Contract
Onderhavige arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 2004 voor de duur van één jaar. Zij wordt stilzwijgend verlengd, behoudens opzegging door één van de partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité bij een ter post aangetekend schrijven.
Mechelen, 2004
PARITAIR SUBCOMITE VOOR HET STADS- EN STREEKVERVOER VAN HET VLAAMSE GEWEST
Betreft :
De Lijn.
Tussen de Belgische Vereniging voor werkgevers vertegenwoordigt, enerzijds,
Stads- en Streekvervoer, die de
en
de Algemene Centrale der Openbare Diensten, de Christelijke Centrale der Openbare Diensten en de Algemene Centrale der Vakbonden van België, die de werknemers vertegenwoordigen,
tijdens de zitting van het
Subcomité voor het Stads- en Streekvervoer dd. 19
volgende collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten :
de tekst van het pensioenplanreglement van De Lijn, in is toepasselijk vanaf 1.01.2004 en vervangt het pensioenplanreglement, goedgekeurd op
De aangebrachte wijzigingen zijn het gevolg van het in voege treden van de van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingsstelsel van die pensioenen en van aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (B.S. 15 2003).
PENSIOENPLANREGLEMENT XX XXXX
XX.
0 0
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 1 2004
INHOUDSTAFEL
Inleiding 3
1 : Definities | 3 | ||
Artikel | 2 : Xxxxxxxxxxx | 0 | |
Artikel | 3 : Bijdragen | 6 | |
Artikel | 4 : Voordelen bij pensionering | 7 | |
Artikel | 5 : De onthaalstructuur | 8 | |
Artikel | 6 : Uitdiensttreding voor de pensionering | 8 | |
Artikel | 7 : Verbeurdverklaring | 9 | |
Artikel | 8 : Verplichtingen van het | 9 | |
Artikel | 9 : Belastingen en volgens | voorziene betalingen | 10 |
Artikel 10 : Maximale pensioenrechten 10
Artikel : of beëindiging van het Plan
Artikel : Verbreking van het evenwicht van het Pensioenfonds 12
Artikel : Xxxxxxxx 00
Artikel 14 : Voordelen bij overlijden
Artikel 15 : 13
Artikel : Overdracht van uit een andere pensioeninstelling 15
Overgangsbepalingen 16
REGLEMENT
Inleiding
De v.z.w. Pensioenfonds "DE werd opgericht in de aanvullende pensioenen te voorzien van de van de Vervoermaatschappij die met deze v.z.w. een overeenkomst afsloot.
Het Plan, beheerd door de v.z.w., start op de hierna gedefinieerde begindatum of, indien
op de datum waarop het Koninklijk Besluit betreffende de toelating van dit Plan in het Belgisch Staatsblad verschenen is.
dit wordt de mannelijke gebruikt voor beide geslachten. Indien anders bedoeld wordt, dit uitdrukkelijk vermeld worden.
1 : Definities
Bij de interpretatie van dit gelden de volgende definities :
1.1. Het Pensioenfonds :
Betekent de vereniging gekozen door de onderneming om de activa opgebouwd voorziening ter uitvoering van de in het Plan voorziene verplichtingen te beheren. Deze vereniging is een v.z.w. en is genaamd het Pensioenfonds "DE LIJN". De raad van bestuur van deze v.z.w. wordt hierna de "raad"
1.2. De :
Betekent een of meerdere van de vennootschappen die een overeenkomst afsluiten of afgesloten hebben met de v.z.w. Pensioenfonds "DE LIJN" die bepaalt dat de aanvullende pensioenen van hun werknemers zullen gefinancierd worden via deze v.z.w.
1.3. Het Plan :
Betekent het genaamd het pensioenplan "DE LIJN", ingevoerd door de onderneming ten voordele van zijn personeelsleden die aan de aansluitingsvoorwaarden beschreven in Artikel 2 voldoen.
Het :
Betekent het geheel van de bepalingen die het Plan uitmaken, met inbegrip van de wijzigingen of toevoegingen die van tijd tijd kunnen aangebracht worden.
1.5. De :
Betekent een deeltijdse of voltijdse, of werknemer van de onder- de loontrekkende de weddetrekkende, met uitzondering van de sta-
xxxxxx. eveneens beschouwd als werknemer, werknemer die zijn/haar activiteit heeft stopgezet ten gevolge van economische invaliditeit.
Het lid (de aangeslotene)
Betekent elke werknemer die voldoet en blijft voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden gedefinieerd in Artikel 2 van het
Elke werknemer die ophoudt te voldoen aan deze aansluitingsvoorwaarden, lid blijven indien hij recht heeft op bepaalde voordelen van het Plan.
1.7. De normale :
Betekent de laatste dag van de maand die samenvalt met of xxxxx op deze waarin het lid de leeftijd van 65 jaar bereikt.
1.8. Het pensioensalaris :
Voor de arbeiders : x bruto uurloon verhoogd met (1934,4 : 12) x 0,85 x uurloon, de per 1 januari, met het
eindejaarstoelage vastgelegd bij CAO van 1 1998, en met het compensatiebedrag ingevolge de vastgelegd bij C.A.O.
Voor de bedienden : x bruto maandwedde overeenkomstig de baremaschalen per 1 januari, verhoogd met het compensatiebedrag eindejaarstoelage vastgelegd bij CAO van 1 december en met het compensatiebedrag ingevolge de arbeidsduurvermindering, vastgelegd bij C.A.O.
Indien een lid aangesloten wordt bij het Plan op een andere dan 1 januari, zal het pensioensalaris voor de de volgende 1 januari berekend worden op basis van de brutomaandwedde of uurloon op de datum van aansluiting.
1.9. Het plafond :
Betekent het maximum bedrag dat op 1 januari van het betrokken jaar in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de ouderdomspensioenen toegekend door de Belgische Sociale Zekerheid voor werknemers.
1.10. De begunstigde :
Betekent iedere persoon, die volgens het en ingevolge de aansluiting van een andere persoon, recht heeft op enig voordeel uit het plan.
Pensioenplanreglement
De :
Betekent al de jaren en volledige van onafgebroken dienst bij de
tussen de van aan het Pensioenfonds en de van uitdiensttreding bij de ondememing. ook als een volledige de
van indiensttreding als deze indiensttreding gebeurt vôôr de van deze maand en de maand van uitdiensttreding indien deze uitdiensttreding zich situeert nâ de van deze maand.
jaren, doorgebracht in het stelsel van halftijds brugpensioen (CAO 55), worden aanzien als volledige dienstjaren.
Voor werknemers die op 31 december met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur aan de V.V.M. verbonden zijn, en het reeds waren op datum van de oprichting van het fonds, wordt extra-diensttijd toegekend. Deze extra-diensttijd bedraagt 80 %, afgerond naar jaren en volledige maanden, van de totale en onafgebro- ken diensttijd die de betrokken werknemer heeft gepresteerd bij de ondememing, vooraf- gaand aan en eindigend op 31 december 1991.
De dienstjaren worden beperkt 35.
1.12. tewerkgesteld personeel :
voordelen worden berekend op een jaarwedde aan %. De deeltijdse diensttijd wordt in aanmerking genomen in verhouding het percentage van de effectief gepresteerde arbeidstijd. De bijdrage wordt berekend op de deeltijdse jaarwedde.
1.13. Het Investeringsfonds :
Betekent de totale activa van het Pensioenfonds. Dit investeringsfonds is de verzameling van de activa die opgebouwd worden door van stortingen van de bijdragen van de
en van de ondememing, alsook van hun financieel rendement.
1.14. De rekening van het :
Betekent de rekening gespijsd met de in Artikel 3 van het beschreven werknemersbijdragen, verhoogd met een samengestelde intrest van 4,75%.
1.15. De begindatum : Betekent 01.01.1992.
1.16. De onthaalstructuur :
Betekent de door de ondememing onderschreven groepsverzekering met het oog op het ontvangen van de :
van een nieuw lid, verworven bij een vorige werkgever, indien hij deze wenst over te brengen;
verworven in dit Plan, met betrekking een uitdiensttreding, indien het lid deze keuze
Pensioenplanreglement
Artikel 2 : Voorwaarden
Bij de indiensttreding van een werknemer na de begindatum van het Plan, de werknemer verplicht worden van het Plan zodra hij aan de volgende voorwaarden voldoet :
- de werknemer een werknemer zijn zoals gedefinieerd in Artikel 1 ;
- de werknemer moet aangeworven zijn onder een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of van bepaalde duur van minstens één jaar, al dan niet bereikt door één of op elkaar aansluitende
- de werknemer mag de leeftijd van 65 jaar niet bereikt hebben op de datum dat hij bij het Plan kan aansluiten;
- de werknemer mag geen actief lid zijn van een ander pensioenplan of een statutair plan (uit- gezonderd Sociale Zekerheid), dat pensioen -of analoge voordelen biedt aan werknemers van de van de V.V.M.-groep.
De aansluiting grijpt plaats op de eerste dag van de maand volgend op of samenvallend met de dag dat de werknemer aan de bovenvermelde voorwaarden voor het eerst voldoet.
Artikel 3 : Bijdragen
Zolang de werknemer voldoet aan de voorwaarden lidmaatschap zoals bepaaid in Artikel 2 en geniet van een bezoldiging ingevolge daadwerkelijke uitoefening van beroepsactiviteiten, zal het lid bijdragen storten op zijn rekening.
De bijdragen worden vastgesteld :
3.1. van het lid
De werknemersbijdrage is gelijk aan de volgende percentages respectievelijk toegepast op het gedeelte van het beperkt het Plafond (SAL1 ) en het gedeelte van het pensioensalaris dat het Plafond overschrijdt (SAL2).
Onder het Plafond Boven het Plafond
% 3 %
hetzij
0,5 % + 3 % SAL 2.
3.2. van de
met de actuaris wordt tussen de werkgever en het Pensioenfonds een vastgelegd die met de actuariële aanleiding
geven de geregelde bepaling van een werkgeversbijdrage die nodig is op
individuele basis de in dit voorziene uitkering te garanderen.
Hierbij wordt rekening met de activa die het investeringsfonds ter beschikking heeft.
Pensioenplanreglement
3.3. van de
De werkgeversbijdrage is betaalbaar. De bijdrage is gelijk aan de jaarlijkse bijdrage gedeeld door
De is maandelijks betaalbaar. De maandelijkse bijdrage is gelijk aan de jaarlijkse bijdrage gedeeld door
De houdt de werknemersbijdrage in op de bezoldiging van de werknemer.
De onderneming de werknemersbijdrage op de rekening van het storten.
betalingen gebeuren op het einde van de betrokken
geen kunnen de werknemers- of de werkgeversbijdragen worden opgenomen in het vermogen van de onderneming.
Artikel 4 : Voordelen bij pensionering
4.1. Op de normale
Rustrente = N/35 (7 % SAL1 + 70 % SAL2)
met N = de dienstjaren bepaald in
4.2. Op de normale pensioendatum na een van brugpensioen
Rentruste = N/35 (7 % SAL1 + 70 % SAL2)
met N = de dienstjaren zoals bepaald in art. verhoogd met maximum 5 jaar het bereiken van de normale pensioendatum, beperkt 35.
