MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
I-SZW Nr. 8517
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 4-4-1996, nr. 68
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SOCIALE FONDSEN SLAGERSBEDRIJF
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van het Georganiseerd Overleg Slagersbedrijf na- mens de Koninklijke Nederlandse Ambachtelijke Slagersorganisatie, de BCS, Algemeen Christelijke Bond van Slagers-ondernemers, de Vereni- ging van Grootslagersbedrijven als partijen te ener zijde en de Voedings- bond FNV en de Industrie- en Voedingsbond CNV als partijen te ande- rer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst Sociale Fondsen Slagersbedrijf, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepa- lingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2 , 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1996 CAO851796
6C0061 1
Besluit:
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 1999 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Sociale Fondsen Slagersbedrijf, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV en V is bepaald:
Algemene bepalingen Terminologie
Waar in deze C.A.O. de mannelijke vorm van voornaamwoorden of zelf- standige voornaamwoorden wordt gebruikt, gebeurt dat in neutrale zin, steeds eveneens omvattende de vrouwelijke vorm.
HOOFDSTUK 1
VRIJWILLIG UITTREDEN SLAGERSBEDRIJF; VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSWERK
Artikel 1
Definities
Administrateur: De vereniging ,,Gezamenlijk Uitvoeringsorgaan’’. STIVUS: de Stichting Vrijwillig Uittreden Slagersbedrijf, gevestigd te ’s-Gravenhage, waarvan de statuten aan deze overeenkomst zijn gehecht. VOS: de Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds in het Slagers- bedrijf, gevestigd te ’s-Gravenhage, waarvan de statuten aan deze over- eenkomst zijn gehecht.
Werkgever: de natuurlijke of rechtspersoon, die een onderneming drijft. Onderneming: een onderneming waarin bedrijfsmatig voor menselijke consumptie vlees wordt bewerkt tot waren, al of niet in samenhang met de bereiding van vleeswaren, en het verkopen daarvan aan particulieren, alsmede voorverpakkingsinrichtingen.
Werknemer: iedere vrouw of man die in dienst van de werkgever werk- zaamheden verricht. Dit met uitzondering van de bestuurders van de onderneming.
Artikel 2
Uitvoering
De uitvoering van het gedeelte van deze overeenkomst inzake vrijwillig uittreden geschiedt volgens de statuten en het reglement van de Stich- ting Vrijwillig Uittreden Slagersbedrijf ,,STIVUS’’, die aan deze over- eenkomst zijn gehecht en geacht worden daarvan deel uit te maken.
2
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
De uitvoering wordt opgedragen aan de STIVUS, die onder zijn verant- woordelijkheid zulks kan delegeren aan de administrateur. De uitvoering van het gedeelte van deze overeenkomst inzake het vormings- en ont- wikkelingswerk geschiedt volgens de statuten en het financierings- reglement van de Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds Slagers- bedrijf, dat aan deze overeenkomst is gehecht en geacht wordt daarvan deel uit te maken.
De uitvoering wordt opgedragen aan de VOS, die onder zijn verantwoor- delijkheid zulks kan delegeren aan de administrateur. De STIVUS en de VOS kunnen zo nodig ook andere bedrijfsverenigingen als administra- teur aanwijzen na het Georganiseerd Overleg te hebben gehoord.
Artikel 3
Heffingen
De financiering van de regelingen inzake vrijwillig uittreden en het vormings- en ontwikkelingswerk geschiedt door:
1. Een door de werkgever verplicht te betalen bijdrage aan de STIVUS en de VOS.
Deze bijdragen worden jaarlijks vastgesteld door de besturen van de STIVUS en de VOS. T.a.v. de STIVUS wordt hierover eerst advies ingewonnen bij de administrateur. De administrateur zal dit advies baseren op een begroting van de inkomsten en uitgaven voor het betreffende jaar.
De bijdragen bestaan uit een vast te stellen premie, berekend als per- centage van de loonsom, waarover de werkgever premie verschul- digd is ingevolge de Ziektewet, verminderd met het aan de werkge- ver uitgekeerde ziekengeld).
De werkgever is verplicht de administrateur daartoe de vereiste informatie te verschaffen.
Vanaf 1 januari 19961) is de bijdrage aan de STIVUS 3,1% van de loonsom van het gelijke jaar en komt ten laste van de werkgever. De bijdrage aan de VOS bedraagt 1,1% van de loonsom1).
De werkgever is van verplichting tot betaling gekweten door beta- ling aan de administrateur.
2. Eventuele andere bijdragen.
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
3
Artikel 4
Regeling inzake vrijwillig uittreden
1. Aanspraak op de uitkering krachtens deze regeling kan maken de werknemer die de 60-jarige leeftijd heeft bereikt, zulks vanaf de eer- ste dag van de maand die volgt op de maand waarop de werknemer deze leeftijd heeft bereikt, e´e´n en ander onder de voorwaarde dat de betrokken werknemer gedurende de laatste 10 jaren, direct vooraf- gaande aan het moment van deelneming in dienstverband werkzaam is geweest in de vleessector, voor zover deze bestreken wordt door:
– de C.A.O. Sociale Fondsen Slagersbedrijf
– de C.A.O. Vrijwillig Uittreden voor de Vleesgroothandel en voor de Groothandel in Slachtafvallen en Darmen (Vuvlegro)
– de C.A.O. Vrijwillig Uittreden voor de Vleeswarenindustrie (VuV)
– de C.A.O. voor de Snackindustrie inzake vrijwillig uittreden,
– het inlegvel slagerij-personeel, behorende bij de C.A.O. voor winkelpersoneel van grootwinkelbedrijven in levensmiddelen, be- houdens beperkte onderbreking buiten zijn schuld, een en ander ter beoordeling van het bestuur van de Stivus en zijn arbeid bee¨indigt.
Gedurende de periode 1 april 1995 tot en met 31 december 1996 is de VUT-gerechtigde leeftijd van 60 jaar verlaagd tot 59 jaar.
2. Geen aanspraak op uitkering krachtens deze regeling kan doen gel- den c.q. verliest zijn aanspraak:
a. hij die een volledige uitkering krachtens de Ziektewet of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering dan wel de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Werkloosheidswet of Wet Werkloosheidsvoorziening;
b. hij die onder een afvloeiingsregeling of nonactiviteitsregeling valt;
c. hij die niet voldoet aan de in het reglement van de STIVUS opge- nomen voorwaarden.
Artikel 5
Hoogte van de uitkering
De uitkering bedraagt per dag 80% bruto van het dagloon, dat gemid- deld verdiend is in de onmiddellijk voor het bee¨indigen van de arbeid liggende 13 weken, in welk loon begrepen zijn alle toeslagen (m.u.v. vakantietoeslag), provisie alsmede de vergoeding voor regelmatig ge- maakte overuren.
Indien regelmatig een vleespakket werd verstrekt, zal de waarde hiervan mede tot grondslag dienen voor de uitkering, waarbij de waarde op f 10,– wordt gesteld of zoveel meer als de C.A.O. Slagersbedrijf bepaalt.
4
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Het maximum van de uitkering is gelijk aan het dagloon in de zin van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, het minimum van de uitkering kan niet minder zijn dan het voor betrokkene geldende wette- lijke minimumloon, zulks op basis van 100% netto.
De uitkering is niet hoger dan 95% van het laatste door de werknemer verdiende nettoloon, met inachtneming van het overige daaromtrent in dit artikel bepaalde.
Boven de uitkering wordt aan de betrokken werknemer een vakantietoe- slag verstrekt van 8% van de uitkering. Bovendien wordt rechtstreeks door de STIVUS voor de betrokken werknemer de pensioenpremie betaald over 100/80x de uitkering, overeenkomstig de statuten en het reglement van het Bedrijfspensioenfonds voor het Slagersbedrijf. Voor deelnemers die niet onder voornoemd, doch onder een ander bedrijfs- pensioenfonds vallen, zal het werkgeversgedeelte van de pensioenpre- mie overeenkomstig het gebruik bij de betreffende pensioenregeling door de STIVUS worden betaald.
De hoogte van de uitkering zal telkens aangepast worden overeenkom- stig toekomstige algemene loonmaatregelen van de overheid en/of loon- maatregelen op grond van de C.A.O. Slagersbedrijf.
Met ingang van 1 januari 1990 heeft de deelnemer recht op de overhe- velingstoeslag ter compensatie van de op zijn uitkering in te houden pre- mies A.A.W. en A.W.B.Z. Met ingang van 1 januari 1990 vervalt de financie¨le verplichting van de STIVUS tot het betalen van de premies
A.A.W. en A.W.B.Z.
Artikel 6
Inhoudingen
1. De STIVUS zal op de uitkering inhouden:
a. de loonbelasting en premies A.O.W., A.W.W.;
b. het werknemersaandeel in de premie Ziekenfondswet voor zover deelnemer verplicht verzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet;
c. met ingang van 1 januari 1990 de premies A.A.W. en A.W.B.Z.
2. Het werkgeversaandeel in de premies zoals omschreven in het regle- ment komt voor rekening van de STIVUS.
Artikel 7
Regeling inzake vormings- en ontwikkelingswerk
1. Deze regeling voorziet in de kosten van vorming en opleiding in de
5
ruimste zin alsmede het daarmee verband houdende wetenschappe- lijk onderzoek ten behoeve van in beginsel alle bedrijfsgenoten.
2. Deze regeling voorziet in de kosten, die verband houden met de uit- voering van de C.A.O. Slagersbedrijf.
6
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
REGLEMENT VAN DE STICHTING VRIJWILLIG UITTREDEN SLAGERSBEDRIJF ,,XXXXXX’’
Artikel 1
STIVUS: Stichting Vrijwillig Uittreden Slagersbedrijf gevestigd te ’s-Gravenhage.
