MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 8582
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 2-8-1996, nr. 147
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET BOUWBEDRIJF INZAKE VOORZIENING BIJ ONGEVAL
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Bouwbedrijf inzake Voorziening bij Ongeval, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek schriftelijk bezwaren zijn ingediend door:
A. ICDS Constructors Ltd (ICDS);
B. CONGA;
dat voor wat betreft de inhoud en besluitvorming op bovengenoemde bezwaarschriften kan worden verwezen naar de besluiten van 9 februari 1996 (Stcrt. 1996, nr. 32) respectievelijk 2 april 1996 (Stcrt. 1996, nr. 69) waarin werd overgegaan tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de CAO voor het Bouwbedrijf. De overwegingen bij deze besluiten kunnen hier als herhaald en ingelast worden beschouwd;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1996 CAO858296
6C0146 1
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Gezien het advies van de Stichting van de Arbeid; Besluit:
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 1997 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Bouwbedrijf inzake Voorziening bij Ongeval, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III en IV is bepaald:
HOOFDSTUK 1
DEFINITIES EN WERKINGSSFEER
Artikel 1
Definities
1. Onder ,,deze collectieve arbeidsovereenkomst’’ (nader ook genoemd
,,deze CAO’’) wordt verstaan de overeenkomst met de daarbij beho- rende bijlagen en reglementen.
2. Onder ,,partijen’’ worden verstaan werkgevers- en werknemers- organisaties die deze CAO hebben ondertekend1).
3. Onder ,,werkgever’’ wordt verstaan elke natuurlijke of rechtspersoon die in Nederland arbeid doet verrichten als bedoeld in artikel 2, als- mede samenwerkingsverbanden, scholings- en werkervarings- verbanden.
4. a. Onder ,,samenwerkingsverband’’ wordt verstaan een door werk- gevers opgerichte, regionaal werkende rechtspersoon welke vol- doet aan de voorwaarden zoals vastgesteld door de Stichting Vak- opleiding Bouwbedrijf of de Stichting Beroepsopleidingen Wegen waterbouw, en die ten doel heeft met leerlingen uit de betrokken regio een arbeidsovereenkomst te sluiten en deze een opleiding te geven volgens de richtlijnen van de landelijke organen, zoals genoemd in de Wet op het Cursorisch Beroepsonderwijs.
b. Onder een ,,scholings- en werkervaringsverband’’ wordt verstaan
1) Noot van CAO-partijen:
Daar waar in deze CAO verwezen wordt naar partijen kan men zich wenden tot een der partijen vermeld in Aanhangsel 1. De partij waar men zich toe heeft gewend zal de overige partijen hiervan in kennis stellen.
2
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
een door werkgevers en werknemers opgerichte, regionaal wer- kende rechtspersoon welke voldoet aan de voorwaarden zoals vastgesteld door partijen en die ten doel heeft te voorzien in scholing en werkervaring voor moeilijk plaatsbare werklozen.
5. Onder ,,werknemer’’ wordt verstaan hij/zij die bij een werkgever als bedoeld onder lid 3 van dit artikel in Nederland werkzaam is:
a. ingevolge een arbeidsovereenkomst;
b. ingevolge een overeenkomst tot aanneming van werk, tenzij hij/ zij zelf ondernemer is;
c. als hulp van de aannemer van werk onder b. bedoeld. Niet als ,,werknemer’’ worden beschouwd:
d. uitvoerders, en zij die in hoofdzaak toezichthoudende of admini- xxxxxxxxx functies vervullen;
e. tekenaars, constructeurs en andere technici, onder wie organisa- torische en arbeidstechnische medewerkers;
f. vertegenwoordigers, handelsreizigers en acquisiteurs;
x. xxxxxx, portiers, schoonmakers, kantinepersoneel en andere per- sonen die een verzorgende functie (geen eigenlijke bedrijfsar- beid) uitoefenen;
x. xxxxxxx, die voor ondernemingen, die bedrijfsklare projecten afleveren, andere arbeid verrichten dan arbeid bij de uitvoering, de verbouwing of het onderhoud van bouwwerken;
i. coo¨rdinatoren in dienst van samenwerkingsverbanden;
x. xxxxxxx, die in het buitenland woonachtig zijn en in Nederland in dienst van een in het buitenland gevestigde werkgever werk- zaam zijn, indien deze werkzaamheden van tijdelijke aard zijn;
k. practicanten;
l. vakantiewerkers. Hieronder te verstaan werknemers die als regel dagonderwijs volgen en in hun vakantieperiode voor een korte duur in dienst van een werkgever zijn.
6. Onder ,,jeugdige werknemer’’ wordt verstaan een werknemer bene- den de leeftijd van 22 jaar.
7. a. Onder ,,vakvolwassen werknemer’’ wordt verstaan een werkne- mer van 22 jaar en ouder.
b. Met ,,gehuwde werknemer’’ wordt gelijkgesteld de (on)gehuwde werknemer die duurzaam een gezamenlijke huishouding voert met een andere (on)gehuwde en dit door middel van een nota- rieel vastgelegde samenlevingsovereenkomst en/of door middel van een beschikking van de belastinginspecteur aan de werkge- ver bekend heeft gemaakt.
