MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 9732
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-02-2002, nr. 34
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR VERVROEGD UITTREDEN UIT DE METAAL EN TECHNISCHE BEDRIJFSTAKKEN
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van de Stichting Samenwerkende Metaal en Tech- nische Bedrijfstakken namens de in het aanhangsel bij dit besluit ge- noemde partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst Vervroegd Uit- treden uit de Metaal en Technische Bedrijfstakken, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek schriftelijke bedenkingen zijn inge- diend door:
A. de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU);
B. de Belangenvereniging Tankstations (BETA);
dat de bedenkingen als volgt kunnen worden samengevat: Ad A.
De NBBU is de werkgeversorganisatie voor uitzendondernemingen in het midden- en kleinbedrijf. De NBBU heeft een rechtsgeldige CAO voor uitzendkrachten. De NBBU vraagt dispensatie van de algemeen
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 2002 CAO97322002
CAO2097 1
verbindendverklaring van bepalingen van de onderhavige CAO voor de leden van de NBBU die vallen onder de werkingssfeer van de NBBU- CAO voor uitzendkrachten.
Ad B.
De Belangenvereniging Tankstations (BETA) verzoekt de bij BETA aan- gesloten leden te dispenseren van de onderhavige CAO. De door BETA afgesloten CAO Tankstationbranche is een rechtsgeldige CAO.
Overwegende ten aanzien van de bedenkingen;
Op ingebrachte bedenkingen wordt dispensatie verleent van het AVV- besluit aan werkgevers die direct gebonden zijn aan een eigen rechtsgel- dige CAO, welke dispensatie (onder bepaalde voorwaarden) geldig is voor opvolgende AVV-besluiten.
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Besluit:
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 2003 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Ver- vroegd Uittreden uit de Metaal en Technische Bedrijfstakken alsmede de daarbij behorende statuten en reglementen van de Stichting Vervroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstakken, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV, V, VI en VII is bepaald:
Artikel 1
Definities
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
A. SVUM of Stichting:
de Stichting Vervroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstak- ken (voorheen Stichting Vervroegd Uittreden uit de Metaalnijver- heid), gevestigd te ’s-Gravenhage;
B. Werkgever:
de in Nederland wonende natuurlijke persoon of de in Nederland gevestigde rechtspersoon, dan wel de maatschap, de vennootschap onder firma of de commanditaire vennootschap gevormd door twee of meer zodanige natuurlijke en/of rechtspersonen gezamenlijk, als- mede de in het Rijk in Europa gevestigde nevenvestiging van een
2
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
daarbuiten wonende natuurlijke persoon en/of een daarbuiten geves- tigde rechtspersoon, waarvoor op grond van artikel 1, eerste lid onder b, van de Handelsregisterwet 1918 een verplichting tot in- schrijving in het Handelsregister bestaat;
C. Werknemer:
degene die in dienst van een werkgever tegen xxxxxxx arbeid verricht, tenzij in de hierna volgende artikelen of reglementen anders is bepaald.
D. Metaal en Technische Bedrijfstakken (voorheen Metaalnijverheid): de hierna onder 1 t/m 14 genoemde takken van bedrijf, te weten:
1. het carrosseriebedrijf, waaronder wordt verstaan:
a. het vervaardigen, samenstellen, veranderen, onderhouden en/ of herstellen van wagens, zoals aanhangwagens, opleggers, caravans en kampeerwagens en de chassis daarvan, alsmede van carrosserieën, wisselcarrosserieën, carrosserieën ook wel aangeduid als containers, carrosseriesegmenten, carrosserie- plaatwerk, of delen daarvan, door toepassing van onder meer hout, houtprodukten, staal, ijzer, non-ferrometalen, beton, gips, glas, kunststof, zomede het be- en/of verwerken van deze materialen dan wel combinaties daarvan;
b. het aanbrengen en/of herstellen – ongeacht de gebruikte ma- terialen – van stofferingen aan onder a. bedoelde objecten, alsmede aan dan wel in motorvoertuigen, het – ongeacht de gebruikte materialen – vervaardigen van produkten die die- nen ter stoffering of bekleding zoals onder meer hoezen, cabrioletkappen en hemels;
c. het aanbrengen van beschermende lagen op onder a. bedoelde objecten door onder meer spuiten, schilderen, lakken en dom- pelen;
d. het aanbrengen van teksten en reclame op onder a. bedoelde objecten;
e. het richten, meten, controleren en uitlijnen bij het herstellen van chassis en/of carrosserieën met behulp van richten meet- apparatuur (richt- of meetbank, dan wel richtbank en mallen);
f. het verlengen, inkorten, versmallen en/of verbreden van chas- sis en/of carrosserieën;
Ten deze wordt verstaan onder:
wagen:
het gestel op wielen of glijvlakken om – anders dan langs spoorsta- ven – te worden voortbewogen voor het vervoer van personen en/of goederen, met uitzondering van rijwielen, bromfietsen, motorrijwie- len, motorvoertuigen, kinderwagens, landbouwtrekkers, landbouw-
3
werktuigen, en andere mechanische werktuigen, rijdende kranen, vorkheftrucks en bulldozers.
carrosserie:
de open of gesloten opbouw van een wagen dan wel een motorvoer- tuig, onder meer ter verkrijging van een wagen dan wel motorvoer- tuig met een speciale bestemming, zoals bijv. autobussen, brandweer- wagens, geldtransportwagens, koelwagens, ladderwagens, legerwa- gens, politiewagens, spaarbankwagens, tandartswagens, winkelwa- gens en ziekenwagens.
2. het elektrotechnisch bedrijf, waaronder wordt verstaan:
a. het ontwerpen1), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische zwak- en sterkstroominstallaties (elektro- technisch installatiebedrijf);
b. het ontwerpen1), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische- en elektronische installaties ten behoeve van signalering van en/of beveiliging tegen onbevoegde toe- gang, kwaadwillig gedrag en persoonlijke en/of materiële schade (elektrotechnisch beveiligingsinstallatiebedrijf);
c. het ontwerpen1), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van installaties op het gebied van aarding en kathodische bescher- ming (aardingsbedrijf);
d. het ontwerpen1), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van toestellen en installaties voor ontvangst, opslag, registratie, en/of distributie van signalen, en/of impulsen welke geschikt zijn en/of worden gebruikt voor de overdracht van geluid en/of beeld(en), elektronische geluidsversterkerinstallaties, alsmede bijbehorende hulptoestellen of onderdelen (radio- en televisie installatie- en reparatiebedrijf);
e. het ontwerpen1), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van installaties ten behoeve van ontvangst, bewerking, opslag en/of distributie van signalen, alsmede van overdracht van informatie (installatiebedrijf voor – collectieve – antennes, kabeltelevisie, telematica en overige (tele)communicatie);
f. het ontwerpen1), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, vervaardigen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig
1) Onder ontwerpen wordt verstaan, uitgaande van een programma van eisen, het omzetten van dit programma in een technische specificatie, waaronder mede wordt verstaan schets of blauwdruk, inclusief de daarbij behorende software (bijv. besturings- systemen). Ontwerpen wordt alleen dan tot de werkingssfeer van werkgever geacht te behoren indien het ontwerp wordt gemaakt ten behoeve van door werkgever zelf aan te leggen, te wijzigen, te demonteren, te herstellen, te onderhouden, of bedrijfsvaardig op te leveren installaties.
4
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
opleveren van lichtinstallaties met gasontladingsbuizen van hoge spanning, waaronder begrepen het monteren en demon- teren van deze buizen, alsmede algemene reclame- verlichtingsinstallaties voor zover deze niet binnen een pand functioneren (lichtreclamebedrijf);
g. het ontwerpen1), aanleggen, herstellen, wijzigen, demonteren, vervaardigen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektriciteits-distributienetten, straat- en terrein- verlichting, elektrotechnische bewegwijzeringsinstallaties, elektrotechnische verkeersregel-, verkeersmeting- en verkeers- controle-installaties en elektrotechnische parkeerregel- installaties (elektrotechnisch nettenbouw- en buiteninstallatie- bedrijf);
h. het ontwerpen1), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische- en elektronische installaties, of onderdelen daarvan ten behoeve van ontvangst, distributie, zichtbare en/ of hoorbare overdracht van informatie, alsmede informatie- verwerking en regeling van industriële produktieprocessen of andere mechanische bedrijfsvoorzieningen (communicatie- en industriële automatiseringsinstallatiebedrijf);
i. het ontwerpen, aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische installaties ten behoeve van exposities, beur- zen, evenementen of feestverlichting (tentoonstellingsinstal- latiebedrijf);
j. het met het oog op het gebruik van huishoudelijke elektro- technische verbruikstoestellen bedrijfsmatig aanleggen, wijzi- gen, herstellen, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van een aansluitpunt op een bestaande eindgroep van een sterkstroominstallatie (elektro-aansluitbedrijf);
k. het ontwerpen, aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische en elektronische installaties en/of onderde- len daarvan aan boord van zich op zee bevindende objecten welke niet over een eigen voortstuwing beschikken (elektro- technisch off-shore installatiebedrijf).
l. het wikkelen of herstellen van elektrotechnische machines en gebruiks- en verbruikstoestellen voor sterk- en zwakstroom- installaties (elektrotechnisch wikkelbedrijf);
m. het monteren en bedraden van elektrotechnische- en elektro-
5
nische apparatuur van bedienings-, schakel- en signalerings- panelen (elektrotechnisch paneelbouwbedrijf);
n. het demonteren, repareren, monteren, vervangen, wijzigen, onderhouden en gebruiksgereed opleveren van apparaten, in- stallaties, toestellen, voorwerpen e.d. die elektrische energie afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken (elektrotechnisch reparatiebedrijf).
3. de goud- en zilvernijverheid, waaronder wordt verstaan: het ver- vaardigen van:
a. gebruiksvoorwerpen van edele metalen, al of niet samen- gaande met het vervaardigen van gebruiksvoorwerpen van andere non-ferro-metalen;
b. sieraden en monturen van edele metalen, al of niet samen- gaande met het vervaardigen van sieraden en monturen van andere non-ferro-metalen;
c. medailles, insignes enz. van edele metalen, al of niet samen- gaande met het vervaardigen van medailles, insignes enz. van andere non-ferro-metalen; alsmede
d. het herstellen van, dan wel het verrichten van deelbewerkin- gen aan of voor de hierboven genoemde voorwerpen, waar- onder begrepen het essayeren en/of het scheiden van edele metalen.
