Premievrijstelling Voorbeeldclausules

Premievrijstelling. Voor een deelnemer aan dit pensioenreglement wordt per de eerste van de maand na ingang van de WIA-uitkering volledige premievrijstelling verleend. Deze premievrijstelling is alleen van toepassing op deze regeling.
Premievrijstelling. In de mate dat de aangeslotene een toekenning geniet in het kader van de dekkingpremievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’, wordt die toekenning, tenzij anders overeengekomen, prioritair aangewend ter verdere financiering van de risicodekkingen en ter verdere spijzing van de risicoreserves met het oog op de handhaving van de betreffende risicodekkingen in hun laatst verzekerde toestand (eventueel geïn- dexeerd nominaal (minimum)bedrag, dekkings- en uitkeringsperiode, eigenrisicotermijn, enz.) Als de verzekeraar om enige reden vaststelt dat de (vrije) reserves ontoereikend zijn om de nodige risicopre- mies voor de betreffende risicodekking(en) verder te onttrekken, kan hij die dekking(en) vervroegd be- eindigen. De vervroegde beëindiging heeft nochtans slechts ten vroegste uitwerking 30 dagen nadat de verzekeraar de aangeslotene hierover met een aangetekend schrijven heeft ingelicht (zie echter 2.3.5).
Premievrijstelling. 4.1 Met inachtneming van het in deze voorwaarden bepaalde bedraagt de vrijstelling van premiebetaling – na afloop van de eigen risicotermijn – bij een arbeidsongeschiktheid van: 0 tot 45%: 0% van de premie; 45 tot 80%: 50% van de premie; 80 t/m 100%: 100% van de premie.
Premievrijstelling. Indien het Woonpakket bestaat uit tenminste drie dekkingen, waaronder een ongevallendekking, geldt de volgende premie- vrijstelling:
Premievrijstelling. In de mate dat de aangeslotene een toekenning geniet in het kader van de dekkingpremievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’, wordt die toekenning, bij gebrek aan andere toegelaten keuze, prioritair aange- wend ter verdere financiering van de risicodekkingen en ter verdere spijzing van de risicoreserves met het oog op de handhaving van de betreffende risicodekkingen in hun laatst verzekerde toestand (eventueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag, dekkings- en uitkeringsperiode, eigenrisicotermijn, enz., in voorkomend geval verder aangepast in functie van de gezinstoestand, maar zonder verdere aanpassingen in functie van de bezoldiging, enz.). De voorgaande bepalingen betreffende schorsing van de arbeidsovereenkomst, verlies van hoedanigheid, uitdiensttreding en wijziging/beëindiging van de individuele pensioentoezegging moeten dan ook in dit licht gelezen worden, alsook in het licht van de ‘endogene’ premievrijstelling voor de dekkingen ‘arbeidsongeschiktheidsrenten’ (zie 2.2.1.4.5).
Premievrijstelling. 14.1 Premievrijstelling bij overlijden verzekeringnemer In geval van een uitkering wegens overlijden van de verzekeringsnemer ten gevolge van een krachtens deze verzekering gedekt ongeval geldt dat, voorzover ten tijde van het ongeval deze verzekering ten aanzien van meerdere personen van kracht is, de verzekering voor alle verzekerden premievrij wordt met ingang van de eerstvolgende premievervaldatum na het overlijden van verzekeringsnemer. Deze premievrijstelling blijft van kracht gedurende de daarop volgende 5 jaar.
Premievrijstelling. 1. Indien de verzekerde na het bereiken van de maximum-uitkeringsperiode van 104 weken zoals bedoeld in artikel 7:629, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, respectievelijk in artikel 29, vijfde lid van de Ziektewet, onafgebroken arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO of WIA, wordt hem afhankelijk van de mate van zijn arbeidsongeschiktheid, gehele of gedeeltelijke premievrijstelling verleend, vanaf het einde van die termijn. Het bepaalde in de vorige volzin is na het bereiken van de door het UWV vastgestelde kortere uitkeringsperiode van overeenkomstige toepassing op de verzekerde die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is (op basis van artikel 23, zesde lid van de WIA). De kortere uitkeringsperiode bedraagt ten minste 13 weken en ten hoogste 78 weken.