3
8. a. Onder ,,werkplaatspersoneel’’ wordt verstaan:
de werknemers die uitsluitend werkzaam zijn in een werkplaats welke op een vaste plaats – doch niet op of nabij een werkobject gevestigd dient te zijn en zodanig moet zijn ingericht dat de werkzaamheden ook bij vorst en andere ongunstige weersom- standigheden voortgang kunnen vinden.
b. Onder werknemers ,,Industrie¨le Bouw’’ worden verstaan:
de werknemers die in dienst zijn bij ondernemingen, welke over- wegend met gebruikmaking van grote fabrieksmatig vervaar- digde elementen van beton, steen of kunststof bouwwerken tot stand brengen.
c. Onder werknemers ,,Zwarte Corps’’ worden verstaan:
de werknemers die als machinist de in de functielijst onder num- mers 34 en 95 genoemde functies vervullen.
d. Onder werknemers ,,Xxxxxxxxxx’’ worden verstaan:
de werknemers die in dienst zijn bij ondernemingen welke zich bezighouden met het in de grond storten of indrijven respectie- velijk uittrekken van palen en damwanden en/of het uitvoeren van drainerings-, grondverdichtings- en grondinjecteringswerken.
e. Onder werknemers ,,Kust- en Oeverwerken’’ worden verstaan: de werknemers die in dienst zijn bij ondernemingen welke zich bezighouden met het aanleggen en onderhouden van dijken, strandhoofden en dergelijke.
f. Onder werknemers ,,Grondborings- en Buizenleggersbedrijf’’ worden verstaan:
de werknemers die in dienst zijn bij ondernemingen welke zich bezighouden met de uitvoering van werkzaamheden op het ge- bied van grondboringen, pompputten, sonderingen, bronbemalin- gen, regeninstallaties, het leggen van buisleidingen en het maken van zinkers en doorpersingen.
9. a. Onder het ,,geheel of gedeeltelijk uitvoeren van bouwwerken’’ wordt verstaan:
het geheel of gedeeltelijk uitvoeren met alle daartoe dienstige materialen en werkwijzen van werken op het gebied van de Bur- gerlijke en Utiliteitsbouw, Grond-, Water-, Spoor- en Wegen- bouw, het Straatmakersbedrijf, het Heibedrijf, de Kust- en Oever- werken en het Grondborings- en Buizenleggersbedrijf, alsmede werken die naar hun aard tot het bouwbedrijf moeten worden gerekend.
b. Onder ,,bouwwerken’’ zoals hiervoor bedoeld, worden verstaan respectievelijk daarmee gelijkgesteld:
woningen, gebruiks- of bedrijfsgebouwen dan wel andere con- structies van bouwkundige aard, ovenbouw en schoorsteenbouw, voor zover geen onderdeel van isolatiewerkzaamheden, alle dak- bedekkingen niet zijnde bitumineuze of van aluminium, zink, lood of koper, egalisatie van terreinen, bouwrijp maken, funde- ringen, steigerbouw, grondwerken anders dan van agrarische aard
4
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
alsmede cultuurtechnische werkzaamheden die geen direct ver- band houden met de uitoefening van het agrarisch bedrijf danwel het hoveniersbedrijf, riolerings- en kabelnetten, grondborings-, bronbemalings-, sondeer- en buizenlegwerken, zinkers, door- persingen en regeninstallaties, kust- en oeverwerken, hei- en funderingswerkzaamheden, spoorwerken, waterbouwkundige kunstwerken, bouwkundige voorzieningen voor land-, water- en luchtverkeer, sloopwerken, wegenbouw en bestratings- werkzaamheden.
c. Elders dan op de bouwplaats verrichte werkzaamheden ter voor- bereiding van de bouw worden mede tot het uitvoeren gerekend, indien zij worden verricht door de onderneming die het bouw- werk op de bouwplaats tot stand brengt.
10. Onder ,,produktie voor derden’’ wordt mede verstaan: dienstverlening aan derden;
voorts ook het bouwen voor eigen rekening met het doel het ge- bouwde aan derden te verkopen, of te verhuren, of op andere wijze ter beschikking te stellen. Het bouwen van woningen enzovoorts voor eigen personeelsleden wordt als bouwen in eigen beheer (arti- kel 2 lid 3) aangemerkt.
11. Met ondernemingen, die bouwwerken uitvoeren, worden gelijkge- steld:
verenigingen ten algemene nutte, voor zover zij civieltechnische werken uitvoeren.
121). a. Onder ,,garantieloon’’ wordt verstaan:
het loon waarop de werknemer na toepassing van artikel 17 krachtens artikel 18 of artikel 19 per week of per uur recht kan doen gelden.
b. Onder ,,vast overeengekomen loon’’ wordt verstaan:
het garantieloon vermeerderd met de eventueel overeengeko- men individuele toeslag conform artikel 21 lid 1.
13. Onder ,,voorman’’ wordt verstaan:
de werknemer die leiding geeft aan tenminste 5 werknemers.
14. Onder ,,infrastructurele werken’’ wordt verstaan: wegen, spoorwegen en riolerings- en kabelnetten.
1) De artikelen waar naar wordt verwezen betreffen artikelen van de CAO voor het Bouw- bedrijf, welke separaat algemeen verbindend worden verklaard.
5
15. Onder werknemers die behoren tot het Arbeidsbestand Bouwnijver- heid worden verstaan:
zij die voldoen aan de in het kader van Bouw-Vak-Werk gestelde cri- teria.
16. Onder ,,Bouw-Vak-Werk’’ wordt verstaan:
het geheel van als zodanig gemaakte afspraken tussen partijen inzake scholing, werkgelegenheid en arbeidsmarkt in het kader van de Stichting Bouw-Vak-Werk1).
