Common use of Voorbehoud overige fictieve dienstbetrekkingen Clause in Contracts

Voorbehoud overige fictieve dienstbetrekkingen. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking, uitzending of tussenkomst kennen de loonheffingen nog een aantal ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een (overige) fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever of de bemiddelaar toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen partijen in de modelovereenkomst (Deel B) ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit de tweede overeenkomst (Deel B), onder ‘In aanmerking nemende dat’, onder g. Deze algemene modelovereenkomsten zijn specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van bemiddeling én het werkgeversgezag ontbreekt. Deze overeenkomsten kunnen niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Dat is het geval bij: - Aanneming van werk - Overige tussenpersonen, agenten - Stagiaires - Meewerkende kinderen - Bestuurders van lichamen - Sekswerkers - Topsporters - (Partners van) houders van een aanmerkelijk belang, die arbeid verrichten voor hetdesbetreffende lichaam - Artiesten en beroepssporters die werken op basis van een overeenkomst van korte duur - Bemanning van vissersvaartuigen (deelvissers) Voor deze gevallen kunnen de bemiddelaar en/of de opdrachtgever aan deze modelovereenkomsten niet de zekerheid ontlenen dat zij geen loonheffingen zijn verschuldigd. De zekerheid dat de bemiddelaar en de opdrachtgever geen loonheffingen hoeven af te dragen geldt –ten overvloede- alleen als alle partijen in de praktijk handelen conform hetgeen zij hebben afgesproken in deze modelovereenkomsten. Slechts op grond hiervan kan ervan worden uitgegaan dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking), uitzending of een fictieve dienstbetrekking. Dit model van de ABU en de I-ZO, welke bestaat uit de bemiddelingsovereenkomst (Deel A) en de overeenkomst van opdracht (Deel B), ziet op vastlegging van afspraken tussen enerzijds de bemiddelaar en de Zzp’er en anderzijds tussen de opdrachtgever en de Zzp’er. De Belastingdienst beoordeelt deze overeenkomsten alleen ter zake van de vraag of sprake is van de plicht tot het afdragen van loonheffingen. De Belastingdienst merkt hierbij op dat op basis van deze modelovereenkomsten geen oordeel kan worden/is gegeven over de vraag of iemand ondernemer is in de inkomstenbelasting. Ook kan de Belastingdienst geen oordeel geven over de gevolgen voor de omzetbelasting. Evenmin heeft dit oordeel enige betekenis voor de vennootschapsbelasting en/of overige specifieke (niet fiscale) wet- en regelgeving, zoals het arbeidsrecht. Het voorgaande betekent dus dat partijen uitsluitend voor de loonheffingen vertrouwen kunnen ontlenen aan het gebruik van de beoordeelde modelovereenkomsten (Deel A en Deel B).

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Voorbehoud overige fictieve dienstbetrekkingen. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking, uitzending of tussenkomst kennen de loonheffingen nog een aantal ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een (overige) fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever of de bemiddelaar toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen partijen in de modelovereenkomst (Deel B) ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit de tweede overeenkomst (Deel B), onder ‘In aanmerking nemende dat’, onder g. Deze algemene modelovereenkomsten zijn modelovereenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van bemiddeling directe inhuur én het werkgeversgezag ontbreekt. Deze overeenkomsten kunnen overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Dat is het geval bij: - Aanneming van werk - Overige tussenpersonenTussenpersonen, agenten - Stagiaires - Meewerkende kinderen - Bestuurders van lichamen - Sekswerkers - Topsporters - (Partners van) houders van een aanmerkelijk belang, die arbeid verrichten voor hetdesbetreffende lichaam - Artiesten en beroepssporters die werken op basis van een overeenkomst van korte duur - Bemanning van vissersvaartuigen (deelvissers) - Werken via tussenkomst van een derde (intermediair). Voor deze gevallen kunnen de bemiddelaar en/of kan de opdrachtgever aan deze modelovereenkomsten modelovereenkomst niet de zekerheid ontlenen dat zij hij geen loonheffingen zijn is verschuldigd. De zekerheid dat de bemiddelaar en de opdrachtgever geen loonheffingen hoeven hoeft af te dragen of te voldoen geldt –ten overvloede- alleen als alle partijen in de praktijk handelen conform hetgeen zij hebben afgesproken overeen zijn gekomen in deze modelovereenkomstenmodelovereenkomst. Slechts op grond hiervan kan ervan worden uitgegaan dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking), uitzending of een fictieve dienstbetrekking. Dit model van Een overeenkomst is de ABU en de I-ZO, welke bestaat uit de bemiddelingsovereenkomst (Deel A) en de overeenkomst van opdracht (Deel B), ziet op vastlegging van afspraken tussen enerzijds de bemiddelaar en de Zzp’er en anderzijds tussen de opdrachtgever en de Zzp’eropdrachtnemer. De Belastingdienst beoordeelt deze overeenkomsten alleen ter zake van om de vraag te kunnen beantwoorden of sprake is van de plicht tot het afdragen of voldoen van loonheffingen. De Belastingdienst merkt hierbij op dat kan op basis van deze modelovereenkomsten modelovereenkomst geen oordeel kan worden/is gegeven geven over de vraag of iemand ondernemer is in de inkomstenbelasting. Ook kan de Belastingdienst geen oordeel geven over de gevolgen voor de omzetbelasting. Evenmin In geval deze overeenkomst gebruikt wordt door een niet-natuurlijk persoon (zoals een besloten vennootschap), dan houdt het oordeel slechts in dat de opdrachtgever geen loonheffingen verschuldigd is. Dit oordeel heeft dit oordeel enige geen betekenis voor de vennootschapsbelasting en/of vennootschapsbelasting. Ook ten aanzien van overige specifieke (niet fiscale) wet- en regelgeving, zoals het arbeidsrecht. Het voorgaande betekent dus dat partijen uitsluitend voor kan de loonheffingen vertrouwen kunnen ontlenen aan het gebruik van de beoordeelde modelovereenkomsten (Deel A en Deel B)Belastingdienst geen oordeel geven.

