INHOUD
Gedragscode voor NVVS-leden
INHOUD
Algemeen
• Functie
• Werkingssfeer
• Doelen en uitgangspunten
• Inwerkingtreding
Gedragscode
0. Definities
1. Regels voor het aangaan van een professionele relatie
1.2. Vertrouwelijkheid en geheimhoudingsplicht
1.3. Uitvoeringsbepalingen en uitzonderingen
2. Verdere regels voor aangaan van een professionele relatie
2.1. Algemene voorwaarden
2.2. Gangbare regels
2.3. Recht op afbreken van de professionele relatie
2.4. Niet accepteren van geschenken
2.5. Gedragscode
2.6. Verbod van seksueel gedrag
2.7. Respecteren van lichamelijke integriteit
3. Interdisciplinaire samenwerking
4. Dossier
5. Relatie tot de publiciteit
6. Aanspreken van subsidies, sponsoring e.d.
7. Volksgezondheid en milieu
8. Handhaving van de gedragscode 2
Noten 1 t/m 12
ALGEMEEN
Functie van de gedragscode
De functie is drieledig.
• De gedragscode beoogt recht en bescherming te geven aan degenen met wie het NVVS-lid in een professionele relatie treedt.
• De gedragscode verschaft het NVVS-lid criteria waaraan deze zijn handelen kan toetsen en stelt aan zijn handelen duidelijke grenzen.
• De gedragscode beoogt het NVVS-lid te beschermen tegen onterechte klachten.
Werkingssfeer van de code
De gedragscode wordt van toepassing geacht op alle NVVS-leden. De NVVS kent een multidisciplinaire samenstelling van de leden, die aangesloten kunnen zijn bij verschillende beroepsverenigingen. De binnen die beroepsverenigingen geldende beroepscodes blijven geldig en zijn in deze code voorondersteld. Deze gedragscode vooronderstelt tevens de grondwet, het strafrecht, de wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG), de Wet Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst
(WGBO), de ARBO-wet en alle andere relevante wettelijk vastgelegde regelgevingen en vormt daarop een specifieke aanvulling. Voor een NVVS-lid in onderwijs en onderricht gelden de beroepscodes voor het onderwijs, onderscheiden naar typen onderwijsinstellingen, alsook onderscheiden naar het karakter van de Instellingen.
Doelen en uitgangspunten
Het NVVS-lid heeft de taak bij te dragen aan de seksuele en reproductieve gezondheid van hen die zich tot hem wenden of tot wie - individu of groep - hij zich richt. De definitie van seksuele en reproductieve gezondheid volgt hierbij de WHO definitie van gezondheid. (WHO 1948 “Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken. Of iemand zich gezond voelt, is een subjectief oordeel. Niet iedereen zal bepaalde lichamelijke of geestelijke condities als gezond of ongezond beschouwen. Toch zal iemand met een ernstige ziekte niet snel zeggen, dat hij gezond is. Iemand kan bijvoorbeeld een handicap hebben, en zich toch gezond voelen. De gehandicapte kan zich gezond voelen, terwijl de omstanders hem behandelen als zieke. Dat kan een reden zijn dat de gehandicapte zich wel ziek gaat voelen.”)
Het NVVS-lid heeft evenzeer tot taak het vak seksuologie als inter-discipline de status te geven en te laten behouden die nodig is om aan de hiervoor genoemde taakstelling uitvoering te geven. Het NVVS-lid laat zich hierbij leiden door de volgende algemene uitgangspunten:
• Eerbied voor de mens, die als zelfstandig en verantwoordelijk persoon het recht heeft om te streven naar verwerkelijking van zijn mogelijkheden of om daarvan af te zien.
• Eerbied voor de seksuele zelfbepaling en zelfbeschikking van iedere persoon, mits deze gepaard gaan met verantwoordelijkheid voor diegenen met wie men een seksueel contact aangaat, voor zowel diens lichamelijk als psychisch welbevinden, op korte en langere termijn (zie noot 0).
• Geen uitoefening of acceptatie van discriminatie naar geslacht of gender, geloof, ras, seksuele gerichtheid of voorkeur, leeftijd en leefstijl.
• Respect en terughoudendheid ten opzichte van het privédomein van de persoon waarmee hij professioneel in contact treedt.
Deze uitgangspunten veronderstellen:
• Deskundigheid en verantwoordelijkheid. De kennis en vaardigheid dient onderhouden te worden naar de stand van wetenschap en techniek en ingezet worden voor zover nodig en mogelijk. Over het professioneel handelen dient op adequate wijze verantwoording te kunnen worden afgelegd.
• Onderkenning en erkenning van de multiculturele aspecten in de samenleving, mits de wetgeving geëerbiedigd wordt.
• Het besef dat elk professioneel handelen moreel-ethische consequenties heeft, waarbij opvattingen kunnen verschillen. De implicaties hiervan zullen op eigen initiatief van de seksuoloog worden bespreken.
Inwerkingtreding
De gedragscode heeft, na goedkeuring van de leden op de ledenraadpleging d.d. 25 maart 2011 bindende kracht voor alle leden van de NVVS. Deze code zal elke vijf jaar of zoveel eerder als nodig of wenselijk is opnieuw worden bezien en zo
nodig worden aangepast.
GEDRAGSCODE
0. Definities
Waar in deze gedragscode geschreven wordt over resp. „hij‟, „hem‟ en „zijn‟, geldt het bepaalde ongeacht het geslacht.
= NVVS-lid: hij die professioneel optreedt op het gebied van de seksuologie.