Artikel 2
Werkingssfeer
1. Bouwbedrijven
De bepalingen van deze CAO zijn – met inachtneming van de defi- nities genoemd in artikel 1 en van de beperkingen omschreven in lid 4 van dit artikel – van toepassing op alle werknemers, die in dienst zijn bij ondernemingen, waarvan het bedrijf is gericht op produktie voor derden op het gebied van:
a. het geheel of gedeeltelijk uitvoeren van bouwwerken;
b. het uitvoeren van verbouwingen en/of onderhoudswerk aan bouw- werken en het herstellen, bekleden, conserveren en verfraaien van deuren;
c. het uitvoeren op bouwplaatsen van onderdelen van bouwwerken (respectievelijk verbouwingen of onderhoudswerk); het elders vervaardigen van deze onderdelen wordt hiermee gelijkgesteld, indien de onderneming, die de onderdelen vervaardigt, tevens zorgdraagt voor de verwerking daarvan in het bouwwerk;
d. het verlenen van diensten op bouwplaatsen;
e. het tot stand brengen van bedrijfsklare projecten indien de tot- standkoming daarvan mede uitvoering van een of meer bouwwer- ken omvat;
f. het slopen van bouwwerken;
g. het verrichten van grondwerken in relatie tot het uitvoeren van bouwwerkzaamheden voor zover betrekking hebbend op grond- verzetwerkzaamheden ten behoeve van de in dit artikel onder lid 1 sub a. tot en met f. en h. genoemde werkzaamheden;
h. het verhuren van machines met bedienend personeel voor het verrichten van werkzaamheden bij de uitvoering van werken als onder a. tot en met g. genoemd;
i. asfaltproduktie;
j. het aanbrengen van wegmarkeringen;
k. betonreparatie van constructieve aard en betoninjectering;
1) Voor de in het kader van Bouw-Vak-Werk gestelde criteria zij verwezen naar artikel 1 van de CAO inzake scholing, werkgelegenheid en arbeidsmarkt voor het Bouwbedrijf, welke CAO separaat algemeen verbindend wordt verklaard.
6
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
l. het afgraven van verontreinigde grond;
m. droge zandwinning;
n. het inspecteren, renoveren en reinigen van riolen, met uitzonde- ring van huis- en bedrijfsrioleringen (loodgieterswerkzaam- heden);
o. het opbouwen en/of plaatsen van verplaatsbare verblijfsruimten;
p. het verrichten van civieltechnische werkzaamheden zoals be- schreven in Bijlage 1.
2. Samengestelde ondernemingen
Indien een onderneming, naast het bouwbedrijf als bedoeld in lid 1, tevens een ander bedrijf (andere produktie voor derden) uitoefent, geldt voor de toepasselijkheid van deze CAO het volgende.
a. Indien elk bedrijf in een afzonderlijke afdeling wordt uitgeoe- fend, is deze CAO van toepassing ten aanzien van alle werkne- mers in de afdeling bouwbedrijf.
b. Indien in een afzonderlijke afdeling zowel het bouwbedrijf als een ander bedrijf wordt uitgeoefend en de produktie van het bouwbedrijf overweegt, geldt deze CAO voor alle werknemers van deze afdeling.
c. Indien er geen afzonderlijke afdelingen zijn en de produktie van het bouwbedrijf overweegt, geldt deze CAO voor alle werkne- mers van de onderneming.
Afzonderlijke afdelingen worden aanwezig geacht indien iedere bedrijfsuitoefening feitelijk als zelfstandige eenheid is georganiseerd. De overwegende produktie wordt bepaald door vergelijking van de in elke produktie verloonde bedragen.
3. Bouwen in eigen beheer
De bepalingen van deze CAO vinden voorts toepassing ten aanzien van:
a. Werkgevers, die bouwwerken of verbouwingen in eigen beheer doen uitvoeren met het doel het gebouwde voor zichzelf of voor de eigen onderneming in gebruik te nemen, dan wel ter beschik- king van personeelsleden te stellen.
b. Werkgevers, die verbouwingen en onderhoudswerken in eigen beheer doen uitvoeren aan gebouwen, die zij in eigendom bezit- ten of in beheer hebben.
In de hierbedoelde gevallen is deze CAO van toepassing ten aanzien van de werknemers, die bij de uitvoering, de verbouwing of het onderhoud van bouwwerken arbeid verrichten, met uitzondering van degenen waarop een andere collectieve arbeidsovereenkomst of loon- regeling van toepassing is.
7
4. Ondernemingen (nevenbedrijven werkzaam op bouwplaatsen) waarop deze overeenkomst niet van toepassing is
A. Niet als bouwbedrijf in de zin van lid 1 van dit artikel worden beschouwd ondernemingen waarvan het bedrijf is gericht op pro- duktie (respectievelijk dienstverlening) voor derden op het ge- bied van:
1. baggerwerken
2. betonmortel – betonmorteltransport
3. betonwaren
4. bitumineuze en kunststof dakbedekkingen
5. natuursteen
6. parketvloeren
7. schilderen en afwerken
8. steen, houtgraniet en kunststeen
9. stukadoors- en terrazzowerken
10. staalskeletbouw en het uitvoeren van werken (bruggen xxxx- xxxxxx) geheel of nagenoeg geheel in staal
11. fabrieksmatig timmerwerk
12. interieurbetimmeringen
13. loodgieters- en fittersbedrijf
14. centrale verwarmingsinstallaties
15. het maken van elektrotechnische verbindingen tussen kabels van kabelnetten
16. het verhuren van mobiele kranen.
B. Ten aanzien van ondernemingen met een afzonderlijke ondernemings-CAO geldt de CAO voor het Bouwbedrijf slechts indien en voor zover het betreft de toepassing van lid 3 (bouwen in eigen beheer).