Deze rustrente is, bij overlijden tijdens de van brugpensioen, onmiddellijk voor 2/3 overdraagbaar ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e). Deze overgedragen rustrente kan onmiddellijk ontvangen worden onder de van een kapitaal.
4.3. vervroeging en voor zover de werknemer met pensioen gaat
De rustrente wordt berekend zoals voorzien in punt maar zal per jaar vervroeging met 5 % (hetzij % per vervroeging) verminderd worden.
4.4. Op de pensioendatum heeft het lid de volgende opties uitbetaling van de voor- delen :
4.4.1. de rustrente ontvangen, die bij het overlijden van het lid in een overlevingspensioen van maximaal 2/3 ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) omgezet wordt. De rustrente zal steeds aangepast worden aan de inflatie.
4.4.2. de rustrente onmiddellijk ontvangen onder de van kapitaal. Dit kapitaal is gelijk aan de actuele waarde van de levenslange lijfrente berekend overeenkomstig de actualisatieregels die in uitvoering van de wet van 9 zijn opgelegd voor de berekening van de op het ogenblik van de pensionering.
Artikel 5 : De onthaalstructuur
De onthaalstructuur de vorm aan van een door de onderschreven
met bijhorend waarin de
bepalingen beschreven worden.
De onthaalstructuur heeft het ontvangen van de :
van een nieuw verworven bij een vorige werkgever, indien hij deze wenst over te brengen;
- verworven in dit Plan, met betrekking een uitdiensttreding, indien het lid deze keuze
Binnen deze onthaalstructuur worden de ingebrachte geïnvesteerd een
op basis van de op dat ogenblik bij de verzekeraar van kracht zijnde technische grondslagen. De is "uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de bij overlijden" met 65 jaar als einddatum. Het lid kan niet kiezen voor een andere verzekeringsvorm.
Artikel 6 : Uitdiensttreding voor de pensionering
Op de dat het lid de dienst van de onderneming verlaat, zullen de werkgeversbijdrage en werknemersbijdrage stopgezet worden.
De rechten van het lid zullen van de reden van uitdiensttreding bij de onderneming afhangen.
6.1. Indien het lid vrijwillig uit dienst treedt één jaar aansluiting zullen zijn verworven rechten bestaan in de teruggave van de werknemersbijdrage verhoogd met een samengestelde interest berekend aan 4,75% op de berekeningsdatum van de verworven rechten (t.t.z. de waarde van de rekening van het lid).
Na vereffening van het kapitaal het Pensioenfonds geen enkele verplichting hebben tegenover het lid, noch zijn begunstigden.
6.2. Indien het lid uit dienst treedt voor een andere reden dan in 6.1. vermeld, zullen zijn rechten als uitgestelde pensioenvoordelen bepaald worden.
De rechten van het lid worden bepaald als : Rente = N/35 (7% SAL1 + 70% SAL2)
met N = de dienstjaren bepaald in
Bij pensionering van het lid, kan hij kiezen tussen een rustrente of een kapitaal dat op dezelfde manier bepaald wordt_als het voor een een actief lid zoals beschreven in Artikel 4, punt 4.4.2.
De verworven die met de actuele waarde van de uitgestelde pensioenvoordelen wordt berekend overeenkomstig de actualisatieregeis die in uitvoering van de wet van 9 zijn opgelegd voor de berekening van de op het ogenblik van pensionering.
De verworven moet minimaal gelijk zijn aan de waarde van de rekening van het gedefinieerd in artikel 1.14.
Het heeft de volgende met betrekking zijn verworven
de verworven bij de pensioeninstelling zonder wijziging van de pensioentoezegging bij en zonder enige uitkering bij overlijden voor de pensionering.
ofwel de verworven overdragen naar de onthaalstructuur (zie artikel 5)
ofwel de verworven overdragen naar de pensioeninstelling van :
• ofwel de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die werkgever;
• ofwel de nieuwe rechtspersoon waaronder de werkgever ressorteert met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die rechtspersoon;
ofwel de verworven overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de deelnemers in verhouding hun verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning.
Na overdracht wordt het Pensioenfonds ontsiagen van al haar verplichtingen ten opzichte van het lid en zijn begunstigden.
Artikel 7 : Verbeurdverklaring
7.1. Behalve zoals voorzien in het geen lid of begunstigde de voordelen die onder het Plan aan hem betaalbaar zijn, verkopen, ruilen of anders erover beschikken.
Indien een lid of begunstigde bovenvermelde schikkingen overtreedt, zullen er geen verdere werkgeversbijdrage gestort worden. De voordelen van het lid worden dan berekend op basis van Artikel 6 waarbij de van uitdiensttreding vervangen wordt door de datum van het overtreden van deze schikkingen.
7.2. Indien een lid of begunstigde zijn voordelen onder dit Plan niet opeist binnen de vijf jaar nadat ze betaalbaar werden, zullen rechten vervallen en overgedragen worden, ten voordele van het Investeringsfonds van de
Pensioenplanreglement
Artikel 8 : Verplichtingen van het
8.1. Veranderingen in de
Het lid is verplicht de raad op de hoogte te houden van iedere in zijn familietoestand, voor zover dat deze verandering zijn recht op voordelen van dit Plan beïnvloedt.
8.2. Aansluitingsformulieren
Indien een lid gevraagd een in te vullen, is hij verplicht dit te doen en het document zo mogelijk aan de raad terug te bezorgen.
8.3. Andere informatie
De raad is gemachtigd document te vragen dat zij nodig acht om na te gaan of een recht op voordelen bestaat of blijft bestaan.