= professionele relatie: het contact waarin het NVVS-lid treedt in het kader van zijn professionele activiteiten (zie noot 1)
= behandeling: alle op personen gerichte dienstverlening van een NVVS-lid met als doel het verwerkelijken of verbeteren van de seksuele gezondheid.
= cliënt/patiënt: de persoon of instelling waarmee een behandeling wordt aangegaan, op diens uitdrukkelijk eigen verzoek, na voldoende geïnformeerd te zijn over in welke relatie hij treedt. In deze gedragscode zal steeds het woord cliënt gebruikt worden.
= opdrachtgever: de cliënt of een instelling, waarmee een professionele relatie wordt aangegaan, anders dan een behandeling, dan wel waaraan, of waarover gerapporteerd wordt.
= betrokkenen: al degenen die op enigerlei wijze een band hebben of in een bepaald verband staan tot de cliënt en waarbij dit door de cliënt zelf als zodanig wordt begrepen.
= stagiair: hij die onder begeleiding en eindverantwoordelijkheid van een NVVS-lid in de praktijk leert.
= supervisor: hij die, vanuit een onafhankelijke positie, het werk van het NVVS-lid in opleiding en/of training tijdens diens verdere loopbaan superviseert.
= supervisie: het, met begeleiding door een supervisor, methodisch persoonlijk (verder) leren van het beroep in de specifieke werksituatie: benaderen en hanteren van seksuologische hulpvragen, of van onderwijs-, preventie-, of voorlichtingstaken. Hierbij staat reflectie op het eigen professionele handelen en de wederzijdse beïnvloeding van persoonlijke professionele ontwikkeling en beroepswerk centraal, aan de hand van leervragen van de supervisant en met behulp van (ook schriftelijk) materiaal.
= intervisie: methode van professioneel intercollegiaal overleg waarbij in een gestructureerde vorm van systematische uitwisseling van werkervaring en reflectie daarop, een beter functioneren wordt nagestreefd.
= publiek: al degenen tot wie een seksuoloog zich richt via de algemene media of met meer doelgroepgerichte pers-, media-, advertentie- en voorlichtingscampagnes.
1.1 Regels voor het aangaan van een professionele relatie
De voor de diverse basisdisciplines van het NVVS-lid geldige, algemene beroepscoderegels zijn hier uitgangspunt en van toepassing:
a. Zorgvuldigheid: het NVVS-lid dient zich ervan te vergewissen, dat aan de randvoorwaarden is voldaan om zich overeenkomstig de gedragscode te kunnen gedragen. Dit houdt o.a. in dat de cliënt waarover gerapporteerd wordt in alle gevallen gehoord wordt.
b. Bewust zijn van de met zijn positie en deskundigheid gegeven machtsongelijkheid jegens de cliënt, waarbij wordt afgezien hiervan misbruik te maken
c. Zich bewust zijn van de grenzen van de eigen, mede door de basisdiscipline bepaalde, deskundigheid
d. Het nemen van de verantwoordelijkheid voor het onderhouden en verder ontwikkelen van de eigen deskundigheid
e. Het in acht nemen van de vertrouwelijkheid en geheimhouding, zoals hierna wordt uitgewerkt
f. Verantwoordingsplicht: het zorg dragen voor dusdanige dossiervorming dat rekenschap over de werkzaamheden en handelwijzen afgelegd kan worden
g. Zich zodanig gedragen en naar het publiek profileren dat constructief wordt bijgedragen aan juiste beeldvorming van degenen die werkzaam zijn in de seksuologie Het kan voorkomen dat bepaalde nevenactiviteiten en/of privéactiviteiten strijdig zijn of lijken te zijn met de in deze beroepscode vastgelegde opvattingen over professioneel optreden als NVVS- lid. Voor zover niet direct feitelijk in strijd met de gedragscode en/of de beroepscode behorende bij de basisdiscipline, wordt geadviseerd het belang van adequate beeldvorming over de seksuologie, seksuologische hulpverlening en de NVVS te laten prevaleren.
h. Collegiale opstelling in contacten en samenwerking met collega’s en andere disciplines.
1.2. Vertrouwelijkheid en geheimhoudingsplicht
1.2.1. Bij het aangaan van een professionele relatie treedt het NVVS-lid in een vertrouwensrelatie met de cliënt(en), andere personen of groep personen die een beroep om hem doen of tot wie hij zich richt. Deze vertrouwensrelatie verplicht tot geheimhouding jegens derden van hetgeen hem bij de uitoefening van zijn beroep ter kennis komt
1.2.2. Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk als de cliënt schriftelijke toestemming geeft tot het doorbreken van zijn geheimhoudingsplicht, of wanneer zeer dringende redenen aanwezig zijn, zoals hierna worden omschreven.
1.2.3. Bij ontbreken van schriftelijke toestemming van de betrokken persoon om informatie aan derden te verstrekken kan hij zich pas ontheven achten van de plicht tot geheimhouding indien tenminste voldaan is aan al de vijf hieronder genoemde voorwaarden:
a. al het redelijke in het werk is gesteld om toestemming van de betrokken persoon te verkrijgen
b. het NVVS-lid in gewetensnood verkeert door het handhaven van de geheimhouding
c. er is geen andere weg dan doorbreking van het geheim om het probleem op te lossen
d. het vrijwel zeker is dat het niet doorbreken van het geheim voor derden en-of het NVVS-lid zelf aanwijsbare en ernstige schade en/of gevaar op zal leveren
e. het NVVS-lid moet er vrijwel zeker van zijn dat door de doorbreking van de geheimhouding die schade aan de hierboven onder d) bedoelde betrokkenen kan worden voorkomen of beperkt (zie noot 2).