Premievrijstelling. In de mate dat de aangeslotene een toekenning geniet in het kader van de dekkingpremievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’, wordt die toekenning, bij gebrek aan andere toegelaten keuze, prioritair aange- wend ter verdere financiering van de risicodekkingen en ter verdere spijzing van de risicoreserves met het oog op de handhaving van de betreffende risicodekkingen in hun laatst verzekerde toestand (even- tueel geïndexeerd nominaal (minimum)bedrag, dekkings- en uitkeringsperiode, eigenrisicotermijn, enz., in voorkomend geval verder aangepast in functie van de gezinstoestand, maar zonder verdere aanpas- singen in functie van de bezoldiging, enz.). De voorgaande bepalingen inzake het niet langer behoren tot de categorie, uitdiensttreding en wijziging/beëindiging van de groepsverzekering moeten dan ook in dit licht gelezen worden, alsook in het licht van de ‘endogene’ premievrijstelling voor de dekkingen ‘arbeids- ongeschiktheidsrenten’ (zie 2.2.1.4.5).
Premievrijstelling a. Premievrijstelling bij overlijden of blijvende invaliditeit van uzelf In geval van een uitkering krachtens de ongevallenverzekering of –dekking wegens overlijden van u of wegens volledige blijvende invaliditeit van u, geldt dat de drie of meer verzekeringen die ten tijde van het ongeval deel uitmaken van het Woonpakket tijdelijk premievrij worden gesteld. De premievrijstelling wordt verleend zodra wij het uitkeringsrecht heeft erkend en gaat, eventueel met terugwerkende kracht, in per eerstvolgende premievervaldatum volgend op de datum van het ongeval. De premievrijstelling blijft van kracht gedurende de vijf daarop volgende jaren.
Premievrijstelling. In de mate dat de aangeslotene een toekenning geniet in het kader van de dekkingpremievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’, wordt die toekenning, tenzij anders overeengekomen, prioritair aangewend ter verdere financiering van de risicodekkingen en ter verdere spijzing van de risicoreserves met het oog op de handhaving van de betreffende risicodekkingen in hun laatst verzekerde toestand (eventueel geïn- dexeerd nominaal (minimum)bedrag, dekkings- en uitkeringsperiode, eigenrisicotermijn, enz.). Als de verzekeraar om enige reden vaststelt dat de (vrije) reserves ontoereikend zijn om de nodige risi- copremies voor de betreffende risicodekking(en) verder te onttrekken, kan hij die dekking(en) vervroegd beëindigen. De vervroegde beëindiging heeft nochtans slechts ten vroegste uitwerking 30 dagen nadat de verzekeraar de aangeslotene hierover met een aangetekend schrijven heeft ingelicht (zie echter 2.3.5). Het pensioenkapitaal, de uitkering van de afkoopwaarde die toekomt aan de aangeslotene, alsook het overlijdenskapitaal en het overlijdenskapitaal bij ongeval kunnen, na aanrekening van de eventuele wet- telijk verplichte inhoudingen, toeslagen, vergoedingen en andere sommen die nog verschuldigd zouden zijn aan de verzekeraar of aan derden (zoals een pandhoudende schuldeiser), op schriftelijk verzoek van de begunstigde(n) worden omgezet in een levenslange lijfrente, maar slechts indien het jaarbedrag van de aanvangsrente voor de betrokken begunstigde hoger is dan het wettelijk vastgelegd drempelbe- drag. Onverminderd de toepassing van dwingende bepalingen terzake, wordt het bedrag van de rente vastge- legd op basis van de (al dan niet gewaarborgde) tarieven die de verzekeraar terzake hanteert op de datum waarop de rente ingaat, rekening houdend met een jaarlijkse indexatie met 2% volgens een meetkundige reeks en, wat betreft het pensioenkapitaal of de uitkering van de afkoopwaarde die toe- komt aan de aangeslotene, met een overdraagbaarheid van die rente. De overdraagbaarheid duidt erop dat bij het overlijden van de aangeslotene na de aanvangsdatum van de rente, die rente voor 80% ver- der levenslang wordt uitgekeerd aan de partner van de aangeslotene (die al zijn partner was op de aan- vangsdatum van de rente). Als partner wordt beschouwd, de persoon met wie de aangeslotene gehuwd en niet van tafel en bed gescheiden is of, bij gebreke, de persoon met wie de aangeslotene ‘wettelijk samenwoont’ volgens het artikel 1475 en volgende van het burgerlijk wetboek...