4. het isolatiebedrijf, waaronder wordt verstaan:
het aanbrengen, herstellen, bekleden, afwerken en/of onderhou- den van isolerende materialen
– ter voorkoming of beperking van warmte- of koudeverlies,
– tegen vuur, vocht, geluid en/of vibratie,
bij industrieën, aan technische installaties en aan boord van sche- pen, zoals apparaten, kanalen, leidingen, tanks en dergelijke, voorts in ruimten, zoals koel- en vriescellen, ketelen machine- ruimten, studio’s en dergelijke.
5. het loodgieters-, fitters-, centrale verwarmingsbedrijf en koel- technisch installatiebedrijf, waaronder wordt verstaan:
a. het aanleggen, veranderen, herstellen, onderhouden of ont- stoppen van huisrioleringen; het vervaardigen, aanbrengen, herstellen of onderhouden van uit aluminium, zink, lood of koper bestaande dakbedekkingen of onderdelen daarvan, be- kledingen aan of op bouwwerken, afvoerpijpen voor regen- water of onderdelen daarvan; het aanleggen, veranderen, her- stellen of onderhouden van installaties voor gas- of watervoorziening of gedeelten daarvan; het aanleggen, veran- deren, herstellen of onderhouden van brandleidingen, sprin- klerinstallaties of sanitaire installaties of gedeelten daarvan;
b. het monteren, repareren of onderhouden van installaties of onderdelen daarvan voor centrale verwarming, warm- watervoorziening, luchtbehandeling, ventilatie en koeling;
c. het plaatsen en monteren of repareren van koel- en vriesin-
6
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
stallaties en installaties voor luchtbehandeling en ventilatie (deze laatste in koeltechnische zin).
6. het metaalbewerkingsbedrijf, waaronder wordt verstaan:
het be- en/of verwerken van metaal, waaronder onder meer wordt verstaan:
a. het aanleggen, assembleren, construeren, demonteren, draaien, emailleren, forceren, gieten, herstellen, lassen, monteren, on- derhouden, persen, pletten, samenstellen, slopen, smeden, trekken, vervaardigen, walsen van metaal (waaronder o.m. te verstaan: aluminium, blik, brons, koper, lood, messing, staal, tin, ijzer, zink, en legeringen of composities hiervan) of van metalen voorwerpen, alles in de ruimste zin van het woord, zoals: apparaten, appendages, automaten, automobielen, beel- den, benzinepompen, beregeningsinstallaties, bliksemaflei- ders, blikwaren, bouten, brandkasten, bruggen, buizen, cap- sules, containers niet zijnde carrosserieën, draad, draadnagels, drijfwerk, elektroden, gaas, gemotoriseerde rijwielen, gereed- schappen, haarden, instrumenten (waaronder optische appara- ten), jalouzieën, kachels, ketels kinderwagens, klinknagels, knopen, kroonkurken, machines, matrassen, matrijzen, meters (o.a. gas-, elektriciteits-, water- en taximeters), meubelen, moeren, motoren, motorrijwielen, muziekinstrumenten, on- derdelen, ovens, ramen, reservoirs, rolhekken, rollend mate- riaal, rolluiken, rijwielen, schaatsen, schepen (alle vaartuigen hoe ook genaamd en van welke aard ook), schroeven, schuif- en sierhekken, sluitingen, stempels, stoomketels, tanks, toe- stellen, tuben, uurwerken, werktuigen (waaronder mede be- grepen kracht- en arbeidswerktuigen, landbouwmachines,
-tractoren en -werktuigen) en zonweringen;
b. het vervaardigen van apparaten, installaties, stoffen, toestel- len, voorwerpen e.d., ongeacht de aard van het materiaal, die elektrische energie of haar componenten afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, trans- formeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneem- baar maken, zoals produkten dienende tot het meten, mute- ren, schakelen, transformeren en voortbrengen van elektrisch arbeidsvermogen; elektromotoren, elektrische huishoudelijke en industriële toestellen met en zonder elektrische beweeg- kracht, elektrische ovens, fornuizen, apparatuur voor het elek- trisch lassen en accumulatoren; produkten dienende tot het ondergronds transport van elektrisch arbeidsvermogen (grond- kabel), en geïsoleerde draad;
7
installatiemateriaal, waaronder smeltveiligheden;
apparaten en instrumenten op het gebied van telefonie, tele- grafie en andere telecommunicatiedoeleinden; gloeilampen, gasontladingsbuizen voor hoge en lage spanningen en elek- tronenbuizen; droge batterijen; radio-, radar-, televisie-, zend-, ontvang- en van alle overige elektronische apparatuur, daar- onder begrepen elektro-medische toestellen en instrumenten en computers.
c. het staalblazen en/of gritstralen van metalen voorwerpen;
d. het verzinken en/of vertinnen, voorzover dit niet langs gal- vanotechnische weg geschiedt;
7. het galvanotechnisch bedrijf, waaronder wordt verstaan:
het door middel van op elektrochemische of op andere wijze aan- brengen van metaalneerslag op voorwerpen, het oxyderen of het polijsten van metalen.
8. het hand- en machinegraveerbedrijf, waaronder wordt verstaan: het graveren in metaal of andere stoffen.
9. het modelmakersbedrijf, waaronder wordt verstaan:
het vervaardigen, repareren en wijzigen van gietmodellen, vorm- platen en coquilles.
10. het lakken, moffelen, slijpen en/of polijsten van metaal, het aan- brengen van coatings van kunststoffen op metaal; het herstellen van naaimachines; het vervaardigen en/of herstellen van roeibo- ten, kleine zeilboten, kano’s, schepen (alle vaartuigen hoe ook genaamd en van welke aard ook) van hout.
12. het motorvoertuigenbedrijf en het tweewielerbedrijf, waaronder wordt verstaan:
a. het herstellen, veranderen, onderhouden, monteren, reviseren of vervangen van een of meer onderdelen of van delen daar- van van motorvoertuigen en/of tweewielers en/of caravans en/of aanhangwagens;
b. aan het publiek verkopen van motorvoertuigen en/of twee- wielers en/of caravans en/of aanhangwagens, onderdelen of delen daarvan, en/of motorbrandstoffen en/of smeermiddelen;
c. het stallen en/of wassen van motorvoertuigen en/of tweewie- lers en/of caravans en/of aanhangwagens;
d. het verhuren van motorvoertuigen, en/of tweewielers, en/of caravans en/of aanhangwagens;
e. het takelen en bergen van motorvoertuigen; Ten deze wordt verstaan onder:
– motorvoertuigen: personenauto’s, bedrijfsauto’s, trucks en op- leggers, kampeerauto’s, race-auto’s;
– tweewielers: motorrijwielen, bromfietsen, heren-, dames- en kinderfietsen, transportfietsen, invalidewagens en carriers (driewielers);
– caravans: toercaravans, vouwcaravans, vouwwagens, stacara- vans;
– onderdelen of delen daarvan: motor, chassis, frame, wielen,
8
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
vering, stuurinrichting, instrumenten, transmissiesysteem, remsysteem, brandstoftoevoersysteem, uitlaatsysteem, koel- systeem, schokdempers, vloeistof voor krachtoverbrenging, hydraulische systemen, remvloeistof, alsmede die electro- technische uitrustingsstukken, welke bestemd zijn om perma- nent op het circuit te worden aangesloten en tevens een wezenlijk bestanddeel van het mechanisme vormen.
Indien de werkzaamheden met betrekking tot fietsen en bromfietsen uitsluitend worden uitgeoefend in een N.S.-rijwielstalling is deze overeenkomst niet van toepassing.
13. het rolluiken-, markiezen- en zonweringsbedrijf, waaronder wordt verstaan:
het aanbrengen, assembleren, herstellen, leasen, opbergen, ver- handelen, verhuren, vervaardigen van binnenzonwering en/of buitenzonwering en/of afsluitingen, ongeacht de bestemming en/ of het gebruiksdoel.
Ten deze wordt verstaan onder:
binnenzonwering:
Binnen het gebouw, woning, bedrijfspand, winkel en/of enige andere localiteit, ongeacht de aard, bestemming en/of gebruiks- doel, aan te brengen voorzieningen al dan niet uitsluitend ter wering van zon- en/of daglicht, ter verfraaiing van het interieur, ter afsluiting en/of afscherming, ter decoratie, ter verhoging van de privacy zoals:
a. zonwerende gordijnen vervaardigd uit natuurlijke vezels of kunststofvezels, al dan niet op de rugzijde voorzien van reflecterend materiaal;
b. vouwgordijnen vervaardigd uit natuurlijke vezels of kunststof- vezels, al dan niet op de rugzijde voorzien van reflecterend materiaal;
c. rolgordijnen, al dan niet op de rugzijde voorzien van reflec- terend materiaal;
d. horizontale jaloezieën gevormd door kantelbare lamellen ver- vaardigd van aluminium en/of enig ander materiaal;
e. verticale jaloezieën gevormd door kantelbare lamellen van ongeacht welk materiaal;
f. zonwerende foliën, etalage-foliën, veiligheidsfoliën, glas- coatings;
g. jaloezieën en/of andere voorzieningen tussen dubbele begla- zing.