Slagersbedrijf: de ondernemingen die vallen onder de werkingssfeer van de C.A.O. Slagersbedrijf.
Deelnemer: de werknemer die het slagersbedrijf wiens verzoek om aan de regeling uittreden te mogen deelnemen door het bestuur van de STI- VUS is ingewilligd.
Administrateur: De Vereniging ,,Gezamenlijk Uitvoeringsorgaan’’
Artikel 2
Deelnemer
Deelnemer aan de regeling kan zijn de werknemer in het slagersbedrijf die voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 3.
Artikel 3
Voorwaarden en deelneming
Om aan de regeling te kunnen deelnemen dient de betrokken werknemer op het moment dat hij gaat deelnemen te voldoen aan de volgende voor- waarden:
– De eerste dag van de maand hebben bereikt die volgt op de maand waarop hij 60 jaar is geworden. Gedurende de periode 1 april 1995 tot en met 31 december 1996 is de VUT-gerechtigde leeftijd verlaagd tot 59 jaar.
– gedurende de laatste 10 jaren direkt voorafgaande aan het moment van deelneming, in dienstverband werkzaam is geweest in de vlees- sector, voor zover deze bestreken wordt door:
– de C.A.O. Sociale Fondsen Slagersbedrijf;
– de C.A.O. Vrijwillig Uittreden voor de Vleesgroothandel en voor de Groothandel in Slachtafvallen en Darmen (Vuvlegro);
– de C.A.O. Vrijwillig Uittreden voor de Vleeswarenindustrie (VuV);
– de C.A.O. voor de Snackindustrie inzake vrijwillig uittreden;
– het inlegvel slagerij-personeel, behorende bij de C.A.O. voor winkelpersoneel van grootwinkelbedrijven in levensmiddelen, be- houdens beperkte onderbreking buiten zijn schuld, e´e´n en ander
7
ter beoordeling van het bestuur van de STIVUS en zijn arbeid bee¨indigt.
– niet in aanmerking komen voor een volledige uitkering krachtens de Ziektewet, W.A.O./A.A.W. of W.W. dan wel W.W.V.;
– niet onder een afvloeiingsregeling of non-aktiviteitsregeling vallen;
– het dienstverband hebben bee¨indigd;
– zich hebben verbonden dat hij tot zijn pensioendatum niet in loon- dienst zal treden, noch werkzaamheden in het slagersbedrijf zal uit- oefenen.
Het aanvraagformulier dient ten minste drie maanden vo´o´r de gevraagde ingangsdatum in het bezit te zijn van de administrateur.
Artikel 4
Rechten van de deelnemer
1. De STIVUS willigt het verzoek tot deelneming in als naar zijn oor- deel aan de voorwaarden is voldaan. De deelneming kan slechts aan- vangen op de eerste van een kalendermaand. De deelnemer heeft recht op een uitkering van 80% bruto van het dagloon, dat gemid- deld verdiend is in de onmiddellijk voor het bee¨indigen van de arbeid liggende 13 weken, in welk loon begrepen zijn alle toeslagen (m.u.v. vakantie-toeslag), provisie alsmede vergoeding voor regel- matig gemaakte overuren. Indien regelmatig een vleespakket werd verstrekt, zal de waarde hiervan mede tot grondslag dienen voor de uitkering, waarbij de waarde op f 10,– wordt gesteld of zoveel meer als de C.A.O. Slagersbedrijf bepaalt.
2. Het maximum van de uitkering is gelijk aan het dagloon in de zin van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, het minimum van de uitkering kan niet minder zijn dan het voor betrokkene gel- dende wettelijk minimum loon, zulks op basis van 100% netto. De uitkering is niet hoger dan 95% netto, met inachtneming van het overige bepaalde in dit artikel.
3. De uitkering wordt in maandelijkse termijnen verricht en wordt tel- kens aangepast overeenkomstig toekomstige algemene loonmaatre- gelen van de Overheid of op grond van de C.A.O. Slagersbedrijf. Boven de uitkering wordt verstrekt een vakantietoeslag volgens arti- kel 5 C.A.O. Sociale Fondsen Slagersbedrijf.
4. Bij het overlijden van de deelnemer wordt aan diens nagelaten betrekkingen, waarvoor hij tijdens zijn leven zorgdroeg uitgekeerd een bedrag, over de periode vanaf de dag van overlijden tot en met de laatste dag van de twee maanden na die waarin het overlijden plaatsvond, gelijk aan de uitkering die de deelnemer laatstelijk rech- tens toekwam.
8
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
5. Met ingang van 1 januari 1990 heeft de deelnemer recht op de over- hevelingstoeslag ter compensatie van de op zijn uitkering in te hou- den premies A.A.W. en A.W.B.Z.
Artikel 5
Inhoudingen
Door de STIVUS worden op de uitkering ingehouden:
– de loonbelasting en de premies A.O.W., A.W.W.;
– het werknemersaandeel in de premie Ziekenfondswet, voor zover deelnemer verplicht verzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet;
– de eigen bijdrage voor de pensioenpremie, indien inhouding rechtens ook gebeurde voordat de betrokkene gebruik maakte van de regeling tot vrijwillig uittreden;
– met ingang van 1 januari 1990: de premies A.A.W. en A.W.B.Z. De ingehouden premies worden door de STIVUS rechtstreeks afge- dragen aan de betreffende instanties.
Artikel 6
Financie¨le verplichting STIVUS
1. De STIVUS neemt de volgende financie¨le verplichtingen voor zijn rekening:
– de doorbetaling van de pensioenpremie als bedoeld in art. 5 van de C.A.O. Sociale Fondsen Slagersbedrijf
– het werkgeversaandeel in de premie Ziekenfondswetten de pre- mies A.W.B.Z., A.A.W. Deze premies worden door de STIVUS rechtstreeks afgedragen aan de betreffende instanties.
2. Met ingang van 1 januari 1990 vervalt de financie¨le verplichting van de STIVUS tot het betalen van de premies A.A.W. en A.W.B.Z.
Artikel 7
Tijdstip van de uitkering
De eerste uitkering geschiedt over de maand waarin de deelneming is begonnen. Het tijdstip van de uitkering ligt in de tweede helft van de maand waarover recht op uitkering bestaat.
9
Artikel 8
Vermindering c.q. wijziging van de rechten
1. Indien de deelnemer tijdens het deelnemerschap inkomsten geniet uit (deel) arbeid dan wel krachtens enige sociale wet, dient hij dit onver- wijld te melden aan de STIVUS. In het geval het inkomen van de deelnemer door kombinatie van de 80% uitkering en de andere inkomsten uit arbeid meer bedraagt dan 100% van het loon, dat grondslag is van de uitkering, wordt het meerdere in mindering gebracht op de uitkering. De deelnemer is bovendien verplicht wij- ziging in de hiervoor bedoelde neveninkomsten onverwijld te mel- den.
2. Indien het bepaalde in het eerste lid moet worden toegepast, vindt de afrekening per uitkeringsbedrag plaats.
Artikel 9
Het vervallen van het deelnemerschap
Wanneer de deelnemer tijdens het deelnemerschap niet of niet meer vol- doet aan een der voorwaarden in dit reglement, in het bijzonder artikel 3 en artikel 8, kan het bestuur zijn deelnemerschap en het recht op uit- kering vervallen verklaren.
Artikel 10
Uitvoering
De nadere uitvoering van de regeling kan door de STIVUS worden opgedragen aan de administrateur.
Artikel 11
Kontrole
De STIVUS of namens deze administrateur heeft het recht kontrole uit te oefenen op de naleving van de voorwaarden.
Artikel 12
Bee¨indiging
Het deelnemerschap eindigt:
a. op de datum dat de deelnemer recht krijgt op een uitkering krachtens de Algemene Ouderdomswet;
10
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
b. bij overlijden;
c. in gevallen bedoeld in artikel 9.
Artikel 13
1. In alle zaken betreffende toelating, uitkering en vervallen van deelnemerschap, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het be- stuur.
2. In de gevallen waarin toepassing van dit reglement leidt tot uitkom- sten die door een van de betrokkenen in strijd worden geacht met de bedoeling van de regeling tot vrijwillig uittreden uit het slagers- bedrijf, heeft het bestuur de bevoegdheid om in voor de werknemer gunstige zin van dit reglement af te wijken.
Artikel 14
Beroep
Degene ten aanzien van wie door de STIVUS een beslissing is genomen over al of niet toelating dan wel vervallen van deelnemerschap, met inbegrip van gevallen als bedoeld in art. 13, lid 2, kan tegen deze beslis- sing binnen een maand na dagtekening van de beslissing in beroep gaan bij een door het Georganiseerd Overleg Slagersbedrijf, Slagershuis, Xxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxx (Z.H.), te benoemen commissie van drie personen. Deze commissie regelt zelf de wijze van behandeling van het beroep.
11
STATUTEN STICHTING VRIJWILLIG UITTREDEN SLAGERSBEDRIJF
Artikel 1
Naam en zetel
1. De stichting draagt de naam: ,,Stichting Vrijwillig Uittreden Slagers- bedrijf; ook te noemen ,,STIVUS’’
2. Zij heeft haar zetel te ’s-Gravenhage.
Artikel 2
Doel
Het doel van de ,,XXXXXX’’ is om aan bepaalde groep van werknemers in het slagersbedrijf, op wie van toepassing is de collectieve arbeidsover- eenkomst voor het slagersbedrijf de mogelijkheid te openen vrijwillig vervroegd uit het arbeidsproces te treden, op basis van de ,,collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Uittreden voor het Slagersbedrijf’’ en uitkeringen te doen krachtens daarvoor vastgesteld reglement.
Artikel 3
Duur
De stichting is opricht voor onbepaalde tijd.