Artikel 3
Onderaanneming
1. De werkgever is verplicht in overeenkomsten van onderaanneming met zelfstandige ondernemers die als werkgever in de zin van deze CAO optreden, te bedingen dat zij de bepalingen van deze CAO zul- len naleven en op de door hen af te sluiten individuele arbeidsover- eenkomsten van toepassing zullen verklaren. Deze verplichting geldt niet indien op de werknemer een andere CAO van toepassing is.
2. a. De hoofdaannemer kan door of namens een werknemer van een onderaannemer als bedoeld in lid 1 aansprakelijk worden gesteld voor de nakoming door de onderaannemer van zijn CAO- verplichtingen tegenover die werknemer, voor wat het loon be- treft over de laatst verstreken loonbetalingsperiode waarover geen loon is betaald en wat de overige CAO-verplichtingen betreft over de laatst verstreken periode waarover de werknemer van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid een overzicht heeft ontvangen van
8
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
de door de werkgever te zijnen name betaalde bijdragen en pre- mies, xxxxxxx voor zover en zolang deze werknemer op de bouw- plaats van die hoofdaannemer werkzaam is dan wel is geweest.
b. Een dergelijke aansprakelijkstelling dient voor wat het loon be- treft binnen 5 x 24 uur per aangetekend schrijven dan wel via post met ontvangstbevestiging bij de hoofdaannemer te worden ingediend (te rekenen vanaf de dag waarop het loon door de werkgever betaald had moeten zijn).
Voor wat betreft de overige CAO-verplichtingen dient de aansprakelijkstelling per aangetekend schrijven dan wel via post met ontvangstbevestiging bij de hoofdaannemer te worden inge- diend binnen 5 x 24 uur nadat de werknemer ervan heeft kennis kunnen nemen dat de onderaannemer deze verplichtingen niet is nagekomen.
De hier genoemde perioden van 5 x 24 uur worden verlengd met de in die perioden vallende zaterdag, zonen feestdagen. De op het afgifterec¸u van het aangetekende schrijven vermelde datum wordt beschouwd als de datum waarop de aansprakelijkstelling is inge- diend.
c. Wanneer blijkt dat de desbetreffende onderaannemer zijn CAO- verplichtingen een volgende keer opnieuw niet nakomt, dient de werknemer de hoofdaannemer daarvoor opnieuw en op dezelfde wijze aansprakelijk te stellen.
d. De werknemer die met betrekking tot hetzelfde werkobject bin- nen een periode van een jaar de hoofdaannemer aldus 3 x aan- sprakelijk heeft gesteld voor wat betreft het loon respectievelijk
3 x voor de overige CAO-verplichtingen, is van verdere aansprakelijkstellingen ontslagen. De hoofdaannemer is dan zon- der meer aansprakelijk voor al het door de onderaannemer niet- betaalde loon en alle door de onderaannemer niet-nagekomen overige CAO-verplichtingen.
f. Ingeval van aansprakelijkstelling als bedoeld in sub a is de onderaannemer gehouden aan de werknemer en aan de werk- nemersorganisaties, partij bij deze CAO, desgevraagd de namen en adressen te verstrekken van de hoofdaannemer(s) van de bouwplaatsen waarop een werknemer werkzaam is dan wel is geweest.
3. In geval de hoofdaannemer een combinatie is van twee of meer werkgevers kan de aansprakelijkstelling bij elk van deze werkgevers worden gelegd.
9
Artikel 4
Het gebruikmaken van ter beschikking gestelde (,,uitgeleende’’) arbeidskrachten
1. De werkgever die van de diensten van uitgeleende arbeidskrachten gebruik maakt, is ten aanzien van deze werknemers verplicht tot naleving van de bepalingen van deze CAO, hetgeen onder meer inhoudt dat hij ook jegens deze werknemers gehouden is de verplich- tingen genoemd in de artikelen 281) en 291) na te komen. Tegenover de sociale fondsen genoemd in artikel 281) heeft de inle- nende werkgever met betrekking tot de bedoelde werknemers de- zelfde verplichtingen als die welke op hem zouden rusten indien de werknemers bij hem in dienst waren.
2. De werkgever wordt van de bovenomschreven verplichtingen onthe- ven indien – en voor zover – hij aan het Sociaal Fonds Bouwnijver- heid toezendt2):
a. een afschrift van een door hem met de uitlener – die in het bezit dient te zijn van de voor uitlening vereiste vergunning schrifte- lijke aangegane overeenkomst, waarbij de uitlener zich verplicht tot naleving van de bepalingen van deze CAO met betrekking tot de uitgeleende werknemers;
b. maandelijkse opgaven (in te zenden binnen een week na afloop van elke kalendermaand) van de door de betrokken arbeidskrach- ten in zijn bedrijf gewerkte dagen;
een en ander met gebruikmaking van de bij deze CAO behorende modellen (aanhangsel E)1).
3. Voor zover een werkgever een werknemer inleent van een samen- werkingsverband, is hetgeen in lid 1 en lid 2 is bepaald niet van toe- passing, omdat het samenwerkingsverband niet valt onder de wer- kingssfeer van de Arbeidsvoorzieningswet3).
1) De artikelen en het aanhangsel waar naar wordt verwezen betreffen artikelen en het aanhangsel van de CAO voor het Bouwbedrijf, welke separaat algemeen verbindend worden verklaard.
2) Deze bepaling vindt geen toepassing wanneer en voor zover het uitzendbureau gehouden is de (algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de) CAO voor uit- zendkrachten na te leven. Zie in dit verband artikel 15 van de CAO voor uitzendkrach- ten.
3) Noot van CAO-partijen:
Ongeacht de bepalingen van dit artikel blijven de wettelijke voorschriften ten aanzien van de inlening respectievelijk uitlening van arbeidskrachten onverkort van toepassing.
