Loondoorbetaling Voorbeeldclausules

Loondoorbetaling. De werknemer die wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, behoudt in het eerste ziektejaar: a. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 95% en b. gedurende de tweede zes maanden tot 90% van het loon. In het tweede ziektejaar behoudt de werknemer: c. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 85% en d. gedurende de tweede zes maanden tot 80% van het loon.
Loondoorbetaling. Voor zover het loon niet meer bedraagt dan het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van een dag, behoudt de werknemer, die anders dan op grond van een publiekrechtelijke aanstelling arbeid verricht, gedurende het verlof, bedoeld in artikel 5:1, recht op 70% van het loon, maar ten minste op het voor hem geldende wettelijke minimumloon.
Loondoorbetaling. 1. Wanneer je wegens arbeidsongeschiktheid verhinderd bent werkzaamheden te verrichten en je werkgever hiervan direct op de hoogte hebt gesteld, heb je op grond van het BW gedurende een termijn van maximaal 104 weken recht op 70% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon. 2. Onder het naar tijdsruimte vastgestelde loon wordt verstaan je salaris vermeerderd met structurele looncomponenten zoals onregelmatigheidstoeslag en bereikbaarheidsdiensten toeslag. De structurele looncomponenten worden gemeten op maandbasis over een periode van zes maanden voorafgaand aan de maand waarin je arbeidsongeschiktheid is ontstaan. 3. Je loon op grond van lid 1, wordt gedurende de eerste 52 weken van arbeidsongeschiktheid aangevuld tot 100%. De daaropvolgende 52 weken ontvang je 70% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon, maar ten minste het voor jou geldende wettelijk minimumloon. 4. Over de uren waarin je volgens je re-integratieplan, passende arbeid of werkzaamheden zonder loonwaarde verricht, ontvang je 100% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon. Onder werkzaamheden zonder loonwaarde worden verstaan het verrichten van werkzaamheden op arbeidstherapeutische basis, het volgen van scholing en het lopen van stage. 5. Het op grond van lid 1 vastgestelde loon wordt aangepast aan: a. de generieke loonsverhogingen die gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid worden afgesproken; b. de contractwijzigingen die vóór de aanvang van de arbeidsongeschiktheid zijn overeengekomen indien de periode tussen de eerste dag van arbeidsongeschiktheid en de ingangsdatum van de contractwijziging korter is dan drie maanden. Aanpassing vindt plaats met ingang van de dag waarop die contractwijziging in werking treedt; c. de jaarlijkse periodieke salarisverhoging, echter alleen in de situatie indien je gedeeltelijk arbeidsgeschikt bent en gedeeltelijk werkt. De periodieke verhoging wordt in dat geval toegekend op basis van de beoordeling, opgemaakt over de uren waarop je arbeidsgeschikt bent. 6. Het loon wordt verminderd met het bedrag van de uitkering dat je ontvangt op grond van enige bij of krachtens de wet geldende regeling of een daarmee gelijk te stellen regeling. 7. In geval je werkgever van mening is dat er sprake is van een beroeps- of chronische ziekte en/of een levensbedreigende aandoening, kan deze je een naar hoogte en duur te bepalen loonaanvulling verstrekken.
Loondoorbetaling a. Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer gedurende de eerste 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 629 BW 70% van het maandinkomen, tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen, worden doorbetaald. b. Gedurende de eerste 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 629 BW ontvangt de werknemer, boven op de wettelijke loondoorbetaling, een aanvulling tot 100% van het maandinkomen. c. Gedurende de tweede 52 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 629 BW zal aan de werknemer 70% van het maandinkomen worden doorbetaald. Als de werknemer aantoonbaar en optimaal meewerkt aan activiteiten die overeengekomen zijn in en uitgevoerd worden op basis van het re-integratieplan, zal aanvulling tot 100% plaatsvinden. Van een aantoonbare, optimale inspanning tot re-integratie is sprake bij het volgen van om- en bijscholing, werken op basis van arbeidstherapie of het verrichten van al dan niet aangepast werk. De verplichtingen uit de Wet verbetering poortwachter vormen de basis van de afspraken (zie hiervoor ook bijlage IV). d. De werknemer die voldoet aan de IVA-condities (volledig en duurzaam arbeidsongeschikt) ontvangt gedurende de wettelijke periode genoemd in artikel 629 BW, boven op de wettelijke loondoorbetaling en eventueel met terugwerkende kracht, een aanvulling tot 100% van het maandinkomen. e. Als het UWV bij de behandeling van een aanvraag tot een WIA- uitkering vaststelt dat door de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen zijn verricht en vervolgens beslist dat het tijdvak waarop de werknemer recht heeft op loon wordt verlengd, ontvangt de werknemer gedurende deze verlengde periode een aanvulling tot 100% van het maandinkomen. De totale periode van loondoorbetaling van 104 weken zal met de door het UWV opgelegde doorbetalingsverplichting worden verlengd. Het voorgaande is tevens van toepassing als werkgever en werknemer in onderling overleg besluiten de aanvraag voor een WIA-uitkering uit te stellen. f. De werkgever zal, als de werknemer een aanbod tot passend werk weigert en vervolgens binnen 10 dagen een second opinion aanvraagt bij het UWV, vanaf het moment van weigering van het aanbod tot passend werk en tot het moment waarop het UWV haar oordeel daarover geeft, 70% van het maandinkomen doorbetalen. Als de werknemer een aanbod tot passend werk heeft geweigerd en het UWV zou aansluitend tot het oordeel komen dat deze weiger...
Loondoorbetaling. De werknemer die arbeidsongeschiktheid is, ontvangt naast de wettelijke loondoorbetaling van 70% voor een periode van 104 weken, de eerste 52 weken een aanvulling van 30% van het loon dat hij zou hebben ontvangen als hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest. De loondoorbetaling eindigt als de arbeidsovereenkomst eindigt. De werkgever mag geen wachtdagen hanteren.