1.2.4. Indien een dergelijke situatie zich voordoet zal hij de overwegingen en mogelijkheden in het dossier vastleggen.
1.2.5. Schriftelijke toestemming van de persoon, waarmee het NVVS-lid in professioneel contact staat verplicht het NVVS-lid niet de geheimhouding te verbreken.
1.2.6. Het NVVS-lid is verplicht zich jegens de rechter te beroepen op verschoning indien het afleggen van een getuigenis of het beantwoorden van bepaalde vragen hem in strijd brengt met zijn geheimhoudingsplicht.
1.2.7. De verplichting om zo'n beroep op de rechter te doen kan alleen opgeheven worden als voldaan is aan alle vijf in art. 1.2.3. genoemde voorwaarden.
1.2.8. Indien de rechter weigert verschoning toe te staan, dan mag het NVVS-lid de ter zitting gestelde vragen over de persoon in kwestie beantwoorden. Hij dient zich dan te beperken tot het geven van feitelijke informatie en dan nog uitsluitend die informatie waar om gevraagd wordt; hij dient zich te onthouden van waardeoordelen.
1.2.9. Het NVVS-lid mag in principe niet optreden als getuige-deskundige in een rechtsgeding, met als doel de feitelijke waarheid vast te stellen, wanneer hij als hulpverlener of adviseur of begeleider in betrekking staat tot één of meerdere van de in de zaak betrokkenen (gedaagde(n), getuige(n) e.d.) (zie noot 3).
1.3. Uitvoeringsbepalingen
1.3.1. Bij het aangaan van een professionele vertrouwensrelatie door het NVVS-lid dient het contact of de behandeling plaats te vinden in een zodanige ruimte dat derden, anders dan een stagiair, geen kennis kunnen nemen van wat er besproken wordt en tijdens het contact of de behandeling voorvalt.
1.3.2. Het NVVS-lid behoeft voor het geven van inzage in of het verstrekken van gegevens aan ieder die niet bij de behandeling of het contact betrokken is de schriftelijke en gerichte toestemming van de cliënt. Dit geldt ook voor audio-, video- of filmregistraties van professionele contacten of therapiezittingen.
1.3.3. De bepaling blijft van kracht ook nadat het contact of de behandeling beëindigd is.
1.3.4. Voor iedere volgende informatieverstrekking dient de cliënt opnieuw zijn toestemming te verlenen, tenzij hij schriftelijk het NVVS-lid gemachtigd heeft zulks te doen zolang het professionele contact of de behandeling duurt en daartoe dienstig is.
1.3.5. De cliënt heeft het recht om de bedoelde machtiging op ieder moment in te trekken.
1.3.6. Bedoelde verklaringen van de cliënt dienen in zijn dossier bewaard te worden.
Uitzonderingen
1.3.7. Het NVVS-lid is gerechtigd, wanneer dat noodzakelijk is voor een adequate behandeling of in het kader van supervisie, intervisie of consultatie, ook zonder toestemming van cliënt, relevante gegevens aan derden, wier medewerking of advies nodig geacht worden, te verstrekken en te bespreken. Dit recht strekt zich uit tot andere beroepsbeoefenaren (mits gebonden aan een aan deze code op dit punt gelijkwaardige eigen beroepscode) en stagiair. Indien degenen, wier medewerking noodzakelijk is bij een behandeling, geen of minder stringente eigen geheimhoudingsplicht kennen, moet met hen voorafgaand een geheimhoudingsplicht, overeenkomstig de hier omschreven plicht voor NVVS-leden, worden afgesproken en schriftelijk vastgelegd.
1.3.8. Ten behoeve van, als bedoeld in 1.3.7., en wetenschappelijk of statistisch onderzoek en idem dito publicaties of publicaties ten behoeve van onderwijs en onderricht mag het NVVS-lid geanonimiseerde gegevens verstrekken aan derden, mits de persoonlijke levenssfeer van cliënten niet wordt geschaad en onverlet zijn eigen verantwoordelijkheid. Dit laatste geldt ook voor gegevens verkregen uit -meestal onder eigen regelgeving met betrekking tot anonimiteit en geheimhouding geplaatste - (wetenschappelijke) enquêtes, interviews, laboratoriumonderzoeken e.d., waarbij betrokkenen niet altijd cliënten zijn, maar bijvoorbeeld representanten van een sociale groep.
1.3.9. Het NVVS-lid heeft het professionele contact of voert de behandeling uit buiten de waarneming van anderen, zoals omschreven in art. 1.3.1., tenzij de cliënt ermee heeft ingestemd dat (delen van) de behandeling door collega -beroepsbeoefenaren of stagiair kan worden waargenomen, bijvoorbeeld door een doorkijkwand dan wel met behulp van audiovisuele middelen. Met de cliënt dient in zulke gevallen te zijn afgesproken wie van welke situatie mag kennis nemen, en welke garanties er gegeven worden voor het bewaren van de geheimhoudingsplicht buiten het gestelde doel.
2. 1 Verdere regels voor aangaan van een professionele relatie
2.1.1. Het NVVS-lid weigert een professionele relatie - van welke aard ook -, aan te gaan, of voort te zetten, wanneer hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat hij daarmee in conflict zal komen met de gedragscode.
2.1.2. Het NVVS-lid dient cliënten of instellingen of anderen met wie hij in professionele relatie treedt, op begrijpelijke wijze te informeren over wat hij gaat doen, zowel naar doel als naar werkwijzen. Deze informatie dient alle aspecten te omvatten, waarvan kan worden aangenomen dat ze van invloed zijn op de bereidheid tot deelname.