Indien aan deze verplichtingen niet voldaan wordt, kan de raad niet aansprakelijk verklaard worden voor de betaling van onjuiste bedragen, en bij aanvraag te hoge uitkering terugbetaaid worden aan het Pensioenfonds samen met de interest zoals voorzien in de Belgische wetgeving.
Artikel 9 : Belastingen en andere volgens de voorziene betalingen
uitkeringen onder dit Plan zijn onderworpen aan de voorheffingen die door de Belgische wetgeving opgelegd worden op de van de betaling.
Indien het Pensioenfonds belastingen, sociale bijdragen of andere para-fiscale lasten op de voordelen van het Plan moet inhouden, zullen deze van de voordelen voor de betaling afgetrokken worden.
Indien een overdracht naar een verzekeringsmaatschappij of een ander Pensioenfonds gebeurt, zullen eventuele premiebelastingen of andere bedragen die het Pensioenfonds moet betalen, afgetrokken worden van het transfereerbaar bedrag.
Artikel 10 : Maximale pensioenrechten
Overeenkomstig artikel 52, 3, B van het van inkomstenbelastingen is de aftrekbaarheid van de werkgeverstoelagen aan het pensioenfonds siechts toegestaan indien het totale bedrag, uitgedrukt in jaarrente :
• van de pensioenvoordelen van dit plan, uitgedrukt in rente en geïndexeerd aan 2% en voor 80% en rekening houdend met een technische rentevoet van 4%,
• van het geraamd Belgisch wettelijk pensioen en
• van andere verworven buitenwettelijke pensioenen,
niet bedraagt dan het maximum bedrag zoals bepaald in art. 35 92.
Pensioenplanreglement * 10
Indien het maximum pensioen is opgebouwd, zullen de werknemersbijdrage en werkgeversbijdrage proportioneel verlaagd worden, of zullen deze bijdragen stopgezet worden, zodat aan de voorzieningen van het Koninklijk Besluit voldaan is.
: Wijziging of beëindiging van het Plan
11.1
De werkgever het nakomen van de aangegane verbintenissen, ingeval een wijziging in de wetgeving gevolgen heeft voor het financieringsniveau van het fonds of in van een verandering in de economische omstandigheden, dit wijzigen, stopzetten of de toepassing ervan opschorten. Een wijziging kan nooit een vermindering van de op het ogenblik van de wijziging reeds verworven meebrengen.
Vanaf het ogenblik dat de werkgever over een of comité voor preventie en bescherming op het werk beschikt, dient voorafgaandelijk hun advies ingewonnen te worden. De inspraak en beslissingsprocedure uiteengezet in de wet betreffende de aanvullende pensioenen van 28 2003 dienen gerespecteerd te worden.
11.2
Indien het plan beëindigd wordt voor of voor een groep van de onderneming de optie hebben :
Optie 1 : de verworven rechten van deze in het pensioenfonds te behouden.
De verworven rechten van de betrokken leden zullen na beëindiging van het plan in het investeringsfonds geïnvesteerd blijven en aan het onderworpen blijven.
Optie 2 : de waarde van de verworven rechten van deze leden naar een ander pensioenfonds of naar een groepsverzekering over te dragen.
Op de van beëindiging van het plan zal de waarde van de verworven rechten voor ieder berekend worden en aan het meegedeeld worden. De raad zal voorstellen
deze waarden over te dragen naar een ander pensioenfonds of naar een groepsverzekering na het advies van de actuaris en de goedkeuring van de Controledienst voor de Verzekeringen.
Indien de waarde van het investeringsfonds groter is dan het totaal van de verworven
van leden, zal een gedeelte van het verschil toegewezen worden aan deze leden voor wie het plan wordt stopgezet.
Het toegewezen gedeelte wordt : het positief verschil tussen de waarde van het investeringsfonds en het totaal van de verworven van de leden zal evenredig verdeeld worden in verhouding de verworven rechten van die betreffende leden.
Indien het plan voor leden wordt stopgezet en indien de onderneming optie 2 van dit artikel kiest, is het dat na uitvoering van deze optie de waarde van de rekening van de onderneming nog positief is. dit geval zal dit overschot gebruikt worden om de waarde van de rekening van de leden te verhogen en evenredig te verdelen met de waarde van de verworven
: 11
/
Indien plan voor wordt stopgezet of stopgezet werd, en indien er verbreking is van het evenwicht van het pensioenfonds en de onderneming geen herstelplan heeft opgesteld of de bijdragen gedefinieerd in het herstelplan niet binnen de gestelde stort, de onderneming optie 2 van dit artikel uitvoeren.
Artikel 12 : Verbreking van het evenwicht van het Pensioenfonds
Indien het van het pensioenfonds niet voldoende is de uitgestelde rechten en de lopende pensioenen te financieren, dient de werkgever stortingen in het pensioenfonds te doen.
dit niet dan zal de werkgever aan de Controledienst voor de Verzekeringen een herstelplan voorleggen.
Indien de onderneming de gewenste bijdragen gedefinieerd in het herstelplan niet binnen de gestelde termijn stort aan het Pensioenfonds, kan het plan beëindigd worden.
Artikel 13 :
13.1. Het volledig uit van het arbeidscontract van het bij de onderneming.
Een kopie van het kan, op eenvoudig verzoek, bij de werkgever verkregen worden.
13.2. Het Pensioenfonds, het Plan en het zijn onderworpen aan de Belgische wetgeving.
Indien er zich een situatie voordoet die niet voorzien is in dit zal de werkgever, met de Raad van Bestuur van het Pensioenfonds, een beslissing rekening
houdend met de bedoelingen van het Plan.
De verplichtingen van het Pensioenfonds zijn beperkt deze beschreven in het contract met de onderneming. Het Pensioenfonds kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de vrijwaring van de rechten van de leden, indien de onderneming de bijdragen, bepaald door het niet betaalt.