10
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
HOOFDSTUK 2
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 6
Algemene verplichtingen van werkgevers en van werknemers
2. Een arbeidsovereenkomst wordt geacht aangegaan te zijn voor onbe- paalde tijd tenzij deze schriftelijk is overeengekomen voor bepaalde tijd met gebruikmaking van een bij deze CAO behorend formulier.
3. Wanneer een proeftijd tussen werkgever en werknemer wordt over- eengekomen dient deze schriftelijk te worden vastgelegd.
6. a. De werkgever zal – teneinde de inzichtelijkheid in de arbeids- markt te bevorderen – alle vacatures kenbaar maken aan het des- betreffende Arbeidsbureau.
c. Vervulde vacatures zullen worden gemeld bij het Arbeidsbureau.
d. Xxxxxxx een werkgever een schriftelijke sollicitatie op een door hem bekend gemaakte openstaande vacature ontvangt, dient hij de sollicitant schriftelijk op de hoogte te stellen van de uitslag van zijn sollicitatie.
HOOFDSTUK 3
VOORZIENINGEN BIJ ONGEVAL
Artikel 7
1. De werkgever is verplicht voor de werknemers een verzekering af te sluiten, die een uitkering garandeert ingeval van blijvend lichamelijk letsel of dood ten gevolge van een ongeval, de werknemer, in of bui- ten dienstverband, overkomen.
2. De in lid 1 genoemde verzekering dient in te houden een recht van de werknemer op een bruto uitkering van:
f 27.500,– ingeval van overlijden;
f 55.000,– ingeval van algehele blijvende invaliditeit;
een en ander volgens algemene en bijzondere voorwaarden als opge- nomen in bijlage 1.
11
3. De werkgever dient ter voldoening aan de in lid 1 genoemde ver- plichting deel te nemen aan de door of namens de werkgeversorga- nisaties afgesloten collectieve verzekering.
4. De werkgever is voor iedere dag, waarop de werknemer in zijn dienst betaalde arbeid heeft verricht, een bijdrage verschuldigd ter voldoening van premie en kosten voor de in lid 3 genoemde verze- kering, welke wordt ge¨ınd door SFB CAO-regelingen B.V.
Deze bijdrage is voor het rechtjaar 1996/19971) vastgesteld op f 0,26 per werkdag.
6. Waar in deze CAO wordt gesproken over verplichtingen van de werkgever jegens SFB CAO-regelingen B.V. wordt aan deze B.V. een zelfstandig recht op invordering jegens de werkgever toegekend.
7. Alvorens een geschil tussen Verzekerde en Assuradeuren conform het bepaalde in artikel 7 van de Algemene Voorwaarden van de Ongevallenverzekering aan arbitrage wordt onderworpen, kan het geschil omtrent een uitkering na een ongeval worden voorgelegd aan een door werkgeversen werknemersorganisaties ingestelde paritaire Begeleidingscommissie Collectieve Ongevallenverzekering. Deze begeleidingscommissie zal in het geschil bemiddelen teneinde te komen tot een redelijk vergelijk tussen verzekerde en verzekeraar. Het secretariaat van de Begeleidingscommissie Collectieve Ongeval- lenverzekering is gevestigd: Algemeen Verbond Bouwbedrijf, Be- noordenhoutseweg 21, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx.
HOOFDSTUK 5
SLOTBEPALING
Artikel 9
Dispensatie
1. Van de verplichting bedoeld in artikel 7, Hoofdstuk 3 – Voorziening bij ongeval – kan een werkgever worden gedispenseerd onder de in lid 2 genoemde voorwaarden, mits elders ten minste een gelijkwaar- dige verzekering wordt afgesloten. Een dispensatieverzoek dient bin- nen 2 maanden na het tijdstip waarop deze CAO voor de werkgever van kracht is geworden, te worden ingediend bij het secretariaat van partijen CAO-Bouwbedrijf, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx. Nieuwe ondernemingen dienen het verzoek binnen 2 maanden na oprichting aan het secretariaat voor te leggen.
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
12
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. Een werkgever die op basis van bedrijfsbelangen er de voorkeur aan geeft een afwijkende verzekering inzake een ,,voorziening bij onge- val’’ aan te gaan, zal daarbij minimaal moeten voldoen aan de vol- gende voorwaarden:
a. de verzekering moet uniform zijn voor alle werknemers in loon- dienst van de gedispenseerde werkgever, overeenkomstig de defi- nities als omschreven in artikel 1 lid a van Aanhangsel 2 van deze CAO;
b. de premie ten behoeve van de verzekering dient voor rekening te komen van de werkgever;
c. de uitkering ingeval van overlijden of blijvende invaliditeit moet minimaal gelijk zijn aan de uitkering volgens de in de CAO bepaalde regeling.
De totstandkoming van deze verzekering geschiedt met instemming van de ondernemingsraad, of bij afwezigheid hiervan, met instem- ming van een representatieve vertegenwoordiging van werknemers. Van het besluit, de inhoud en wijze waarop de verzekering tot stand is gekomen, worden de werknemers schriftelijk in kennis gesteld.
13
BIJLAGE 1
CIVIELTECHNISCHE WERKZAAMHEDEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2 LID 1 ONDER P
Definities
– civieltechnische werkzaamheden: de aanleg van verhardingen, riole- ringen1) en gebouwen en dergelijke waarvoor een bouw- of aanleg- vergunning is vereist, alsmede het hiermee samenhangende onder- houd;
– cultuurtechnische werkzaamheden: de aanleg van groenvoorzienin- gen, de daarmee samenhangende grondwerkzaamheden (bovenste grondlaag) en drainage, alsmede het hiermee samenhangende onder- houd.