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Voorbehoud overige fictieve dienstbetrekkingen. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking, uitzending of tussenkomst kennen de loonheffingen nog een aantal ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een (overige) fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever of de bemiddelaar toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen partijen in de modelovereenkomst (Deel B) ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit de tweede overeenkomst (Deel B), onder ‘In aanmerking nemende dat’, onder g. Deze algemene modelovereenkomsten zijn modelovereenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van bemiddeling directe inhuur én het werkgeversgezag ontbreekt. Deze overeenkomsten kunnen overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Dat is het geval bij: - Aanneming van werk - Overige tussenpersonen, agenten Agenten - Stagiaires - Meewerkende kinderen - Bestuurders van lichamen - Sekswerkers - Topsporters - (Partners van) houders van een aanmerkelijk belang, die arbeid verrichten voor hetdesbetreffende lichaam - Artiesten en beroepssporters die werken op basis van een overeenkomst van korte duur - Bemanning van vissersvaartuigen (deelvissers) - Werken door tussenkomst van een derde (intermediair). Voor deze gevallen kunnen de bemiddelaar en/of kan de opdrachtgever aan deze modelovereenkomsten modelovereenkomst niet de zekerheid ontlenen dat zij hij geen loonheffingen zijn is verschuldigd. De zekerheid dat de bemiddelaar en de opdrachtgever geen loonheffingen hoeven hoeft af te dragen of te voldoen geldt –ten overvloede- alleen als alle partijen in de praktijk handelen conform hetgeen zij hebben afgesproken overeen zijn gekomen in deze modelovereenkomstenmodelovereenkomst. Slechts op grond hiervan kan ervan worden uitgegaan dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking), uitzending of een fictieve dienstbetrekking. Dit model van Een overeenkomst is de ABU en de I-ZO, welke bestaat uit de bemiddelingsovereenkomst (Deel A) en de overeenkomst van opdracht (Deel B), ziet op vastlegging van afspraken tussen enerzijds de bemiddelaar en de Zzp’er en anderzijds tussen de opdrachtgever en de Zzp’eropdrachtnemer. De Belastingdienst beoordeelt deze overeenkomsten alleen ter zake van om de vraag te kunnen beantwoorden of sprake is van de plicht tot het afdragen of voldoen van loonheffingen. De Belastingdienst merkt hierbij op dat kan op basis van deze modelovereenkomsten modelovereenkomst geen oordeel kan worden/is gegeven geven over de vraag of iemand ondernemer is in de inkomstenbelasting. Ook kan de Belastingdienst geen oordeel geven over de gevolgen voor de omzetbelasting. Evenmin In geval deze overeenkomst gebruikt wordt door een niet-natuurlijk persoon (zoals een besloten vennootschap), dan houdt het oordeel slechts in dat de opdrachtgever (intermediair) geen loonheffingen verschuldigd is. Dit oordeel heeft dit oordeel enige geen betekenis voor de vennootschapsbelasting en/of vennootschapsbelasting. Ook ten aanzien van overige specifieke (niet fiscale) wet- en regelgeving, zoals het arbeidsrecht. Het voorgaande betekent dus dat partijen uitsluitend voor kan de loonheffingen vertrouwen kunnen ontlenen aan het gebruik van de beoordeelde modelovereenkomsten (Deel A en Deel B)Belastingdienst geen oordeel geven.