2.1.3. Het NVVS-lid onthoudt zich van het in het vooruitzicht stellen van effecten en gevolgen van de dienstverlening die, op grond van wetenschappelijk onderzoek, of consensus van ter zake deskundigen, door het contact met het NVVS-lid of door de geboden behandeling niet te realiseren zijn.
2.1.4. Het NVVS-lid draagt er zorg voor dat de personen waarmee hij professioneel in contact treedt worden gewezen op het bestaan van deze gedragscode.
2.1.5. Het NVVS-lid deelt voor hij daadwerkelijk een professionele relatie aangaat de betalingsvoorwaarden en hoogte van het verschuldigde honorarium mee, tenzij daarvoor een andere regeling bestaat of geldig is. Tevens meldt hij vooraf eventuele andere voorwaarden zijnerzijds, mits deze binnen de wettelijke of reglementaire regels vallen.
2.1.6. Bij seksuologisch-medische handelingen of ingrepen, waaronder invasief lichamelijk onderzoek valt, alsmede bij seksuologisch wetenschappelijk onderzoek is de regelgeving van kracht met betrekking tot het zogenoemd 'informed consent'. Lichamelijk onderzoek en behandeling is voorbehouden aan diegenen, die hier op grond van hun basisdiscipline e/o BIG-registratie toe bevoegd zijn, en voor zover dezen hier deskundig in zijn (zie noot 4).
2.2 Gangbare regels
2.2. In het algemeen dient het NVVS-lid zich bij het aangaan van professionele relaties te houden aan de gangbare regels van professioneel gedrag en houding: zoals correcte aanspreking en bejegening, correcte kleding en onthouding van gebruik van alcohol, drugs of tabak.
2.3. Recht om professionele relatie te verbreken
2.3.1. Het NVVS-lid erkent en respecteert het recht van cliënt om op elk tijdstip de professionele relatie te verbreken of medewerking te weigeren aan methoden die de seksuoloog hanteert in het kader van behandeling, advisering of voorlichting.
2.3.2. Het NVVS-lid heeft niet het recht de professionele relatie te verbreken, indien het een hulpverlenings- of therapeutische relatie betreft, tenzij er sprake is van gewichtige redenen. Deze redenen kunnen zijn:
a. De cliënt eist vervanging van het oorspronkelijk overeengekomen doel door een ander.
b. De cliënt wil niet meewerken aan bepaalde methoden die het NVVS-lid in het kader van zijn taakstelling en taakvervulling nodig vindt, als gevolg waarvan de seksuoloog voortzetting van de professionele relatie niet langer verantwoord of zinvol acht.
c. Het NVVS-lid verwacht en kan onderbouwen, dat voortzetting van de professionele relatie (behandeling) niet zal leiden tot verbetering of handhaving van het functioneren van de cliënt.
d. Het NVVS-lid vreest dat voortzetting van de professionele relatie niet meer te verenigen is met zijn lichamelijke of geestelijke gezondheid dan wel met zijn veiligheid.
2.3.3. Bij verbreking van de professionele relatie door het NVVS-lid, dient hij de uiterste zorgvuldigheid in acht te nemen en indien mogelijk verwijzing aan te bieden.
2.3.4. Voor gevallen van langdurige afwezigheid van het NVVS-lid dient waarneming gewaarborgd of geregeld te zijn. Hiertoe zijn niet begrepen gangbare (zomer) vakanties, verloven e.d.
2.4. Niet accepteren van geschenken
2.4. Het NVVS-lid accepteert gedurende de looptijd van de professionele relatie in welke setting dan ook en gedurende een periode van zes maanden na afloop daarvan geen geschenken die een waarde te boven gaan van 25 euro (peildatum = Jaar 2011). Evenmin mag hij gedurende deze perioden overeenkomsten sluiten met cliënt(en) en betrokkenen die een onevenredig voordeel voor hem opleveren.
2.5. Gedragscode inzake relaties met (ex-)cliënten en andere personen waarmee NVVS- leden een professionele relatie aangaan.
2.5.1. Het NVVS-lid hanteert binnen en gedurende de professionele relatie geen methoden die cliënten of andere personen aantasten in hun waardigheid of die verder doordringen in het privéleven dan nodig is voor het gestelde doel van behandeling, voorlichting, onderricht, onderwijs of onderzoek. Dit doel dient steeds duidelijk te zijn voor cliënt of opdrachtgever (zie noot 5).
2.5.2. Het NVVS-lid let erop de taal waarin de cliënt zijn eigen seksualiteit begrijpt en uitdrukt zoveel mogelijk te respecteren. Hij zal echter wel kritisch corrigeren waar deze taal uitdrukking is van mogelijke misvattingen omtrent zijn of andermans seksualiteit of strijdig is met actuele seksuologische inzichten. Het NVVS-lid let erop dat diens taalgebruik de opvattingen van seksualiteit van de cliënt niet devalueert.
2.5.3. Als het past binnen het gestelde doel en de daartoe gebruikte methodiek kan het NVVS-lid expliciete suggesties doen of adviezen geven ten aanzien van seksuele handelingen, ervaringen en/of belevingen (zie noot 6).