13.5. De activa van het Pensioenfonds kunnen in geen overgeheveld worden naar de onderneming.
Artikel 14 : Voordelen bij overlijden
Bij het overlijden van een lid voor de zal een rente uitgekeerd worden aan de begunstigden hierna beschreven. Die rente zal inflatievast zijn.
Pensioenplanreglement ' • 1 2
LA
14.1. Voor de gehuwde (al dan met een persoon van het andere geslacht) verzekerden worden de volgende uitkeringen verzekerd :
of weduwnaarsrente :
2/3 van de rustrente bij
met N = de dienstjaren bepaald in en berekend de normale pensioendatum.
Deze rente kan ontvangen worden onder de van een kapitaal.
14.2. Tijdelijke wezenrente : zij per kind bepaald :
rente = 90,65 Euro per
Dit bedrag is de rente op 1 januari 2004; het wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan de index der consumptieprijzen.
De rente wordt uitgekeerd aan de huidige en kinderen die fiscaal ten zijn van de of het gezin.
Zij is tijdelijk betaalbaar de verjaardag van het kind. Indien het kind verdere studies de uitbetaling maximaal de 25ste verjaardag geschieden. De rente wordt
verdubbeld bij overlijden van de langstlevende ouder.
De weduwen- of weduwnaarsrente kan in een eenmalige opgenomen worden. Dit kapitaal zal uitgekeerd worden aan de volgende begunstigden, en in de volgende orde :
- de echtgeno(o)t(e) van het op voorwaarde dat het op de van zijn overlijden niet uit de echt gescheiden was of gescheiden was van en bed; of bij
- in gelijke aan de kinderen van het lid waarvan de gekend zijn door de raad op de datum van overlijden; of bij ontstentenis,
- de begunstigde(n), schriftelijk aangeduid door het lid; of bij ontstentenis,
- de ascendenten van het lid; of bij ontstentenis,
- de begunstigden van het lid, de Staat uitgesloten; of bij ontstentenis,
- het Investeringsfonds.
Indien het lid van bovenstaande volgorde wenst af te wijken hij dit doen door van een gemotiveerde schriftelijke aanvraag verandering, gericht aan de raad.
Na betaling van het kapitaal, wordt het Pensioenfonds ontslagen van al zijn verplichtingen jegens de begunstigden.
De wezenrenten worden steeds uitgekeerd in renten ten van de begunstigde kinderen.
Ook bij overlijden van bruggepensioneerden of gepensioneerden worden, in voorkomend wezenrenten toegekend.
Pensioenplanreglement 13
Artikel 15 : Invaliditeit
De voorzieningen van het huidig Artikel zijn van toepassing op een dat aan de voorwaarden van het lidmaatschap bepaald in Artikel 2, voldoet op de dag dat zijn invaliditeit begint.
De tewerkgesteld met een met een duur van dan één jaar, zullen voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld worden met werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur vanaf de eerste verlenging van de arbeidsovereenkomst waardoor de duur van één jaar wordt bereikt of overschreden.
Onder dit Artikel "invaliditeit" het volgende betekenen : een vermindering van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer, rekening houdend met de wederaanpassing aan een beroepsbedrijvigheid die met zijn opleidingsniveau en aanleg strookt, zoals bevestigd door de raadgevende geneesheer van zijn mutualiteit.
15.1. Een lid dat invalide wordt voor zijn 65ste verjaardag zal lid blijven van het Plan voor wat betreft de opbouw van zijn pensioenrechten en de voordelen bij overlijden.
Gedurende de van invaliditeit zullen het pensioensalaris en het plafond, die in voege waren bij de aanvang van de invaliditeit, jaarlijks evolueren overeenkomstig de index der consumptieprijzen.
Indien een lid slechts gedeeltelijk invalide is, werkt en een salaris ontvangt van de zullen het pensioensalaris en het Plafond gelijk zijn aan het
pensioensalaris en het Plafond dat zou gelden indien het lid het normale aantal uren zou werken. dit zal het lid zijn bijdragen blijven betalen deze zullen berekend worden op basis van het werkelijke salaris dat door de onderneming betaald wordt.
15.2. Bovendien genieten de werknemers een gewaarborgd inkomen.
Tijdens de eerste 23 maanden van economische ongeschiktheid bij ziekte of ongeval van het na afloop van de van gewaarborgd maandloon.
Invaliditeitsrente = 10 % W1 + 70 % X0
X0 = het pensioensalaris, exclusief het compensatiebedrag ingevolge de
begrensd de loongrens
W2 = het gedeelte van het pensioensalaris, exclusief het compensatiebedrag ingevolge de arbeidsduurvermindering, dat de loongrens RIZIV over- schrijdt.
De invaliditeitsrente wordt uitgekeerd evenredig met de graad van ongeschiktheid zoals bepaald door de raadgevende geneesheer van de mutualiteit.
