MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf 2000/2001 Scholing, Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 9336
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-02-2000, nr. 42
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE SCHOLING, WERKGELEGENHEID EN ARBEIDSMARKT VOOR HET SCHILDERS-, AFWERKINGS- EN GLASZETBEDRIJF
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van het secretariaat van CAO-partijen voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf namens de Koninklijke Vere- niging Federatie van Ondernemers in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf als partij te ener zijde mede namens de Bouw- en Hout- bond FNV en de Hout- en Bouwbond CNV als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst inzake Scholing, Werkgelegen- heid en Arbeidsmarkt voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszet- bedrijf, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 2000 CAO93362000
CAO1682 1
Besluit:
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 30 april 2001 de navol- gende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake Scho- ling, Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III en IV is bepaald:
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
1. Onder ,,partijen’’ worden verstaan werkgevers- en werknemers- organisaties die deze CAO hebben ondertekend.
2. Onder ,,werkgever’’ wordt verstaan elke natuurlijke of rechtspersoon die, bij een bedrijfsuitoefening als bedoeld in artikel 2, in Nederland arbeid doet verrichten door een of meer werknemers.
3. Onder ,,werknemer’’ wordt verstaan hij/zij die in Nederland voor een werkgever als bedoeld in artikel 2, in Nederland werkzaam is:
a. ingevolge een arbeidsovereenkomst;
b. ingevolge een overeenkomst tot aanneming van werk, tenzij hij of zij zelf ondernemer is;
c. als hulp van de aannemer van werk onder b. bedoeld. Niet als ,,werknemer’’ worden beschouwd:
d. wakers, huishoudelijk personeel, portiers, kantinepersoneel, magazijnbedienden, bezorgers en dergelijke;
e. xxxxxxx, die in het buitenland woonachtig zijn en in Nederland in dienst zijn van een in het buitenland gevestigde werkgever werkzaam zijn, indien deze werkzaamheden van tijdelijke aard zijn.
De werkzaamheden worden als tijdelijk aangemerkt zolang de Ne- derlandse sociale verzekeringswetten nog niet op het dienstverband van toepassing zijn;
f. praktikanten/stagiaires van de volgende scholen:
1. Nationaal Instituut voor Middelbaar Economisch en Tech- nisch Onderwijs (NIMETO) gevestigd te Utrecht;
2. Nederlandse Katholieke Middelbare Technische School ,,St. Lucas’’ gevestigd te Boxtel;
3. Christelijk Instituut voor Beschermings-, Afwerkings- en Presentatietechnieken (CIBAP) te Zwolle.
4. Onder ,,werkloze werknemer in het Schilders-, Afwerkings- en Glas- zetbedrijf’’ wordt verstaan, hij/zij die werkloos is en
2
Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf 2000/2001 Scholing, Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt Verbindendverklaring CAO-bepalingen
a. een vakopleiding welke gegeven wordt onder auspiciën van par- tijen, dan wel een CV-schilderen-opleiding, dan wel een door partijen te organiseren praktijktoets met succes heeft afgerond, en sindsdien ofwel in de schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijfstak werkzaam is geweest, danwel als werkloze werknemer bij het Arbeidsbureau geregistreerd staat; of
b. direct voorafgaand aan het moment van werkloos worden 5 jaar onafgebroken, eventueel onderbroken door korte perioden van werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, met een wezenlijk en als zodanig herkenbaar onderdeel van het schilderen en afwerken belast is geweest; of
c. in een periode van 15 jaar voorafgaand aan de huidige werkloos- heid gedurende ten minste 10 jaar in de schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijfstak werkzaam is geweest in de zin zoals be- doeld onder b.
5. Onder ,,jongere werkloze werknemer in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf’’ wordt verstaan een werkloze werknemer beneden de leeftijd van 25 jaar die niet voldoet aan een van de criteria als omschreven in artikel 1 lid 4 en direct voorafgaand aan de werkloos- heid werkzaam is geweest in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszet- bedrijf, en
a. de opleiding LBO-Bouwtechniek differentiatie schilderen, heeft afgerond; of
b. een door partijen aangewezen scholing dan wel praktijktoets met goed gevolg heeft afgerond.
