxxxxxx, Xxx- Xxxxxx, Zwitserland, Marokko, Tunesië en Turkije. • Bij aanvang van dekking: - Het verlenen van correcte informatie die de beoordeling van het risico kan beïnvloeden. • Tijdens de looptijd van de verzekering: - Bij wijziging van informatie met een impact op het risico, ons hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte houden. - Het naleven van alle preventieverplichtingen omschreven in de algemene en bijzondere voorwaarden om het schadegeval te voorkomen of te beperken. • Xxxxxxx xxx xxxxxx: - Het schadegeval ons zo snel mogelijk aangeven: - Binnen 48 uur wanneer uw aansprakelijkheid in het gedrang komt. - Binnen 8 dagen in alle andere gevallen.

  • In welke landen bent u verzekerd? U bent verzekerd in de landen die op de groene kaart staan en die niet zijn doorgestreept. Wordt uw auto vervoerd tussen twee van de landen op de kaart? Dan geldt de verzekering ook.

  • Wat gebeurt er tijdens de zorgplanbespreking? Tijdens de zorgplanbespreking evalueren en actualiseren wij met u het (digitaal) zorgplan en bespreken wij hoe de zorgverlening verloopt en/of er aanpassingen nodig zijn. Wij bespreken met u dan bovendien: • de wijze waarop u uw leven wenst in te richten en welke ondersteuning u daarbij van ons zou willen ontvangen; • de doelen van de zorgverlening voor een bepaalde periode en hoe wij die met u zullen proberen te bereiken; • de zorgverleners die voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening verantwoordelijk zijn, de wijze waarop afstemming tussen die zorgverleners plaatsvindt en wie uw aanspreekpunt is; • welke familieleden of anderen bij de zorgverlening worden betrokken of van ons informatie krijgen over de zorgverlening en hoe wij dat zullen doen; • hoe vaak en waarom het (digitaal) zorgplan met u zal worden geëvalueerd en geactualiseerd.