9
buitenzonwering:
Buiten het gebouw, woning, bedrijfspand, winkel en/of enige andere localiteit, ongeacht de aard, bestemming en/of gebruiks- doel, aan te brengen voorzieningen al dan niet uitsluitend ter wering van zon- en/of daglicht, ter afscherming en/of afsluiting, ter verhoging van de privacy, ter verfraaiing van het exterieur, ter beveiliging, zoals:
a. markiezen, al dan niet beweegbaar en al dan niet voorzien van een raamwerk en kap van enig materiaal, bekleed met materiaal van welke aard ook;
b. horizontaal beweegbare schermen, voorzien van enigerlei armconstructie en een doekrol van enig materiaal en voorzien van katoendoek, synthetisch doek en/of doek van enig ander materiaal;
c. verticaal beweegbare schermen bewegende langs zijgeleiders, vervaardigd uit enig materiaal;
d. rolluiken, al dan niet dubbelwandig, al dan niet opengestanst, al dan niet – volledig – doorzichtig, bestaande uit profielen van enig materiaal die op enigerlei wijze ten opzichte van elkaar scharnieren;
e. niet beweegbare zonneluifels, gemonteerd aan vaste dragers;
f. terrasoverkappingen, al dan niet beweegbaar. afsluitingen:
Al die middelen die hetzij binnen hetzij buiten het gebouw, woning, bedrijfspand, winkel en/of enige andere localiteit, onge- acht de aard, bestemming en/of gebruiksdoel worden aangewend, al dan niet uitsluitend ter verduistering, afscherming en/of afslui- ting, beveiliging in de ruimste zin des woords, separatie, compar- timentering, zoals:
a. verduisteringsgordijnen hetzij oprolbaar, hetzij schuifbaar;
b. vouwdeuren en vouwwanden al dan niet voorzien van geluids- isolatie;
c. rolhekken, verticaal oprolbaar en samengesteld uit rond of plat materiaal van welke aard dan ook en/of uit aanéénge- schoven strippen en/of plaatjes van enig materiaal;
d. schuifhekken, naar de zijkant wegschuifbaar en vervaardigd uit aluminium of staal en/of enig ander materiaal;
e. rolluiken, al dan niet dubbelwandig, al dan niet opengestanst, al dan niet – volledig – doorzichtig, bestaande uit profielen van enig materiaal die op enigerlei wijze ten opzichte van elkaar scharnieren;
f. horren al dan niet oprolbaar en/of hordeuren al dan niet oprol- baar of schuifbaar;
g. voorzetluiken en voorzethekken, vervaardigd uit hout, alumi- nium en/of enig ander materiaal.
14. het zeilmakers-, dekkledenvervaardigers- en scheepstuigersbe- drijf en de scheepsbenodigdhedenhandel, waaronder wordt ver- staan:
10
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
het vervaardigen, verhandelen, herstellen en/of verhuren van zei- len, dekkleden en scheepstuig en/of de handel in scheeps- benodigdheden;
15. Onder vervaardigen wordt in het voorafgaande mede verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken produkten.
16. Tot de onder 2 sub 1 t/m n en tot de onder 6 sub a t/m d ver- melde takken van bedrijf behoren alleen ondernemingen waarin, rekening houdende met het in die bedrijfstakken geldende nor- male aantal arbeidsuren, in de regel gedurende minder dan 1200 uren per week door bij die onderneming in dienst zijnde werk- nemers werkzaamheden worden verricht.
17. Een onderneming die in verband met het aantal arbeidsuren van haar werknemers behoort tot de onder 2 sub 1 t/m n, dan wel onder 6 sub a t/m d vermelde takken van bedrijf, behoort, indien het bedoelde aantal arbeidsuren per week in die onderneming, rekening houdende met het in die bedrijfstakken geldende nor- male aantal arbeidsuren, gedurende een ononderbroken periode van onderscheidenlijk 3, 2 of 1 jaar, te rekenen vanaf 1 januari van enig jaar, ten minste heeft bedragen onderscheidelijk 1200, 2000 of 3000, na afloop van die periode met inachtneming van het hierna in punt 18 bepaalde, tot de metaalindustrie.
18. De in punt 17 bedoelde onderneming behoort tot de metaalindus- trie met ingang van de eerste dag van het eerstvolgende kalen- derjaar aanvangende na afloop van de in punt 17 genoemde perioden.
19. Ondernemingen waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in hoofdzaak behoort tot de onder 2 sub l t/m n dan wel onder 6 sub a t/m d vermelde takken van bedrijf waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die zijn ingeschreven bij de Sector Metaal en Technische Bedrijfstakken (voorheen Bedrijfsvereniging voor de Metaal- nijverheid) doch waarbij op of voor genoemde datum gelet op dat criterium aansluiting bij de Sector Metaalindustrie of Sector Elektrotechnische Industrie (voorheen te zamen de Bedrijfsvere- niging voor de Metaalindustrie en Electrotechnische Industrie) had moeten plaatsvinden, blijven behoren tot de Metaal en Tech- nische Bedrijfstakken.
20. In geval van rechtsopvolging van een onderneming als hiervoor in punt 17 en 19 bedoeld, wordt voor de toepassing van het in punt 17 en punt 19 bepaalde aangenomen dat sprake is van een- zelfde aansluiting.
11
21. Indien een onderneming als bedoeld in punt 19 in het kader van het bepaalde bij of krachtens de Organisatiewet Sociale Verzeke- ring overgaat naar de Sector Metaalindustrie of Sector Elektro- technische Industrie (voorheen te zamen de Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en Electrotechnische Industrie) behoort die onderneming met ingang van dezelfde datum tot de metaal- industrie.
22. De Commissie Werkingssfeer1) ziet toe op de toepassing van de met betrekking tot de indeling en de overgang van ondernemin- gen in de punten 16 t/m 21 gestelde regelen.
23. Ongeacht het aantal arbeidsuren gedurende welke in de regel per week door bij die ondernemingen in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht, behoren niet tot de Metaal en Technische Bedrijfstakken ondernemingen, waarin uitsluitend of in hoofdzaak een of meer van de volgende bedrijven worden uit- geoefend:
a. het walsen van staal;
b. het ijzer- en staalgietersbedrijf;
c. het vervaardigen en/of herstellen van vliegtuigen;
d. het vervaardigen en/of herstellen van liften.
Onder vervaardigen dient eveneens te worden verstaan het assemble- ren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen.
E. Werkgever in de Metaal en Technische Bedrijfstakken (voorheen werkgever in de Metaalnijverheid):
Onder ,,werkgever in de Metaal en Technische Bedrijfstakken’’ (voor- heen werkgever in de Metaalnijverheid) wordt in deze CAO verstaan de werkgever bij wie het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij de werkzaamhe- den zoals uitgeoefend in de hiervoren omschreven takken van be- drijf, groter is dan het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij werkzaamheden uit- geoefend in enige andere tak van bedrijf, blijvende bij de hiervoren omschreven vergelijking de economische functie van elk der werk- zaamheden buiten beschouwing.
1) De Commissie Werkingssfeer is samengesteld door de Stichting Raad van Overleg in de Metaalindustrie en de Stichting Samenwerkende Metaal en Technische Bedrijfstak- ken.
Het secretariaat van de Commissie Werkingssfeer is gevestigd: Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxx (XX), telefoon 070-3160325.
In de commissie hebben tevens zitting het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalindus- trie en het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken.
12
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 2
Stichting Vervroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstakken
1. Er is een Stichting Vervroegd Uittreden Metaal en Technische Be- drijfstakken (SVUM). De statuten en de reglementen van de SVUM maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.
2. De in lid 1 genoemde Stichting heeft o.m. ten doel om, onder de voorwaarden als in de betreffende reglementen nader is bepaald, uit- keringen te verstrekken (ter vervanging van salaris) aan degenen die, op een door partijen overeengekomen leeftijd, vrijwillig geheel of gedeeltelijk hun dienstverband in de Metaal en Technische Bedrijfs- takken beëindigen. Gedeeltelijke beëindiging van het dienstverband behoeft de instemming van de werkgever.
Deze leeftijd is 60 jaar of ouder vóór 1 januari 1999.1)
Artikel 3
Werkgeversbijdrage en inhoudingspercentage
1. De werkgever in de Metaal en Technische Bedrijfstakken is aan de
S.V.U.M. een bijdrage verschuldigd van 1,14% van de loonsom voor 2000.
2. De werkgever heeft van de door hem in lid 1 bedoelde verschuldigde bijdrage recht op verhaal van 0,38% op het salaris van de werkne- mer over de periode 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000. De werkgever die in het kader van artikel 39 van de arbeidsvoor- waarden CAO’n in de Metaal en Technische Bedrijfstakken vòòr 1 januari 1995 meer dan 1% inhield op het salaris van de werknemer mag het meerdere boven 1%, optellen bij het in de eerste volzin ver- melde inhoudingspercentage tot maximaal 1,14%. Voor de werkge- ver die op of nà 1 januari 1995 tot de Metaal en Technische Bedrijfs- takken wordt gerekend dan wel de werknemer die op of nà 1 januari 1995 in dienst treedt bij een werkgever in de Metaal en Technische Bedrijfstakken, geldt vanaf 1 januari 2000 als inhoudingspercentage maximaal 1,14%.
1) Aanmelding dient te geschieden bij de SVUM, Postbus 5210, 2280 HE Rijswijk (ZH).
13
Een en ander overeenkomstig het bepaalde in het financierings- reglement.
3. Ten behoeve van de vaststelling van de verschuldigde bijdrage doet de werkgever aan de administrateur van de SVUM opgave van de bij hem in dienst zijnde werknemers door vermelding van namen, adressen, woonplaatsen en geboortedata, alsmede van de jaarsalaris- sen.
4. Bij gebreke van de in lid 3 bedoelde opgave is de SVUM gerechtigd de betreffende gegevens naar beste weten te schatten.
5. De werkgever voldoet aan de in lid 1 genoemde verplichting door het bedrag waarvoor hij door de SVUM is aangeslagen, binnen de daarbij gestelde termijn aan de SVUM over te maken.
Artikel 4
Pensioenopbouw
De pensioenrechten van de uitkeringsgerechtigde zullen op gelijke wijze door de werkgever worden opgebouwd/gehandhaafd als wanneer het dienstverband (ongewijzigd) zou zijn voortgezet.
14
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
STATUTEN VAN DE STICHTING VERVROEGD UITTREDEN METAAL EN TECHNISCHE BEDRIJFSTAKKEN
Artikel 1
Begrippen
In deze statuten wordt verstaan onder:
CAO:
De collectieve arbeidsovereenkomst Vervroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstakken (voorheen: de collectieve arbeidsovereen- komst Vervroegd Uittreden uit de Metaalnijverheid);
Metaal en Technische Bedrijfstakken (voorheen Metaalnijverheid): de bedrijfstakken, omschreven in de CAO;
Federatie:
de Federatie van Werkgeversorganisaties Metaaltechniek, statutair ge- vestigd te ’s-Gravenhage;
werkgevers- respectievelijk werknemersorganisaties:
de respectieve partijen bij de vorengenoemde collectieve arbeidsover- eenkomst.
Artikel 2
Naam, zetel en duur
1. De stichting is genaamd:
,,Stichting Vervroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstak- ken’’, hierna te noemen SVUM Zij is gevestigd te ’s-Gravenhage.
2. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Artikel 3
Doel
De stichting heeft ten doel om, op de voet en onder de voorwaarden als in de betreffende reglementen nader is bepaald, uitkering te verstrekken (ter vervanging van salaris) aan degenen die, op de leeftijd genoemd in de CAO, vrijwillig hun dienstverband in de Metaal en Technische Bedrijfstakken beëindigen.
De stichting stelt zich mede ten doel het innen en beheren van gelden ter financiering van vorengenoemde doeleinden.
15
Artikel 4
Bestuur
1. Het bestuur van de SVUM bestaat uit tien leden, te weten vijf werkgeversleden en vijf werknemersleden.
2. De werkgeversleden worden benoemd door de Federatie. De werknemersleden worden benoemd door de werknemersorganisaties. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van twee jaar; zij zijn terstond herbenoembaar. In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
3. Het orgaan dat casu quo de organisatie die een bestuurslid benoemde kan die benoeming te allen tijde intrekken, en in plaats daarvan een ander bestuurslid benoemen.
4. Ingaande 1 januari negentienhonderd negenentachtig benoemen de werkgeversleden casu quo de werknemersleden beurtelings voor één jaar uit hun midden de voorzitter.
In het jaar dat een werkgeverslid voorzitter is, is een door de werknemersleden te benoemen werknemerslid plaatsvervangend voorzitter.
In het jaar dat een werknemerslid voorzitter is, is een door de werkgeversleden te benoemen werkgeverslid plaatsvervangend voor- zitter.
De plaatsvervangend voorzitter vervangt de voorzitter bij diens ver- hindering of afwezigheid.
5. Voor het jaar dat een werkgeverslid voorzitter is benoemen de werknemersleden uit hun midden een secretaris en een plaatsvervan- gend secretaris, en benoemen de werkgeversleden uit hun midden een penningmeester en een plaatsvervangend penningmeester. Voor het jaar dat een werknemerslid voorzitter is benoemen de werkgevers- leden uit hun midden een secretaris en een plaatsvervangend secre- taris, en benoemen de werknemersleden uit hun midden een penning- meester en een plaatsvervangend penningmeester. De plaatsvervan- gend secretaris dan wel de plaatsvervangend penningmeester vervan- gen de secretaris dan wel de penningmeester in geval van verhinde- ring of afwezigheid.
6. De Federatie en de werknemersorganisaties kunnen één of meer plaatsvervangende leden in het bestuur benoemen. De plaatsvervan- gende leden hebben het recht de bestuursvergadering te allen tijde bij te wonen, doch hebben slechts een adviserende en geen beslissende stem.
Het bepaalde in de leden 2 en 3 van dit artikel is op de plaatsver- vangende leden eveneens van toepassing.
16
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
7. Indien door de Minister belast met sociale zaken de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg met het bestuur en de Minister een waarnemer toegelaten. Xxxxxxxxxx zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen en ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken.
Artikel 5
Bestuursbevoegdheden en vertegenwoordiging
1. Het bestuur is belast met het besturen van de zaken van de SVUM, het beheer van haar vermogen, alsmede het innen van gelden en het doen van uitkeringen; het bestuur is bevoegd, met inachtneming van het in deze statuten bepaalde, tot alle rechtshandelingen, gene uitge- zonderd, met name ook tot het sluiten van die overeenkomsten, waarvoor het regelend recht een beperking kent.
2. Het bestuur beslist in alle zaken waarin de beslissing niet is opge- dragen of gedelegeerd aan andere organen van de stichting.
3. De SVUM wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voor- zitter en de secretaris gezamenlijk.
Artikel 6
Bureau
1. Het bestuur kan de uitvoering van de werkzaamheden, verbonden aan het secretariaat en het penningmeesterschap, zomede andere door het bestuur te bepalen taken, opdragen aan een directeur. De directeur handelt in deze in opdracht van en onder verantwoordelijk- heid van het bestuur.
2. De directeur wordt benoemd en ontslagen door het bestuur; het ove- rige personeel van de SVUM wordt benoemd en ontslagen door het bestuur, op voorstel van de directeur.
Artikel 7
Besluitvorming
1. De gezamenlijke werkgeversleden brengen, evenals de gezamenlijke
17
werknemersleden in het bestuur in het totaal zestig stemmen uit, met dien verstande dat ieder bestuurslid afzonderlijk een aantal stemmen uitbrengt dat gelijk is aan het quotiënt dat gevormd wordt door het getal zestig te delen door het aantal aanwezige of bij volmacht ver- tegenwoordigde leden van zijn groep.
2. Besluiten kunnen slechts rechtsgeldig worden genomen, indien zo- wel aan werkgevers- als aan werknemerszijde ten minste drie be- stuursleden aanwezig of bij volmacht vertegenwoordigd zijn en bij de stemming zich aan elke zijde ten minste zesendertig stemmen voor aanvaarding van het besluit verklaren.
3. In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid kan een besluit tot vaststelling, wijziging of aanvulling van de statuten of reglemen- ten, een besluit als bedoeld in artikel 12, lid 2, en een besluit tot ont- binding van de SVUM slechts rechtsgeldig worden genomen, indien zowel aan werkgevers- als aan werknemerszijde ten minste vier bestuursleden aanwezig of bij volmacht vertegenwoordigd zijn en bij de stemming zich aan elke zijde ten minste zesendertig stemmen vóór aanvaarding van het besluit verklaren.
4. Over zaken wordt bij voorkeur mondeling en over personen schrif- telijk gestemd. Schriftelijke stemming geschiedt met behulp van stembriefjes, welke een naar de groep van bestuursleden onderschei- den waarmerk dragen.
5. De leden van het bestuur zijn bevoegd zich door een daartoe schrif- telijk gevolmachtigd ander lid van het bestuur te doen vertegenwoor- digen.
6. Voorts kunnen buiten vergadering rechtsgeldige besluiten worden genomen, mits schriftelijk (telegrafisch, per telex of per telefax) en met eenparigheid van stemmen van alle bestuursleden. Een dergelijk besluit staat gelijk met een besluit genomen in een vergadering.
Artikel 8
Geldmiddelen
1. De geldmiddelen van de SVUM bestaan uit:
a. het door de oprichter afgezonderd bedrag van in totaal tweehon- derd gulden (f 200,–);
b. bijdragen van werkgevers welke zijn vastgesteld bij of krachtens een (algemeen verbindend verklaarde) bepaling van de CAO;
c. hetgeen door erfstelling, legaat of schenking wordt verkregen;
d. de inkomsten uit het vermogen van de SVUM;
e. andere inkomsten en toevallige baten.
18
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
Artikel 9
Begroting
1. Uiterlijk in de maand september worden de begrotingen van inkom- sten en van uitgaven voor het eerstvolgende kalenderjaar vastgesteld.
2. De begroting van inkomsten vermeldt in elk geval de geraamde opbrengst van de bijdragen, bedoeld in artikel 8 lid 1 sub b.
3. De begroting van uitgaven vermeldt in elk geval ramingen ter zake van:
a. de kosten van de SVUM;
b. de kosten van de inning van de bijdragen, bedoeld in artikel 8 lid 1 sub b, indien de inning van deze bijdragen aan derden is opge- dragen;
c. het bedrag bestemd voor financiering van het doen van uitkerin- gen, bedoeld in artikel 3.
4. De begroting wordt voor betrokkenen ten kantore van de Stichting ter inzage gelegd en een afschrift daarvan zal op verzoek worden toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.
Artikel 10
Jaarverslag; rekening en verantwoording
1. Uiterlijk in de maand juni brengt de secretaris aan het bestuur ver- slag uit van de werkzaamheden der SVUM in het voorafgaande kalenderjaar, en legt de penningmeester rekening en verantwoording af over het door hem in de genoemde periode gevoerde beheer. De rekening en verantwoording vindt plaats onder overlegging van een rapport van een door het bestuur benoemde externe registeraccoun- tant.
2. Het bestuur van de SVUM stelt jaarlijks een verslag op, dat een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het ver- mogen van de SVUM en van de ontwikkeling daarvan gedurende het
19
boekjaar; in dit verslag wordt door het bestuur rekenschap van het gevoerde beleid afgelegd.
3. Het in sub 2 bedoeld verslag moet zijn gecontroleerd door een externe registeraccountant.
4. Het verslag wordt ter inzage van de bij de SVUM betrokken werk- gevers en werknemers neergelegd:
a. ten kantore van de SVUM;
b. op een of meer door de Minister xxxxxx met sociale zaken aan te wijzen plaatsen.
5. Het verslag wordt op aanvraag van de bij de SVUM betrokken werk- gevers en werknemers toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.
Artikel 11
Goedkeuring van de jaarstukken
De jaarstukken bedoeld in de artikelen 9 en 10 worden door het bestuur niet goedgekeurd en vastgesteld dan nadat één maand is verstreken sinds het bestuur de bedoelde stukken heeft toegezonden aan de Federatie en de werknemersorganisaties.
Artikel 12
Werkgeversbijdragen
1. De methode van de berekening van de bijdrage, genoemd in artikel 8 lid 1 sub b, alsmede de wijze van incassering daarvan, worden bij reglement als bedoeld in artikel 14 vastgesteld.
2. De hoogte van de in het vorige lid bedoelde bijdrage wordt door het bestuur van de SVUM vastgesteld.
3. Tot gerechtelijke invordering der bijdragen wordt niet overgegaan dan krachtens besluit van het bestuur.
4. Het bestuur verstrekt aan de werkgeversorganisaties alle gewenste, met de inning verband houdende, inlichtingen.
Artikel 13
Besteding van de geldmiddelen
1. De geldmiddelen als bedoeld in artikel 8 lid 1 worden aangewend:
a. tot het doen van uitkeringen als bedoeld in artikel 3;
20
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
b. tot het betalen aan daartoe bevoegde (uitvoerings)organen van pensioenpremie, alsmede van premies in het kader van de Sociale Verzekeringswetgeving en/of ingevolge de Ziekenfondswet, alles voor zover deze premies niet ten laste komen van de uitkerings- gerechtigde;
c. tot het betalen van, ten laste van de uitkeringsgerechtigde ko- mende premies als bedoeld onder b, alsmede van verschuldigde loonbelasting en van andere afdrachten, bij de wet verplicht gesteld, ter zake van of verband houdende met de in artikel 3, bedoelde uitkeringen;
d. tot betaling van casu quo reservering voor kosten verband hou- dende met de uitvoering van de werkzaamheden van de SVUM
2. Voorzover gelden van de SVUM voor belegging beschikbaar zijn, worden deze gelden door het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daaraan te stellen eisen van liquiditeit, rendement en risicoverdeling.