Artikel 4
Financie¨le middelen
1. De financie¨le middelen van de stichting bestaan uit:
a. de door de werkgevers te storten bijdragen als bedoeld in de col- lectieve arbeidsovereenkomst inzake vervroegd uittreden;
b. bijdragen van de overheid;
x. xxxxxxxx, legaten en erfstellingen;
d. alle overige haar toevallende baten en inkomsten.
2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijvingen.
12
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 5
Uitkeringen
De uitkeringen aan de daarvoor in aanmerking komende uitgetreden werknemers geschieden op basis van de bepalingen van een door het bestuur vast te stellen reglement.
Artikel 6
Bestuur
1. De stichting wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit zes leden.
2. De bestuursleden worden benoemd als volgt:
– drie leden door de gezamenlijke werkgeversorganisaties in het slagersbedrijf, alsmede een plaatsvervanger voor ieder van hen;
– drie leden door de gezamenlijke werknemersorganisaties in het slagersbedrijf, alsmede een plaatsvervanger voor ieder van hen.
3. De benoeming van een bestuurslid geschiedt voor een tijd van drie jaar.
Een aftredend bestuurslid is terstond herbenoembaar.
4. De organisatie, die een bestuurslid benoemde, kan te allen tijde die benoeming intrekken en een ander in zijn plaats tot bestuurslid benoemen.
5. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
a. door overlijden;
b. door schriftelijk bedanken;
c. door onder curatelestelling of faillissement;
x. door ontslag door het bestuur van de organisatie, die het betref- fende bestuurslid benoemde.
Artikel 7
Voorzitter, vice-voorzitter en secretaris
1. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter en een vice-voorzitter, met dien verstande, dat het voorzitterschap in de even jaren wordt vervuld door een van de leden uit de werknemerssector en het vice- voorzitterschap door een van de leden uit de werkgeverssector en voor de oneven jaren het omgekeerde.
13
2. De secretaris wordt door het bestuur, al dan niet uit zijn midden benoemd.
3. Indien de secretaris niet uit het bestuur wordt benoemd, maakt hij geen deel uit van het bestuur.
De secretaris heeft het recht de bestuursvergaderingen bij te wonen, doch heeft slechts een adviserende stem.
Artikel 8
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging
1. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van alle overeenkomsten, gene uitgezonderd. De in de wet voorkomende mogelijke bevoegdheids- beperkingen op dit punt gelden derhalve niet.
2. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee van de volgende personen: de voorzitter, de vice-voorzitter en de secretaris.
Artikel 9
Administrateur
1. Het bestuur is bevoegd de uitvoering van de uitkeringsregeling, als- mede het daaraan verbonden financieel beheer op te dragen aan een administrateur. Het bestuur blijft verantwoordelijk voor deze uitvoe- ring en dit beheer.
2. De administrateur wordt benoemd en ontslagen door het bestuur.
Artikel 10
Bestuursvergaderingen
Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee be- stuursleden dit nodig oordeelt/oordelen.
Artikel 11
1. Het bestuur kan geen besluiten nemen indien niet tenminste twee bestuursleden, benoemd door de werkgeversorganisaties en twee bestuursleden benoemd door de werknemersorganisaties, zoals ver- meld in artikel 6 lid 2, aanwezig zijn.
2. Voorzover in deze statuten niet anders is bepaald, kunnen geldige besluiten slechts worden genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.
14
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
3. Elk bestuurslid brengt e´e´n stem uit.
4. Over zaken wordt mondeling, over personen wordt schriftelijk ge- stemd.
5. Bij staking van stemmen wordt het voorstel in een volgende verga- dering opnieuw aan de orde gesteld. Staken de stemmen wederom dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
6. De leden van het bestuur zijn bevoegd zich door een daartoe schrif- telijk gevolmachtigd ander lid van het bestuur te doen vertegenwoor- digen.
Artikel 12
Boekjaar en jaarstukken
Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.
Artikel 13
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand der stichting zodanige aantekeningen te (doen) houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtigen kunnen worden gekend.
2. De administrateur, bedoeld in artikel 9, legt jaarlijks voor e´e´n juli aan het bestuur rekening en verantwoording af van het door hem over het afgelopen boekjaar gevoerde beheer.
De rekening en verantwoording vindt plaats onder overlegging van een rapport van een door het bestuur benoemde externe registerac- countant.
3. De jaarstukken bedoeld in lid 1 en 2 worden door het bestuur vast- gesteld.
4. Het bestuur is verplicht de in de leden 1 en 2 vermelde bescheiden tenminste tien jaar lang te bewaren.
Artikel 14
Wijziging van de statuten en ontbinding van de stichting
1. Het bestuur is bevoegd tot wijziging van de statuten of tot ontbin- ding van de stichting.
15
2. Een besluit tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de stichting kan slechts worden genomen met algemene stemmen.
3. Een statutenwijziging treedt in werking nadat hiervan een notarie¨le akte is opgemaakt.
Artikel 15
1. Bij ontbinding van de stichting is het bestuur belast met de vereffe- ning. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze sta- tuten zoveel mogelijk van kracht.
2. Het besluit tot ontbinding van de stichting moet inhouden de bestem- ming van een eventueel batig saldo met dien verstande dat een batig saldo moet worden bestemd voor een doel dat het meest overeen- stemt met het doel van de stichting.
Artikel 16
Ministerieel vertegenwoordiger
Indien door de Minister van Sociale Zaken de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het bestuur en de Minister een waarnemer toegelaten.
Waarnemers zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuurs- vergaderingen. Waarnemers ontvangen alle voor de bestuursleden be- stemde stukken.
Artikel 17
Slotbepaling
In alle gevallen, waarin niet door deze statuten of de reglementen van de stichting dan wel door de wet is voorzien, beslist het bestuur.
16
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
FINANCIERINGSREGLEMENT VAN DE STICHTING VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS SLAGERSBEDRIJF
Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder:
a. ’’Fonds’’: Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds in het Slagers- bedrijf.
b. ’’Werkgever’’: de werkgever als bedoeld in de collectieve arbeids- overeenkomst voor het slagersbedrijf.
c. ’’Bedrijfsvereniging’’: Bedrijfsvereniging voor het Slagersbedrijf.
Artikel 2
De werkgever is jaarlijks een bijdrage verschuldigd aan het Fonds welke door de Bedrijfsvereniging zal worden geheven. De werkgever wordt ten aanzien van voormelde verplichting gekweten door betaling van het ver- schuldigde bedrag aan de Bedrijfsvereniging.
Artikel 3
De bijdrage als bedoeld in artikel 2 bestaat uit een jaarlijks vast te stel- len premie, gerekend over de loonsom, waarover de werkgever premie verschuldigd is ingevolge de Ziektewet, verminderd met het aan de werkgever uitgekeerde ziekengeld. De hoogte van deze premie wordt opgenomen in artikel 3 van de C.A.O. Sociale Fondsen Slagersbedrijf.
Artikel 4
De verdeling van de gelden geschiedt als volgt:
1. Van de premie wordt 0,5% van de loonsom ter beschikking gesteld voor de Stichting Opleidingsfonds Vleesbewerkende en -verwerkende Bedrijven.
Dit fonds besteedt deze gelden, conform haar statutaire doelstelling, aan de bevordering van vakopleidingen in de vleesbewerkende en vleesverwerkende bedrijven, aan het verlenen van bijdragen t.b.v. het stimuleren, functioneren en instandhouden van het leerlingstelsel, behorend bij de slagersvakopleiding, en aan het cree¨eren van ge- meenschappelijke opleidingsaktiviteiten t.b.v. de branche.
Bij de besteding van de gelden maakt het fonds geen onderscheid tussen georganiseerde en niet georganiseerde werkgevers en werkne- mers.
De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om een beroep te kunnen doen op dit fonds zijn voor alle werkgevers gelijk en wor-
17
den iedere werkgever op aanvraag kosteloos toegestuurd door het fonds.
2. Van de resterende gelden geschiedt de verdeling op basis van de vol- gende verdeelsleutel:
a. maximaal 1/3 ter bestrijding van de gemeenschappelijke kosten, voortvloeiende uit de werkzaamheden verbonden aan het uitvoe- ren van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het slagers- bedrijf. Zijn deze kosten lager dan bedoeld 1/3 gedeelte dan wordt het restant paritair verdeeld over beide hieronder te noe- men categoriee¨n, tenzij het Georganiseerd Overleg in het Slagers- bedrijf besluit dat dit restant gereserveerd wordt voor de gemeen- schappelijke kosten in toekomstige jaren.
b. minimaal 1/3 voor opleidings- en vormingswerk en research van de werknemersorganisaties.
c. minimaal 1/3 voor opleidings- en vormingswerk en research van de werkgeversorganisaties.
18
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
STATUTEN VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS IN HET SLAGERSBEDRIJF
Artikel 1
Naam en zetel
1. De stichting draagt de naam: ’’Stichting Vormings- en Ontwikkelings- fonds in het ,,Slagersbedrijf’’.
2. De stichting is gevestigd te ’s-Gravenhage.
3. Onder ,,Georganiseerd Overleg’’ wordt verstaan: het Georganiseerd Overleg van de werkgevers- en werknemersorganisaties.
Onder ,,organisaties’’ wordt verstaan: de organisaties die partij zijn bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Slagersbedrijf.
Artikel 2
Doel
De stichting heeft ten doel het financieren van het vormings- en ontwik- kelingswerk in het slagersbedrijf in de meest ruime zin, alsmede de financiering van de werkzaamheden verbonden aan het uitvoeren van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het slagersbedrijf.
De stichting tracht dit doel te bereiken door bijdragen te heffen van de werkgevers in het slagersbedrijf en deze met andere baten van de stich- ting te gebruiken voor de financiering van projecten als bedoeld in arti- kel 12.