2.5.4. Suggesties of adviezen betreffende seksuele handelingen, ervaringen en/of belevingen worden aan cliënten of andere personen niet anders dan mondeling overgebracht en, al dan niet met hen ter hand te stellen schriftelijke toelichtingen of beeldmateriaal, meegegeven ter uitvoering of beleving in de eigen privé - sfeer, of in het geval van laboratorium onderzoek in een daartoe ingerichte afgesloten ruimte. Eventuele opnamen (audiovisueel of anderszins)
die, in het kader van de behandeling, gemaakt zijn met schriftelijk toestemming van cliënt of soortgelijk materiaal dat door cliënt of onderzoekspersoon ter illustratie van diens seksuologische hulpvraag zelf is gemaakt, mogen nimmer worden gepresenteerd in andere situaties dan die, waarvoor zij oorspronkelijk zijn bedoeld (zie noot 7).
2.5.5. Lichamelijk onderzoek vindt altijd plaats onder voor dergelijk onderzoek geldende condities, die bovendien zijn vastgelegd in de medische en paramedische beroepscodes. Eventuele derden die ter assistentie hierbij betrokken zijn, zijn ofwel gebonden aan hun eigen beroepscodes dan wel in afgeleide zin aan die van de medische.
2.5.6. Psychologisch of pedagogisch onderzoek vindt altijd plaats onder voor dergelijk onderzoek geldende condities, zoals die zijn vastgelegd in de betreffende beroepscodes. Eventuele derden die ter assistentie hierbij betrokken zijn, zijn ofwel gebonden aan hun eigen beroepscodes dan wel in afgeleide zin aan die van de psychologen/ psychotherapeuten of (ortho)pedagogen.
2.6. Verbod van seksueel gedrag
2.6.1. Seksuele, seksueel gerichte en als seksueel op te vatten handelingen en het aangaan van intieme relaties door het NVVS-lid in hulpverleningscontacten en bij voorlichting, onderricht, onderwijs en onderzoek zijn onder geen beding geoorloofd (zie noot 8).
2.6.2. Indien bepaalde vormen van seksueel gericht of als seksueel op te vatten handelingen of gedrag verschillend worden geïnterpreteerd door het NVVS-lid en degene(n), met wie het NVVS-lid in professioneel contact is getreden, dan kan dit worden voorgelegd aan de Klachten- of Tuchtrechtcommissie van de NVVS e.e.a. met inachtneming van de bepalingen van deze commissie(s).
2.6.3. Het is het NVVS-lid in hulpverleningscontacten, (groeps)voorlichting, cursussen en (onderwijs)bijeenkomsten verboden om seksueel te stimuleren of toe te laten dat in zijn aanwezigheid deze handelingen plaats vinden bij of tussen de cliënt en anderen. Ook als een cliënt, leerling of wie dan ook, met wie het NVVS-lid in een professionele relatie verkeert, dit verlangt of daartoe uitnodigt.
2.6.4. Ieder NVVS-lid is verplicht zich te onthouden van seksuele en/of intieme toenaderingspogingen, ook als een cliënt, leerling of wie dan ook, met wie de seksuoloog in een professionele relatie verkeert, dit verlangt of daartoe uitnodigt.
2.6.5. Indien sprake is van het willen (gaan) toegeven aan een wederzijdse seksuele en/of intieme toenadering dan dient het NVVS-lid onmiddellijk de professionele relatie te beëindigen en vervanging te regelen. Hij is voorts verplicht een collega of collega's te raadplegen, en voorts zal gelden hetgeen in 2.6.7. a en b is vastgelegd.
2.6.6.
a. Het verbod op het aangaan van een seksuele en/of intieme relatie met een
(ex-)cliënt is van kracht tot en met twee jaar na de beëindiging of afronding van het hulpverlening contact. Deze termijn laat onverlet hetgeen hierover in andere beroepscodes, waar het NVVS-lid aan gebonden is, is vastgelegd. Dit geldt alle therapeutische of hulpverleningsrelaties.
b. Voor alle andere professionele contacten of verhoudingen geldt een periode van 6 maanden na de beëindiging of afronding van het contact (zie noot 9).
2.6.7. Het NVVS-lid die in een therapeutische relatie te maken krijgt met sterke over- en tegenoverdrachtgevoelens dient een collega, intervisor of supervisor te raadplegen om gezamenlijk na te gaan:
a. of de aangegane professionele relatie - die in zo'n geval ernstig onder druk komt te staan - gecontinueerd kan worden en op welke voorwaarden dat dan zou kunnen;
b. of verwijzing overwogen moet worden en op welke manier dat dan zou moeten gebeuren.
2.7. Inachtneming van de lichamelijke integriteit en intimiteit van de cliënt/patiënt bij lichaamsgerichte behandeling
2.7.1. Het in 2.6.1. bedoelde verbod laat onverlet om, als dat in het kader van een behandeling geïndiceerd is, therapeutische procedures toe te passen waarin aanraking een plaats kan hebben. Lichamelijke contact is alleen dan toegestaan indien het NVVS-lid vanuit zijn „BIG‟ / basisdiscipline daar bevoegdheid aan kan ontlenen.
2.7.2. Wanneer het NVVS-lid besluit tot een behandeling waarin lichaamsgerichte interventies, waaronder aanrakingen, een plaats hebben, draagt hij er zorg voor dat dit wordt vastgelegd in het behandelplan. Dit plan dient besproken en ingezien te (kunnen) worden door ter zake kundige derden, zoals supervisors, collega's.
2.7.3. Lichaamsgerichte interventies zijn niet geoorloofd als ze naar het inzicht van geraadpleegde en ter zake deskundigen niet kunnen bijdragen aan het bewerkstelligen van verbetering van de seksuele gezondheid van de cliënt.
2.7.4 Lichaamsgerichte interventies zijn niet geoorloofd indien deze een seksuele participatie van het NVVS-lid inhouden. Wanneer, in het belang van de behandeling, sociaal erotische zorg wordt betrokken als bedoeld in dit artikel, dan dient daarvan expliciet melding te worden gemaakt in het behandelplan (zie noot 10).