3. Gerede gelden, effecten en/of geldswaardige papieren worden zoveel mogelijk in bewaring gegeven bij algemene handelsbanken.
4. Het bestuur zal de kosten van beheer van de geldmiddelen en de wijze van verrekening vaststellen.
Artikel 14
Reglementen
1. Het bestuur kan voor de uitvoering van zijn taak een of meer regle- menten vaststellen.
2. Een besluit tot vaststelling van een reglement wordt niet genomen dan nadat drie weken zijn verstreken sinds de dag waarop het in lid 1 bedoelde voorstel door het bestuur is toegezonden aan de Federa- tie en de werknemersorganisaties.
3. In geval van wijziging van een reglement zijn de voorgaande leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
4. De in lid 1 bedoelde reglementen mogen geen bepalingen bevatten welke in strijd zijn met deze statuten.
21
Artikel 15
Statutenwijziging
1. Het bestuur is bevoegd tot wijziging van de statuten.
Artikel 14 lid 2 is van overeenkomstige toepassing, met dien ver- stande dat voor de aldaar genoemde termijn van drie weken gelezen dient te worden: één maand.
2. De wijziging van de statuten moet bij notariële akte tot stand komen.
3. De reglementen alsmede de in deze statuten en in de reglementen aangebrachte wijzigingen treden niet in werking alvorens een volle- dig exemplaar van die stukken onderscheidenlijk van de wijzigingen daarin, door het bestuur ondertekend voor een ieder ter inzage is neergelegd ter Griffie van het Kantongerecht binnen welks ressort de SVUM is gevestigd.
Artikel 16
Ontbinding
1. Het bestuur is bevoegd de SVUM te ontbinden. Het bepaalde in arti- kel 15 lid 1 is van overeenkomstige toepassing.
2. De SVUM wordt bovendien ontbonden indien het doel van de SVUM is bereikt of niet meer bereikt kan worden; voorts door haar insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel, zomede door rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde geval- len.
Artikel 17
Vereffening
1. De vereffening geschiedt door het bestuur.
2. De SVUM blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is.
3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht.
4. Het bestuur bepaalt welke bestemming, liggende in het verlengde van het doel van de ontbonden Stichting, na betaling van alle schul- den, aan de overgebleven bezittingen van de SVUM zal worden gegeven.
22
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
FINANCIERINGSREGLEMENT
Artikel 1
Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
werkgever:
de ,,werkgever in de Metaal en Technische Bedrijfstakken’’ (voorheen werkgever in de Metaalnijverheid) bedoeld in artikel 1 van de XXX Xxx- vroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstakken.
werknemer:
a. degene die in dienst van de werkgever tegen xxxxxxx arbeid verricht; Xxxx als werknemer worden beschouwd:
1. personen die geen eigenlijke bedrijfsarbeid verrichten en wier dienst- verband tevens een tijdelijk karakter draagt en/of geen volledige nor- male dagtaak meebrengt;
2. stagiairs;
3. werknemers in nettenbouwbedrijven die voor grondwerk per karwei en/of voor beperkte duur in dat karwei of een reeks van karweien met een maximum van drie maanden zijn aangenomen.
jaarsalaris:
a. bij salarisbetaling per maand 12,96 maal het voor de betrokken werknemer vastgestelde salaris over de maand januari van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft;
b. bij salarisbetaling per vier-weken-periode 14,09 maal het voor de betrokken werknemer vastgestelde salaris over de tweede vier-weken- periode van het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft;
Indien het dienstverband in de loop van een jaar wordt beëindigd dan wel wordt aangevangen, wordt het jaarsalaris berekend met inachtne- ming van de duur van de periode van het dienstverband in dat jaar.
Indien het inkomen mede is gebaseerd op provisie, wordt bij de bepa- ling van het jaarsalaris bovendien meegerekend de op jaarbasis herleide provisie welke in het voorafgaande kalenderjaar bij dezelfde werkgever is verdiend, onafhankelijk van de datum van uitbetaling van deze provi- sie. Bovendien worden, voor zover van toepassing, bij de bepaling van het jaarsalaris mede in aanmerking genomen de navolgende elementen: loon in natura voor zover gekwantificeerd aangegeven in de loonstaten van de werkgever, toeslagen op grond van een overheidsbesluit, verdien-
23
sten op grond van een, in de onderneming geldend, beloningssysteem (tarief, merit-rating e.d.) en ploegentoeslag, alsmede een, naar de pe- riode waarover het loon werd genoten, evenredig gedeelte van elke met de werkgever schriftelijk overeengekomen vaste jaarlijkse uitkering on- der welke benaming ook, zoals dertiende maand, vaste einde- jaarsuitkering, gegarandeerde tantième e.d. Vergoedingen terzake van overwerk, reisuren, onkosten, alsmede gratificaties, winstdelings- regelingen en soortgelijke emolumenten blijven buiten beschouwing, ter- wijl de vakantiebijslag in de factoren 12,96 en 14,09 geacht wordt te zijn verwerkt. Tot het jaarsalaris behoort niet de overhevelingstoeslag.
loonsom:
het totaal van de jaarsalarissen van de bij de werkgever in dienst zijnde werknemers bedoeld in dit artikel.
halve loonsom:
de helft van de loonsom.
bedrijfspensioenfonds:
de stichting ,,Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Tech- nische Bedrijfstakken’’, gevestigd te ’s-Gravenhage.
Artikel 2
Werkgeversbijdrage
De werkgeversbijdrage genoemd in artikel 12 van de statuten beloopt het percentage van de loonsom als vermeld in de CAO Vervroegd Uit- treden Metaal en Technische Bedrijfstakken.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 wordt deze bijdrage, per werknemer, berekend over maximaal het maximum-jaarsalaris zoals vastgesteld op grond van het bepaalde in artikel 11 lid 2 sub b van het pensioenreglement van het bedrijfspensioenfonds.
Met ingang van 1 januari 1999 wordt deze bijdrage berekend over maxi- maal het maximum-jaarsalaris zoals vastgesteld op grond van het be- paalde in artikel II.2.3 sub a van het pensioenreglement van het bedrijfs- pensioenfonds.
Artikel 3
Betaling
1. De door de werkgever verschuldigde jaarlijkse bijdrage wordt gehe- ven in 4 kwartaaltermijnen. De administrateur van de SVUM stelt de werkgever daarvan telkenmale op de hoogte door het toezenden van een nota met begeleidend schrijven onder vermelding van het bedrag dat hij over het in de nota vermelde tijdvak aan de SVUM is ver- schuldigd. Het bedrag over het eerste kwartaal van enig jaar is een
24
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
schatting indien het betreffende jaarsalaris bij de administrateur nog niet bekend is.
Bij deze schatting wordt uitgegaan van het jaarsalaris van het voor- afgaande jaar verhoogd met het percentage waarmee de salarissen zijn verhoogd na 1 januari van het voorafgaande jaar krachtens CAO-afspraken in de Metaal en Technische Bedrijfstakken.
2. De in het vorige lid bedoelde nota’s hebben de vorm van een premie- nota met specificatie vermeldende ten minste naam en adres van de werkgever en de werknemer(s) met bijbehorende salarisgegevens, het tijdvak waarover de bijdrage is verschuldigd alsmede de hoogte van het te betalen bedrag.
3. De werkgever dient de nota aan de SVUM te voldoen binnen de daartoe door het bestuur blijkens mededeling op het acceptgiro- formulier gestelde termijn.
4. Bij niet tijdige betaling van de verschuldigde bijdrage is de werkge- ver door het enkele verloop van de termijn in gebreke.
De stichting is dan bevoegd te vorderen:
– rente over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het ver- schuldigde bedrag betaald had moeten zijn en
– vergoeding van de buitengerechtelijke invorderingskosten, vast te stellen op 15% van de vordering met een minimum van f 50,00, onverminderd de overige kosten van vervolging, verschuldigd volgens de Wet.
De rente wordt berekend naar het percentage van de wettelijke rente, bedoeld in de artikelen 6:119 en 6:120 van het BW, dat geldt voor de periode waarover de rente door de stichting wordt gevorderd.
Artikel 4
Loonsomopgave
1. De werkgever is gehouden jaarlijks aan de administrateur van de SVUM opgave te doen van de namen, adressen, woonplaatsen, geboortedata en jaarsalarissen van de bij hem in dienst zijnde werk- nemers.
Voorts is de werkgever gehouden elke in- en uitdiensttreding van een werknemer binnen een maand schriftelijk aan de administrateur van de SVUM te melden.
25
2. Ingeval de werkgever niet aan het gestelde in de vorige alinea vol- doet, zal het bestuur bij besluit bepalen welke loonsom aangehouden moet worden ter berekening van de bijdrage van de werkgever.
3. De gegevens die de werkgever krachtens dit artikel verstrekt, dienen uitsluitend ter bepaling van de door de werkgever verschuldigde bij- drage.
Artikel 5
Administratie
Het bestuur is bevoegd de administratie en de inning van de in dit regle- ment bedoelde bijdragen op te dragen aan derden. Het bestuur behoudt echter in alle gevallen de eindverantwoordelijkheid.
De werkgever is verplicht alle gegevens en inlichtingen te verschaffen, alsmede iedere medewerking te verlenen, die noodzakelijk of gewenst worden geacht door personen of instellingen die, door of namens de SVUM, zijn belast met de inning van de bijdrage en de controle op de naleving van het gestelde in de statuten en dit reglement.
Artikel 6
Inhouding op het salaris
Onverminderd zijn verplichting tot betaling ineens en op de wijze als in dit reglement bepaald aan het bestuur van de SVUM van de bijdrage als bedoeld in artikel 2, is de werkgever gerechtigd een deel van die bij- drage te verhalen op elke uitbetaling van salaris. De hoogte van de bedoelde inhoudingen wordt als volgt berekend:
het percentage genoemd in de CAO Vervroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstakken in artikel 3 lid 2 wordt, bij elke uitbetaling van salaris, genomen over één/twaalfde deel van het jaarsalaris bij salarisbetaling per maand, dan wel over één/dertiende deel bij salaris- betaling per vier-weken-periode.