6. Onder ,,werkloze werknemer met een administratieve functie in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf’’ wordt verstaan, hij/zij die werkloos is en:
a. direct voorafgaand aan het moment van werkloos worden vijf jaar onafgebroken, eventueel onderbroken door korte perioden van werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, gewerkt heeft in de schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijfstak; of
b. in een periode van 15 jaar voorafgaand aan de huidige werkloos- heid gedurende ten minste 10 jaar in de schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijfstak werkzaam is geweest; of
c. een door partijen aangewezen scholing met goed gevolg heeft afgerond; of
d. hiertoe behoort op grond van een unaniem besluit van de Regio- nale Commissie Arbeidsmarkt en Onderwijs (RCAO).
3
7. Onder ,,werkloze werknemer met een uitvoerende en/of technische functie in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf’’ wordt ver- staan, hij/zij die werkloos is en
a. direct voorafgaand aan het moment van werkloos worden vijf jaar onafgebroken, eventuele onderbroken door korte perioden van werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, gewerkt heeft in de schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijfstak; of
b. in een periode van 15 jaar voorafgaand aan de huidige werkloos- heid gedurende ten minste 10 jaar in de schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijfstak werkzaam is geweest; of
c. een ondernemersopleiding van de SVS heeft afgerond of een ver- gelijkbare opleiding; of
d. jonger dan 25 jaar is en een MTO-opleiding Schilders heeft afge- rond; of
e. een door partijen aangewezen scholing met goed gevolg heeft afgerond; of
f. hiertoe behoort op grond van een unaniem besluit van Regionale Commissie Arbeidsmarkt en Onderwijs (RCAO).
8. Onder het ,,arbeidsbestand in het Schilders-, Afwerkings- en Glas- zetbedrijf’’ wordt verstaan:
a. werkloze werknemers in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszet- bedrijf als bedoeld in lid 4, lid 6 en lid 7;
b. jongere werkloze werknemers in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf als bedoeld in lid 5.
9. Onder ,,langdurig werkloze werknemer’’ wordt verstaan de werkloze werknemer in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf of de jongere werkloze werknemer in het Schilders-, Afwerkings- en Glas- zetbedrijf die een half jaar of langer als werkloze bij het Arbeidsbu- reau staat ingeschreven.
10. Onder ,,Regionale Commissie Arbeidsmarkt en Onderwijs (RCAO)’’ wordt verstaan: een door of namens partijen ingestelde commissie, functionerend binnen de grenzen van een regio – zoals opgenomen in bijlage 2 – waarin werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers zitting hebben, welke in nauw overleg met de regionale arbeids- voorzieningsorganisatie en, indien de RCAO dat nodig acht, onder- wijsinstellingen in de betreffende regio invulling geeft aan een aantal taken, zoals opgenomen in bijlage 2.
11. Onder het bewijs van inschrijving wordt verstaan een document dat wordt verstrekt aan de werknemer die behoort tot het arbeidsbestand in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf.
4
Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf 2000/2001 Scholing, Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 2
Werkingssfeer
1. De bepalingen van deze overeenkomst zijn – met inachtneming van de definities genoemd in dit artikel en van de beperkingen omschre- ven in lid 5 van dit artikel – van toepassing op ondernemingen waarin en voorzover daarin het schilders-, afwerkings- en glaszet- bedrijf als hoofdbedrijf of als wezenlijk onderdeel van de bedrijfs- voering wordt uitgeoefend.
2. Onder hoofdbedrijf wordt te dezen verstaan het uitoefenen van het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf, waarbij het aantal betrok- ken werknemers groter is dan het aantal werknemers, dat werkzaam- heden verricht op het gebied van een andere bedrijfstak.
Als wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering wordt voor de toe- passing van deze overeenkomst beschouwd uitoefening van het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf door een afdeling van een onderneming, welke tevens werkzaamheden op het gebied van (een) andere bedrijfstak(ken) verricht, indien het personeel van die afde- ling in de regel niet wordt uitgewisseld met (een) andere afde- ling(en), die werkzaamheden verricht(en) op het gebied van (een) andere bedrijfstak(ken) of indien die afdeling administratief en/of organisatorisch als een afzonderlijke eenheid is te beschouwen.