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Voorbehoud overige fictieve dienstbetrekkingen. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking, uitzending of tussenkomst kennen de loonheffingen nog een aantal ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een (overige) fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever of de bemiddelaar toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen partijen in de modelovereenkomst (Deel B) ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit de tweede overeenkomst (Deel B), onder ‘In aanmerking nemende dat’, onder g. Deze algemene modelovereenkomsten zijn modelovereenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake situaties van tussenkomst en is van bemiddeling én het werkgeversgezag ontbreekt. Deze overeenkomsten kunnen niet worden gebruikt te gebruiken voor situaties, situaties waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Dat is het geval bij: - Aanneming van werk werk; - Overige tussenpersonen, agenten Agenten; - Stagiaires Stagiaires; - Meewerkende kinderen kinderen; - Bestuurders van lichamen lichamen; - Sekswerkers Sekswerkers; - Topsporters Topsporters; - (Partners van) houders van een aanmerkelijk belang, die arbeid verrichten voor hetdesbetreffende lichaam lichaam; - Artiesten en beroepssporters die werken op basis van een overeenkomst van korte duur duur; - Bemanning van vissersvaartuigen (deelvissers) ). Voor deze gevallen kunnen de bemiddelaar en/of kan de opdrachtgever aan deze modelovereenkomsten modelovereenkomst niet de zekerheid ontlenen dat zij hij geen loonheffingen zijn is verschuldigd. De zekerheid dat de bemiddelaar en de opdrachtgever (intermediair) geen loonheffingen hoeven hoeft af te dragen of te voldoen geldt –ten overvloede- alleen als alle partijen in de praktijk handelen conform hetgeen zij hebben afgesproken overeen zijn gekomen in deze modelovereenkomsten. Slechts modelovereenkomst op grond hiervan kan ervan worden uitgegaan dat waarvan geen sprake is van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking)arbeidsovereenkomst, uitzending of een de fictieve dienstbetrekkingdienstbetrekking ‘tussenkomst’. Dit model van Een overeenkomst is de ABU en de I-ZO, welke bestaat uit de bemiddelingsovereenkomst (Deel A) en de overeenkomst van opdracht (Deel B), ziet op vastlegging van afspraken tussen enerzijds de bemiddelaar en de Zzp’er en anderzijds tussen de opdrachtgever en de Zzp’eropdrachtnemer. De Belastingdienst beoordeelt deze overeenkomsten alleen ter zake van om de vraag te kunnen beantwoorden of sprake is van de plicht tot het afdragen of voldoen van loonheffingen. De Belastingdienst merkt hierbij op dat kan op basis van deze modelovereenkomsten modelovereenkomst geen oordeel kan worden/is gegeven geven over de vraag of iemand ondernemer is in de inkomstenbelasting. Ook kan de Belastingdienst geen oordeel geven over de gevolgen voor de omzetbelasting. Evenmin In geval deze overeenkomst gebruikt wordt door een niet-natuurlijk persoon (zoals een besloten vennootschap), dan houdt het oordeel slechts in dat de opdrachtgever (intermediair) geen loonheffingen verschuldigd is. Dit oordeel heeft dit oordeel enige geen betekenis voor de vennootschapsbelasting en/of vennootschapsbelasting. Ook ten aanzien van overige specifieke (niet fiscale) wet- en regelgeving, zoals het arbeidsrecht. Het voorgaande betekent dus dat partijen uitsluitend voor kan de loonheffingen vertrouwen kunnen ontlenen aan het gebruik van de beoordeelde modelovereenkomsten (Deel A en Deel B)Belastingdienst geen oordeel geven.