26
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
UITKERINGSREGLEMENT
als bedoeld in artikel 14 van de statuten van de Stichting Vervroegd Uit- treden Metaal en Technische Bedrijfstakken (voorheen Stichting Ver- vroegd Uittreden uit de Metaalnijverheid)
Artikel 1
Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
werkgever:
de ,,werkgever in de Metaal en Technische Bedrijfstakken’’ (voorheen werkgever in de Metaalnijverheid) bedoeld in artikel 1 van de XXX Xxx- vroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstakken.
werknemer:
a. degene die in dienst van de werkgever tegen xxxxxxx arbeid verricht; Xxxx als werknemer worden beschouwd:
1. personen die geen eigenlijke bedrijfsarbeid verrichten en wier dienst- verband tevens een tijdelijk karakter draagt en/of geen volledige nor- male dagtaak meebrengt;
2. stagiairs;
3. werknemers in nettenbouwbedrijven die voor grondwerk per karwei en/of voor beperkte duur in dat karwei of een reeks van karweien met een maximum van drie maanden zijn aangenomen.
pensioendatum:
de eerste van de maand waarin de 65ste verjaardag van de werknemer valt.
jaarsalaris:
a. bij salarisbetaling per maand 12,96 maal het voor de betrokken werknemer vastgestelde salaris over de maand januari van het jaar waarin de uitkering een aanvang neemt;
b. bij salarisbetaling per vier-weken-periode 14,09 maal het voor de betrokken werknemer vastgestelde salaris over de tweede vier-weken- periode van het jaar waarin de uitkering een aanvang neemt;
Indien het inkomen mede is gebaseerd op provisie, wordt bij de bepa- ling van het jaarsalaris bovendien meegerekend de op jaarbasis herleide provisie welke in het voorafgaande kalenderjaar bij dezelfde werkgever is verdiend, onafhankelijk van de datum van uitbetaling van deze provi-
27
sie. Bovendien worden, voor zover van toepassing, bij de bepaling van het jaarsalaris mede in aanmerking genomen de navolgende elementen: loon in natura voorzover gekwantificeerd aangegeven in de loonstaten van de werkgever, toeslagen op grond van een overheidsbesluit, verdien- sten op grond van een, in de onderneming geldend, beloningssysteem (tarief, merit-rating e.d.) en ploegentoeslag, alsmede een, naar de pe- riode waarover het loon werd genoten, evenredig gedeelte van elke met de werkgever schriftelijk overeengekomen vaste jaarlijkse uitkering on- der welke benaming ook, zoals dertiende maand, vaste einde- jaarsuitkering, gegarandeerde tantième e.d. Vergoedingen terzake van overwerk, reisuren, onkosten, alsmede gratificaties, winstdelings- regelingen en soortgelijke emolumenten blijven buiten beschouwing, ter- wijl de vakantiebijslag in de factoren 12,96 en 14,09 geacht wordt te zijn verwerkt. Xxxxxx de werknemer in de loop van enig kalenderjaar in dienst van een werkgever in de Metaal en Technische Bedrijfstakken, dan wordt voor de toepassing van het voorgaande de referteperiode voor de vaststelling van het jaarsalaris vervangen door de datum van indienst- treding. Tot het jaarsalaris behoort niet de overhevelingstoeslag.
laatstgenoten jaarsalaris:
het jaarsalaris dat gold op de datum van beëindiging van het laatste aan de uitkering bedoeld in het reglement voorafgaande dienstverband met een maximum van 1 1/2 maal de premiegrens welke wordt gehanteerd voor de Ziektewet, WAO en WW.
xxxxx laatstgenoten jaarsalaris:
het laatstgenoten jaarsalaris verminderd met de op de ingangsdatum van de eerste uitkering op grond van de witte tabel, rekening houdend met de tariefgroep van de betrokken werknemer, verschuldigde loonheffing, alsmede verminderd met de helft van de in artikel 6 van dit reglement bedoelde pensioenpremie, het in artikel 3 lid 2 van de CAO Vervroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstakken vermelde inhoudings- percentage van de SVUM-bijdrage, en verminderd met de premies krachtens de sociale verzekeringswetten die door een werknemer ver- schuldigd zijn aan het Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen geba- seerd op de sector waarbij de werkgever is aangesloten.
Bij de toepassing van het gestelde in de voorgaande volzin wordt niet in aanmerking genomen de tot dan geldende feitelijke situatie in de ar- beidsverhouding tussen werkgever en werknemer, te weten voor wiens rekening de bedoelde inhoudingen komen, doch wordt te allen tijde ervan uitgegaan dat de inhoudingen die op de werknemer mogen wor- den verhaald, ook daadwerkelijk op hem zijn verhaald.
In het netto laatstgenoten jaarsalaris wordt begrepen 12 maal de over de maand januari respectievelijk 13 maal de over de tweede vierweken- periode van het kalenderjaar door de werkgever verstrekte tegemoetko- ming in de kosten van een particuliere ziektekostenverzekering (ZKV). Deze tegemoetkoming bedraagt de helft van de kosten van de door of ten behoeve van de werknemer afgesloten ZKV, zulks tot ten hoogste
28
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
een bedrag overeenkomend met het werkgeversdeel ziekenfondspremie. De hoogte van de tegemoetkoming kan door SVUM worden aangepast aan ontwikkelingen in de premie van de ZKV, bij gelijkblijvende polis- voorwaarden. Hiertoe dient de uitkeringsgerechtigde de door de SVUM gevraagde verklaring(en) van de verzekeraar te overleggen. De aanpas- sing van de tegemoetkoming zal plaatsvinden per de eerstvolgende uit- kering, met terugwerkende kracht tot maximaal 1 januari van het lo- pende jaar.
bedrijfspensioenfonds:
de stichting ,,Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Tech- nische Bedrijfstakken’’, gevestigd te ’s-Gravenhage.
pensioenpremie:
de pensioenpremie, welke aan het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken is verschuldigd krachtens de verplicht gestelde regeling voor werknemers in de Metaal en Technische Bedrijfs- takken.
Artikel 2
Uitkeringsgerechtigde
1. Uitkeringsgerechtigde kan zijn de werknemer die per de ingangs- datum van de uitkering, welke ingangsdatum uiterlijk kan vallen op 1 december 2001, voldoet aan de voorwaarden dat:
a. hij vóór 1 januari 1999 ten minste 60 jaar of ouder is,
waarbij de werknemer in alle gevallen per de ingangsdatum van de uitkering niet ouder kan zijn dan 641⁄2 jaar.
b. hij niet arbeidsongeschikt is of niet arbeidsongeschikt is voor ten minste 65% in de zin van de Algemene Arbeidsongeschiktheids- wet (A.A.W.) dan wel de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsver- zekering (W.A.O.);
c. hij niet in aanmerking komt voor loonbetaling dan wel uitkering krachtens de Werkloosheidswet (W.W.), de Wet Werkloosheids- voorziening (W.W.V.) of de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werknemers (IOAW);
d. hij niet in aanmerking komt voor een uitkering krachtens een afvloeiingsregeling of non-activiteits- dan wel wachtgeldregeling dan wel een pensioenregeling ingevolge een dienstverband in de Metaal en Technische Bedrijfstakken of metaalindustrie;
e. hij gedurende de laatstverschenen 10 jaren onafgebroken als
29
werknemer in dienst is geweest bij een werkgever in de zin van dit reglement, waarbij in dat geval onder Metaal en Technische Bedrijfstakken mede wordt verstaan metaalindustrie, dan wel gedurende onafgebroken ten minste de laatste 9, 8, 7, 6 of 5 jaren met daarbij een totale diensttijd in de Metaal en Technische Bedrijfstakken en/of metaalindustrie van respectievelijk 12, 14, 16, 18 of 20 jaren;
2. Indien de in het eerste lid onder e. bedoelde 10, 9, 8, 7, 6, 5 jaren onderbroken zijn geweest, hetzij op grond van één of meer uitkerings- perioden krachtens de W.W. tot in totaal maximaal 6 maanden, het- zij op grond van één of meer uitkeringsperioden krachtens de A.A.W./W.A.O. tot in totaal maximaal 12 maanden, worden zoda- nige tijdvakken niet als onderbreking aangemerkt, mits direct voor- afgaand aan, alsmede direct aansluitend op de tijdvakken waarin genoemde uitkeringen werden genoten, sprake is geweest van een dienstverband in de Metaal en Technische Bedrijfstakken dan wel in de metaalindustrie.
Artikel 3
Uitkering
1. Bij volledige deelneming bedraagt de eerste uitkering netto op jaar- basis 87 1/2% van het netto laatstgenoten jaarsalaris met dien ver- stande dat de uitkering minimaal bedraagt het netto wettelijk mini- mumloon.
In deze uitkering is verwerkt de vakantiebijslag.
Voorts zal de verschuldigde overhevelingstoeslag worden uitgekeerd.
2. De werknemer die voldoet aan de voorwaarden van artikel 2, kan, mits de werkgever daarmee instemt, in deeltijd gebruik maken van de regeling voor vervroegd uittreden.
Daarbij kan gekozen worden uit de volgende maten van uittreden: 20%, 40%, 50%, 60% of 80% van de individuele arbeidsduur.
De mate van uittreden kan, met instemming van de werkgever, door de werknemer worden gewijzigd, waarbij toeneming van de mate van uittreden met één of meer ,,treden’’ per wijziging kan plaatsvin- den, doch afneming van de mate van uittreden slechts met één trede per wijziging kan plaatsvinden.
Wijziging in de mate van uittreden is maximaal éénmaal per jaar mogelijk, te rekenen vanaf de datum van aanvang van deeltijd-VUT dan wel vanaf de laatste datum van wijziging van de mate van uit- treden. Wijziging van deeltijd deelneming in volledige deelneming is, met in achtneming van het bepaalde in artikel 7, steeds mogelijk. De uitkeringsgerechtigde die volledig aan de regeling deelneemt, komt niet (meer) in aanmerking voor deelneming in deeltijd.
Bij deeltijd deelneming wordt de uitkeringsgrondslag die op basis
30
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
van de mate van uittreden én van het laatstgenoten jaarsalaris is vast- gesteld, gevoegd bij het part-time salaris. Op dit samengevoegde bedrag worden de inhoudingen verricht als genoemd in artikel 4, als- mede de overige van toepassing zijnde inhoudingen, zoals de SVUM- premie en de premie werknemersverzekeringen.