3. Onder uitoefening van het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf wordt verstaan het bedrijfsmatig verrichten van een of meer der vol- gende werkzaamheden:
– het aan of in roerende en onroerende goederen aanbrengen van verven of soortgelijke produkten en het verrichten van werk- zaamheden die met het aanbrengen van deze materialen samen- hangen als schoonmaken, egaliseren, repareren van ondergron- den, etcetera;
– het aanbrengen van behangsel, respectievelijk van andere te plak- ken afwerkingsmaterialen en het verrichten van werkzaamheden die met het aanbrengen van deze materialen samenhangen als schoonmaken, egaliseren, repareren van ondergronden, etcetera, uitgezonderd vloerbedekking, betimmeringen en gordijnen;
– het plaatsen van al of niet isolerende beglazing;
– het isoleren van spouwmuren, dakschotten en vloeren aan en in woningen en gebouwen en andere onroerende goederen;
5
– het plaatsen van steigers als dit in verband staat met het (doen) verrichten van bovenomschreven werkzaamheden;
– het direct geven van technische en/of organisatorische leiding aan werknemers bij de uitvoering van de hiervoor omschreven werkzaamheden.
4. Als ondernemingen in de zin van het eerste lid van dit artikel wor- den ook beschouwd natuurlijke personen en rechtspersonen, die schilderwerk in eigen beheer uitoefenen, zoals in het kader van het beheer, respectievelijk de exploitatie van woningen, respectievelijk van gebouwen, dit voorzover deze ondernemingen of instellingen niet onder de werkingssfeer van een andere collectieve arbeidsover- eenkomst of loonregeling vallen.
5. Niet als uitoefening van het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf in de zin van deze CAO wordt beschouwd:
a. het door industriële ondernemingen aanbrengen van verfproduk- ten op de door die ondernemingen vervaardigde produkten;
b. het uitoefenen van een classificeerbedrijf – waaronder verstaan wordt: ,,het bedrijfsmatig ontdoen van ketelsteen of roest en schoonmaken (niet zijnde schilderwerk) en huidverven van vaar- tuigen en metalen oppervlakken en metalen constructies van schepen (of direct daarmee verband houdende). Onder schoon- maken dient mede verstaan te worden het aanbrengen van een eerste conserveringslaag in verband met zojuist genoemde reinigingswerkzaamheden’’ – tenzij de uitoefening van deze werkzaamheden geschiedt in een onderneming waarin het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf het hoofdbedrijf is;
c. het spuiten van automobielen, tenzij dit geschiedt in een onder- neming, waarin het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf het hoofdbedrijf is.
6. Indien twijfel bestaat omtrent de toepasselijkheid van deze CAO op ondernemingen als in dit artikel genoemd, kan door de werkgever of door de werknemer(s) de mening worden gevraagd van het Bedrijf- schap Schildersbedrijf. Het standpunt van het Bedrijfschap Schil- dersbedrijf zal de werkgever en de werknemer(s) schriftelijk worden medegedeeld.
Artikel 5
Onderaanneming
De werkgever is verplicht in overeenkomsten van onderaanneming met zelfstandige ondernemers die als werkgever in de zin van deze CAO optreden, te bedingen dat zij de bepalingen van deze CAO zullen nale- ven.
6
Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf 2000/2001 Scholing, Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK 2. ARBEIDSMARKT EN BEMIDDELING
Artikel 6
Arbeidsmarkt en bemiddeling
1. In Nederland zullen Regionale Commissie Arbeidsmarkt en Onder- wijs (RCAO’s) worden ingesteld die tot taak hebben in de betref- fende regio – zoals opgenomen in bijlage 1 – nadere invulling te geven aan de bepalingen van dit artikel. Deze RCAO’s worden inge- steld door de Sectorraad Afbouwbedrijfstakken te Gouda.
3. De werkgever zal – teneinde de inzichtelijkheid in de arbeidsmarkt te bevorderen – alle vacatures kenbaar maken aan het desbetreffende bureau van de arbeidsvoorzieningsorganisatie (Regionaal Bureau voor de Arbeidsvoorziening, dan wel haar rechtsopvolger). Zodra een vacature is vervuld zal de werkgever eveneens dit bureau hier- van in kennis stellen.
4. De werknemer wiens dienstverband wordt opgezegd is, verplicht zich terstond bij het in het vorige lid genoemde bureau, in welks werkgebied hij woonachtig is, als werkzoekende te laten inschrijven. Zodra de werknemer geen werkzoekende meer is zal hij zich bij dit bureau laten uitschrijven.