De volgende activiteiten worden beschouwd als civieltechnische activi- teiten in de zin van artikel 2 lid 1 onder p:
De volgende activiteiten worden beschouwd als zijnde civieltechnische werkzaamheden en daarmee behorend tot de bouwnijverheid:
– grondboringen,
– bronbemalingen,
– de aanleg, montage en onderhoud van ondergrondse kabels en buis- leidingen,
– de aanleg, montage en onderhoud van bovengrondse kabels en buis- leidingen ten behoeve van de te verrichten bouwwerkzaamheden;
– grondwerk (ten behoeve van civieltechnische bestemming),
– wegenbouw,
– markeringen,
– de aanleg, montage, onderhoud en sloop van verkeersveiligheid bevorderende voorzieningen en geluidsweringen,
– sloopwerken, met uitzondering van de sloop van objecten (nage- noeg) geheel bestaande uit metaal indien het aantal arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die bij de werkzaamheden worden ingezet groter is dan het aantal overeengekomen arbeidsuren bij de overige te verrichten werkzaamheden van alle in dienst zijnde werk- nemers gemeten over de periode van een kalenderjaar,
– waterbouwkundige werken,
– funderingswerken en
– verhuur van bemand materiaal voor civieltechnische activiteiten
behoudens:
a. de aanleg van buisleidingen in eigen beheer voor drainage ten be- hoeve van landbouw, bewerking van grond en zand ten behoeve van een agrarische bestemming en de incidentele aanleg van duikers ten behoeve van ontsluiting van een landbouwperceel, welke als cultuur- technische werkzaamheden opgevat moeten worden;
1) Met uitzondering van huis- en bedrijfsrioleringen.
14
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
b. het aanleggen, verbeteren of onderhouden van sportvelden en andere recreatie-objecten alsmede alle andere grondwerken ten behoeve van cultuurtechnische, civieltechnische, sport-, recreatie- en andere ob- jecten, beplantingen en groenstroken langs wegen. Hierbij is het uit- gangspunt dat, indien er werkzaamheden zijn, met uitzondering van de aanleg en het onderhoud van het groen alsmede drainage en de bovenste grondlaag ten behoeve van het groen, welke cultuurtechni- sche activiteiten zijn;
c. de te onderscheiden cultuurtechnische werkzaamheden bij inpolde- ring en ruilverkaveling; de ontsluiting van gronden en ruilverkave- ling dienen als cultuurtechnische werkzaamheden opgevat te worden, indien er sprake is van daarmee samenhangende grondbewerking (ploegen, eggen, zaaien, egaliseren van de toplaag van de grond ten behoeve van de plantaardige bestemming etcetera) en als civieltech- nische werkzaamheden indien er sprake is van grondverwerking in de zin van landinrichting (de aanleg van wegen, watergangen en gemalen).
Toelichting ad. b en c:
In geval van partie¨le aanneming en uitvoering van werken (sportvelden, recreatieparken, wegenbouw en ruilverkaveling) kan onverkort het on- derscheid in civieltechnisch en cultuurtechnisch werk worden gehan- teerd. Wanneer bovengenoemde werken integraal door e´e´n onderneming worden aangenomen en uitgevoerd, zal het onderscheid in civiel-/ cultuurtechnisch werk gehanteerd kunnen worden voorzover deel- werkzaamheden functioneel van elkaar onderscheiden kunnen worden.
15
II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeids- voorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, pre- valeren deze regelen.
III. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.
IV. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.
’s-Gravenhage, 1 augustus 1996
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Namens de Minister:
De Directeur van het Centraal kantoor
van de Arbeidsinspectie,
X. xxx Xxxx.
16
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
AANHANGSEL 1
ADRESSEN WERKGEVERS- EN WERKNEMERSORGANISATIES EN ANDERE
NVOB
Xxxxxxxxxxxxxx 0
0000 XX Xxxxx
02154-27911 / 035-5427911
NVB
Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxx
070-3860204 / Ongewijzigd
NVWB
Xxxxxxxxxx 00
0000 XX ’s-Gravenhage
070-3644810 / Ongewijzigd
VGBouw Xxxxxxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxxx
079-517515 / 079-3517515
VBKO
Xxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxxxxxx
070-3209209 / Ongewijzigd
BOLEGBO
Xxxxxxxxxxxxxxxx 00-00
0000 XX Xxxxx
02155-10254 / 035-6010254
VAGWW
Xxxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxxxx
03402-39074 / 030-6039074
17
AVBB
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 XX ’x-Xxxxxxxxxx
070-3286200 / Ongewijzigd
Bouw- en Houtbond FNV Xxxxxxxxxxxx 0
0000 XX Xxxxxxx
03480-75911 / 0348-575911
Hout- en Bouwbond CNV Xxxx Xxxxx 0
0000 XX Xxxxx
03405-97711 / 030-6597711
Vakvereniging Holterschans 28
03402-65754 / 030-6065754
Het Zwarte Corps
18
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
AANHANGSEL 2
ALGEMENE EN BIJZONDERE VOORWAARDEN VAN DE ONGEVALLENVERZEKERING
Algemene voorwaarden
Van de Ongevallenverzekering gesloten ten behoeve van werknemers in het bouwbedrijf.
Artikel 1
Definities
In deze polis wordt verstaan onder
a. ,,verzekerden’’:
1. Alle werknemers, werkzaam in:
1. bouwbedrijven in de zin van lid 1 van artikel 2 van de CAO voor het bouwbedrijf inzake voorziening bij ongeval;
2. samengestelde ondernemingen c.q. afdelingen daarvan, in- dien en voor zover ressorterend onder de onder 1.1. bedoelde CAO in de zin van lid 2 sub a., b., of c. van artikel 2 van die CAO;
een en ander voor zover zij voor de toepassing van de sociale wetten verzekerd zijn bij de Bedrijfsvereniging voor de Bouwnij- verheid, blijkens vermelding op de jaarlijks bij de Stichting Sociaal Fonds Bouwnijverheid door de werkgever in te dienen jaaropgave.