Op het aldus tot stand gekomen netto-bedrag wordt, afhankelijk van de mate van uittreden, één van de volgende totaal netto percentages toegepast:
deeltijd-VUT/uitkeringspercentage 80% (van 87,5% =) 70%
60% (van 87,5% =) 52,5%
50% (van 87,5% =) 43,75%
40% (van 87,5% =) 35%
20% (van 87,5% =) 17,5%
Het aldus tot stand gekomen netto-bedrag wordt door de SVUM aan de uitkeringsgerechtigde uitbetaald, met dien verstande dat dit be- drag minimaal bedraagt het netto wettelijk minimumloon.
Bij wijziging(en) in de mate van uittreden, dan wel bij overgang naar volledige deelneming, zal de bij aanvang van deeltijd deelneming vastgestelde uitkeringsgrondslag steeds als basis gelden voor de berekening van de nieuwe uitkeringsgrondslag.
De werkgever en de uitkeringsgerechtigde zijn verplicht de SVUM terstond te informeren omtrent de omvang van de deelbetrekking.
Aantekening: De uitkeringsgerechtigde wordt door (de administra- teur van) SVUM geïnformeerd omtrent de fiscale afdracht met be- trekking tot de deeltijd-uitkering.
3. a. Zo het bestuur, blijkens een bestuursbesluit, daartoe termen aan- wezig acht, wordt de uitkeringsgrondslag op de eerste januari van elk jaar met een percentage verhoogd. Dit percentage wordt vast- gesteld op dat waarmede, blijkens opgave van de Stichting Sa- menwerkende Metaal en Technische Bedrijfstakken, ten gevolge van algemeen voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken gel- dende loonmaatregelen de jaarsalarissen in die bedrijfstak op 1 juli van voorafgaand jaar zijn gestegen, ten opzichte van 1 juli van het daaraan voorafgaande jaar.
b. Zo het bestuur, blijkens een bestuursbesluit, daartoe termen aan- wezig acht, wordt de uitkering aangepast indien zich wijzigingen voordoen in de sociale verzekeringspremies.
c. Wijzigingen voortvloeiende uit het bepaalde in lid 3 sub b dan
31
wel op grond van de inhoudingen/afdrachten als genoemd in lid 2 van dit artikel dan wel in artikel 4 zijn van invloed op de netto- uitkering bij volledige deelneming dan wel op het netto-bedrag bij deeltijd deelneming, waardoor wijziging kan optreden in het percentage van de netto-uitkering bij volledige deelneming dan wel van het netto-bedrag bij deeltijd deelneming.
4. Indien het laatstgenoten jaarsalaris ten opzichte van de jaarsalarissen over de vijf voorafgaande jaren meer is gestegen dan volgens de Samenwerkende Metaal en Technische Bedrijfstakken de salarissen in de Metaal en Technische Bedrijfstakken in die periode zijn geste- gen, wordt voor de toepassing van het gestelde in het eerste lid van dit artikel het meerdere niet in aanmerking genomen bij de vaststel- ling van het laatstgenoten jaarsalaris. Is het laatstgenoten jaarsalaris ten opzichte van de jaarsalarissen over de vijf voorafgaande jaren gestegen als gevolg van wijziging(en) in de individuele secundaire arbeidsvoorwaarden zoals ondermeer wijziging(en) in de individuele wekelijkse arbeidsduur, dan wordt voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel het laatstgenoten jaarsalaris vastgesteld op het jaar- salaris geldend voorafgaand aan de bedoelde wijziging(en) onder toepassing van de toen geldende individuele wekelijkse arbeidsduur, vermeerderd met de nadien, blijkens opgave van de Samenwerkende Metaal en Technische Bedrijfstakken, plaats gehad hebbende salaris- stijgingen als gevolg van algemeen voor de metaalnijverheid gel- dende CAO-verhogingen.
Artikel 4
Inhoudingen
Ten laste van de uitkeringsgerechtigde wordt door de SVUM ingehou- den:
a. de verschuldigde loonheffing;
b. het (eventuele) werknemersaandeel in de verplichte regeling van het bedrijfspensioenfonds, respectievelijk in de voor hem bij zijn werk- gever geldende pensioenregeling;
c. het aandeel gelijk aan het ,,werknemersaandeel’’ in de premie Ziekenfondswet.
d. De (eventuele) premie voor het ANW-pensioen van het bedrijfs- pensioenfonds.
Artikel 5
Financiële verplichtingen van de SVUM
1. Ten laste van de SVUM en niet in mindering op de uitkering als bedoeld in artikel 3, komen de volgende verplichtingen:
a. het werkgeversaandeel in de premie voor de verplichte regeling
32
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
van het bedrijfspensioenfonds; indien de uitkeringsgerechtigde niet verplicht verzekerd is bij het bedrijfspensioenfonds, zal de stichting het werkgeversaandeel in de voor hem geldende pen- sioenverzekering voor zijn rekening nemen tot maximaal het bedrag dat als werkgeversaandeel verschuldigd zou zijn indien betrokkene verzekerd was geweest volgens de verplichte regeling van het bedrijfspensioenfonds;
b. het aandeel gelijk aan het ,,werkgeversaandeel’’ in de premie Ziekenfondswet.
2. De gelden verband houdende met zowel de inhoudingen genoemd in artikel 4, als de verplichtingen genoemd in dit artikel, worden door de SVUM rechtstreeks afgedragen aan de bevoegde instanties tenzij in verband met de uitvoering van de regeling van de deeltijd deelne- ming een andere wijze van afdracht noodzakelijk is.
Artikel 6
Pensioenpremie
1. Bij volledige deelneming zal de pensioenpremie, welke aan het bedrijfspensioenfonds is verschuldigd, worden berekend over een pensioengrondslag welke, overeenkomstig het bepaalde in het pensioenreglement van het bedrijfspensioenfonds, is gebaseerd op het laatstgenoten jaarsalaris, met dien verstande dat, zolang de uit- kering voortduurt, op de eerste januari van elk jaar genoemd jaarsa- laris zal worden verhoogd met een percentage dat door het bestuur van het bedrijfspensioenfonds wordt vastgesteld met inachtneming van het percentage, waarmede blijkens opgave van de Stichting Samenwerkende Metaal en Technische Bedrijfstakken, ten gevolge van algemeen voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken geldende loonmaatregelen, de salarissen in de Metaal en Technische Bedrijfs- takken op 1 januari van enig jaar zijn gestegen ten opzichte van 1 januari van het daaraan voorafgaande jaar; bij de berekening van de nieuwe daaruit voortvloeiende pensioengrondslag worden de dan geldende franchise, minimum dan wel maximum pensioengrondslag in acht genomen.
2. Bij deeltijd deelneming zal de pensioenpremie, die aan het bedrijfs- pensioenfonds is verschuldigd, worden berekend over een pensioen- grondslag gebaseerd op het laatstgenoten jaarsalaris dat gegolden zou hebben indien het vóór de deeltijd deelneming geldende aantal arbeidsuren nog van toepassing zou zijn.
33
Artikel 7
Toekenning van de uitkering
1. Het verzoek om uitkering wordt eerst dan ingewilligd indien, naar het oordeel van de SVUM, niet alleen is voldaan aan de voorwaar- den genoemd in artikel 2, doch ook aan de volgende voorwaarden:
a. – bij volledige deelneming:
het dienstverband van de werknemer is tegen de eerste dag van de maand waarover de eerste uitkering zal plaatsvinden, definitief beëindigd;
– bij deeltijd deelneming:
per de eerste dag van de maand waarover de (gewijzigde) eer- ste deeltijd uitkering plaatsvindt dient tussen werkgever en werknemer een dienstverband te zijn overeengekomen voor de resterende (gemiddelde) arbeidsduur;
b. – de werknemer heeft zich jegens de SVUM verbonden dat hij
– bij volledige deelneming:
vanaf de eerste dag van de maand waarover de eerste uitke- ring zal plaatsvinden tot aan zijn pensioendatum niet in loon- dienst zal treden,
– bij deeltijd deelneming:
vanaf de eerste dag van de maand waarover de eerste deeltijd uitkering plaatsvindt tot zijn pensioendatum, dan wel tot de datum van volledige deelneming aan de SVUM-regeling, voor zijn resterende arbeidsduur in dienst zal blijven bij de werkgever in de Metaal en Technische Bedrijfstakken waar- voor hij direct voorafgaande aan de aanvang van de deeltijd deelneming reeds in dienst was, noch in dienst zal treden bij een andere werkgever;
c. de werknemer heeft zich jegens de SVUM verbonden dat hij vanaf het onder a. genoemde tijdstip tot zijn pensioendatum, noch direct, noch indirect, ten behoeve van een werkgever in de zin van dit reglement, arbeid zal verrichten op grond van aanne- ming van werk en/of op grond van het verrichten van enkele diensten in de zin van artikel 7:400 van het Burgerlijk Wetboek;
Het hiervoor gestelde onder sub b. tot en met c. geldt niet voor diegene die op 31 december 2000 een (deeltijd-)vutuitkering genoot.
2. De eerste uitkering zal uitsluitend kunnen betreffen een volle kalendermaand. De eerst mogelijke ingangsdatum van de uitkering is de eerste van de maand volgend op de maand waarin de uitke- ringsgerechtigde leeftijd wordt bereikt als vermeld in artikel 2 lid 1 sub a van dit reglement.
3. De uitkering dient schriftelijk te worden aangevraagd door inzending aan de SVUM van één of meer ingevulde formulieren waarvan het
34
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
model door het bestuur van de SVUM is vastgesteld, onder bijvoe- ging van de naar het oordeel van het bestuur benodigde stukken.
4. De bescheiden als bedoeld in het vorige lid dienen ten minste drie en ten hoogste negen maanden vóór de gevraagde ingangsdatum van de uitkering in het bezit te zijn van de SVUM.
5. Indien aan de voorwaarden als vermeld in artikel 2 wordt voldaan, wordt aan de uitkeringsgerechtigde een toezeggingsbrief in twee- voud gezonden met daarbij een specificatie van de toegezegde uitke- ring.
6. Indien de uitkeringsgerechtigde daadwerkelijk voor een uitkering in aanmerking wenst te komen dient deze de meegezonden kopie van de toezeggingsbrief, ten blijke van acceptatie onder de gestelde voor- waarden, te ondertekenen. Voorts dient de werkgever de meegezonden kopie van de toezeggingsbrief te ondertekenen in verband met de beëindiging van het dienstverband met de uitkeringsgerechtigde.