Artikel 3
Bestuur
Het bestuur bestaat uit zes leden, en is paritair samengesteld uit de werkgevers- en de werknemerssector in het slagersbedrijf.
Artikel 4
Benoeming van de leden van het bestuur
De leden van het bestuur uit de werkgeverssector, en voor ieder van hen een vaste plaatsvervanger, worden benoemd door de organisaties van werkgevers, en de leden uit de werknemers sector en hun vaste plaats-
19
vervangers worden benoemd door de organisaties van werknemers in het slagersbedrijf.
Artikel 5
Zittingsduur
De leden van het bestuur en hun plaatsvervangers worden benoemd voor een periode van twee jaar.
In tussentijds ontstane vacatures wordt voorzien door benoeming voor de duur van de resterende bestuursperiode van het zittende bestuur.
Aftredende bestuursleden en hun plaatsvervangers kunnen opnieuw wor- den benoemd.
Artikel 6
Voorzitter
Telkenjare wijst het bestuur uit zijn midden een voorzitter en vice- voorzitter aan, met dien verstande, dat indien het voorzitterschap wordt vervuld door e´e´n van de leden uit de werkgeverssector het vice- voorzitterschap wordt bekleed door e´e´n van de leden uit de werknemers- sector en omgekeerd.
Het voorzitterschap en vice-voorzitterschap zal jaarlijks wisselen. Voor- zitter en vice-voorzitter vertegenwoordigen de stichting in en buiten rechte.
Artikel 7
Stemming
De besluitvorming geschiedt bij meerderheid van stemmen. Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen indien er tenminste vier bestuursleden en/of hun plaatsvervanger en wel twee hunner uit de werknemers- en twee uit de werkgeverssector in het slagersbedrijf, aan- wezig zijn.
Over personen wordt schriftelijk, over zaken wordt mondeling gestemd.
Artikel 8
Secretariaat
Het bestuur wordt in de uitvoering van zijn werkzaamheden bijgestaan door een secretariaat, aangewezen door het Georganiseerd Overleg.
20
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 9
Ontvangsten en uitgaven
De middelen van de stichting bestaan uit:
a. het stichtingskapitaal;
b. bijdragen die door de werkgevers in het slagersbedrijf worden ver- strekt op grond van de bepalingen in de collectieve arbeidsovereen- komst voor het slagersbedrijf;
c. eventuele andere baten.
Artikel 10
Financieringsreglement
Het bestuur stelt een financieringsreglement vast waarin tenminste zijn geregeld de grondslag, na goedkeuring van het Georganiseerd Overleg, de hoogte van de bijdragen en de wijze van incasseren.
Artikel 11
Beheer
De gelden van de Stichtingen worden door het bestuur beheerd.
Artikel 12
Te financieren en subsidie¨ren objecten
a. Opleiding, vormings- en ontwikkelingswerk ten behoeve van de werknemers in het Slagersbedrijf, alsmede van de ondernemers, voor zover zulks op sociaal terrein is gelegen;
b. het verrichten van onderzoek en researchwerk terzake van vorming, ontwikkeling en opleiding;
c. onderzoek van de consequenties voor de vorming en opleiding als gevolg van de economische en technische ontwikkeling in de be- drijfstak;
d. het verwerken van de hiervoor genoemde resultaten van het onderzoekswerk in opleidingscursussen, hetzij voor ondernemers het- zij voor werknemers;
e. de werkzaamheden verbonden aan het zo goed mogelijk doen uitvoe- ren van te sluiten of gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten in de bedrijfstak.
21
Artikel 13
1. De penningmeester sluit per de laatste dag van het boekjaar de boe- ken der stichting af en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar, als- mede een begroting van de baten en lasten van het lopende boekjaar. De penningmeester zendt deze stukken vo´o´r het einde van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders.
Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend.
2. Het bestuur zal, alvorens tot de vaststellen van de balansen de staat van baten en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een door het Georganiseerd Overleg aan te wijzen externe registeraccountant.
Deze registeraccountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt daaromtrent een verklaring af.
3. Ter rekening en verantwoording omtrent het gevoerde en nog te voe- ren beleid zal het bestuur jaarlijks de in lid 1 vermelde stukken en het in lid 2 vermelde verslag overleggen aan het Georganiseerd Overleg.
Artikel 14
Ministerieel vertegenwoordiger
Indien door de Minister van Sociale Zaken de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het bestuur en de Minister een waarnemer toegelaten. Xxxxxxxxxx zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen.
Waarnemers ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken.
Artikel 15
De stichting is aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 16
1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatsvinden door het bestuur, na toestemming van het Georganiseerd Overleg.
2. De stichting kan worden ontbonden door hetzij de gezamenlijke werkgeversorganisaties, hetzij de gezamenlijke werknemers- organisaties als bedoeld in artikel 4 door middel van een aangete-
22
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
kend schrijven aan het bestuur, waarin zij hun medewerking aan de stichting opzeggen.
Een jaar nadat bedoelde kennisgeving is ontvangen is de stichting van rechtswege ontbonden.
Het bestuur is belast met de liquidatie en geeft na goedkeuring van het Georganiseerd Overleg een bestemming aan een eventueel batig saldo van de stichting, met dien verstande dat een batig saldo moet worden bestemd voor een doel dat zoveel mogelijk overeenstemt met het doel van de stichting.
23
HOOFDSTUK 2
REGELING SAVAS
Artikel 1
Definities
Administrateur: De vereniging ,,Gezamenlijk Uitvoeringsorgaan’’. SAVAS: De Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschikt- heid Slagersbedrijf.
Werkgever:
a. de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft en geen ontheffing heeft verkregen als bedoeld in artikel 4 van deze regeling; Onderneming: een onderneming, waarin bedrijfsmatig voor menselijke consumptie vlees wordt bewerkt tot waren, al of niet in samenhang met de bereiding van vleeswaren, en het verkopen daarvan aan particulieren,
alsmede voorverpakkingsinrichtingen.
Werknemer: iedere vrouw of man die in dienst van de werkgever werk- zaamheden verricht en die de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt. Dit met uitzondering van de bestuurder(s) van de onderneming.
Loon: het loon als bedoeld in de Coo¨rdinatiewet Sociale Verzekeringen (CSV) van de werknemer, alvorens toepassing is gegeven aan het be- paalde in artikel 6 lid 1 sub I van de CSV voorzover het betreft de bij- drage die op grond van deze regeling moet worden ingehouden.
Heffingsgrondslag: het gedeelte van het loon als is aangeduid in het heffingsreglement op basis waarvan de heffing wordt berekend.
Artikel 2
Uitvoering
Er bestaat een stichting aanvullende voorzieningen arbeidsongeschikt- heid slagersbedrijf die ten doel heeft het collectief doen verzekeren van het tengevolge van de Wet Terugdringing Beroep op de Arbeidsongeschiktheidswetten niet door de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet dan wel de Wet op de Arbeidsongeschikt- heidsverzekering gedekte inkomensverlies ingeval van arbeidsonge- schiktheid ten behoeve van werknemers in het slagersbedrijf, zulks ter uitvoering van hetgeen hieromtrent is bepaald in de regeling SAVAS als- mede de financiering daarvan.
De uitvoering van deze regeling wordt opgedragen aan SAVAS die onder zijn verantwoordelijkheid zulks kan delegeren aan de administrateur.
De uitvoering geschiedt volgens de bepalingen van het heffingsreglement SAVAS en het uitkeringsreglement SAVAS die aan deze overeenkomst zijn gehecht en geacht worden onderdeel van deze CAO uit te maken.
24
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Werkgevers en werknemers zijn gehouden tot naleving van alle verplich- tingen welke bij of krachtens de statuten van deze stichting en de in de vorige zin genoemde reglementen worden voorgeschreven.
De desbetreffende bepalingen worden geacht onderdeel van deze CAO uit te maken.
Artikel 3
Heffing
De financiering van de regeling SAVAS geschiedt door:
1. Een door de werkgever conform hetgeen in het heffingsreglement SAVAS is bepaald jaarlijks te betalen heffing over het loon van de in dienst (geweest) zijnde werknemer(s). De verschuldigde heffing wordt door de werkgever bij iedere loonbetaling van het loon van de werknemer ingehouden tenzij het loon van de werknemer zodanig hoog is dat hierover conform het heffingsreglement geen heffing is verschuldigd.
De heffing bestaat uit het percentage dat jaarlijks door het Bestuur SAVAS wordt vastgesteld van de heffingsgrondslag als is aangeduid in artikel 3, lid 10 van het heffingsreglement SAVAS. Voor 19961) bedraagt dit percentage 3,9%.
De werkgever is van de verplichting tot betaling gekweten door beta- ling aan de administrateur.
2. Eventuele andere bijdragen.
Artikel 4
Ontheffing
De werkgever die terzake van het in deze regeling genoemde inkomens- verlies ten behoeve van zijn werknemers een gelijkwaardige verzekering heeft afgesloten tegen een gelijke of lagere premie, wordt door SAVAS ontheven van de in het vorige artikel genoemde verplichting tot betaling van heffing.
Artikel 5
Uitkeringen
De werknemer die arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO en die een vervolguitkering WAO ontvangt, heeft, ingaande de eerste dag
1) Algemeenverbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
25
waarop hij recht heeft op deze vervolguitkering, recht op een aanvul- lende uitkering ter compensatie van het inkomensverlies dat ontstaat ten gevolge van de Wet Terugdringing Beroep op de Arbeidsongeschiktheids- wetten zoals deze per 1 augustus 1993 in werking is getreden, een en ander conform de bepalingen van het uitkeringsreglement SAVAS.