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Voorbehoud overige fictieve dienstbetrekkingen. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking, uitzending of tussenkomst kennen de loonheffingen nog een aantal ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een (overige) fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever of de bemiddelaar toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen partijen in de modelovereenkomst (Deel B) ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit de tweede overeenkomst (Deel B), onder ‘In aanmerking nemende dat’, onder g. Deze algemene modelovereenkomsten zijn modelovereenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van bemiddeling directe inhuur én zowel het werkgeversgezag ontbreektontbreekt als de verplichting om de werkzaamheden zélf te verrichten. Deze overeenkomsten kunnen overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Dat is het geval bij: - Aanneming van werk - Overige tussenpersonen, agenten Agenten - Stagiaires - Meewerkende kinderen - Bestuurders van lichamen - Sekswerkers - Topsporters - (Partners van) houders van een aanmerkelijk belang, die arbeid verrichten voor hetdesbetreffende lichaam - Artiesten en beroepssporters die werken op basis van een overeenkomst van korte duur - Bemanning van vissersvaartuigen (deelvissers) - Werken door tussenkomst van een derde (intermediair). Voor deze gevallen kunnen de bemiddelaar en/of kan de opdrachtgever aan deze modelovereenkomsten modelovereenkomst niet de zekerheid ontlenen dat zij hij geen loonheffingen zijn is verschuldigd. De zekerheid dat de bemiddelaar en de opdrachtgever geen loonheffingen hoeven hoeft af te dragen of te voldoen geldt –ten overvloede- alleen als alle partijen in de praktijk handelen conform hetgeen zij hebben afgesproken overeen zijn gekomen in deze modelovereenkomstenmodelovereenkomst. Slechts op grond hiervan kan ervan worden uitgegaan dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking), uitzending of een fictieve dienstbetrekking. Dit model van Een overeenkomst is de ABU en de I-ZO, welke bestaat uit de bemiddelingsovereenkomst (Deel A) en de overeenkomst van opdracht (Deel B), ziet op vastlegging van afspraken tussen enerzijds de bemiddelaar en de Zzp’er en anderzijds tussen de opdrachtgever en de Zzp’eropdrachtnemer. De Belastingdienst beoordeelt deze overeenkomsten alleen ter zake van om de vraag te kunnen beantwoorden of sprake is van de plicht tot het afdragen of voldoen van loonheffingen. De Belastingdienst merkt hierbij op dat kan op basis van deze modelovereenkomsten modelovereenkomst geen oordeel kan worden/is gegeven geven over de vraag of iemand ondernemer is in de inkomstenbelasting. Ook kan de Belastingdienst geen oordeel geven over de gevolgen voor de omzetbelasting. Evenmin In geval deze overeenkomst gebruikt wordt door een niet-natuurlijk persoon (zoals een besloten vennootschap), dan houdt het oordeel slechts in dat de opdrachtgever (intermediair) geen loonheffingen verschuldigd is. Dit oordeel heeft dit oordeel enige geen betekenis voor de vennootschapsbelasting en/of vennootschapsbelasting. Ook ten aanzien van overige specifieke (niet fiscale) wet- en regelgeving, zoals het arbeidsrecht. Het voorgaande betekent dus dat partijen uitsluitend voor kan de loonheffingen vertrouwen kunnen ontlenen aan het gebruik van de beoordeelde modelovereenkomsten (Deel A en Deel B)Belastingdienst geen oordeel geven.

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Voorbehoud overige fictieve dienstbetrekkingen. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking, uitzending of tussenkomst kennen de loonheffingen nog een aantal ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een (overige) fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever of de bemiddelaar toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen partijen in de modelovereenkomst (Deel B) ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit de tweede overeenkomst (Deel B), onder ‘In aanmerking nemende dat’, onder g. Deze algemene modelovereenkomsten zijn specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van bemiddeling én het werkgeversgezag ontbreekt. Deze overeenkomsten kunnen niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Dat is het geval bij: - Aanneming van werk - Overige tussenpersonen, agenten - Stagiaires - Meewerkende kinderen - Bestuurders van lichamen - Sekswerkers - Topsporters - (Partners van) houders van een aanmerkelijk belang, die arbeid verrichten voor hetdesbetreffende lichaam - Artiesten en beroepssporters die werken op basis van een overeenkomst van korte duur - Bemanning van vissersvaartuigen (deelvissers) Voor deze gevallen kunnen de bemiddelaar en/of de opdrachtgever aan deze modelovereenkomsten niet de zekerheid ontlenen dat zij geen loonheffingen zijn verschuldigd. De zekerheid dat de bemiddelaar en de opdrachtgever geen loonheffingen hoeven af te dragen geldt –ten overvloede- alleen als alle partijen in de praktijk handelen conform hetgeen zij hebben afgesproken in deze modelovereenkomsten. Slechts op grond hiervan kan ervan worden uitgegaan dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking), uitzending of een fictieve dienstbetrekking. Dit model van de ABU en de I-ZO, welke bestaat uit de bemiddelingsovereenkomst (Deel A) en de overeenkomst van opdracht (Deel B), ziet op vastlegging van afspraken tussen enerzijds de bemiddelaar en de Zzp’er en anderzijds tussen de opdrachtgever en de Zzp’er. De Belastingdienst beoordeelt deze overeenkomsten alleen ter zake van de vraag of sprake is van de plicht tot het afdragen van loonheffingen. De Belastingdienst merkt hierbij op dat op basis van deze modelovereenkomsten geen oordeel kan worden/is gegeven over de vraag of iemand ondernemer is in de inkomstenbelasting. Ook kan de Belastingdienst geen oordeel geven over de gevolgen voor de omzetbelasting. Evenmin heeft dit oordeel enige betekenis voor de vennootschapsbelasting en/of overige specifieke (niet fiscale) wet- en regelgeving, zoals het arbeidsrecht. Het voorgaande betekent dus dat partijen uitsluitend voor de loonheffingen vertrouwen kunnen ontlenen aan het gebruik van de beoordeelde modelovereenkomsten (Deel A en Deel B).

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl