Contract
Algemene Voorwaarden voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten en arbeidsbemiddeling van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU)
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Definities
In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
1. Uitzendonderneming: iedere natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening vanberoep of bedrijf aan een inleneruitzendkrachten ter beschikkingsteltvoor het verrichtenvan werkzaamheden ten behoeve van deze inlener;
2. Uitzendkracht: iedere natuurlijke persoon die door tussenkomst van een uitzendonderneming werkzaamheden verricht of gaat verrichten ten behoeve van een inlener;
3. Inlener: iedere natuurlijke of rechtspersoon die zich door tussenkomst van een uitzendonderneming voorziet vanuitzendkrachten;
4. Inleenovereenkomst: de overeenkomst tussen een uitzendonderneming en een inlener op basis waarvan een uitzendkracht ten behoeve van die inlener door tussenkomst van die uitzendonderneming werkzaamheden zalverrichten;
5. Inlenerstarief: het bedrag per uur dat de inlener aan de uitzendonderneming verschuldigd is voor de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht;
6. Uitzendovereenkomst: de arbeidsovereenkomst waarbij de uitzendkracht door de uitzendonderne- ming ter beschikking wordt gesteld aan een inlener om krachtens een door deze met de uitzendonder- neming gesloten inleenovereenkomst arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van die inlener;
7. Arbeidsbemiddelingsonderneming:iedere natuurlijke of rechtspersoon die ten behoeve van een werkgever,een werkzoekende,dan wel beiden,behulpzaam is bij het zoeken van arbeidskrachten onderscheidenlijk arbeidsgelegenheid, waarbij de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht dan wel een aanstelling tot ambtenaar wordt beoogd.
8. Opdrachtgever: iedere natuurlijke of rechtspersoon die gebruik maakt van de diensten van een arbeidsbemiddelingsonderneming.
9. Arbeidsbemiddelingsovereenkomst: de overeenkomst tussen een arbeidsbemiddelingsonderneming en een opdrachtgeveren/of een werkzoekendetot het verrichtenvan de onder 7 genoemdediensten.
10. Payrollonderneming: iedere natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf aan een inlenerwerknemers ter beschikkingstelt voor het verrichten vanwerkzaam- heden ten behoeve van deze inlener. De werving van de werknemer komt tot stand door de inlener,niet door depayrollonderneming.
11. Payrollovereenkomst: de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de payrollonderneming (werkgever) ter beschikking wordt gesteld aan een inlener om krachtens een door deze met de payrol- londerneming gesloten inleenovereenkomst arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van die inlener.Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx na wervingvan dewerknemerdoor deinlener,niet door de payrollonderneming.
12. Payrollen:het door een werkgever ter beschikkingstellenvan een werknemer aan een inlener krachtens een payrollovereenkomst als bedoeld onder 11.
13. NBBU-cao: de cao voor uitzendkrachten die geldt voor uitzendondernemingen die als lid zijn aangesloten bij de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU).
14. Waarindezealgemenevoorwaardengesprokenwordtoveruitzendkrachten,wordt bedoeld: mannelijke en vrouwelijke uitzendkrachten en waar gesproken wordt over hem en/of hij, wordt bedoeld: hem/haar of hij/zij.
Artikel 2. Toepasselijkheid van deze voorwaarden
1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding van de uitzendonderneming aan, en op iedere inleenovereenkomst tussen de uitzendonderneming en een inlener waarop de uitzendonder- neming deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, alsmede op de daaruit voortvloeiende leveringen en diensten van welke aard dan ook tussen de uitzendonderneming en een inlener, voor zover van deze voorwaarden niet door partijen nadrukkelijk schriftelijk is afgeweken.
2. De inlener met wie eenmaal op deze voorwaarden werd gecontracteerd, wordt geacht stilzwijgend met de toepasselijkheid daarvan op een later met de uitzendonderneming gesloten inleenovereenkomst in te stemmen.
3. Alle aanbiedingen, ongeacht de wijze waarop deze zijn gedaan, zijn vrijblijvend.
4. De uitzendonderneming is niet gebonden aan algemene voorwaarden van de inlener voor zover die afwijken van deze voorwaarden.
5. Als enige bepaling uit deze voorwaarden nietig is of wordt vernietigd,zullen de overige bepalingen vandezevoorwaardenvolledigvankrachtblijven en zullenpartijen in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervangingvan de nietige of vernietigdebepalingenovereen te komen,waarbijzoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige of vernietigde bepaling in acht zal worden genomen.
Artikel 3. Wijze van facturering
1. De facturen van de uitzendonderneming zijn, tenzij anders afgesproken, mede gebaseerd op de ingevulde en door de inlener voor akkoord bevonden tijdverantwoording.
2. De inlener is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige invulling en accordering van de tijdverantwoording. De accordering vindt plaats via (digitale) ondertekening van de tijdverantwoording tenzij andersovereengekomen.
3. Bij verschil tussen de bij de uitzendonderneming ingeleverde tijdverantwoording en de door de inlener behouden gegevens daarvan geldt de bij de uitzendondernemingingeleverde tijdverantwoording als juist, tenzij de inlener het tegendeel aantoont.
4. Als de uitzendkracht de gegevens van de tijdverantwoording betwist, kan de uitzendonderneming het aantal gewerkte uren en overige kosten factureren volgens de opgave van de uitzendkracht, tenzij de inlener aantoont dat de tijdverantwoording correct is.
5. Als deinlenerniet aan hetgestelde inlid 2 vanditartikelvoldoet,kan deuitzendonderneming besluiten om de inlener te factureren op basis van de bij haar bekende feiten en omstandigheden. De uitzendonderneming gaat hiertoe niet over zolang er geen redelijk overleg daaromtrent met de inlener heeft plaatsgevonden.
6. De inlener draagt er zorg voor dat de facturen van de uitzendonderneming zonder enige inhouding, korting of verrekening binnen 14 dagen na factuurdatum zijn betaald.
7. Tariefwijzigingen tengevolge van CAO-verplichtingen en wijzigingen in of tengevolge van wet- en regelgeving zoalsfiscale en sociale wet- en regelgeving,worden met ingangvan het tijdstip van die wijzigingen aan de inlener doorberekend en zijn dienovereenkomstig door de inlener verschuldigd, ook als deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een inleenovereenkomst.
8. Uitsluitend indien de uitzendonderneming beschikt over een G-rekening of er een vrijwaringsreken- ing bestaat ten behoeve van zijn depot, kan de inlener de uitzendonderneming verzoeken om in overleg treden over de mogelijkheiddat de inlener een percentagevan het gefactureerdebedrag op de betref- fende rekening stort, alsmede over de hoogte van het percentage. Alleen bij bereikte overeenstemming kan van voornoemde mogelijkheid gebruik worden gemaakt
Artikel 4 Betalingsvoorwaarden
1. Uitsluitendrechtstreeksebetalingen aan deuitzendondernemingwerkenvoordeinlenerbevrijdend.
2. Rechtstreekse betaling, dan wel verstrekking van voorschotten door de inlener aan de uitzendkracht zijn niet toegestaan, ongeacht de reden waarom of de wijze waarop zulks geschiedt. Dergelijke betalingen en verstrekkingen regarderen de uitzendonderneming niet en leveren geen grond op voor enige schuldaflossing of verrekening.
3. Als de inlener een factuur betwist, zal dit binnen acht dagen na verzenddatum van de betreffende factuur schriftelijk door de inlener aan de uitzendonderneming kenbaar worden gemaakt, op straffe van verval van het recht op betwisting. Een betwisting van de factuur schort de betalingsverplichting van de inlener niet op.
4. Bij niet,niet tijdige of niet volledige betaling door de inlener van enig door hem verschuldigd bedrag, is hij met ingang van de vervaldatum van de betreffende factuur van rechtswege in verzuim.Vanaf dat moment is de inlener tevens een vertragingsrente van 1% per maand, een gedeelte van een maand voor een hele maand rekenende,over het bruto factuurbedrag aan de uitzendondernemingverschuldigd.
5. Alle kosten, zowel in als buiten rechte, de kosten van rechtskundige bijstand daaronder begrepen, die de uitzendonderneming moet maken ten gevolge van het niet nakomen van de betalingsverplichtingen door de inlener, zijn voor rekening van de inlener. De buitengerechtelijke incassokosten van de uitzend-
Artikel 5. Ontbinding
1. Als een partij in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit de inleenovereenkomst te voldoen, is de andere partij -naast hetgeen in de inleenovereenkomst is bepaald- gerechtigd de inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven buitengerechtelijk te ontbinden. De ontbinding zal pas plaatsvinden nadat de in gebreke gestelde partij schriftelijk op de hoogte is gesteld van de ingebreke- stelling en hem een redelijke termijn is geboden om de ernstige tekortkoming te zuiveren.
2. Voorts is de ene partij gerechtigd, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling zal zijn vereist, buiten rechte de inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang geheelof gedeeltelijk te ontbinden als:
a. de andere partij (voorlopige) surséance van betaling aanvraagt of hem (voorlopige) surséance van betaling wordtverleend;
b. de anderepartij zijn eigenfaillissementaanvraagt ofinstaatvanfaillissementwordtverklaard;
c. de onderneming van de andere partij wordt geliquideerd;
d. de andere partij zijn huidige onderneming staakt;
e. buiten toedoen van de ene partij op een aanmerkelijk deel van het vermogenvan de andere partij beslag wordt gelegd, dan wel indien de andere partij anderszins niet langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de inleenovereenkomst na te kunnen komen.
3. Als de inlener op het momentvan de ontbindingreedsprestaties ter uitvoeringvan de inleenovereen- komst had ontvangen, kan hij de inleenovereenkomst slechts gedeeltelijk ontbinden en wel uitsluitend voor dat gedeelte, dat door of namens de uitzendonderneming nog niet is uitgevoerd.
4. Bedragen die de uitzendonderneming vóór de ontbinding aan de inlener heeft gefactureerd in verband met hetgeen zij reeds ter uitvoering van de inleenovereenkomst heeft gepresteerd,blijven onverminderd door inlener aan haarverschuldigd en worden op het moment van de ontbindingdirect opeisbaar.
5. Als de inlener, na ter zake in gebreke te zijn gesteld,enige verplichting voortvloeiende uit de inleenovereen-komst niet, niet volledig of niet tijdig nakomt, is de uitzendonderneming gerechtigd haar verplichtingen jegens de inlener op te schortenzonderdaardoortot enige schadevergoeding jegens de inlener gehouden te zijn, dan wel zal de inlener de uitzendonderneming financiële zekerheid verschaffen door middel van een voorschot of (bank)garantie. De omvang van het voorschot of de (bank)garantie staat in verhouding tot de verplichtingen van de inlener volgens de inleenovereenkomst.Voorgaande geldt ook in de onder lid 2 van dit artikel bedoelde omstandigheden.
6. Als,naar het oordeelvan de uitzendonderneming,er gerede twijfels bestaanomtrent de financiële positie van de inlener, zal de inlener de uitzendonderneming op diens verzoek de financiële zekerheid verschaffen als in lid 5 genoemd.
Artikel 6. Aansprakelijkheid
1. Behoudensbepalingenvandwingendrecht,alsmede met inachtnemingvan de algemenenormenvan redelijk-heid en billijkheid,is de uitzendondernemingnietgehoudentot enige vergoedingvanschade van welke aard dan ook, direct of indirect,ontstaan aan de uitzendkracht of aan zaken dan wel personen bij of van de inlener of een derde, welke schade is ontstaan als een gevolg van:
a. de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht door de uitzendonderneming aan de inlener, ook wanneer mocht blijken dat die uitzendkracht niet blijkt te voldoen aan de door de inlener aan hem gestelde vereisten
b. eenzijdige opzegging van de uitzendovereenkomst door de uitzendkracht
c. toedoen of nalatenvan de uitzendkracht,de inlenerzelf of een derde,waaronderbegrepen het aangaan van verbintenissen door de uitzendkracht.
2. Eventuele aansprakelijkheid van de uitzendonderneming voor enige directe schade is in ieder geval, pergebeurtenis,beperkt tot 50% van het betreffendegefactureerdedan wel te facturerenbedrag.Voor indirecte schade, waaronder gevolgschade, is de uitzendonderneming nimmer aansprakelijk.
3. De inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaaldekkende aansprakelijkheidsverze- kering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
4. In ieder gevaldient de inlener de uitzendonderneming te vrijwaren tegen eventuele vorderingenvan de uitzendkracht of derden,tot vergoedingvan schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel geleden door die uitzendkracht of derden.
5. De in leden 1 en 2 van dit artikel opgenomen beperkingen van aansprakelijkheid komen te vervallen, als er sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de uitzendonderneming en/of diens leiding- gevend personeel.
6. De uitzendonderneming heeft te allen tijde het recht, indien en voor zover mogelijk, eventuele schade van de inlener ongedaan te maken. Hiertoe wordt tevens gerekend het recht van de uitzendonderne- ming maatregelen te treffen die eventuele schade kan voorkomen dan wel beperken.
Artikel 7. Overmacht
1. In geval van overmacht van de uitzendonderneming zullen haar verplichtingen uit hoofde van de inlee- novereenkomst worden opgeschort, zolang de overmachttoestand voortduurt. Onder overmacht wordt verstaan elke van de wil van de uitzendonderneming onafhankelijke omstandigheid, die de nakoming van de inleenovereenkomst blijvend of tijdelijk verhindert en welke noch krachtens wet, noch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor haar risico behoort te komen.
2. Zodra zich bij de uitzendonderneming een overmachttoestand voordoet als in lid 1 van dit artikel bedoeld, zal zij daarvan mededeling doen aan de inlener.
3. Voor zover daaronder niet reeds begrepen, wordt onder overmacht tevens verstaan: werkstaking, bedrijfsbezetting, blokkades, embargo, overheidsmaatregelen, oorlog, revolutie en/of enig daaraan gelijk te stellen toestand, stroomstoringen, storingen in elektronische communicatielijnen, brand, ontploffing en andere calamiteiten,waterschade,overstroming, aardbeving en andere natuurrampen,alsmede omvangrijke ziekte van epidemiologische aard van personeel.
4. Zolang de overmachttoestand voortduurt zullen de verplichtingen van de uitzendonderneming zijn opgeschort.Deze opschortingzal echter nietgeldenvoorverplichtingenwaarop de overmacht geen betrekking heeft en reeds voor het intreden van de overmachttoestand zijn ontstaan.
5. Als de overmachttoestand drie maanden heeft geduurd,of zodra vaststaatdat de overmachttoestand langerdan drie maandenzalduren, is ieder derpartijengerechtigd de inleenovereenkomst tussentijds te beëindigenzonderinachtnemingvan enige xxxxxxxxxxxx.Xx inlener is ook na zodanigebeëindiging van de inleenovereenkomst gehouden de door hem aan de uitzendonderneming verschuldigde vergoed- ingen, welke betrekking hebben op de periode vóór de overmachttoestand, aan de uitzendonderneming te betalen.
6. De uitzendonderneming is tijdens de overmachttoestand niet gehouden tot vergoeding van enigerlei schadevan of bij de inlener,noch is zij daartoegehouden na beëindigingvan de inleenovereenkomstals in lid 5 van dit artikel bedoeld.
Artikel 8. Geschillen
1. Op de inleenovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
2. Ten aanzien van geschillen tussen partijen die verband houden met de inleenovereenkomst is uitsluitend de Nederlandse rechter bevoegd.
3. Voorzover de berechting van dergelijke geschillen behoort tot de competentie ener rechtbank, zullen deze uitsluitend worden berecht door de rechtbank binnen het arrondissement waarbinnen de uitzen- donderneming isgevestigd.
Hoofdstuk 2. VOORWAARDEN VOOR HET TER BESCHIKKING STELLE N VAN UITZENDKRACHTEN
Artikel 9. Het inlenen van uitzendkrachten
1. De uitzendovereenkomst wordt aangegaan tussen de uitzendkracht en de uitzendonderneming. Op de uitzendovereenkomst is de NBBU-CAO voor Uitzendkrachten van toepassing. Tussen de inlener en de uitzendkracht bestaat er geen arbeidsovereenkomst.
2. Bij het terbeschikkingstellen van de uitzendkracht door de uitzendonderneming aan de inlener, werkt de uitzendkracht feitelijk onder leiding en toezicht van de inlener. De inlener neemt daarbij dezelfde zorgvuldigheid in acht als tegenover zijn eigen werknemers. De uitzendonderneming heeft als formele werkgever geen zicht op de werkplek en de te verrichten werkzaamheden.
3. De werkzaamheden worden uitgevoerd zoals overeengekomen in de inleenovereenkomst. Als de in- lenerhiervan af wenst tewijkengedurendedeinleenovereenkomst,geschiedt dit uitsluitendin overleg met deuitzendonderneming.
Artikel10.(Uur)beloning enoverigevergoedingenvandeuitzendkracht
1. Het loon en de vergoedingenvan de uitzendkracht wordenvooraf aan de terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald en zijn gelijk aan het loon en vergoedingen die
2. Onder het loon en overige vergoedingen vallen de volgende componenten:
a. uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal; de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan –zulks ter keuze van de uitzendonder- neming- gecompenseerd worden in tijd en/ of geld; b.toeslagenvooroverwerk,verschovenuren,onregelmatigheid (waar onderfeestdagentoeslag) en ploegendienst;
c. initiële loonstijging;
d. onbelaste kostenvergoedingen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk wegens de uitoefening van de functie;
e. periodieken.
N.B. Voor uitzendkrachten werkzaam in de bouwsector gelden afwijkende voorwaarden.
3. De inlener informeert de uitzendonderneming tijdig over de componenten zoals genoemd in lid 2. Indien de inlener de uitzendondernemingonjuisteinlichtingenverstrektoverdezecomponenten is de uitzendonderneming gerechtigd om vanaf het moment van aanvang van de betreffende functie, met terugwerkende kracht, het loon en overige vergoedingen van de uitzendkracht alsmede het tarief van de inlener dienovereenkomstig te corrigeren en bij de inlener in rekening te brengen.
4. Als het loon en de vergoedingen van de uitzendkracht niet kunnenworden vastgesteld volgens het loon- verhoudingsvoorschrift,dan worden ze vastgesteld in overleg tussen uitzendonderneming,uitzendkracht en inlener. Leidraad hierbij zijn het opleidingsniveau en de ervaring van de uitzendkracht en daarnaast de verantwoordelijkhedenenbenodigdecapaciteitendieinvullingvandefunctiemet zichmeebrengen.
5. Als de inlener, nadat de uitzendkracht is verschenen op de werkplek, minder dan drie uren gebruik maakt van diens arbeidsaanbod, is de inlener verplicht tot betaling van het inlenerstarief over ten minste drie uren per oproep als:
a. de overeengekomenomvangvan de arbeidminderdan 15 uur per week bedraagt en de werktijd niet zijn vastgelegd; of
b. de inlener de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig heeft vastgelegd.
6. Als de inlenervanuit zijn bedrijfsvoering de uitzendkrachtverplicht te beschikkenoverbepaalde benodigdheden, zoals een verklaring omtrent goed gedrag of persoonlijke beschermingsmiddelen, worden deze –voor zover mogelijk- door de inlener verstrekt. Indien de benodigdheden door de uitzendonderneming worden verzorgd is de uitzendonderneming gerechtigd de kosten die daarmee samenhangen bij de inlener in rekening te brengen.
Artikel 11. Inhoud van de inleenovereenkomst en opzegtermijnen
1. In de inleenovereenkomst wordt de duurvan de terbeschikkingstellingvan de uitzendkracht vermeld en wanneer deze op voorhand nog niet duidelijk is, een zo nauwkeurig mogelijke schatting daarvan. Voor zover mogelijk en wenselijk worden daarin verder de begin- en einddatum van de terbeschikkingstelling, het aantal te werken uren, de opzegtermijn en de arbeidsvoorwaarden van de uitzendkracht vastgelegd.
2. Als het uitzendbeding van toepassing is op de uitzendovereenkomst hoeven de uitzendonderneming of de inlener geen opzegtermijn in acht te nemen als zij de terbeschikkingstelling tussentijds wensen te beëindigen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
3. Als het uitzendbeding niet van toepassing is op de uitzendovereenkomst is er sprake van een uitzen- dovereenkomst voorbepaalde of onbepaalde tijd. In dit geval eindigt de inleenovereenkomst slechts door het verstrijken van de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
4. Als de inlener de terbeschikkingstellingvan de uitzendkracht die op basisvan een uitzendovereenk- omst voorbepaalde of onbepaalde tijd werkzaam is tussentijds wenst te beëindigen, zal de inlener aan de uitzendonderneming een terstond opeisbare vergoeding verschuldigd zijn. Deze vergoeding bedraagt 100% van het laatstgeldendeinlenerstariefvoor de betrokkenuitzendkracht,vermenigvuldigd met het aantalvan de in de inleenovereenkomstovereengekomenuren,gelegen in de periodevanaf het moment van tussentijdse beëindiging tot het moment van afloop van de inleenovereenkomst zoals in eerste instantie overeengekomen.
5. Als de inlener de terbeschikkingstelling wenst te beëindigenterwijl er niets is overeengekomenomtrent de duurvande terbeschikkingstellingen de uitzendkrachtop basisvande uitzendovereenkomstvoorbepaalde ofonbepaaldetijdwerkzaamis,geldteenopzegtermijnvan20werkdagen,tenzijschriftelijkandersis overeengekomen.
Artikel 12. Aangaan rechtstreekse arbeidsverhouding door inlener met de uitzendkracht
1. Als de inlener met een hem door de uitzendonderneming ter beschikking gestelde of te stellen uitzendkracht rechtstreeks een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding wil aangaan, stelt hij de uitzendonderneming daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. Partijen treden vervolgens in overleg om de wens van de inlener te bespreken.
2. Onderandersoortigearbeidsverhouding als bedoeldinditartikelwordtondermeerverstaan:
a. het aanstellen als ambtenaar
b. de overeenkomst van opdracht
c. de aanneming van werk
d. het ter beschikking laten stellen van de uitzendkracht aan de inlener door een derde (bijvoorbeeld een andere uitzendonderneming) voor hetzelfde of ander werk.
3. De inlener gaat niet rechtstreeks een arbeidsovereenkomst met de uitzendkracht aan, als de uitzend- kracht de uitzendovereenkomst met de uitzendonderneming niet rechtsgeldig heeft beëindigd
Artikel 13. Selectie van uitzendkrachten
1. De uitzendkracht wordt door de uitzendonderneming gekozen enerzijds aan de hand van de bij de uitzendonderneming bekende hoedanigheden en kundigheden van de voor uitzending beschikbare uit- zendkrachten en anderzijds aan dehandvan dedoor deinlener aan deuitzendondernemingverstrekte inlichtingen betreffende de op te dragen werkzaamheden.
2. Niet-functierelevante eisen bij het verstrekken van inlichtingen betreffende de op te dragen werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, kunnen niet door de inlener worden gesteld. In ieder geval zullen deze door de uitzendonderneming niet worden gehonoreerd.
3. De inlener heeft het recht om,als een uitzendkracht niet voldoet aan de door de inlener gestelde eisen, dit binnen 4 uur na de aanvang van de werkzaamheden aan de uitzendonderneming kenbaar te maken. In dat geval is de inlener gehouden de uitzendonderneming minimaal te betalen de aan de uitzend- kracht verschuldigde beloning en vergoedingen, vermeerderd met het werkgeversaandeel in de sociale lasten en premieheffing en uit de CAO voortvloeiende verplichtingen.
4 Gedurende de looptijd van de inleenovereenkomst is de uitzendonderneming gerechtigd om een voorstel te doen tot vervanging van de uitzendkracht, bijvoorbeeld indien de uitzendkracht niet langer in staat is de arbeid te verrichten. Het inlenerstarief zal dan opnieuw worden vastgesteld.
Artikel 14. Zorgverplichtinginlener en vrijwaringjegens deuitzendonderneming
1. De inlener is ervan op de hoogte dat hij volgens de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 7: 658 BW de verplichting heeft om te zorgen voor een veilige werkplek van de uitzendkracht. De inlener verstrekt de uitzendkracht concrete aanwijzingen om te voorkomendat de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Tevens verstrekt de inlener de uitzendkracht persoonlijke beschermings- middelen voor zover noodzakelijk.
2. Tijdig voordat de terbeschikkingstelling een aanvang neemt, verstrekt de inlener aan de uitzendkracht en uitzendonderneming de noodzakelijke informatie over de verlangde beroepskwalificatie van de uit- zendkracht, alsmede de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E), bevattende de specifieke kenmerken van de in te nemen arbeidsplaats.
3 De inlener zal de door hem ingeleende uitzendkracht niet op zijn beurt weer doorlenen aan een derde om onder diens toezicht en leiding te werken, zonder toestemming van de uitzendonderneming.
4 De inlener is tegenover de uitzendkracht en uitzendonderneming aansprakelijk voor en dien tengevolge gehouden tot vergoedingvan de schade die de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roeke- loosheid van de uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.
5 Als de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden zodanig letsel heeft bekomen dat daarvan de dood het gevolg is, is de inlener overeenkomstig artikel 6:108 BW jegens de in dat artikel bedoelde personen en jegens de uitzendonderneming gehouden tot vergoeding van de schade aan de bedoelde personen,tenzij de schade in belangrijkemate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheidvan de uitzendkracht, alles metinachtneming van het bepaalde in artikel 6.
6 De inlener zal de uitzendonderneming te allen tijde vrijwaren tegen aanspraken, jegens de uitzend- onderneming ingesteld wegens het niet nakomen door de inlener van de in lid 1 van dit artikel
De inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaaldekkende aansprakelijkheidsverze- kering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in dit Artikel.
Artikel 15. Identificatie en persoonsgegevens
1. De inlenerstelt bij aanvang van de terbeschikkingstelling van een uitzendkracht diensidentiteit vast aan de hand van een origineel identiteitsdocument en neemt een kopie van dit document op in zijn administratie.
2. De inlener behandelt de hem in het kader van de terbeschikkingstelling ter kennis gekomen per- soonlijke gegevens van uitzendkrachten vertrouwelijk en verwerkt deze in overeenstemming met de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens.
3. De uitzendonderneming is niet aansprakelijk voor boetes of claims die de inlener worden opgelegd omdat hij zijn verplichtingen als in de voorgaande leden bedoeld, niet is nagekomen.
Artikel 16. Autovan de zaak en bedrijfssluiting
1. Als de inlener voornemens is de uitzendkracht een auto terbeschikking te stellen,deelt de inlener dit onverwijldmedeaan deuitzendonderneming.Uitsluitendin overleg met deuitzendondernemingkomt de inlener met de uitzendkracht overeen dat de auto privé gereden mag worden, zodat de uitzendonder- neminghiermeerekeningkanhouden in de loonheffing. Als de inlener dit nalaat is hijgehouden de daa- ruitvoortvloeiendeschade,kosten en (fiscale)gevolgen te vergoeden die de uitzendonderneming lijdt.
