Wie zijn de verzekerden? Verzekeringnemer. Voor de activiteit en het beroep op het verzekeringsbewijs. • Voor nevenactiviteiten en nevenberoepen. • De eigenaar van de werklocatie. • Of bijvoorbeeld iemand die het vruchtgebruik heeft. • De eigenaar van die zaken. • Of bijvoorbeeld iemand die het vruchtgebruik heeft. • Alleen als u die ander toestemming geeft de schade te melden. • Voor anderen gelden dezelfde plichten als voor de verzekerden. • We betalen in totaal niet meer dan het maximum bedrag op het verzekeringsbewijs. • We betalen eerst de verzekerden. En als er nog over is de anderen. • Zijn er meer anderen dan krijgt ieder een deel in verhouding met zijn schade. - Niet als een ander zich later meldt. • En wij die ander niet eerder konden vinden. • Hij krijgt wat er nog over is van het maximum bedrag. - Niet meer dan zijn schade.
Wie zijn de verzekerden? Verzekeringnemer. Voor de activiteit op het verzekeringsbewijs. • Voor de activiteit op het verzekeringsbewijs.
Wie zijn de verzekerden? Verzekeringnemer. Voor de activiteit op het verzekeringsbewijs. • Ook uitzendkrachten, stagiaires of vrijwilligers. • Als zij werken voor verzekeringnemer. • Voor de activiteit op het verzekeringsbewijs. • Als zij taken uitoefenen voor verzekeringnemer. • Voor de activiteit op het verzekeringsbewijs. • Alleen voor de activiteit op het verzekeringsbewijs. • Ook hun bestuurders, leidinggevenden en medewerkers. - Als zij werken voor dat bedrijf of die rechtspersoon. • Voor de activiteit op het verzekeringsbewijs. • Alleen als de verzekerde overlijdt door een ongeval. • Alleen om de kosten van het levensonderhoud te vorderen. • En alleen als het ongeval de schuld was van een niet-verzekerde op deze polis. • Voor de activiteit op het verzekeringsbewijs.