15.2.2. Na de van 24 maanden ononderbroken invaliditeit, te wijten aan een ziekte of ongeval in het privé-leven, geniet de werknemer een invaliditeitsrente gelijk aan:
Leeftijd Rente
25
26 W1 +
Xxxxxxxx
00
46
Rente
15.70%W1 •
16.69%W1 •
70%W2
70%W2
1 4
27 | • | 70%W2 | 47 | 17.68%W1 • 70%W2 |
28 | 11.45%W1 • | 70%W2 | 48 | 18.67%W1 • 70%W2 |
29 | 11.60%W1 • | 70%W2 | 49 | 19.66%W1 • 70%W2 |
30 | • | 70%W2 | 50 | 20.65%W1 • |
31 | 11.90%W1 • | 70%W2 | 51 | 21.64%W1 • 70%W2 |
32 | 12.05%W1 • | 70%W2 | 52 | 22.63%W1 • 70%W2 |
33 | 12.20%W1 - | 70%W2 | 53 | 23.62%W1 • 70%W2 |
34 | 12.35%W1 • | 70%W2 | 54 | %W1 • 70%W2 |
35 | 12.50%W1 • | 70%W2 | 55 | 25.60%W1 • 70%W2 |
36 | 12.82%W1 | 70%W2 | 56 | 25.00%W1 ••• 70%W2 |
37 | X0 | 00%X0 | 57 | 24.40%W1 • 70%W2 |
38 | 13.46%W1 | 70%W2 | 58 | 23.80%W1 - 70%W2 |
39 | 13.78%W1 | 70%W2 | 59 | 23.20%W1 • 70%W2 |
40 | 70%W2 | 60 | 22.60%W1 70%W2 | |
41 | 14.42%W1 | 70%W2 | 61 | 22.60%W1 70%W2 |
42 | 14.74%W1 | 70%W2 | 62 | 22.60%W1 70%W2 |
43 | 15.06%W1 | 70%W2 | 63 | 22.60%W1 70%W2 |
44 | 15.38%W1 | 70%W2 | 64 | 22.60%W1 y 70%W2 |
Indien het dit wenst, kan hij een invaliditeitskapitaal opvragen in plaats van een rente.
Het kapitaal is dan gelijk aan:
(200%W1 + 700%W2) x
met: W1 = het pensioensalaris begrensd de loongrens
W2 = het gedeelte van het pensioensalaris dat de loongrens RIZIV overschrijdt k = 10, zo het lid jonger dan 55 jaar is
k = het aantal jaren te volbrengen leeftijd 65 vanaf het derde jaar van ononderbroken ongeschiktheid en ten vroegste vanaf leeftijd 55.
De invaliditeitsrente of het invaliditeitskapitaal wordt uitgekeerd evenredig met de graad van ongeschiktheid zoals bepaaid door de raadgevende geneesheer van de mutualiteit.
Artikel 16 : Overdracht van uit een andere pensioeninstelling
nieuw lid heeft recht de verworven opgebouwd bij de pensioeninstelling van een voorgaande werkgever, over te dragen naar dit plan.
De overgedragen wordt onmiddellijk in de onthaaistructuur gestort (zie artikel 5).
De overdracht van dergelijke verworven geeft geen aanleiding een herberekening van de verworven prestaties die voortvloeien uit dit
Pensioenplanreglement 15
OVERGANGSBEPALINGEN
Voor de in dienst bij de V.V.M. op 31.12.1991, gelden de
van de vroegere maatschappijen, ingebracht in De Lijn, waarover
volgende
Werknemersbijdragen
De beperkt blijven 0,50 % van het pensioensalaris.
2. Dienstjaren voor de werknemers die opteren voor de regeling van het Pensioenplan "De Lijn"
Dienstjaren bij de vorige ex-N.M.V.B., en worden in voor het bepalen van de N/35.
3. Voordelen bij pensionering (geldig vanaf het bereiken van de leeftijd van 60 jaar).
De voordelen bepaald in artikel 4 niet te liggen dan de rusttoelage van (70 % SAL - TWP) N/35 (*) - PA, verhoogd met het kapitaal door de werknemersbijdrage.
(*) N/35 is, voor het vrouwelijk personeel van de ex-M.I.V.A., N/30.
De SAL, TWP, N en PA zijn bepaald :
3.1. "TWP" of theoretisch wettelijk pensioen berekend aan het gezinspercentage
Dit bedrag wordt als volgt benaderd voor :
: de uitkering berekend door de Rijksdienst voor
pensioenen vervolledigd een loopbaan van 45 jaren;
: de uitkering door de Rijksdienst voor Werknemerspensioenen over- eenkomstig de werkelijke loopbaan;
ex-M.I.V.A.-leden : een van het wettelijk pensioen voor een volledige loopbaan, rekening houdend met het salaris dat in overeenstemming is met de barema's :
- salaris arbeiders : 12 x 161,2 x toepasselijk uurloon (berekening voor van het jaar)
- salaris bedienden :
. met een weddeschaal B22 en hoger : op basis van 22
. met een weddeschaal lager dan B22 : op basis van barema 16.
1 6
:
13 x aan inbegrepen) met uitzonde- ring van de globale (63,24 op -
tisch geïndexeerd) en de haard- en standplaatstoelage (berekening voor van het jaar en x 2).
3.2. "SAL" voor de arbeiders
3.2.1. Ex-N.M.V.B.
1 934,40 uren x het huidig (*), verhoogd met de sociale zijnde :
* 247,89 Euro programmatie indexatie -
C.A.O. : 2.6.1977) per 1.1.1992 (index 1.12.1991) : 414,83 Euro
* 185,10 Euro programmatie 1978 (automatische indexatie -
C.A.O. : 8.6.1978) per 1.1.1992 (index 1.12.1991) : Euro
* 346,90 Euro programmatie 1992 (niet ge-
indexeerd - C.A.O. : 346,90 Euro
* compensatiebedrag voor
(index: 1.10.97 - jaarlijkse indexatie) : 239,54 Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: indexatie) : Euro
(*) Huidig uurloon : d.i. het uurloon van de barematrap waarop betrokkene staat op het ogenblik van zijn opruststelling (brugpensioen, voortijdig op rust,
ziek, opruststelling volgens flexibele pensioenleeftijd) aan de waarde van barema's die van toepassing zijn op het ogenblik dat met wettelijk rustpensioen vertrekt.
3.2.2.