Loondoorbetaling. De werknemer die wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, behoudt in het eerste ziektejaar: a. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 95% en b. gedurende de tweede zes maanden tot 90% van het loon, maar het eerste ziektejaar ten minste het voor hem geldende wettelijke minimumloon. In het tweede ziektejaar behoudt de werknemer: c. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 85% en d. gedurende de tweede zes maanden tot 80% van het loon. Met loon wordt in dit lid bedoeld het loon als bedoeld in artikel 7:629 Burgerlijk Wetboek. Voor de werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en die (nog steeds) in dienst zijn van de werkgever is deze periode van loondoorbetaling 13 weken, op grond van het overgangsrecht dat geldt via de ‘Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd’. Zodra deze wet geëvalueerd is en naar aanleiding daarvan de 13 weken termijn terug zal worden gebracht naar de wettelijke termijn van 6 weken, zoals nu genoemd in artikel 7:629 lid 2 sub b BW, zal werkgever een 6 weken termijn hanteren.
Loondoorbetaling a. De werknemer die tenminste gedurende 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid bij de werkgever werkzaam is ontvangt gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid 100% van het basisloon (exclusief overwerk en inclusief werkonafhankelijke toeslagen). b. De werknemer die bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid tenminste 2 jaar onafgebroken in dienst is van de werkgever, ontvangt gedurende het tweede jaar 70% van het basisloon (exclusief overwerk en inclusief werkonafhankelijke toeslagen). Het percentage wordt verhoogd tot 100% wanneer de werknemer meewerkt aan de afspraken die hij en zijn werkgever maken om zijn (versnelde) reïntegratie en deelname aan het arbeidsproces te stimuleren.
Loondoorbetaling. Aan de medewerker zal in geval van arbeidsongeschiktheid, als de ziekmelding volgens de geldende voorschriften is geschied, gedurende maximaal twee jaar een netto maandinkomen worden doorbetaald waarbij: a. De loondoorbetaling gedurende de eerste twee jaren van ziekte als volgt plaats vindt: - de eerste 6 maanden wordt 100 % van het maandinkomen betaald; - de 7e tot en met 9e maand wordt 95 % van het maandinkomen betaald; - de 10e tot en met de 12e maand wordt 90 % van het maandinkomen betaald; - gedurende het tweede jaar wordt 80 % van het maandinkomen betaald, tenzij het eigen werk wordt hervat. In dat geval ontvangt men over de gewerkte uren het volledige maandinkomen en over de niet-gewerkte uren 80%. In het geval de medewerker niet het eigen werk, maar wel aangepast werk verricht, dan ontvangt de medewerker 85 % van het maandinkomen over zowel gewerkte als niet-gewerkte uren. Als de medewerker tijdens het dienstverband aanspraak maakt op een IVA-uitkering (80-100% arbeidsongeschikt) heeft de medewerker –eventueel met terugwerkende kracht- recht op loondoorbetaling van 90% van de 13e tot en met de 24e maand. b. Op het in 2.a. gestelde, is de volgende uitzondering van toepassing: - vanaf de 3e ziekmelding in enig kalenderjaar, wordt gedurende de perioden van arbeidsongeschiktheid met een maximum van zes weken 90% van het geldend netto-inkomen doorbetaald, wanneer de medewerker in de voorafgaande twaalf maanden een gemiddeld ziekteverzuim heeft van meer dan 5%. - de bovengenoemde uitzondering is niet van toepassing vanaf de maand januari volgend op het jaar waarin het ziekteverzuim van CurTec Nederland B.V. gemiddeld kleiner of gelijk aan 5% is geweest. Als het ziekteverzuim weer stijgt tot meer dan 5%, zal het artikel in de maand januari volgend op het jaar van de stijging weer van toepassing zijn.
Loondoorbetaling. De werknemer die wegens arbeidsongeschiktheid niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, behoudt in het eerste ziektejaar: a. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 95% en b. gedurende de tweede zes maanden tot 90% van het loon, maar het eerste ziektejaar ten minste het voor hem geldende wettelijke minimumloon In het tweede ziektejaar behoudt de werknemer: c. gedurende de eerste zes maanden doorbetaling van het loon tot 85% en d. gedurende de tweede zes maanden tot 80% van het loon. Met loon wordt in dit lid bedoeld het loon zoals bedoeld in artikel 7:610 juncto 7:629 van het Burgerlijk Wetboek.
Loondoorbetaling. 1. Het loon wordt doorbetaald indien: a. de werknemer, door te voldoen aan een van de in artikel 2.1, lid 1 sub b, of artikel 6, lid 1 van de wet genoemde verplichtingen, gedurende korte tijd zijn werkzaamheden niet kan verrichten; b. de werknemer normaal gesproken arbeid verricht op de in artikel 4.4, lid 1, bedoelde dagen; c. aan de werknemer xxxxxx is toegekend ingevolge de artikelen 5.10, 5.11, 5.12 en 6.1; d. de werknemer in zijn werktijd deelneemt aan activiteiten, als bedoeld in artikel 9.3 en 9.4; e. de werknemer in zijn werktijd deelneemt aan activiteiten, als bedoeld in artikel 6.8; f. de werknemer tot het verrichten van zijn arbeid bereid is, doch de werkgever, hetzij door zijn schuld of toedoen, hetzij ten gevolge van een hem betreffende toevallige verhindering de werknemer daartoe niet in de gelegenheid stelt; g. de werknemer voor betrekkelijk korte tijd ten gevolge van andere buiten zijn schuld ontstane omstandigheden niet zijnde arbeidsongeschiktheid, verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten.