Wijze van premiebetaling. 1. De premie die de werkgever volgens artikel 3.1 is verschuldigd aan het pensioenfonds betaalt hij in maandelijkse termijnen. De premie dient uiterlijk op de laatste dag van de kalendermaand waarop de premie betrekking heeft, te zijn bijgeschreven op de rekening van het pensioenfonds. 2. De premie heeft betrekking op de aanspraken volgend uit de statuten en de pensioenregeling en de uitvoering daarvan, met inachtneming van de daarin opgenomen bepalingen over extra in rekening te brengen kosten. Ten behoeve van werkzaamheden die vallen buiten de reguliere uitvoering van statuten en reglementen, zal door het pensioenfonds een extra vergoeding in rekening gebracht kunnen worden. 3. Bij achterstand in de premiebetaling of niet tijdige betaling op grond van de eindafrekening van een jaar is de werkgever een boeterente verschuldigd van 1% per maand over het totale bedrag aan achterstallige premie of 1% per maand over de niet tijdige betaalde premie uit de eindafrekening, steeds met een minimum van € 205,00 (bedrag 2024). Het minimumbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. 4. Bij niet tijdige inlevering van de werkgeversverklaring als bedoeld in lid 8 is de werkgever 1% boete per maand verschuldigd over de definitief vastgestelde premie over het kalenderjaar waar de verklaring betrekking op heeft. De boete is gemaximeerd op € 2.500,00. 5. Bij niet tijdige restitutie van premie op grond van de eindafrekening is het pensioenfonds per maand een bedrag verschuldigd van 1% over de te veel betaalde premie, te rekenen vanaf twee maanden na ontvangst van de werkgeversverklaring als bedoeld in lid 8 tot de datum van betaling, afgerond in hele maanden naar boven. 6. Als de werkgever het inkomen in afwijking van lid 1 in andere termijnen betaalt dan per maand, dan kan binnen de kaders die artikel 26 Pensioenwet daaraan stelt op verzoek de premie aan het pensioenfonds overeenkomstig de afwijkende termijnen worden betaald. 7. Bij toetreding tot het pensioenfonds kunnen ter beoordeling van het pensioenfonds, in de uitvoeringsovereenkomst aanvullende (financiële) verplichtingen worden opgenomen, die betrekking hebben op het verminderen van de kans op oninbare premies. Deze aanvullende verplichtingen kunnen ook van toepassing zijn op al aangesloten werkgevers, mits daar ter beoordeling van het pensioenfonds aanleiding voor is. 8. De werkgever levert jaarlijks vóór 1 maart een werkgeversverklaring aan bij het pensioenfonds over het voorgaande kalenderjaar. De werkgeversverklaring houdt een verklaring in van de juistheid en volledigheid van de door de werkgever aan het pensioenfonds verstrekte gegevens en de op grond daarvan betaalde premie. 9. Indien overleg tussen het pensioenfonds en de werkgever niet leidt tot opheldering van onduidelijkheid over de door de werkgever verstrekte gegevens, dan vindt verificatie plaats door de externe accountant van het pensioenfonds. De kosten van deze verificatie zijn voor rekening van de werkgever.
Appears in 1 contract
Samples: Uitvoeringsreglement
Wijze van premiebetaling. 1. De premie die de werkgever volgens artikel 3.1 is verschuldigd aan het pensioenfonds betaalt hij in maandelijkse termijnen. De premie dient uiterlijk op de laatste dag van de kalendermaand waarop de premie betrekking heeft, te zijn bijgeschreven op de rekening van het pensioenfonds.
2. De premie heeft betrekking op de aanspraken volgend uit de statuten en de pensioenregeling en de uitvoering daarvan, met inachtneming van de daarin opgenomen bepalingen over extra in rekening te brengen kosten. Ten behoeve van werkzaamheden die vallen buiten de reguliere uitvoering van statuten en reglementen, zal door het pensioenfonds een extra vergoeding in rekening gebracht kunnen worden.
3. Bij achterstand in de premiebetaling of niet tijdige betaling op grond van de eindafrekening van een jaar is de werkgever een boeterente verschuldigd van 1% per maand over het totale bedrag aan achterstallige premie of 1% per maand over de niet tijdige betaalde premie uit de eindafrekening, steeds met een minimum van € 205,00 192,00 (bedrag 20242023). Het minimumbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
4. Bij niet tijdige inlevering van de werkgeversverklaring als bedoeld in lid 8 is de werkgever 1% boete per maand verschuldigd over de definitief vastgestelde premie over het kalenderjaar waar de verklaring betrekking op heeft. De boete is gemaximeerd op € 2.500,00.
5. Bij niet tijdige restitutie van premie op grond van de eindafrekening is het pensioenfonds per maand een bedrag verschuldigd van 1% over de te veel betaalde premie, te rekenen vanaf twee maanden na ontvangst van de werkgeversverklaring als bedoeld in lid 8 tot de datum van betaling, afgerond in hele maanden naar boven.
6. Als de werkgever het inkomen in afwijking van lid 1 in andere termijnen betaalt dan per maand, dan kan binnen de kaders die artikel 26 Pensioenwet daaraan stelt op verzoek de premie aan het pensioenfonds overeenkomstig de afwijkende termijnen worden betaald.
7. Bij toetreding tot het pensioenfonds kunnen ter beoordeling van het pensioenfonds, in de uitvoeringsovereenkomst aanvullende (financiële) verplichtingen worden opgenomen, die betrekking hebben op het verminderen van de kans op oninbare premies. Deze aanvullende verplichtingen kunnen ook van toepassing zijn op al aangesloten werkgevers, mits daar ter beoordeling van het pensioenfonds aanleiding voor is.
8. De werkgever levert jaarlijks vóór 1 maart een werkgeversverklaring aan bij het pensioenfonds over het voorgaande kalenderjaar. De werkgeversverklaring houdt een verklaring in van de juistheid en volledigheid van de door de werkgever aan het pensioenfonds verstrekte gegevens en de op grond daarvan betaalde premie.
9. Indien overleg tussen het pensioenfonds en de werkgever niet leidt tot opheldering van onduidelijkheid over de door de werkgever verstrekte gegevens, dan vindt verificatie plaats door de externe accountant van het pensioenfonds. De kosten van deze verificatie zijn voor rekening van de werkgever.
Appears in 1 contract
Samples: Uitvoeringsreglement
Wijze van premiebetaling. 1. De premie die de werkgever volgens artikel 3.1 is verschuldigd aan het pensioenfonds betaalt hij in maandelijkse termijnen. De premie dient uiterlijk op de laatste dag van de kalendermaand waarop de premie betrekking heeft, te zijn bijgeschreven op de rekening van het pensioenfonds.
2. De premie heeft betrekking op de aanspraken volgend uit de statuten en de pensioenregeling en de uitvoering daarvan, met inachtneming van de daarin opgenomen bepalingen over extra in rekening te brengen kosten. Ten behoeve van werkzaamheden die vallen buiten de reguliere uitvoering van statuten statuten, reglementen en reglementenhet Service Level Agreement, zal door het pensioenfonds een extra vergoeding in rekening gebracht kunnen worden.
3. Bij achterstand in de premiebetaling of niet tijdige betaling op grond van de eindafrekening van een jaar is de werkgever een boeterente verschuldigd van 1% per maand over het totale bedrag aan achterstallige premie of 1% per maand over de niet tijdige betaalde premie uit de eindafrekening, steeds met een minimum van € 205,00 179,00 (bedrag 20242020). Het minimumbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
4. Bij niet tijdige inlevering van de werkgeversverklaring als bedoeld in lid 8 (SPF-werkgever) of de accountantsverklaring als bedoeld in lid 14 (SPOV-werkgever) is de werkgever 1% boete per maand verschuldigd over de definitief vastgestelde premie over het kalenderjaar waar de verklaring betrekking op heeft. De boete is gemaximeerd op € 2.500,00.
5. Bij niet tijdige restitutie van premie op grond van de eindafrekening is het pensioenfonds per maand een bedrag verschuldigd van 1% over de te veel teveel betaalde premie, te rekenen vanaf twee maanden na ontvangst van de werkgeversverklaring als bedoeld in lid 8 (SPF-werkgever) of de accountantsverklaring als bedoeld in lid 14 (SPOV-werkgever) tot de datum van betaling, afgerond in hele maanden naar boven.
6. Als de werkgever het inkomen in afwijking van lid 1 in andere termijnen betaalt dan per maand, dan kan binnen de kaders die artikel 26 Pensioenwet daaraan stelt op verzoek de premie aan het pensioenfonds overeenkomstig de afwijkende termijnen worden betaald.
7. Bij toetreding tot het pensioenfonds kunnen ter beoordeling van het pensioenfonds, in de uitvoeringsovereenkomst aanvullende (financiële) verplichtingen worden opgenomen, die betrekking hebben op het verminderen van de kans op oninbare premies. Deze aanvullende verplichtingen kunnen ook van toepassing zijn op al aangesloten werkgevers, mits daar ter beoordeling van het pensioenfonds aanleiding voor is.
8. De werkgever levert jaarlijks vóór 1 maart een werkgeversverklaring aan bij het pensioenfonds over het voorgaande kalenderjaar. De werkgeversverklaring houdt een verklaring in van de juistheid en volledigheid van de door de werkgever aan het pensioenfonds verstrekte gegevens en de op grond daarvan betaalde premie.
9. Indien overleg tussen het pensioenfonds en de werkgever niet leidt tot opheldering van onduidelijkheid over de door de werkgever verstrekte gegevens, dan vindt verificatie plaats door de externe accountant van het pensioenfonds. De kosten van deze verificatie zijn voor rekening van de werkgever.
Appears in 1 contract
Samples: Uitvoeringsreglement
Wijze van premiebetaling. 1. De premie die de werkgever volgens artikel 3.1 is verschuldigd aan het pensioenfonds betaalt hij in maandelijkse termijnen. De premie dient uiterlijk op de laatste dag van de kalendermaand waarop de premie betrekking heeft, te zijn bijgeschreven op de rekening van het pensioenfonds.
2. De premie heeft betrekking op de aanspraken volgend uit de statuten en de pensioenregeling en de uitvoering daarvan, met inachtneming van de daarin opgenomen bepalingen over extra in rekening te brengen kosten. Ten behoeve van werkzaamheden die vallen buiten de reguliere uitvoering van statuten en reglementen, zal door het pensioenfonds een extra vergoeding in rekening gebracht kunnen worden.
3. Bij achterstand in de premiebetaling of niet tijdige betaling op grond van de eindafrekening van een jaar is de werkgever een boeterente verschuldigd van 1% per maand over het totale bedrag aan achterstallige premie of 1% per maand over de niet tijdige betaalde premie uit de eindafrekening, steeds met een minimum van € 205,00 182,00 (bedrag 20242021). Het minimumbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
4. Bij niet tijdige inlevering van de werkgeversverklaring als bedoeld in lid 8 (Rail-werkgever) of de accountantsverklaring als bedoeld in lid 14 (Openbaar Vervoer-werkgever) is de werkgever 1% boete per maand verschuldigd over de definitief vastgestelde premie over het kalenderjaar waar de verklaring betrekking op heeft. De boete is gemaximeerd op € 2.500,00.
5. Bij niet tijdige restitutie van premie op grond van de eindafrekening is het pensioenfonds per maand een bedrag verschuldigd van 1% over de te veel teveel betaalde premie, te rekenen vanaf twee maanden na ontvangst van de werkgeversverklaring als bedoeld in lid 8 (Rail- werkgever) of de accountantsverklaring als bedoeld in lid 14 (Openbaar Vervoer-werkgever) tot de datum van betaling, afgerond in hele maanden naar boven.
6. Als de werkgever het inkomen in afwijking van lid 1 in andere termijnen betaalt dan per maand, dan kan binnen de kaders die artikel 26 Pensioenwet daaraan stelt op verzoek de premie aan het pensioenfonds overeenkomstig de afwijkende termijnen worden betaald.