2. Alle overige werknemers op wie de CAO-Bouwbedrijf van toe- passing is;
een en ander voor zover de onder a.1. en a.2. vermelde werkne- mers werkzaam zijn in een dienstverband dat gebaseerd is op een werkweek van tenminste 10 werkuren. De leeftijdsgrens bedraagt 70 jaar.
b. ,,ongeval’’:
een plotselinge, ongewilde schadetoebrengende gebeurtenis binnen de verzekeringsperiode, die de dood of blijvende invaliditeit van ver- zekerde ten gevolge heeft.
c. ,,blijvende invaliditeit’’:
onherstelbaar verlies van functie of arbeidsvermogen, ongeacht het beroep van verzekerde.
d. ,,partijen’’:
Assuradeuren, Makelaars, Contractant en Verzekerden.
19
Artikel 2
Uitbreiding van de risicodekking
1. De risicodekking omvat tevens verdrinking, verstikking, inademing van schadelijke stoffen, elke vorm van niet-bacterie¨le acute vergifti- ging (ook door gebruik van schadelijke spijzen of dranken), bevrie- zing, zonnesteek, uitputting en ontbering bij afzondering van de bui- tenwereld als gevolg van enige rampspoed (watersnood, schipbreuk, noodlanding, instorting en dergelijke), alsmede alle persoonlijke risico’s verbonden aan pogingen tot redding of berging van mens, dier of goed.
2. Assuradeuren doen afstand van de eventuele bevoegdheid zich in geval van schade op artikel 276 Wetboek van Koophandel te beroe- pen, behoudens het in artikel 3 bepaalde.
Artikel 3
Beperking van de risicodekking
1. De risicodekking strekt zich niet uit tot:
a. ongevallen opzettelijk veroorzaakt door bij de verzekering be- langhebbende;
b. de gevolgen van kunstmatig tot stand gebrachte kernsplitsing of enige andere vorm van toepassing van atoomenergie;
x. xxxxxxxxxx rechtstreeks verband houdende met oorlog, burger- oorlog, bezetting, invasie, revolutie, militaire dienst (anders dan bij herhalingsoefeningen in vredestijd), deportatie en gevangen- schap;
d. ongevallen bij deelneming aan:
1. wielerwedstrijden;
2. paardenraces en -springconcoursen;
3. wedstrijden met motorrijtuigen waarbij hetzij snelheids- element overweegt – hieronder vallen in elk geval niet betrouwbaarheids-, puzzle-, orie¨ntatie-, enzovoorts -ritten het- zij die niet geheel binnen Nederland worden gehouden, het- zij die langer dan 24 uur duren;
alsmede de voorbereiding of training daartoe;
e. ongevallen bij jagen op groot wild buiten Europa, bij bobslee- rijden en bij berg- en gletschertochten die alpinistische ervarin- gen en dito uitrusting vereisen.
2. Aan deze verzekering kan geen aanspraak op uitkering worden ont- leend terzake van:
a. ingewands- en tussenwervelschijfbreuken tenzij verzekerde be- wijst dat de breuk door een ongeval van buitenaf is veroorzaakt;
b. ongevallen aan Verzekerde overkomen gedurende de tijd dat hij
20
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
kennelijk door – anders dan op medisch voorschrift – gebruik van verdovende of bedwelmende of opwekkende middelen bui- ten staat was alle maatregelen ter voorkoming van ongevallen te nemen, tenzij er geen oorzakelijk verband tussen het ’gebruik’ en het ’ongeval’ bestaat; alcoholhoudende dranken worden geacht niet zulke middelen te zijn;
c. ongevallen veroorzaakt doordat Xxxxxxxxxx zich in een ziekelijke toestand bevond.
Artikel 4
Verzekeringsgebied
1. Deze verzekering is geldig over de gehele wereld.
2. Het vliegtuigrisico is alleen gedekt indien als passagier luchtreizen worden gemaakt en dan nog slechts indien dit niet geschiedt met militaire straalvliegtuigen.
Artikel 5
Uitkeringen bij blijvende invaliditeit
1. Blijvende algehele invaliditeit wordt onder andere aangenomen bij volledig verlies of algehele onbruikbaarheid van beide armen of han- den, van beide benen of voeten, van een arm of hand tegelijk met een been of voet, bij volledige blindheid, bij ongeneeslijke stoornis der geestvermogens en bij algehele ongeneeslijke verlamming.
2. De uitkering bij blijvende gedeeltelijke invaliditeit is evenredig aan de mate der invaliditeit. Blijvende gedeeltelijke invaliditeit wordt onder andere aangenomen tot de hieronder vermelde percentages bij volledig verlies of algehele onbruikbaarheid van:
arm of hand 75%
been of voet 70%
duim 25%
wijsvinger 20%
ring- of middelvinger 12%
pink 10%
grote teen 10%
enige andere teen 5%
het gezichtsvermogen op een oog 60%
21
het gehoor op een oor 30%
het gehoor op beide oren 65%
3. Bij gedeeltelijk verlies of gedeeltelijke onbruikbaarheid wordt een evenredig percentage uitgekeerd. Bij verlies of onbruikbaarheid van meer vingers van eenzelfde hand wordt nooit meer uitgekeerd dan voor verlies of onbruikbaarheid van de gehele hand. Bij verlies of onbruikbaarheid van meer lichaamsdelen of organen wordt nooit meer uitgekeerd dan de voor algehele invaliditeit verzekerde som.