5. De werkgever die een werknemer in dienst wil nemen, die valt onder de werkingssfeer van deze CAO dient hierbij de volgende procedu- res in acht te nemen:
a. de werkgever is gehouden eerst werknemers uit het arbeids- bestand in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf voor de vervulling van de vacature in aanmerking te laten komen;
b. bij het aannemen van werknemers uit het arbeidsbestand in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf via het bureau van de arbeidsvoorzieningsorganisatie zal speciale aandacht worden ge- schonken aan langdurig werklozen;
c. xxxxxxx geen arbeidsovereenkomst tot stand komt met een werk- nemer uit het arbeidsbestand in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf die via het bureau van de arbeidsvoorzienings- organisatie heeft gesolliciteerd bij een werkgever, zal dit bureau hierover door de werkgever met redenen omkleed worden geïn- formeerd ten behoeve van de RCAO.
7
6. Een werknemer die deel uitmaakt van het arbeidsbestand in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf heeft recht op een bewijs van inschrijving en daaraan gekoppelde bemiddeling en scholing. Dit recht en de opname in het arbeidsbestand in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf vervallen indien bij werkloosheid de door de RCAO aangeboden en noodzakelijk geachte scholing wordt geweigerd.
8
Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf 2000/2001 Scholing, Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE 1
Regio’s, waarin Regionale Commissies Arbeidsmarkt en Onderwijs ope- reren
1. Groningen
2. Friesland
3. Drenthe
4. Overijssel
5. IJssel/Veluwe
6. Gelderland
7. Flevoland
8. Midden Nederland
9. Noord-Holland Noord
10. Zuidelijk Noord-Holland
11. Rijnstreek
12. Haaglanden
13. Rijnmond
14. Zeeland
15. West- en Midden Brabant
16. Noord-Oost Brabant
17. Zuid-Oost Brabant
18. Limburg
9
BIJLAGE 2
Taken Regionale Commissies Arbeidsmarkt en Onderwijs (RCAO)
De RCAO is, in nauw overleg en in samenwerking met het regiokantoor van de Sectorraad Afbouwbedrijfstakken en het Opleidingscentrum SVS verantwoordelijk voor de uitvoering en legt verantwoording af aan de Sectorraad Afbouwbedrijfstakken.
De belangrijkste taken van een RCAO zijn:
1. Het bevorderen van samenwerking tussen de actoren op het terrein van onderwijs en arbeidsmarkt in de regio: de RBA’s, c.q. hun rechtsopvolger, scholen (RegionaleOpleidingsCentra), gemeenten, Uitvoeringsorganisatie sociale verzekeringen en de daartoe beho- rende regiokantoren, de bedrijven, alsmede bevorderen van lande- lijke afstemming met het Opleidingscentrum SVS en de Sectorraad in de bedrijfstak.
2. Het per RBS-gebied in kaart brengen van de instroombehoefte van de bedrijfstakken op korte en langere termijn.
3. Het volgen en signaleren van ontwikkelingen in de regio op de ter- reinen van onderwijs en arbeidsmarkt.
4. Het selecteren van kandidaten en beoordelen of een kandidaat een voortraject dient te volgen.
5. Het uitvoeren van werkgelegenheidsafspraken in de CAO’s van de Afbouwbedrijfstakken.
6. Het beoordelen van aanvragen tot toetreding van het Arbeidsbestand Afbouwbedrijfstakken, alsmede beoordelen van voorstellen tot beëin- diging van inschrijving in deze bestanden.
7. Het in overleg met het betreffende RBA en gemeenten inzichtelijk maken van het werklozenbestand en het verloop daarin.
8. Het in samenwerking met RBA, gemeenten, scholen en bedrijven in de betreffende regio vaststellen van de scholings- en opleidings- behoefte in de regio, mede in relatie tot de voorgaande twee punten en de advisering aan de Sectorraad en Opleidingscentrum SVS hier- over.
9. Het adviseren over doelgroepen in het kader van door sociale part- ners overeengekomen beleid.
10. Het verbeteren van het imago van de bedrijfstakken en van de vak- opleiding daarin door middel van voorlichting, doen uitgever van brochures, opzetten van stimuleringsactiviteiten, open dagen, deel- name aan beurzen, enzovoorts.
11. Het mede stimuleren en bewaken van het opleidingsproces in bedrij- ven, samenwerkingsverbanden en overige opleidingsplaatsen (zoals Centra Vakopleiding).
10
Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf 2000/2001 Scholing, Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt Verbindendverklaring CAO-bepalingen
II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.
III. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant en heeft geen terugwerkende kracht.
IV. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant.
’s-Gravenhage, 23 februari 2000
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Namens de Minister:
De Directeur van het Centraal kantoor
van de Arbeidsinspectie,
C. J. Meerhof.
11