26
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
STATUTEN STICHTING AANVULLENDE VOORZIENINGEN ARBEIDSONGESCHIKTHEID SLAGERSBEDRIJF (SAVAS)
Artikel 1
Naam en Zetel
1. De stichting draagt de naam: Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschiktheid Slagersbedrijf’’ (SAVAS).
2. Zij heeft haar zetel te ’s-Gravenhage.
Artikel 2
Doel
De stichting heeft ten doel het collectief doen verzekeren van het als gevolg van de Wet Terugdringing Beroep op de Arbeidsongeschiktheids- wetten niet door de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet dan wel de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering gedekte inkomensverlies ingeval van arbeidsongeschiktheid ten behoeve van werknemers in het slagersbedrijf, zulks ter uitvoering van hetgeen hieromtrent is bepaald in de regeling SAVAS alsmede de financiering daarvan.
Artikel 3
Duur
De stichting duurt voor onbepaalde tijd voort.
Artikel 4
Geldmiddelen
De geldmiddelen van de stichting bestaan uit:
a. door werknemers ingevolge de regeling SAVAS verschuldigde pre- mies ter financiering van het door de stichting beoogde doel;
b. renten en andere opbrengsten van bezittingen van de stichting;
c. overige middelen.
27
Artikel 5
Bestuur
1. Het bestuur bestaat uit zes leden, die als volgt worden benoemd:
a. e´e´n lid te benoemen door de vereniging: Koninklijke Neder- landse Ambachtelijke Slagersorganisatie, gevestigd te Rijswijk, Zuid-Holland;
b. e´e´n lid te benoemen door de vereniging: Algemeen Christelijke Bond van Slagerondernemers, gevestigd te Woerden;
c. e´e´n lid te benoemen door de vereniging: Vereniging van Groot- slagersbedrijven, gevestigd te Rijswijk, Zuid-Holland;
d. twee leden te benoemen door de vereniging: Voedingsbond FNV, gevestigd te Utrecht;
e. e´e´n lid te benoemen door de vereniging: Industrie- en Voedings- bond CNV, gevestigd te Nieuwegein.
De bestuurders benoemd door de onder a, b en c genoemde rechts- personen worden in deze statuten ook aangeduid als ,,bestuursleden van werkgeverszijde’’, de bestuurders benoemd door de onder d en e genoemde rechtspersonen worden in deze statuten ook aangeduid als ,,bestuursleden van werknemerszijde’’.
2. Het bestuur benoemt uit de bestuursleden van werkgeverszijde een werkgeversvoorzitter en uit de bestuursleden van werknemerszijde een werknemersvoorzitter, telkens voor de duur van vier jaren. Zij treden beurtelings voor de duur van een jaar op als voorzitter. Bij ontstentenis of afwezigheid van de voorzitter xxxxxx in diens plaats de andere voorzitter.
3. De organisaties, die de leden van het bestuur benoemen, kunnen voor de in functie zijnde leden van het bestuur personen aanwijzen, die bij belet of ontstentenis van eerder bedoelde bestuursleden in hun plaats en onder hun blijvende verantwoordelijkheid als onbeperkt gevolmachtigde plaatsvervangers (tenzij uitdrukkelijk anders aange- geven) kunnen deelnemen aan bestuursvergaderingen en de aldaar plaatsvindende besluitvorming. De in deze statuten voor bestuursle- den gestelde bepalingen zijn op hen van overeenkomstige toepas- sing. De hier bedoelde personen kunnen niet de functie van werkgeversvoorzitter of werknemersvoorzitter vervullen.
4. De leden van het bestuur hebben zitting voor de tijd van vier jaren. Aftredende bestuursleden zijn terstond herbenoembaar.
5. Indien het bestuur niet voltallig is, behoudt het niettemin zijn be- voegdheden. In de vervulling van een opengevallen bestuursplaats dient echter zo spoedig mogelijk te worden voorzien.
6. Het bestuurslidmaatschap eindigt: 28
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
a. door overlijden;
b. door schriftelijk bedanken;
c. door periodiek aftreden;
d. door de schriftelijke mededeling aan het bestuur dat besloten is de benoemde persoon van zijn bestuursfunctie in de stichting te ontheffen.
Deze mededeling kan slechts gedaan worden door de instantie/ organisatie, die het betrokken bestuurslid heeft benoemd;
e. door het bereiken van de vijfenzestig-jarige leeftijd.
Artikel 6
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging
1. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van alle rechtshandelingen, waaronder begrepen het sluiten van verzekeringsovereenkomsten, overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van register- goederen of het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt.
Op de in dit lid bedoelde bestuursbesluiten is het bepaalde in artikel 16 leden 2 en 3 van overeenkomstige toepassing.
2. Onverminderd de door de wet aan het voltallige bestuur terzake toe- gekende bevoegdheid tot vertegenwoordiging, kan de stichting ver- tegenwoordigd worden door twee gezamenlijk handelende bestuurs- leden, behoudens hun belet of ontstentenis bestaande uit de werkgeversvoorzitter en de werknemersvoorzitter.
3. Indien door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het Bestuur en de Minister een waarnemer toegelaten. Xxxxxxxxxx zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen. Waarne- mers ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken.
Artikel 7
Vergaderingen
1. Het bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dik- wijls de voorzitter dit nodig oordeelt.
2. Voorts is de voorzitter op schriftelijk verzoek – onder opgave van de
29
te behandelen punten – van tenminste drie bestuursleden verplicht tot het bijeenroepen van een bestuursvergadering op een termijn van niet langer dan veertien dagen. Indien aan dit verzoek niet wordt voldaan, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de bestuursvergadering bijeenroept, op welke vergadering alsdan over bedoelde punten rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen.
3. Een vertegenwoordiger van de Minister van Sociale Zaken en Werk- gelegenheid heeft toegang tot de bestuursvergadering en heeft daarin een raadgevende stem.
Artikel 8
Besluitvorming
1. De gezamenlijke ter bestuursvergadering aanwezige bestuursleden van werkgeverszijde brengen evenveel stemmen uit als de gezamen- lijke ter bestuursvergadering aanwezige bestuursleden van werknemerszijde. Is het aantal ter vergadering aanwezige bestuurs- leden van werkgeverszijde even groot als het aantal ter vergadering aanwezige bestuursleden van werknemerszijde, dan brengt ieder lid van het bestuur e´e´n stem uit. Is het aantal ter vergadering aanwezige bestuursleden van werkgeverszijde niet even groot als het aantal ter vergadering aanwezige bestuursleden van werknemerszijde, dan brengt ieder van de bestuursleden van werkgeverszijde evenveel stemmen uit als er bestuursleden van werknemerszijde aanwezig zijn en brengt ieder van de bestuursleden van werknemerszijde evenveel stemmen uit als er bestuursleden van werkgeverszijde aanwezig zijn.
2. Rechtsgeldige besluiten kunnen, voorzover in deze statuten niet anders is bepaald, door het bestuur slechts genomen worden indien minstens tweederde – of ingeval van een vacature de helft – van het aantal bestuursleden van werkgeverszijde alsmede tweederde – of ingeval van een vacature de helft – van het aantal bestuursleden van werknemerszijde ter vergadering aanwezig is dan wel hun gevol- machtigde plaatsvervangers.
In het geval het hiervoor vereiste quorum niet aanwezig is kan na ten minste vijf dagen, doch binnen een maand in een nieuwe bestuurs- vergadering, ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden alsmede ongeacht door welke organisatie de aanwezige bestuursleden zijn benoemd, een besluit worden genomen over die voorstellen, omtrent welke wegens het ontbreken van het quorum in de eerstbedoelde ver- gadering geen besluit kon worden genomen.
3. Xxxxxxxx over zaken geschiedt hoofdelijk en mondeling, tenzij het bestuur anders beslist. Xxxxxxxx over personen geschiedt bij geslo- ten en ongetekende briefjes.
30
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
4. Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming is de vol- strekte meerderheid vereist van de stemmen van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen. Bij schriftelijke stemming worden leden, die blanco briefjes of briefjes van onwaarde hebben ingele- verd, voor de toepassing van het in de vorige volzin bepaalde, geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen.
5. Indien bij stemming over zaken de stemmen staken wordt de beslis- sing tot de volgende vergadering uitgesteld. Indien op die vergade- ring opnieuw de stemmen staken, wordt over deze zaak geacht in negatieve zin te zijn beslist.
6. Indien bij stemming over personen door geen van de betrokkenen de volstrekte meerderheid van stemmen wordt behaald, vindt een nieuwe stemming plaats tussen de twee personen die het hoogste aantal stemmen hebben behaald.
Bij het staken van de stemmen beslist in dat geval het lot.
Artikel 9
Commissies
1. Het bestuur kan commissies instellen welke paritair – te verstaan hier zowel als elders in deze statuten als samengesteld uit vertegenwoor- digers van werkgevers en werknemers – moeten zijn samengesteld, zowel uit haar midden als bestaande uit andere personen, met een permanent dan wel een ad hoc karakter, dienende tot het geven van gevraagd of ongevraagd advies ten behoeve van het bestuur dan wel tot andere doeleinden.
Het Bestuur blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de werkzaam- heden van door haar ingestelde commissies.
De taken en bevoegdheden van deze commissies worden door het bestuur bepaald.
2. Het bestuur kan ten behoeve van de door de stichting te verrichten werkzaamheden een bureau inrichten met bezoldigde werknemers, waarvan, respectievelijk over wie de leiding wordt opgedragen aan een directeur.
De arbeidsvoorwaarden van het personeel van het bureau van de stichting worden door het bestuur vastgesteld.
De directeur wordt voor de bestuursvergaderingen uitgenodigd en heeft aldaar een raadgevende stem.