4. In alle in de tabel niet genoemde gevallen van invaliditeit wordt deze, met inachtneming van de uit deze tabel af te leiden verhoudin- gen, door een vanwege Assuradeuren daartoe aangewezen deskun- dige vastgesteld.
5. Bij verlies of onbruikbaarheid van een lichaamsdeel of orgaan, dat reeds voor het ongeval gedeeltelijk verloren of gedeeltelijk onbruik- baar was, is de uitkering evenredig aan de door het ongeval veroor- zaakte toeneming van de mate van invaliditeit.
6. Indien 6 maanden na een ongeval nog geen uitkering wegens blij- vende invaliditeit heeft plaatsgehad, vergoeden Assuradeuren van dat moment een rente van 6% per jaar over het bedrag dat uiteindelijk xxxxxxx van blijvende invaliditeit verschuldigd zal zijn. De uitkering voor blijvende invaliditeit moet uiterlijk na 2 jaar zijn vastgesteld.
Artikel 6
Verplichting bij ongeval
1. Men is verplicht binnen een week nadat de gevolgen van een onge- val zich openbaren kennis te geven van alle bijzonderheden met betrekking tot het ongeval en zijn gevolgen, en met name een ongevalsformulier volledig en waarheidsgetrouw in te vullen en alle verdere gevraagde inlichtingen dienaangaande volledig en waar- heidsgetrouw te verstrekken. De betrokken ongevalsformulieren zijn verkrijgbaar bij de secretaris van de begeleidingscommissie (telefoon 070 – 3286200) door wie tevens inlichtingen worden verstrekt. De betrokken ongevalsformulieren zijn tevens verkrijgbaar bij partijen bij deze CAO.
2. Verzekerde moet bij een ongeval zorgen voor de vereiste geneeskun- dige behandeling en voorts alles doen wat redelijkerwijs herstel bevorderen of verwikkelingen voorkomen kan.
3. Verzekerde moet na een ongeval Assuradeuren in de gelegenheid stellen hem een door Assuradeuren aangewezen geneeskundige te laten onderzoeken op tijd en plaats door die geneeskundige vast te
22
Bouwbedrijf
Voorziening bij Ongeval 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
stellen. De kosten verbonden aan een voor dit doel eventueel nood- zakelijk blijkende verpleging in een inrichting komen ten laste van Assuradeuren.
4. Bij een dodelijk of levensgevaarlijk ongeval zijn de belanghebben- den verplicht daarvan binnen 72 uur, doch in ieder geval voor de begrafenis of crematie telegrafisch of per expresse aangifte te doen bij de Makelaars en onverwijld alle bijzonderheden waarover zij de beschikking hebben of krijgen in te zenden, met overeenkomstige toepassing van lid 1.
5. Indien de in lid 1 en 4 bedoelde aangifte niet tijdig heeft plaatsge- had, vervalt elke aanspraak op uitkering tenzij ten genoegen van Assuradeuren wordt aangetoond dat redelijkerwijs van de verlate aangifte geen verwijt kan worden gemaakt of dat de belangen van Assuradeuren erdoor niet zijn geschaad.
6. Belanghebbenden zijn gehouden elke redelijkerwijs door Xxxxxxxxx- ren verlangde toestemming tot medewerking aan een onderzoek naar de doodsoorzaak te verlenen, zulks op straffe van verlies van elke aanspraak op uitkering.
Artikel 8
Mededelingen
Alle mededelingen die partijen aan elkaar wensen te doen of verplicht zijn te doen, gelden als gedaan zodra deze aan de Makelaars Xxxxxxx Hudig Hall Nederland te Rotterdam of Baneke Gra¨ffner te Amsterdam zijn afgezonden of op andere wijze te hunner kennis zijn gebracht.
Adres Xxxxxxx Hudig Hall Nederland
Xxxxxxx Hudig Hall, afdeling Employee Benefits Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxx
Telefoon: 010 – 448 89 11
Bijzondere voorwaarden
Duur: de verzekering is aangegaan op 1 januari 1975 te 00.00 uur en eindigt behoudens verlenging op 31 december 1997 te 00.00 uur.
Aanvang en einde van risicodekking: de risicodekking voor nieuwe werknemers vangt aan op de dag dat het dienstverband aanvangt te
23
00.00 uur. De risicodekking eindigt op de 28ste dag (te 24.00 uur) na de dag dat het dienstverband een einde neemt. Een en ander binnen de verzekeringstermijn.
Begunstiging
1. a. Xxxxxxx van overlijden geschiedt de uitkering aan:
– de echtgenote indien verzekerde op het moment van xxxxxxx- xxx xxxxxx is.
– de partner, zoals vermeld in het notarieel samenlevings- contract respectievelijk ,,verklaring van huwelijkse relatie’’, waarmee verzekerde op het moment van overlijden onge- huwd samenwoont.
Bij ontstentenis van de echtgenote c.q. partner geschiedt de uitkering aan de wettelijke erfgenamen of bij diens gebreke aan de testamentair erfgenamen.
b. In afwijking daarvan kan de werknemer een of meermalen een ander als begunstigde aanwijzen, in welk geval de aldus aange- wezene geldt als begunstigde vanaf het moment dat de Assura- deuren dan wel de Makelaars mededeling van die aanwijzing hebben ontvangen.
2. Ingeval van invaliditeit geschiedt de uitkering aan de Verzekerde zelf.
3. De aanwijzing van de begunstiging is voor de Contractanten onher- roepelijk.
24