2.7.5. Het NVVS-lid zal de cliënt op een voor hem begrijpelijke wijze op de hoogte stellen van indicatie en doel van de behandeling met lichaamsgerichte interventies en de wijze waarop deze worden toegepast.
2.7.5. Ten einde een (sterk) erotiserende of seksualiserende werking van een behandeling met lichaamsgerichte interventies te voorkomen, kan het NVVS-lid in voorkomende gevallen in overleg met de cliënt een collega of een familielid, kennis of een partner uitnodigen aanwezig te zijn bij de behandeling.
2.7.6. Het NVVS-lid zal het respecteren indien een cliënt niet wil ingaan op een behandeling, waarin lichaamsgerichte interventies plaats hebben, en een andere methode gebruiken, of indien nodig de cliënt doorverwijzen naar een collega.
3. Interdisciplinaire en intercollegiale samenwerking en assistentie
3.1. In de samenwerking met niet-NVVS-leden geldt deze code onverkort voor de bijdrage van het NVVS-lid aan de werkzaamheden.
3.2. Het NVVS-lid verleent geen medewerking aan en profiteert niet van seksuologische werkzaamheden die met de beroepscode in strijd zijn.
3.3. Ter zake de naleving van de gedragscode draagt het NVVS-lid eindverantwoordelijkheid voor medewerkers, assistenten en stagiaires die onder zijn leiding staan.
4. Dossier
4.1. Onder dossier wordt verstaan: een verzameling feitelijke gegevens, verkregen door het NVVS-lid, die bewaard wordt vanwege hun relevantie voor kwaliteit en/of voortgang van de professionele relatie. Rapportages uitgebracht aan derden met toestemming van de cliënt of op last van de rechter horen hier eveneens toe.
Werkaantekeningen van het NVVS-lid met persoonlijke beoordelingen behoren niet tot het dossier, en dienen gescheiden daarvan bewaard te worden.
4.2. Het NVVS-lid bewaart het dossier onder eigen verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid mag de seksuoloog, voor wat betreft een centraal databestand, gedelegeerd achten aan diens werkgever.
4.3. Het NVVS-lid vergewist zich ervan - bij onderbrengen van het dossier in een al dan niet geautomatiseerd centraal databestand - dat de toegang daartoe, zowel technisch als bij reglement, zodanig is afgeschermd, dat hij zich kan houden aan de bepalingen van de gedragscode.
4.4.1. Het NVVS-lid bewaart na beëindiging van de professionele relatie het op naam gestelde dossier in verband met het doel waartoe het is aangelegd.
4.4.2. Het NVVS-lid bewaart het dossier zo lang als de wetgeving betreffende zijn basisdiscipline voorschrijft, of minimaal vijf jaar na beëindiging van de professionele relatie of zoveel langer als redelijkerwijs nodig geacht wordt en door het NVVS-lid verantwoord kan worden. Voor medici is10deze termijn 15 jaar. Het dossier kan na de wettelijk voorgeschreven termijn op verzoek van de cliënt worden vernietigd (zie noot 11).
4.5. Inzagerecht
4.5.1. De cliënt heeft recht op inzage in het dossier, conform de vigerende wetgeving en jurisprudentie. De cliënt kan een derde machtigen het dossier in te zien.
4.5.2. Alleen indien inzage in het dossier door de cliënt een schending van de privacy voor derden betekent, mag inzage (gedeeltelijk) worden geweigerd.
4.6. Bij inzage in het dossier biedt het NVVS-lid aan - zo nodig - uitleg te geven.
4.7. De cliënt heeft recht op verbetering, aanvulling, verwijdering of vernietiging van het dossier, indien deze kan aantonen dat opgenomen gegevens onjuist of onvolledig of - gezien de doelstelling van het dossier - niet ter zake doende zijn. Een verzoek hiertoe dient schriftelijk bij de dossierhouder te worden ingediend.
4.8. Het NVVS-lid vernietigt de door hem bewaarde bescheiden binnen een jaar na een daartoe strekkend schriftelijk ingediend verzoek van de cliënt, tenzij het bescheiden betreft waarvan redelijkerwijs aannemelijk is dat bewaring van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de cliënt, alsmede voor zover het bepaalde bij of krachtens de wet zich tegen vernietiging verzet. Het verdient aanbeveling om de cliënt ervan op de hoogte te stellen indien er, na de wettelijke bewaartermijn, een voornemen tot vernietiging van het dossier bestaat (zie noot 12).
4.9. Hulpverleners die rechtstreeks bij een behandeling betrokken zijn of geraken, mogen dat deel van het dossier inzien dat gegevens bevat die relevant zijn voor de werkzaamheden die zij verrichten in het kader van de behandeling.
Anderen hebben recht op informatieverstrekking, na toestemming van de cliënt, op relevante informatie uit het dossier ter vertrouwelijke kennisname.
5. Relatie tot de publiciteit of de media
5.1. In contacten met de media draagt het NVVS-lid er zorg voor dat het vak seksuologie respectabel en respectvol wordt uitgedragen en niet in strijd komt met de taak van het NVVS- lid bij te dragen aan de verbetering van de seksuele gezondheid.
5.2. Wanneer seksuologische voorlichting en kennisoverdracht onderdeel zijn van een niet speciaal hierop gericht programma, bijvoorbeeld in de visuele media, dient het NVVS-lid die daaraan meewerkt er zorg voor te dragen dat hij zelf in zijn hoedanigheid van deskundige herkenbaar blijft. Hij dient niet mee te werken aan mediapresentaties betreffende seksuele problematiek of vermeende seksuele aberraties die mogelijk schade kunnen toebrengen aan de seksuele gezondheid.
