Wettelijke rapportering Voorbeeldclausules

Wettelijke rapportering. Rapportering voor officiële verslaggeving De externe rapportering moet voldoen aan de vereisten van de overheidsniveaus: Gemeentelijk niveau, VGC (Vlaamse Gemeenschapscommissie) en de Vlaamse Gemeenschap. Hiervoor dient de software: - globale overzichten op basis van de geregistreerde gegevens op te stellen - Integratie te voorzien van de gegevens in een aantal voorgedefinieerde (soms reeds bestaande) sjablonen. Belangrijk is dat – omdat die sjablonen kunnen wijzigen – de rapportering zo flexibel is dat ze door een rapportering-deskundige kan aangepast worden. Het sjabloon voor de VGC en de Vlaamse Gemeenschap is in bijlage 5 toegevoegd aan dit bestek.

Related to Wettelijke rapportering

  • Wettelijke indeplaatsstelling De koper doet afstand van de wettelijke indeplaatsstelling die in zijn voordeel bestaat krachtens artikel 5.220, 3° van het Burgerlijk Wetboek, en geeft volmacht aan de ingeschreven schuldeisers, aan de medewerkers van de notaris en aan alle belanghebbenden, gezamenlijk of afzonderlijk handelend, om opheffing te verlenen en om de doorhaling te vorderen van alle inschrijvingen, overschrijvingen en randmeldingen die, ondanks zijn afstand, in zijn voordeel zouden bestaan ingevolge voormelde indeplaatsstelling.

  • Afwijking Individuele afwijkingen, met inbegrip van aanvullingen dan wel uitbreidingen van deze Algemene Voorwaarden, moeten schriftelijk tussen de ondernemer en de consument worden vastgelegd.

  • Strafrechtelijke verdediging Uw verdediging wanneer u vervolgd wordt wegens inbreuk op wetten, besluiten, decreten en/of reglementen alsook voor het indienen van één verzoek om gratie per schadegeval indien u werd veroordeeld tot een vrijheidsstraf. De dekking is uitgesloten voor misdaden of gecorrectionaliseerde misdaden en, voor alle andere opzettelijke inbreuken, zal onze dekking u slechts verleend worden voor zover de gerechtelijke beslissing in kracht van gewijsde u vrijspreekt.

  • Zekerheidstelling Indien ter waarborging van de rechten van benadeelden door een buitenlandse overheid het stellen van zekerheid wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of invrijheidstelling van een verzekerde te verkrijgen, verstrekken verzekeraars deze zekerheid tot ten hoogste EUR 50.000,00 per gebeurtenis, mits sprake is van een gedekte schade. Verzekerden zijn verplicht verzekeraars te machtigen over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven; zij zullen alle medewerking moeten verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.

  • Persoonlijke en zakelijke zekerheden Door de vennootschap gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van geassocieerde ondernemingen Door geassocieerde ondernemingen gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van de vennootschap

  • Zekerheidsstelling De maatschappij vergoedt de kosten van de door een overheid verlangde financiële zekerheid om de rechten van de benadeelde(n) bij een gedekte schade te waarborgen. De maatschappij zal deze zekerheid verstrekken tot ten hoogste € 50.000 per gebeurtenis voor alle ver- zekerden tezamen. De maatschappij verstrekt deze zekerheid alleen om een beslag op het motorrijtuig op te heffen of de invrijheidstelling van de verzekering- nemer of een verzekerde te verkrijgen. De verzekerde is verplicht de maatschappij te machtigen om over de verstrekte zekerheid te beschikken, zodra deze wordt vrijgegeven en verder alle medewerking te verlenen om terugbetaling te verkrijgen.

  • Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen in het algemeen en betreffende Riziv-overeenkomsten die beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden van een sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder. Mocht de aangeslotene buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toe- laat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht betreffende indivi- duele levens- en aanvullende verzekeringen.

  • Premievrijstelling 4.1 Met inachtneming van het in deze voorwaarden bepaalde bedraagt de vrijstelling van premiebetaling – na afloop van de eigen risicotermijn – bij een arbeidsongeschiktheid van: 0 tot 45%: 0% van de premie; 45 tot 80%: 50% van de premie; 80 t/m 100%: 100% van de premie. 4.2 Indien de premie binnen twee jaar voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid is verhoogd, vindt alleen vrijstelling plaats voor de premie die gold voorafgaand aan de premieverhoging. 4.3 De vrijstelling wordt geheel of gedeeltelijk toegekend en zal bij toekenning tussen twee premievervaldagen door de verzekeraar pro rata worden toegepast. 4.4 In geval van beëindiging van de vrijstelling van premiebetaling is de verzekeringnemer verplicht tot het betalen van te veel vrijgestelde premies. De verzekeringnemer dient de te veel vrijgestelde premies uiterlijk dertig dagen na de beëindiging van de vrijstelling te betalen. 4.5 Een verhoging van de premie na het intreden van de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde komt niet in aanmerking voor de dekking.

  • Tijdelijke waarneming De werknemer die de functie van een andere, op een hoger functieniveau ingedeelde werknemer tijdelijk waarneemt, heeft recht op extra betaling als de waarneming langer dan vier aaneengesloten weken heeft geduurd en voor zover het een volledige vervanging betreft, uitgezonderd de functiewaarneming wegens vakantie. De extra betaling is ten minste gelijk aan het verschil tussen het schaalsalaris van de functie die hij tijdelijk waarneemt uitgaande van 0 functieperiodieken en het schaalsalaris van zijn eigen functie uitgaande van 0 functieperiodieken. De werknemer kan nooit een hoger salaris ontvangen dan het salaris dat de werknemer wiens functie hij tijdelijk waarneemt, verdient.

  • Vrijstelling Voor elk schadegeval blijft te uwen laste de mogelijke vrijstelling(en) waarvan het bedrag wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden en aangepast wordt volgens de verhouding tussen de consumptieprijsindex van kracht de maand voorafgaand aan het schadegeval en de index van januari 2001, zijnde 177,83 (basis van 100 in 1981).