1 934,40 uren x het huidig uurloon (*), verhoogd met de eindejaarstoelage, zijnde :
* 247,89 Euro programmatie 1977 (automatische indexatie -
C.A.O. : 7.4.1977) per 1.1.1992 (index 1.12.1991) : 414,83 Euro
* Euro programmatie 1978 (automatische indexatie -
C.A.O. : 17.5.1978) per 1.1.1992 (index 1.12.1991) : Euro
* 346,90 Euro programmatie (niet automatisch ge-
indexeerd - C.A.O. : 346,90 Euro
* compensatiebedrag voor arbeidsduurvermindering
(index: 1.10.97 -jaarlijkse indexatie) : 239,54 Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: 1.10.97 -jaarlijkse indexatie) : 123,95 Euro
(*) Huidig uurloon : d.i. het uurloon van de barematrap waarop betrokkene staat op het ogenblik van zijn opruststelling (brugpensioen, voortijdig op rust, langdu- rig ziek, opruststelling volgens flexibele pensioenleeftijd) aan de waarde van barema's die van toepassing zijn op het ogenblik dat men met wettelijk rustpensioen vertrekt.
Pensioenplanreglemen t 17
3.3. "SAL" voor de bedienden
3.3.1. Ex-N.M.V.B.
12 x verhoogd met de sociale zijnde :
compensatiebedrag voor arbeidsduurvermindering
(index: indexatie) : 239,54 Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: indexatie) : 123.95 Euro
3.3.2.
13 x maandwedde (premies aan inbegrepen) met uitzondering van de globale (63,24 op automatisch geïndexeerd) en de haard- of stand-
plaatstoelage (*) verhoogd met :
OF de voor het bediendenpersoneel, zijnde :
* 235,50 Euro programmatie 1974 (automatische indexatie -
C.A.O. : 13.12.1974) per 1.1.1992 (index 1.12.1991) : Euro
* Euro programmatie 1977 (automatische indexatie -
C.A.O. : 15.7.1977) per 1.1.1992 (index 1.12.1991) : 72,56 Euro
* 346,90 Euro programmatie 1992
(niet automatisch ge-indexeerd - C.A.O. : 346,90 Euro
* compensatiebedrag voor arbeidsduurvermindering
(index: 1.10.97 -jaarlijkse indexatie) : 239,54 Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: -jaarlijkse indexatie) : 123,95 Euro
(*) Indien een bediende van de op de leeftijd van 55 jaar of rede- nen onafhankelijk van zijn in een lagere geplaatst wordt, - in de mate door het Gewestelijk Paritair Comité voor bedienden vast te stellen - met zijn vroegere wedde rekening worden gehouden.
OF de eindejaarspremie voor het directiepersoneel zijnde :
* Euro (niet geïndexeerd) : Euro 346,90 Euro programmatie 1992 (niet automatisch ge-
indexeerd - C.A.O. : 346,90 Euro
* compensatiebedrag voor arbeidsduurvermindering
(index: - jaarlijkse indexatie) : 239,54 Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: 1.10.97 -jaarlijkse indexatie) : 123,59 Euro
3.4. in aanmerking te voor het berekenen van de diensttijd
3.4.1. Diensten gepresteerd buiten de maatschappij
Enkel diensten gepresteerd bij een of bij de N.M.V.B. en legerdienst, indien deze volbracht wordt na de indiensttreding, worden gelijkgesteld.
18
3.4.2. Invaliditeitskas
De van twee jaar die verloopt vanaf de datum van het begin van de ziekte wordt gelijkgesteld met prestaties. De verdere van opruststelling, voortijdig O.R. - langdurig ziek, wordt gevaloriseerd op het ogenblik van de definitieve opruststelling bij het bereiken van de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd.
de ex-N.M.V.B. betreft worden deze jaren gevaloriseerd, indien de leeftijd van 57 jaar bereikt, ofwel 34 jaar dienst heeft op het ogenblik van voortijdige opruststelling.
3.4.3. Jaren doorgebracht in brugpensioen - C.A.O. 17
Programmatie 1988 (C.A.O. 16.6.1988) - punt 6 arbeiders en punt 5 bedienden :
"De jaren van conventioneel brugpensioen zullen voor maximum 5 jaar in de berekening van het aanvullend rustgeld (faktor N/35). Deze maatregel is van toepassing op de personeelsleden die op dit ogenblik met brugpensioen zijn en diegenen die het voor 1 januari zullen zijn".
3.4.4. Jaren doorgebracht in brugpensioen K.S.H..
3.4.5. De jaren waarvan hiervoor sprake worden berekend in aantal jaren en maanden; dan 6 vervallen, 6 of worden één jaar aangerekend.
3.5. P.A. =
Renten verworven met facultatieve stortingen door de Maatschappij gedaan ten voordele van belanghebbende of diens echtgenote (niet meer toegepast behalve voor de personeelsleden met groepsverzekering) en van toepassing voor
3.6. Het bedrag van het pensioensalaris, bepaald in de overgangsmaatregelen, wordt aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Het perekwatiestelsel is eveneens van toepassing.
4. Voor het Directiepersoneel van de
Voor het gepensioneerde Directielid met de formule : (0,7 T - PL) n/35 - PA, waarin
T = de laatste van actieve dienst, inclusief de
gebonden premies. Deze formule wordt eveneens toegepast ingeval van brugrust- pensioen of in van vervroegd pensioen vanaf 60 jaar.
Indien een bediende op de leeftijd van 55 of meer, redenen onafhanke-
van zijn in een lagere geplaatst wordt, - in de mate door het Gewestelijk Paritair Comité voor bedienden vast te stellen - met zijn vroe-
gere wedde rekening gehouden worden. Momenteel wordt een jaarpremie van 91,72 Euro (niet geïndexeerd) met toepassing van de pensioenformule, uitbetaald op het einde van het jaar.