5.3. Indien het NVVS-lid medewerking verleent aan presentaties via de publiciteit en media, waarin personen of groepen gediscrimineerd worden vanwege hun geslacht, seksuele gerichtheid of voorkeur, leeftijd, leefstijl of op welke andere grond ook, dient hij er zorg voor te dragen dat zijn bijdrage herkenbaar conform de algemene uitgangspunten van de NVVS is (bedoeld).
5.4. In de publiciteit en de media mag het NVVS-lid alleen in volledig geanonimiseerde of abstracte vorm refereren aan seksuele aangelegenheden van hem bekende personen.
5.5. Het NVVS-lid geeft nooit namen van cliënten aan de pers en de andere media, ook al zouden zij daar zelf mee instemmen, noch verklaart hij zich bereid om aan zijn cliënten een dergelijke instemming te vragen.
5.6. Het NVVS-lid onthoudt zich van het via de media reclame maken voor louter zijn eigen seksuologische praktijk, anders dan door het plaatsen van advertenties of commerciële boodschappen.
5.7. In het algemeen onthoudt het NVVS-lid zich van commentaar en uitspraken via de publieke media die afbreuk kunnen doen aan de status en de stand van ontwikkeling van de seksuologie.
6. Aanspreken van subsidies, sponsoring en contacten met het bedrijfsleven
6.1. Het NVVS-lid kan en mag ter instandhouding, verbetering en verruiming van (de kwaliteit en effectiviteit van) zijn professionele activiteiten gebruik maken van alle vormen van subsidieverlening en sponsoring mogelijkheden vanuit de overheden, particuliere instellingen of stichtingen en het bedrijfsleven. In al deze gevallen dient het NVVS-lid verantwoordelijk te blijven voor (de kwaliteit van) zijn werk en de ontwikkeling van de seksuologie. Hij mag in geen geval zijn werk en de seksuologie in het algemeen ondergeschikt maken aan de belangen van de geldgevers, zoals disciplinaire belangen vanuit de overheden of commerciële vanuit het bedrijfsleven.
6.2. Het NVVS-lid draagt er zorg voor dat degenen, met wie hij een professionele relatie aangaat (cliënten, opdrachtgevers en anderen), dat wat hij aan deskundigheid heeft te bieden niet kunnen verwarren met de doeleinden of producten van zijn eventuele subsidie- en geldgevers. Het NVVS-lid is hier open en transparant in.
7. De seksuoloog en de volksgezondheid
7.1. Het NVVS-lid betracht - in overeenstemming met de wetgeving en het daarop vooruitlopend maatschappelijk handelen en gevoelen - zorg voor de volksgezondheid.
7.2. Het NVVS-lid stelt zich in op het signaleren van gezondheidsbedreigende gedragingen, houdingen of factoren, en maakt daar op attent of adviseert daaromtrent of neemt passende maatregelen (zie noot 13).
8. Handhaving van de gedragscode
8.1. Ter handhaving van deze gedragscode stelt de NVVS een tuchtrecht en een tuchtrechtcommissie in.
8.2. Samenstelling en de werkwijze hiervan zijn geregeld bij apart reglement.
8.3. Het bestuur of de ledenvergadering kan een tijdelijke gedragscodecommissie benoemen indien aanpassing en verbetering van de gedragscode wenselijk is.
8.4. Indien een NVVS-lid bemerkt dat een ander NVVS-lid niet in overeenstemming handelt met de inhoud van deze gedragscode dan maakt hij hiervan melding bij de tuchtrechtcommissie.
NOTEN 1 t/m 12 – BIJ ARTIKELNUMMER
0. Bij Algemeen/ doelen en uitgangspunten: Het recht op zelfbeschikking houdt in dat men gevrijwaard wordt van ongewenste toenaderingen en intimiteiten, zowel lichamelijk als psychisch. Het houdt ook in dat men alle seksuele activiteiten mag ontplooien die niet ongewenst geacht worden door beoogde partner.
1. Bij artikel 0, de definitie „professionele relatie‟. Het NVVS-lid is op grond van deze gedragscode aanspreekbaar voor al zijn activiteiten waarin hij (professioneel) optreedt op het gebied van de seksuologie.
2. Artikel 1.2.3. Deze is ontleend aan:
De beroepscode psychotherapeuten, xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx, Nederlandse Vereniging van Psychotherapeuten – Versie 2007, pagina 21 e.v., onder II, III.1, III.2.1
Mogelijke voorbeelden. Het NVVS-lid kan zich gedwongen achten de geheimhouding te doorbreken wanneer hij tijdens de uitoefening van zijn beroep kennis heeft genomen van een mogelijk levensbedreigende situatie voor anderen en/of de cliënt zelf. In verband met de te betrachten zorgvuldigheid dient het NVVS-lid de reden om de geheimhouding te willen doorbreken te bespreken met een collega en dit aan de cliënt met redenen geschraagd mede te delen en/of met deze te bespreken. Dit is met name het geval indien er een ongelijkwaardigheid bestaat op basis van hiërarchie, sociaaleconomische afhankelijkheid, fysieke eigenschappen, wettelijke machtsverhoudingen, leeftijd- en sekseverschillen etc.
Hierbij dienen de belangen van de cliënt en andere betrokkenen zorgvuldig in acht genomen te worden.