31
Artikel 10
Administratie
1. Het bestuur draagt de administratie van de stichting onder zijn ver- antwoordelijkheid op aan de Vereniging Gezamenlijk Uitvoerings- orgaan, nader te noemen GUO.
2. Het bestuur is bevoegd bepaaldelijk te omschrijven bevoegdheden geheel of gedeeltelijk te delegeren aan:
a. e´e´n of meer uit en door het bestuur aangewezen commissies welke paritair moeten zijn samengesteld;
b. de directie van het GUO.
Artikel 11
Beheer van de geldmiddelen
1. De geldmiddelen van de stichting moeten, voor zover zij niet in con- tanten aanwezig zijn of overeenkomstig artikel 12 zijn belegd, zijn gestort op een ten name van de stichting staande bank- of postreke- ning. Het bestuur wijst de bankinstelling(en) aan, waarbij bankreke- ningen kunnen worden geopend.
2. De geldswaardige papieren van de stichting zullen bij een door het bestuur aan te wijzen bankinstelling in open bewaargeving worden gegeven. De beschikking over dan wel de toegang tot deze gelds- waardige papieren is slechts mogelijk door twee personen gezamen- lijk, hiertoe door het bestuur gemachtigd, onverminderd het in arti- kel 6 bepaalde.
3. Het bestuur zal de kosten van beheer van geldmiddelen en de wijze van verrekening van die kosten vaststellen.
Artikel 12
Belegging
Belegging van gelden kan slechts plaatshebben in waarden, genoemd in artikel 5, eerste en tweede lid van de Beleggingswet (Wet van negen en twintig december negentienhonderd acht en twintig, Staatsblad 507, zoals sindsdien gewijzigd).
Artikel 13
Boekjaar
Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 32
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 14
Jaarstukken
1. De penningmeester sluit per de laatste dag van het boekjaar de boe- ken der stichting af en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar, als- mede een begroting van de baten en lasten van het lopende boekjaar. De penningmeester zendt deze stukken vo´o´r het einde van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders.
Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend.
2. Het bestuur zal, alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen externe registeraccountant. Deze registeraccountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt daaromtrent een verklaring af.
3. De door de in het vorige lid genoemde externe registeraccountant goedgekeurde balans en staat van baten en lasten worden neergelegd ten kantore van het fonds aan de Xxxxx Xxxxxxx 100 te Zoetermeer, alsmede op een of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen.
4. De in het vorige lid genoemde balans en staat van baten en lasten worden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten op aanvraag toegestuurd aan werkgevers en werknemers die in verband met deze regeling gelden (doen) afdragen aan de stichting.
Artikel 15
Vakatiegeld en vergoeding voor reis- en verblijfkosten
Bij bestuursbesluit kan worden bepaald, dat de leden en plaatsvervan- gende leden van het bestuur een vergoeding ontvangen voor de in hun functie gemaakte reis- en verblijfkosten.
Het bestuur kan tevens besluiten de in de vorige volzin bedoelde perso- nen voor een door hen bijgewoonde bestuursvergadering vakatiegeld toe te kennen.
33
Artikel 16
Wijziging van de statuten en ontbinding van de stichting
1. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de stichting.
2. Een besluit tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de stichting kan slechts worden genomen met tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering van het bestuur waarin tenminste twee/derde gedeelte van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.
3. Is in deze bestuursvergadering het voorgeschreven aantal bestuursle- den niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan in een volgende vergadering, mits niet eerder dan achtentwintig dagen na de eerste vergadering gehouden, ongeacht het aantal aanwezige leden, met tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen een besluit hierover worden genomen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notarie¨le akte is opgemaakt en een volledig exemplaar van de gewij- zigde teksten door het Bestuur is ondertekend en ter inzage is gelegd ter griffie van het kantongerecht te ’s-Gravenhage,
Artikel 17
Vereffening
1. Bij ontbinding van de stichting is het bestuur belast met de vereffe- ning. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze sta- tuten zoveel mogelijk van kracht.
2. Het besluit tot ontbinding van de stichting moet inhouden de bestem- ming van een eventueel batig saldo met dien verstande dat een batig saldo moet worden bestemd voor een doel dat zoveel mogelijk over- eenstemt met het doel van de stichting.
Artikel 18
Reglementen
Het bestuur is bevoegd binnen de door deze statuten aangegeven gren- zen een huishoudelijk reglement en andere reglementen vast te stellen en te wijzigen.
34
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 19
Inwerkingtreding van reglementen
De reglementen, alsmede de in de statuten en reglementen aangebrachte wijzigingen zullen niet in werking treden alvorens een volledig exem- plaar van die stukken onderscheidenlijk van de wijzigingen daarin, door het bestuur van de stichting ondertekend, voor een ieder ter inzage is neergelegd ter griffie van het Kantongerecht te ’s-Gravenhage.
Artikel 20
Slotbepaling
In alle gevallen waarin door deze statuten of de wet niet is voorzien, beslist het bestuur.
35
HEFFINGSREGLEMENT SAVAS
Artikel 1
Definities
Administrateur: De vereniging ,,Gezamenlijk Uitvoeringsorgaan’’. SAVAS: De Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschikt- heid Slagersbedrijf.
Werkgever:
a. de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft en geen ontheffing heeft verkregen als bedoeld in artikel 4 van deze regeling. Onderneming: een onderneming, waarin bedrijfsmatig voor menselijke consumptie vlees wordt bewerkt tot waren, al of niet in samenhang met de bereiding van vleeswaren, en het verkopen daarvan aan particulieren,
alsmede voorverpakkingsinrichtingen.
Werknemer: iedere vrouw of man die in dienst van de werkgever werk- zaamheden verricht en die de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt. Dit met uitzondering van de bestuurder(s) van de onderneming.
Loon: het loon als bedoeld in de Coo¨rdinatiewet Sociale Verzekeringen (CSV) van de werknemer, alvorens toepassing is gegeven aan het be- paalde in artikel 6 lid 1 sub I van de CSV voorzover het betreft de bij- drage die op grond van deze regeling moet worden ingehouden.
Heffingsgrondslag: het gedeelte van het loon als is aangeduid in artikel 3, lid 10, van dit reglement op basis waarvan de heffing als bedoeld in artikel 2 van dit reglement wordt berekend.
Artikel 2
Heffing
1. De werkgever is gehouden jaarlijks met inachtneming van het hierna en in de regeling bepaalde ten behoeve van de uitvoering van de regeling SAVAS een heffing over het loon van de in dienst (geweest) zijnde werknemers te betalen. De verschuldigde heffing wordt door de werkgever bij iedere loonbetaling van het loon van de werknemer ingehouden tenzij het loon van de werknemer van een zodanige hoogte is dat conform dit reglement geen heffing is verschuldigd.
2. De heffing bestaat uit het percentage, dat door het Bestuur van SAVAS jaarlijks wordt vastgesteld en wordt voor het jaar 1996 vast- gesteld op 3,9%1).
3. De betaling van de heffing dient te geschieden aan de administrateur.
1) Algemeenverbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
36
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 3
Vaststelling heffing en voorschotheffing
1. Voor het einde van elk kalenderjaar stelt het bestuur van SAVAS ten aanzien van elke werkgever de over dat kalenderjaar te zijner laste komende heffing vast. De vaststelling van de heffing geschiedt aan de hand van de door de werkgever over elk boekjaar in te leveren jaaropgaven en/of andere door hem te verstrekken gegevens omtrent de persoon van de in het betreffende kalenderjaar in zijn dienst werk- zaam geweest zijnde werknemers, de duur van hun dienstverband, het door hen verdiende loon en het aantal dagen, waarover dat loon werd genoten. Het bestuur van SAVAS deelt het te betalen bedrag van de heffing schriftelijk aan de werkgever mede, onder mededeling van de termijn, waarbinnen de betaling moet geschieden.
2. Indien ten onrechte geen bedrag aan heffing is vastgesteld dan wel na de vaststelling van het te betalen bedrag van de heffing blijkt, dat een lager bedrag is vastgesteld dan verschuldigd is, stelt het bestuur van SAVAS het alsnog door de werkgever verschuldigde bedrag over de verstreken betalingstermijnen vast.
De laatste volzin van het eerste lid is van overeenkomstige toepas- sing.
Indien een hoger bedrag aan heffing is vastgesteld dan verschuldigd is, stelt het bestuur van SAVAS het verschuldigde op het juiste bedrag vast. Het teveel betaalde wordt aan de werkgever terugbe- taald.
3. Het bestuur van SAVAS stelt een voorschotheffing vast ten aanzien van de werkgever, die in het kalenderjaar, waarop de voorschot- heffing betrekking heeft, vermoedelijk heffing verschuldigd zal wor- den.
De voorschotheffing wordt vastgesteld op het bedrag, dat de werk- gever over het kalenderjaar, waarop de voorschotheffing betrekking heeft, naar het oordeel van het bestuur van SAVAS vermoedelijk aan heffing verschuldigd zal zijn, met dien verstande, dat het bestuur van SAVAS hierbij rekening houdt met de in het eerste lid bedoelde gegevens omtrent de in dienst van de werkgever in het vorig jaar werkzaam geweest zijnde en in het betrokken jaar werkzaam zijnde werknemers, de aard, de omvang en de ontwikkeling van het bedrijf van de werkgever, en ander omstandigheden, welke op de hoogte van het heffingsbedrag van invloed kunnen zijn.
4. Het bestuur van SAVAS deelt het te betalen bedrag van de voorschot-
37
heffing schriftelijk aan de werkgever mede, met de mededeling dat dit bedrag in vier dan wel onder door het bestuur van SAVAS te bepalen voorwaarden in twaalf termijnen kan worden voldaan, ver- schijnende en vervallende op de eerste dag van elk kwartaal dan wel van elke maand. De voorschotheffing wordt verrekend met het be- drag aan heffing, dat de werkgever over het betrokken kalenderjaar verschuldigd zal zijn.
5. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid stelt het bestuur van SAVAS bij niet tijdige voldoening van een voorschottermijn onver- wijld de heffing vast, welke door de werkgever is verschuldigd over de vorenbedoelde termijn alsmede over de daaraan voorafgaande ter- mijnen van hetzelfde kalenderjaar. De heffing is terstond opeisbaar.
6. Eveneens in afwijking van het bepaalde in het eerste lid stelt het bestuur van SAVAS ten aanzien van een werkgever, die in staat van faillissement verkeert, of zijn bedrijf of beroep definitief heeft ge- staakt, onverwijld de heffing vast. De laatste volzin van het vorige lid is van overeenkomstige toepassing.
7. Indien na aanmaning een vordering op een werkgever xxxxxxx van achterstallige heffing niet geheel wordt voldaan, kan al hetgeen de werkgever verschuldigd is, vermeerderd met rente en extra incasso- en administratiekosten, gerechtelijk worden ingevorderd. Het bestuur van SAVAS is bevoegd de in de eerste volzin bedoelde kosten te stel- len op 10% van het bedrag aan achterstallige heffing met een mini- mum van f 25,–.
8. De werkgever is verplicht het bestuur van SAVAS op door het voor- noemde bestuur te bepalen tijdstippen alle gegevens te verstrekken, welke het voor het vaststellen van de heffing en voorschotheffing behoeft.
9. De wijze van de vaststelling van de heffing en voorschotheffing, als ook de betaling daarvan, worden verder geregeld door het bestuur van SAVAS. In bijzondere gevallen kan het voornoemde bestuur afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden toestaan of voor- schrijven.
10. Bij het vaststellen van de heffingsgrondslag wordt in aanmerking genomen een bedrag gelijk aan het loon als bedoeld in artikel 1 met dien verstande dat het loon van de werknemer dat meer heeft bedra- gen dan het maximum premieloon als bedoeld in art. 9 lid 1 en arti- kel 9a lid 4 van de CSV buiten aanmerking blijft. Vervolgens blijft buiten aanmerking een bedrag gelijk aan de som van het aantal dagen als bedoeld in artikel 9 lid 1 van de CSV vermenigvuldigd met het minimumloon per dag als bedoeld in artikel 8 van de wet Mini- mumloon en Minimumvakantiebijslag.
38
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 4
Wijziging reglement
Het bestuur van SAVAS is bevoegd dit reglement te wijzigen.
39
UITKERINGSREGLEMENT SAVAS
Artikel 1
Definities
ZW: De Ziektewet;
AAW: De Algemene Arbeidsongeschiktheidswet; WAO: De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
Administrateur: De vereniging ,,Gezamenlijk Uitvoeringsorgaan’’; SAVAS: De Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsongeschikt- heid Slagersbedrijf.
Werkgever:
a. de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft en geen ontheffing heeft verkregen als bedoeld in artikel 4 van deze regeling; Onderneming: een onderneming, waarin bedrijfsmatig voor menselijke consumptie vlees wordt bewerkt tot waren, al of niet in samenhang met de bereiding van vleeswaren, en het verkopen daarvan aan particulieren,
alsmede voorverpakkingsinrichtingen.
Werknemer: iedere vrouw of man die in dienst van de werkgever werk- zaamheden verricht en die de leeftijd van 58 jaar niet heeft bereikt. Dit met uitzondering van de bestuurder(s) van de onderneming.
Loon: loon in de zin van de Coo¨rdinatiewet Sociale Verzekering. Dagloon: het dagloon dat is vastgesteld op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 14 en 15 van de WAO.
Vervolgdagloon: het dagloon waar naar de vervolguitkering-WAO als bedoeld in artikel 21 b WAO wordt berekend.
Arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 18 van de WAO.
Loondervingsuitkering WAO: de WAO-uitkering zoals omschreven in artikel 21 a WAO, waarvan de maximale duur afhankelijk is van de leef- tijd en welke gebaseerd is op het dagloon als bedoeld in artikel 1 onder j.
Vervolguitkering WAO: de WAO-uitkering zoals omschreven in artikel 21 b WAO, welke gebaseerd is op het vervolgdagloon als bedoeld in artikel 1 onder k.
Artikel 2
Aanvulling tijdens arbeidsongeschiktheid
1. De werknemer die arbeidsongeschikt is in de zin van artikel 18 WAO en die een vervolguitkering-WAO ontvangt heeft, ingaande de eerste dag waarop hij recht heeft op bedoelde vervolguitkering-WAO, te- vens recht op een aanvullende uitkering ingevolge deze regeling.
2. Het recht op een aanvullende uitkering als bedoeld in het eerste lid kan niet eerder worden vastgesteld dan nadat omtrent de mate van
40
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
arbeidsongeschiktheid van de werknemer, bedoeld in het eerste lid, een definitieve beslissing is genomen.
Artikel 3
Hoogte van de aanvulling op de WAO-uitkering
1. De hoogte van de aanvullende uitkering wordt gebaseerd op het ver- schil tussen het dagloon als bedoeld in artikel 1 onder sub. 10 en het vervolgdagloon als bedoeld in artikel 1 onder sub 14.
2. Van het in lid 1 bedoelde verschil wordt een bepaald percentage uit- gekeerd, welke percentage gelijk is aan het uitkeringspercentage behorend bij het voor de werknemer vastgestelde arbeidsongeschikt- heidspercentage als bepaald in artikel 21 WAO.
Artikel 4
Uitbetaling van de aanvulling op de WAO-uitkering
1. De uitbetaling van een aanvullende uitkering als bedoeld in artikel 4 vindt plaats gelijktijdig met de uitbetaling van de WAO-uitkering, tenzij op grond van het bepaalde in lid 2 geen uitbetaling plaats vindt.
2. De inkomensaanvulling wordt niet uitbetaald over de periode, waar- over artikel 22 van de WAO dan wel artikel 13 van de AAW ten aan- zien van de werknemer toepassing vindt.
Artikel 5
Aanpassing inkomensaanvulling
1. Indien de arbeidsongeschiktheidsuitkering van een werknemer wordt verlaagd of verhoogd, geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, dan wordt de inkomensaanvulling naar evenredigheid verlaagd of ver- hoogd, geheel of gedeeltelijk geweigerd.
2. Indien het dagloon waarnaar de vervolguitkering-WAO wordt bere- kend, op grond van toepassing van artikel 40 of artikel 48, derde lid van de WAO wordt herzien, wordt de inkomensaanvulling dienover- eenkomstig herzien.
41
Artikel 6
Inkomsten uit arbeid
1. Wanneer de werknemer inkomsten uit arbeid heeft en de AAW/ WAO-uitkering niet wordt ingetrokken of herzien maar niet wordt uitbetaald respectievelijk verminderd of verhoogd, wordt de aanvul- ling eveneens niet uitbetaald respectievelijk naar evenredigheid ver- minderd of verhoogd.
2. Onder inkomsten uit arbeid bedoeld in lid 2 wordt mede verstaan hetgeen op grond van het bepaalde krachtens artikel 34, derde lid, van de AAW en artikel 45, derde lid, van de WAO onder inkomsten uit arbeid wordt verstaan.
Artikel 7
Einde van het recht op de aanvulling
1. Indien de werknemer, aan wie een inkomensaanvulling wordt ver- leend, niet langer aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 2 lid 1 voldoet, eindigt de inkomensaanvulling met ingang van de dag waarop hij niet meer aan die voorwaarden voldoet.
2. Indien de werknemer, aan wie een inkomensaanvulling wordt ver- leend, de leeftijd van 65 jaar bereikt, eindigt de inkomensaanvulling met ingang van de eerste dag van de maand, waarin de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt.
3. Indien de werknemer, aan wie een inkomensaanvulling wordt ver- leend, overlijdt, eindigt de inkomensaanvulling met ingang van de eerste dag van de derde maand, volgend op de maand van overlij- den.
Artikel 8
Aanvraag
1. De werknemer moet binnen de door het bestuur van SAVAS te stel- len termijn, schriftelijk een aanvraag bij de administrateur indienen voor een recht op een inkomensaanvulling.
2. Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het bestuur van SAVAS vastgesteld aanvraagformulier.
42
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 9
Informatieplicht werknemer
De werknemer dient desgevraagd en uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden, waarvan het hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat die voor de beoordeling van het recht op een inkomensaanvulling en de hoogte daarvan van belang kunnen zijn, aan de administrateur mede te delen.
Artikel 10
Navolgen controlevoorschriften
De werknemer dient zich te houden aan de controlevoorschriften ge- noemd in artikel 12.
Artikel 11
Uitvoering
De regeling wordt namens het bestuur van SAVAS uitgevoerd door de administrateur.
Artikel 12
Controle
Het bestuur van SAVAS is bevoegd controlevoorschriften vast te stellen.
Artikel 13
Sancties
Het bestuur van SAVAS is bevoegd tot het intrekken, geheel of gedeel- telijk weigeren van een besluit tot toekenning van een inkomens- aanvulling indien de werknemer zijn verplichtingen ingevolge dit regle- ment niet nakomt dan wel de door hem verstrekte gegevens onjuist of onvolledig blijken te zijn.
43
Artikel 14
Terugvordering en verrekening
1. De inkomensaanvulling wordt teruggevorderd, indien op grond van het bepaalde in artikel 57, tweede lid, van de WAO tot terugvorde- ring van de WAO-uitkering is besloten.
2. Het bestuur van SAVAS is bevoegd hetgeen op grond van dit regle- ment onverschuldigd is betaald, geheel of gedeeltelijk terug te vor- deren, of in mindering te brengen op een later te betalen inkomens- aanvulling.