De aldus door de werkgever en de uitkeringsgerechtigde onderte- kende kopie van de toezeggingsbrief dient uiterlijk 14 dagen vóór de toegezegde ingangsdatum van de uitkering in het bezit van de SVUM te zijn.
7. Indien de bescheiden als bedoeld in lid 4 minder dan 3 maanden vòòr de gevraagde ingangsdatum, dan wel de door de werkgever en de uitkeringsgerechtigde ondertekende kopie van de toezeggingsbrief als bedoeld in lid 6, minder dan 14 dagen vòòr de toegezegde ingangsdatum, door de SVUM worden, respectievelijk wordt, ont- vangen, wordt de ingangsdatum van de uitkering verschoven naar de eerste van een volgende maand waarop wel aan de genoemde termij- nen wordt voldaan.
8. Indien het verzoek tot wijziging in de mate van deeltijd deelneming dan wel het verzoek tot wijziging van deeltijd deelneming in volle- dige deelneming minder dan 3 maanden vóór de gevraagde ingangs- datum, dan wel de door de werkgever en de werknemer onderte- kende toezeggingsbrief verband houdende met deze wijziging, minder dan 14 dagen vóór de gevraagde ingangsdatum door de SVUM wordt ontvangen, wordt de ingangsdatum verschoven naar de eerste van een volgende maand waarop wel aan de genoemde termijn wordt voldaan.
35
Artikel 8
Tijdstip van uitbetaling
De in artikel 3 bedoelde uitkering wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, in gelijke maandelijkse termijnen uitbetaald en wel in de tweede helft van elke maand waarover de uitkering plaatsvindt.
Artikel 9
Korting op/verval van de uitkering
1. Wanneer de uitkeringsgerechtigde tijdens de duur van de uitkering een (gedeeltelijke) uitkering dan wel uitkeringen krachtens een of meerdere sociale verzekeringswetten wordt toegekend dan wel een verhoging van deze uitkering(en) wordt toegekend, zal dan wel zul- len die uitkering(en) respectievelijk verhoging in mindering worden gebracht op de door de SVUM te verstrekken uitkering.
3. De uitkeringsgerechtigde is verplicht elke wijziging in de onder de leden 1 genoemde uitkeringen onmiddellijk schriftelijk aan de SVUM mede te delen.
4. De hiervoor gemelde korting vindt plaats door het totaal netto- bedrag van de onder lid 1 genoemde uitkering(en) dan wel de ver- hoging van deze uitkering(en) in mindering te brengen op de netto SVUM-uitkering van de uitkeringsgerechtigde.
5. De uitkeringsgerechtigde verliest zijn recht op uitkering indien en zodra hij niet (meer) voldoet aan één van de voorwaarden genoemd in artikel 2, indien hij in strijd handelt met zijn toezeggingen als bedoeld in dit reglement, dan wel indien hij zich metterwoon buiten Nederland vestigt.
Artikel 10
Beëindiging van de uitkering
1. Bij overlijden vindt de laatste uitkering plaats over de tweede maand nà de maand waarin de uitkeringsgerechtigde is overleden. De in dit lid bedoelde uitkeringen vinden plaats aan de nagelaten betrekkingen als bedoeld in artikel 7:674, van het Burgerlijk Wetboek.
2. Ingeval de uitkeringsgerechtigde de 65-jarige leeftijd bereikt, vindt de laatste uitkering plaats over de maand voorafgaande aan de maand waarin de 65ste verjaardag valt.
36
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 11
Uitvoering
De werkzaamheden verband houdende met de uitvoering van het ge- stelde in dit reglement, kan de SVUM opdragen aan dan wel doen uit- voeren door derden. Het bestuur behoudt echter in alle gevallen de eind- verantwoordelijkheid.
Zowel de werkgever, de werknemer als de uitkeringsgerechtigde zijn verplicht alle gegevens en inlichtingen te verschaffen, alsmede elke medewerking te verlenen, die noodzakelijk of gewenst worden geacht door personen of instellingen die, door of namens de SVUM, zijn belast met de controle op de naleving van het gestelde in de statuten van de SVUM en in dit reglement dan wel met de uitvoering daarvan.
Artikel 12
Bijzondere gevallen
Het bestuur is bevoegd ingeval van bijzondere hardheid of in onvoor- ziene gevallen die beslissingen te nemen die naar zijn oordeel juist zijn, ook indien daardoor zou worden afgeweken van het bepaalde in dit reglement, mits daarbij niet in strijd wordt gehandeld met de statuten.
Artikel 13
Beslaglegging
1. Beslag op de in artikel 3 bedoelde uitkering is slechts mogelijk bin- nen de grenzen, gesteld in artikel 475d van het Wetboek van Burger- lijke Rechtsvordering.
2. Een volmacht tot invordering van de in artikel 3 dan wel in artikel 5 bedoelde uitkering is slechts geldig indien zij schriftelijk is verleend. Zij is steeds herroepelijk.
37
II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.
III. Dit besluit is niet van toepassing in de tak van het bedrijf van het vervaardigen en/of herstellen van roeiboten, kleine zeilboten, kano’s, schepen (alle vaartuigen hoe ook genaamd en van welke aard ook) van hout, zoals bedoeld in artikel 1 sub 1 lid 10 van de collectieve arbeids- overeenkomst voor Vervroegd Uittreden uit de Metaal en Technische Bedrijfstakken, voorzover dit vervaardigen en/of herstellen geschiedt door werkgevers en werknemers op wie de collectieve arbeidsovereen- komst voor de Houten en Kunststoffen Jachtbouw danwel de algemeen verbindend verklaarde bepalingen van laatstgenoemde collectieve ar- beidsovereenkomst van toepassing vinden; deze uitzondering is niet van toepassing op werkgevers en werknemers in vorenbedoelde tak van bedrijf die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit reeds vie- len onder de algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de collec- tieve arbeidsovereenkomst voor Vervroegd Uittreden uit de Metaal en Technische Bedrijfstakken.
Op verzoek kan dispensatie worden verleend van dit besluit aan werk- gevers, lid van de HISWA-vereniging, die zich voor meer dan 50% van het totaal aantal arbeidsuren direct bezighouden met het herstellen, ver- bouwen en onderhouden van metalen pleziervaartuigen. Aan deze werk- gevers wordt geen dispensatie verleend in de navolgende gevallen:
– De werkgever is naast zijn lidmaatschap van de HISWA-vereniging tevens lid van de Metaalunie;
– De werkgever en zijn werknemers nemen reeds deel aan de collec- tieve arbeidsovereenkomst voor het Metaalbewerkingsbedrijf;
– De werkgever verricht tevens andere metaalbe- en/of verwerkings- handelingen als genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Metaalbewerkingsbedrijf.
Verzoeken tot dispensatie van de algemeen verbindendverklaring van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden beoordeeld door een door partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Metaal- bewerkingsbedrijf enerzijds en partijen bij de collectieve arbeidsover- eenkomst voor de Houten en Kunststoffen Jachtbouw anderzijds in het leven geroepen Overlegcommissie. Deze Overlegcommissie zal zich voor haar oordeelsvorming baseren op de rapportages van de Stichting MN Services te Rijswijk, alwaar ook het verzoek tot dispensatie dient te worden ingediend (postbus 5210, 2280 HE Rijswijk, tel. 070 – 0000000).
De Overlegcommissie zal een lijst bijhouden van dispensatiebesluiten.
38
Metaal en Technische Bedrijfstakken 2002/2003 Vervroegd Uittreden
Verbindendverklaring CAO-bepalingen
VI. Dit besluit is niet van toepassing op werkgevers, die reeds voor de inwerkingtreding van dit besluit direct gebonden zijn aan de eigen rechtsgeldige CAO voor NBBU Uitzendkrachten. Deze dispensatie blijft
– tot een jaar na het verstrijken van de einddatum van de (opvolgende) eigen rechtsgeldige CAO(’s) – automatisch gelden voor opvolgende besluiten tot algemeen verbindend verklaring van bepalingen van de onderhavige CAO voor de werkgevers die alsdan direct gebonden zijn aan de CAO voor NBBU Uitzendkrachten.
V. Dit besluit is niet van toepassing op werkgevers die reeds voor de inwerkingtreding van dit besluit direct gebonden zijn aan de eigen rechtsgeldige CAO voor de Tankstationbranche. Deze dispensatie blijft
– tot 1 jaar na het verstrijken van de einddatum van de (opvolgende) eigen rechtsgeldige CAO(’s) – automatisch gelden voor opvolgende besluiten tot algemeen verbindend verklaring van bepalingen van de onderhavige CAO met betrekking tot de werkgevers die alsdan direct gebonden zijn aan de CAO voor de Tankstationbranche.
VI. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant en heeft geen terugwerkende kracht.
VII. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant.
’s-Gravenhage, 13 februari 2002
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Namens de Minister:
De Directeur van het Centraal kantoor
van de Arbeidsinspectie,
C. J. Meerhof.
39
AANHANGSEL
Partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst Vervroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstakken
I. a. de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Carrosserie- bedrijf FOCWA)
b. de Unie van Elektrotechnische Ondernemers-UNETO
c. 1. de Vereniging Edelmetaalindustrie
2. de Vereniging Goud- en Zilversmeden
d. de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatiebedrijf (VIB)
e. 1. de Vereniging van Nederlandse Installatiebedrijven
2. de Nederlandse vereniging van ondernemingen op het gebied van de koudetechniek en luchtbehandeling N.V.K.L.
f. 1. de Metaalunie, Nederlandse organisatie van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf in de metaal
2. de Nederlandse Vereniging van Modelmakerijen
3. NGO Nederlandse galvano ondernemers
4. de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Graveer- bedrijf
g. 1. BOVAG
2. Nederlandse Christelijke Bond van Rijwiel- en Motorhandel- aren
h. Vereniging van Rolluiken-, Markiezen- en Zonweringbedrijven (ROMAZO)
i. Nederlandse Vereniging van Scheepsbenodigdhedenhandelaren,
Zeilmakers en Scheepstuigers
te noemen de werkgeversorganisaties, werkgeversverenigingen of w.v. aan de ene zijde
en
II. a. F.N.V. Bondgenoten, gevestigd te Amsterdam
b. C.N.V. Bedrijvenbond, gevestigd te Nieuwegein
c. De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening, gevestigd te Houten;
te noemen de werknemersorganisaties, vakverenigingen of v.v. aan de andere zijde.
40