3. Bij art. 1.2.9. Bedoeld is: dat het NVVS-lid niet als onpartijdige getuige-deskundige beschouwd kan worden. Dit sluit niet uit dat het NVVS-lid op verzoek van bijvoorbeeld gedaagde cliënt en diens verdediger gehoord kan worden, maar waarbij de strekking van zijn bijdrage - zelfs als deze feitelijk negatief is - geen andere is dan ten gunste van (de hulpverlening aan) zijn cliënt, en waarbij alleen de waarheid(-beleving) van de cliënt relevant is en niet de rechterlijke(/juridische).
Het inhoudelijke oordeel over zijn bijdrage moet hij daarom aan onpartijdige deskundigen, het openbaar ministerie en de rechterlijke macht over laten. Hij zal ook naar voren moeten brengen niet in de positie te verkeren om ten aanzien van de rechterlijke waarheid deskundige en ter zake inzichten (of bekentenissen) aan te kunnen dragen, want geen vergelijkbare betrekking te hebben (gehad) tot de andere partij.
Dit staat misschien op gespannen voet met de vernietiging van het arrest van het Gerechtshof Leeuwarden door De Hoge Raad d.d. 17 november 1995 in zake een incest geval (waarin een vrouw van haar broer schadevergoeding vorderde op grond van seksueel misbruik tijdens haar jeugd). De feiten waar het ook in dit geval om draait spelen zich in de regel slechts af in aanwezigheid van de tegenover elkaar staande partijen. Daarom, zo stelt de Hoge Raad in haar vernietiging, moet het in dergelijke gevallen in principe mogelijk zijn dat een deskundigen-bericht en de verklaring van de betrokken partij als getuige samen voldoende bewijs van gestelde feiten opleveren. In voorkomende gevallen moet echter het bericht van een andere deskundige afkomstig zijn dan die deskundige die één van de partijen (eisende, gedaagde of getuigende persoon) therapeutisch heeft begeleid of nog begeleidt.
Deze andere onpartijdige deskundige zou daartoe - met toestemming van betrokken persoon en met in achtneming van de relevante regels uit deze code - kennis kunnen nemen van (relevante delen uit) het dossier betreffende het hulpverlening contact en zowel betrokkene zelf als diens hulpverlener kunnen horen.
4. Bij art. 2.1.6. Het verrichten van lichamelijk onderzoek en behandeling blijkt uit de bevoegdheid daartoe middels een afgeronde wetenschappelijke/(para)medische basisdiscipline e/o BIG –registratie.
5. Bij art. 2.5.1. Voorbeeld: het NVVS-lid stelt alleen intieme vragen wanneer dit direct en aantoonbaar relevant is, en suggereert bijvoorbeeld niet onmiddellijk seksuele misbruikervaringen als verklaring voor seksuele aversie.
6. Bij art. 2.5.3. Dit kan bijvoorbeeld masturbatieadviezen betreffen of oefeningen in het kader van de behandeling van vaginisme of ejaculatio praecox. Dit kan evenzeer aan de orde zijn bij goede voorlichting over bijvoorbeeld 'veilig vrijen', waarbij expliciet gemaakt zal moeten worden dat vrijen hier staat voor riskante vaginale, anale en orale contacten.
7. Bij art. 2.5.4. Dit kan bijvoorbeeld een foto opname betreffen van door cliënt als afwijkend ervaren bouw van erecte penis.
8. Bij art. 2.6.1. Overtreding van het onder art.2.6.1 gestelde kan beschouwd worden als seksueel misbruik, waarbij onder seksueel misbruik verstaan kan worden: "Al dat fysieke of verbale gedrag, dat vanuit de eigen behoefte een erotiserende of seksuele boodschap beoogt of dat vanuit de geldende sociale codes een erotiserende of seksuele betekenis kan hebben voor de ander en daardoor schade zou kunnen aanrichten" (Gianotten, 1988).
9. Bij art. 2.6.6.a en b. Is duidelijk sprake (geweest) van voornamelijk symptoomgerichte behandeling kan van regel 2.6.7.a. afgeweken worden en een periode van 6 maanden na de beëindiging of afronding van het hulpverleningscontact gelden. Bij behandelingen waarin sprake is (geweest) van sterke overdracht, is een periode van twee jaren de absolute ondergrens, die in acht
genomen moet worden, voor de termijn waarin de hulpverlener geen seksuele en/of intieme relatie met een ex-cliënt mag aangaan.
10. Bij art. 2.7.4 Het betreft intieme, erotische en/of seksuele zorg aan mensen met beperkingen, waarbij nauwe samenwerking wordt gezocht tussen de cliënt, de sociaal erotisch verzorgende en de bij de cliënt betrokken hulpverlening.
11. Bij art. 4.4.2. Conform de Beroepscode voor Psychotherapeuten / versie 2007 geldt ook voor deze code:
Het bewaren van bescheiden dient de volgende functies:
1. het ondersteunen van de goede voortgang van de behandeling;
2. het verrichten van wetenschappelijk onderzoek;
3. het door de seksuoloog afleggen van verantwoording van de behandeling.
Met het oog op het feit dat de verjaringstermijn van misdaden 30 jaar bedraagt kan met name de derde functie het noodzakelijk maken dat de bescheiden langer bewaard blijven.
12. Bij art. 4.8. Deze ander kan het NVVS-lid zelf zijn.
13. Bij art. 7.2. Dit kunnen bijvoorbeeld zijn: excessieve vormen van gebruik van genot- en drogerende middelen, het anderen of zichzelf opleggen van gevaarlijke of levensbedreigende vormen van seksbeoefening, nodeloze of risicovolle vormen van medicatie.