19
supplementen aan de T bij C.A.O. bepaald
Het bij C.A.O. bepaald voor 1992, bedraagt
* 346,90 Euro geïndexeerd) : 346,90 Euro
* voor
(index: - jaarlijkse indexatie) : 239,54 Euro
* compensatiebedrag eindejaarstoelage
(index: -jaarlijkse indexatie) : Euro
PL = het jaarlijks wettelijk pensioen van een gehuwde bediende op 65 jaar of gelijkge- pensioen op 60 jaar, toelagen en wettelijke aanvullingen inbegrepen (met
van het gewoon aanvullend vakantiegeld alsook de bijzondere bijslag op het vakantiegeld).
n = het aantal jaren werkelijke dienst in de Maatschappij met een maximum van
35 jaar. Ingeval prestatiejaren buiten de Maatschappij uitdrukkelijk zijn toegekend voor de bepaling van de factor n, worden deze gelijkgestelde jaren toegevoegd aan het aantal jaren effectieve dienst bij de Maatschappij.
De berekening van n gebeuren bepaald in punt 2.4. van de overgangs- maatregelen.
PA = renten verworven met facultatieve stortingen door de Maatschappij ten geno- ten voordele van het weddetrekkend personeelslid of diens echtgenote. Het
gaat hierbij uitsluitend stortingen voor de verzekering van een levensrente be- taalbaar vanaf 65 jaar, of ingeval van brugrustpensioen of vervroegd pensioen, vanaf 60 jaar, met overdraagbaarheid van de ten gunste van de weduwe.
Om discriminatie te vermijden met de Directieleden die een groepsverzekering hebben onderschreven, kunnen de hierna bepaalde Directieleden (vanaf 29 en hoger) die niet van een groepsverzekering genieten, de persoonlijke bijdragen recupereren.
Deze bijdragen werden eind september ingehouden op hun voor het aanvullend pensioen van de Maatschappij.
Parallel worden de renten van de polissen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor bedienden die werden afgesloten en met 30 juni 1969, niet in mindering gebracht. Vanaf 1 werd het van toepassing voor toekenning van toelagen aan het op pensioen gesteld weddetrekkend personeel van de
Om geen aanleiding te geven misverstanden, zal een van de betrokken Directieleden worden gevoegd in bijlage met :
- de van de aangesloten Directieleden aan de groepsverzekering die ge- pensioneerd zullen zijn na 1 oktober 1982;
- de namen van de Directieleden die 1 oktober 1982 bijdragen aan de Maatschappij hebben gestort met vermelding van deze bijdragen.
''•vn>i"< 20
5. Voordelen bij invaliditeit voor
Zo de invaliditeitsrente tijdens de eerste 23 maanden van economische ongeschiktheid bij ziekte of ongeval van het na afloop van de van gewaarborgd
dan de aanvullende ziektevergoeding berekend op basis van het belastbaar inkomen, zal de werknemer de hoogste uitkering genieten.
6. Voordelen bij invaliditeit voor de
Zo bij omzetting van het invaliditeitskapitaal naar een tijdelijke lijfrente overeenkomstig de gunstigste verkrijgbaar bij een in België toegelaten
die rente lager ligt dan de invaliditeitsuitkering berekend aan 1% per dienstjaar van het salaris, met een maximum van dan zal de werknemer de hoogste rente-uitkering genieten. De beperking van 25% niet indien
bij het begin van de invaliditeitsperiode (na 2 jaar ziekte), de leeftijd van 57 bereikt of 34 jaar dienst
7. Voordelen bij invaliditeit voor het Directiepersoneel van de
Bij minimum jaar dienst en bij een arbeidsongeschiktheid van dan 2 jaar, wordt de belastbare wedde verder uitgekeerd, met aftrek van de gezinsvergoeding, uitgekeerd door de mutualiteit.
8. Zo een werknemer opteert voor de voordelen zoals hierboven beschreven zal de uitkering steeds onder de van rente geschieden met uitsluiting van enige kapitaalsuitkering.
' 21
BIJLAGE 1
BIJLAGE HET "REGLEMENT VOOR TOEKENNING VAN TOELAGEN AAN HET OP PENSIOEN GESTELD WEDDETREKKEND PERSONEEL - DIRECTIEPERSONEEL" VAN DE M.I.V.G. op 01.01.1989.
Namen van de aangesloten Directieleden aan de groepsverzekering die gepensioneerd zijn of na 01.10.1982 :
STRUBBE Xxxxxx
XXXXX Pierre
pensioen op
01.07.1989
XXXXXXXXXXX Xxxxxxx XXXXXXXXX Xxxxxx XXXXXXX Xxxxxxx
XXXXXXXX Xxxxxx.
pensioen op 01.12.1989
pensioen op
pensioen op 01.12.1994
op
Nadien toegevoegd aan de groepsverzekering DE XXXX Xxxxxxx
(vanaf
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
X
BIJLAGE 2
BIJLAGE HET "REGLEMENT VOOR TOEKENNING VAN TOELAGEN AAN HET OP PENSIOEN GESTELD WEDDETREKKEND PERSONEEL - DIRECTIEPERSONEEL" VAN DE M.I.V.G. op 01.01.1989.
Namen van de aangesloten Directieleden die bijdragen aan de Maatschappij heb-
ben gestort met vermelding van deze bijdragen : Ingehouden bijdragen (te
actualiseren op van pensioen)
XX XXXXXX Xxxxxx xxxxxxxx op 6.075,20 Euro
MANNENSWilly pensioen op 2.401,89 Euro
Xxxxxx xxxxxxxx op Euro
31.05.1989.
2 3