7. Bij toetreding tot het pensioenfonds kunnen ter beoordeling van het pensioenfonds, in de uitvoeringsovereenkomst aanvullende (financiële) verplichtingen worden opgenomen, die betrekking hebben op het verminderen van de kans op oninbare premies. Deze aanvullende verplichtingen kunnen ook van toepassing zijn op al aangesloten werkgevers, mits daar ter beoordeling van het pensioenfonds aanleiding voor is.
8. De werkgever levert jaarlijks vóór 1 maart een werkgeversverklaring aan bij het pensioenfonds over het voorgaande kalenderjaar. De werkgeversverklaring houdt een verklaring in van de juistheid en volledigheid van de door de werkgever aan het pensioenfonds verstrekte gegevens en de op grond daarvan betaalde premie.
9. Indien overleg tussen het pensioenfonds en de werkgever niet leidt tot opheldering van onduidelijkheid over de door de werkgever verstrekte gegevens, dan vindt verificatie plaats door de externe accountant van het pensioenfonds. De kosten van deze verificatie zijn voor rekening van de werkgever.
Appears in 1 contract
Samples: Uitvoeringsreglement
Wijze van premiebetaling. 1. De premie die de werkgever volgens artikel 3.1 is verschuldigd aan het pensioenfonds betaalt hij in maandelijkse termijnen. De premie dient uiterlijk op de laatste dag van de kalendermaand waarop de premie betrekking heeft, te zijn bijgeschreven op de rekening van het pensioenfonds.
2. De premie heeft betrekking op de aanspraken volgend uit de statuten en de pensioenregeling en de uitvoering daarvan, met inachtneming van de daarin opgenomen bepalingen over extra in rekening te brengen kosten. Ten behoeve van werkzaamheden die vallen buiten de reguliere uitvoering van statuten en reglementen, zal door het pensioenfonds een extra vergoeding in rekening gebracht kunnen worden.
3. Bij achterstand in de premiebetaling of niet tijdige betaling op grond van de eindafrekening van een jaar is de werkgever een boeterente verschuldigd van 1% per maand over het totale bedrag aan achterstallige premie of 1% per maand over de niet tijdige betaalde premie uit de eindafrekening, steeds met een minimum van € 205,00 186,00 (bedrag 20242022). Het minimumbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
4. Bij niet tijdige inlevering van de werkgeversverklaring als bedoeld in lid 8 is de werkgever 1% boete per maand verschuldigd over de definitief vastgestelde premie over het kalenderjaar waar de verklaring betrekking op heeft. De boete is gemaximeerd op € 2.500,00.
5. Bij niet tijdige restitutie van premie op grond van de eindafrekening is het pensioenfonds per maand een bedrag verschuldigd van 1% over de te veel teveel betaalde premie, te rekenen vanaf twee maanden na ontvangst van de werkgeversverklaring als bedoeld in lid 8 tot de datum van betaling, afgerond in hele maanden naar boven.
6. Als de werkgever het inkomen in afwijking van lid 1 in andere termijnen betaalt dan per maand, dan kan binnen de kaders die artikel 26 Pensioenwet daaraan stelt op verzoek de premie aan het pensioenfonds overeenkomstig de afwijkende termijnen worden betaald.
7. Bij toetreding tot het pensioenfonds kunnen ter beoordeling van het pensioenfonds, in de uitvoeringsovereenkomst aanvullende (financiële) verplichtingen worden opgenomen, die betrekking hebben op het verminderen van de kans op oninbare premies. Deze aanvullende verplichtingen kunnen ook van toepassing zijn op al aangesloten werkgevers, mits daar ter beoordeling van het pensioenfonds aanleiding voor is.
8. De werkgever levert jaarlijks vóór 1 maart een werkgeversverklaring aan bij het pensioenfonds over het voorgaande kalenderjaar. De werkgeversverklaring houdt een verklaring in van de juistheid en volledigheid van de door de werkgever aan het pensioenfonds verstrekte gegevens en de op grond daarvan betaalde premie.
9. Indien overleg tussen het pensioenfonds en de werkgever niet leidt tot opheldering van onduidelijkheid over de door de werkgever verstrekte gegevens, dan vindt verificatie plaats door de externe accountant van het pensioenfonds. De kosten van deze verificatie zijn voor rekening van de werkgever.
Appears in 1 contract
Samples: Uitvoeringsreglement