3. Indien het bestuur van SAVAS gebruik maakt van haar bevoegdheid als bedoeld in de voorgaande leden, stelt zij de betrokkene daarvan onverwijld schriftelijk in kennis.
Artikel 15
Beslissingen
1. Beslissingen inzake de toekenning, weigering, intrekking of herzie- ning van een inkomensaanvulling worden door het bestuur van SAVAS genomen.
2. Beslissingen inzake weigering, intrekking of herziening van een inkomensaanvulling zijn met redenen omkleed en worden schrifte- lijk ter kennis van de werknemer gebracht.
Artikel 16
Mandatering van bevoegdheden
1. Het bestuur van SAVAS is bevoegd bepaaldelijk te omschrijven bevoegdheden geheel of gedeeltelijk te mandateren aan:
a. een uit en door het bestuur van SAVAS aangewezen commissie welke moet zijn samengesteld naar het aan artikel 9 van de sta- tuten ten grondslag liggende beginsel van pariteit;
b. de directie van de administrateur.
2. De directie van de administrateur is onder goedkeuring van het bestuur van SAVAS bevoegd e´e´n of meer personeelsleden van de administrateur te machtigen tot het voor en namens haar uitoefenen van de haar op grond van het bepaalde in het eerste lid toegekende bevoegdheden.
3. Het in het eerste lid bedoelde mandaatsbesluit wordt bij dit regle- ment gevoegd.
44
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 17
Kennelijke onredelijkheid
Indien de toepassing van het in de voorgaande artikelen bepaalde ken- nelijk onredelijke uitkomsten tot gevolg heeft, beslist het bestuur van SAVAS.
Artikel 18
Geschillen
Bezwaren tegen beslissingen van het bestuur van SAVAS alsmede be- zwaren met betrekking tot de datum van ingang dan wel de hoogte van een toegekende inkomensaanvulling, dienen binnen veertien dagen na dagtekening van de desbetreffende beslissing schriftelijk te worden voor- gelegd aan het bestuur van SAVAS.
Artikel 19
Wijziging van het reglement
Het bestuur van SAVAS is bevoegd dit reglement te wijzigen.
Artikel 20
Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur van SAVAS.
45
MANDAATSBESLUIT SAVAS
Het bestuur van de Stichting Aanvullende Voorzieningen Arbeidsonge- schiktheid Slagersbedrijf (SAVAS), gevestigd te ’s-Gravenhage;
Gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de statuten, het bepaalde in artikel 15 lid 1 en artikel 16 van het Uitkeringsreglement SAVAS en het bepaalde in artikel 3 van het Heffingsreglement SAVAS;
Besluit de hierna genoemde bevoegdheden te mandateren aan de direc- tie van het GUO.
Artikel 1
Bevoegdheden directie
1. Aan de directie van het GUO, die is belast met alle aan de administratieopdracht inherente handelingen, zijn de navolgende be- voegdheden gemandateerd:
a. het beoordelen van en beslissen terzake van aanspraken van werknemers indien naar het oordeel van de directie van het GUO, gelet op het in het uitkeringsreglement bepaalde, een aanspraak moet worden erkend en hieromtrent noch omtrent de hoogte van de aanspraak redelijkerwijze verschil van mening mogelijk is;
b. het beoordelen van en beslissen terzake van aanspraken van werknemers indien naar het oordeel van de directie van het GUO, gelet op het in het uitkeringsreglement bepaalde, een aanspraak geheel of gedeeltelijk moet worden ontkend, evenwel uitsluitend indien de beslissing kan worden genomen op grond van feitelijke omstandigheden, welker betekenis niet nader behoeft te worden beoordeeld;
c. het vaststellen en betaalbaarstellen van krachtens een bevoegde- lijk genomen beslissing aan of ten behoeve van werknemers ver- schuldigde inkomensaanvullingen;
d. het vaststellen van de hoogte van de inkomensaanvulling indien eveneens de hoogte van het dagloon respectievelijk het vervolg- dagloon, als bedoeld in de artikelen 14 en 15 WAO respectieve- lijk artikel 21b WAO is vastgesteld en de directie van het GUO op grond van het aan haar verleende mandaat bevoegd is de hoogte van de WAO-uitkering vast te stellen;
e. de weigering van een inkomensaanvulling indien de WAO- uitkering wordt geweigerd en de directie van het GUO op grond van het aan haar verleende mandaat bevoegd is de WAO-uitkering te weigeren;
x. xx beslissing terzake van intrekking of herziening van een toege- kende inkomensaanvulling en terzake van terugvordering, verre- kening met inbegrip van de beslissing terzake van de wijze van terugvordering en verrekening of kwijtschelding van te veel of
46
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
ten onrechte betaalde aanvulling indien eveneens AAW/WAO- uitkering te veel of ten onrechte is verstrekt en de directie van het GUO op grond van het aan haar verleende mandaat bevoegd is te beslissen over laatstgenoemde terugvordering;
g. het toepassen van het bepaalde terzake van de vaststelling van de heffing en voorschotheffing zoals genoemd in artikel 3 van het heffingsreglement.
2. De directie van het GUO is bevoegd voor en namens het bestuur van de Stichting tot het optreden in voor een kantongerecht aanhangige procedure, in welke dat bestuur als partij optreedt en welke voort- vloeit uit de toepassing van bepalingen van de regeling inzake aan- vullende voorzieningen arbeidsongeschiktheid slagersbedrijf.
3. De directie van het GUO is bevoegd e´e´n of meer personeelsleden van het GUO te machtigen tot het voor en namens haar uitoefenen van de onder artikel 1, eerste en tweede lid, genoemde bevoegdhe- den.
Artikel 2
Indien ten aanzien van een verzekerde door de Kleine Commissie uit het bestuur van bedrijfsvereniging ,,de Samenwerking’’ op grond van het aan haar verleende mandaat bevoegdelijk een beslissing is genomen ter- zake van de terugvordering of verrekening van te veel of ten onrechte uitbetaalde WAO-uitkering, zulks met inbegrip van de beslissing terzake van de wijze van terugvordering, verrekening of kwijtschelding, danwel terzake van de toekenning of weigering van WAO-uitkering, is de direc- tie bevoegd deze beslissing analoog uit te voeren met betrekking tot de aanspraken van genoemde verzekerde op een inkomensaanvulling.
Artikel 3
Indien gebruikmaking van de aan de directie van het GUO gemanda- teerde bevoegdheden zou leiden tot het nemen van een beslissing, wel- ker juistheid of redelijkheid – al dan niet op grond van aangevoerde ver- zachtende omstandigheden – kan worden betwijfeld, dan wel waarin na gebruikmaking van de gemandateerde bevoegdheden omstandigheden ter kennis van de directie van het GUO komen, waardoor twijfel aan de juistheid van de beslissing kan ontstaan dient het geval te worden voor- gelegd aan het bestuur van SAVAS.
47
Toelichting bij het mandaatbesluit SAVAS:
Ingevolge het bepaalde in, bij of krachtens de regeling SAVAS is het bestuur van SAVAS bevoegd te beslissen inzake de toekenning of wei- gering van uitkering. Door middel van bijgaand concept-mandaatsbesluit is een (beperkt) aantal bevoegdheden gemandateerd aan de directie van het GUO. In alle hier niet genoemde gevallen is en blijft het bestuur van SAVAS beslissingsbevoegd.
In het mandaatsbesluit wordt enkele malen verwezen naar het ,,aan de directie van het GUO verleende mandaat’’ (zie bijvoorbeeld art. 1 lid 1 onder d). Hiermee is gedoeld op de bevoegdheden die de directie heeft op grond van de binnen de bedrijfsvereniging geldende mandaats- besluiten, om bepaalde beslissingen met betrekking tot de WAO-uitkering te nemen (bijvoorbeeld de hoogte van een dagloon vaststellen of te bepa- len dat een verzekerde geen recht op uitkering heeft).
De regeling SAVAS geeft werknemers recht op een aanvulling op de WAO-uitkering. Het is dan ook logisch dat beslissingen met betrekking tot toekenning of weigering van inkomensaanvullingen WAO-volgend zijn. Door de administratie is in het verleden wel voorgesteld om een aantal bevoegdheden te mandateren aan de KC BVS. Dat voorstel is niet gevolgd. Het is echter, met het oog op een doelmatige en efficie¨nte uit- voering van de regeling, gewenst dat de beslissingen met betrekking tot de inkomensaanvulling gelijk lopen met de beslissingen met betrekking tot de WAO-uitkering.
Daarom wordt in artikel 2 voorgesteld de directie bevoegdheid te verle- nen om de daar genoemde WAO-beslissingen die door de KC-BVS wor- den genomen analoog toe te passen met betrekking tot de SAVAS- uitkering.
Het in artikel 3 weergegeven voorbehoud geldt voor alle beslissingen die op grond van artikel 1 en/of 2 door de directie genomen zouden kunnen worden. Opgemerkt wordt nog dat vooralsnog geen Kleine Commissie uit het bestuur van SAVAS is ingesteld. Indien het aantal gevallen waaarin op grond van artikel 3 voorlegging aan het bestuur van SAVAS plaats dient te vinden daartoe aanleiding geeft, zou er alsnog voor geko- zen kunnen worden een KC SAVAS in het leven te roepen.
II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeids- voorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, pre- valeren deze regelen.
III. Dit besluit tot algemeen verbindendverklaring is niet van toepassing op leden van de Vereniging Grootwinkelbedrijven in Levensmiddelen.
48
Slagersbedrijf Sociale Fondsen 1996/1999 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.
V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.
’s-Gravenhage, 28 maart 1996
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Namens de Minister:
De Directeur van het Centraal kantoor
van de Inspectiedienst SZW,
X. xxx Xxxx.
49