2. Als er gedurende de terbeschikkingstelling een bedrijfssluiting of verplichte vrije dag plaatsvindt, informeert de inlener de uitzendonderneming hieromtrent bij het aangaan van de inleenovereenkomst, zodat de uitzendonderneming hiermee rekening kan houden bij het vaststellen van de arbeidsvoor- waarden. Als de inlener dit nalaat is hij gedurende de bedrijfssluiting of verplichte vrije dag, aan de uitzendondernemingverschuldigd het aantal uur zoalsovereengekomen in de inleenovereenkomst, vermenigvuldigd met het laatstgeldende inlenerstarief.
Hoofdstuk 3. VOORWAARDEN VOOR ARBEIDSBEMIDDELING
Artikel 17.Toepasselijkheid algemene bepalingen
1. De in hoofdstuk 1 van deze algemene voorwaarden opgenomen bepalingen zijn overeenkomstig van toepassing op de relatie tussen arbeidsbemiddelingsonderneming en opdrachtgever, uitgezonderd het in artikel 3 leden 1, 2, 3, 4, 5 en 7 bepaalde.
2. Waar in hoofdstuk 1 van deze algemene voorwaarden wordt gesproken over: ”uitzendonderneming”, ”inlener”, ”uitzendkracht” of ”ter beschikking stellen”, dient, wanneer sprake is van arbeidsbemiddeling, voor deze begrippen respectievelijk gelezen te worden: ”arbeidsbemiddelingsonderneming”, ”opdracht- gever”, ”werkzoekende” en ”arbeidsbemiddeling”.
Artikel 18. Honorarium en inhoud van de arbeidsbemiddelingsovereenkomst
1. Het door de opdrachtgever aan de arbeidsbemiddelingsonderneming verschuldigde honorarium kan bestaan uit, hetzij een van tevoren vast overeengekomen bedrag, hetzij uit een van tevoren overeengekomen percentage van het aan de werkzoekende aangeboden full time bruto jaarsalaris te vermeerderen metvakantiebijslag.
2. Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, is het in lid 1 van dit artikel bedoelde honorarium slechts danverschuldigdindien de arbeidsbemiddeling heeft geleid tot een arbeidsovereenkomstrespec- tievelijk aanstelling tot ambtenaar met een door de arbeidsbemiddelingsonderneming geselecteerde werkzoekende.
3. In de arbeidsbemiddelingsovereenkomst wordt, voorzover relevant, de duur van arbeidsbemiddeling, de wijze waarop deze door de arbeidsbemiddelingsonderneming wordt uitgevoerd en het daarvoor door de opdrachtgever aan de arbeidsbemiddelingsonderneming verschuldigde honorarium opgenomen.
4. Onder het honorarium wordt niet verstaan de plaatsings- en productiekosten van advertenties, de reis- en verblijfkosten van de werkzoekende en de kosten van een psychologische test. Deze en eventuele andere pro memorie posten worden op basis van nacalculatie in rekening gebracht.
Artikel 19. Aangaan arbeidsverhouding door opdrachtgever met de werkzoekende
Als de opdrachtgever gedurende de looptijd van de opdracht tot arbeidsbemiddeling of binnen zes maanden na beëindiging daarvan zelf rechtstreeks een arbeidsovereenkomst aangaat met dan wel overgaat tot aanstelling van een door de arbeidsbemiddelingsonderneming geselecteerde werkzoek- ende, is hij aan de arbeidsbemiddelingsonderneming verschuldigd een terstond opeisbare, niet voor rechterlijke matiging vatbare, boete gelijk aan het met de opdrachtgever overeengekomen honorarium voor de arbeidsbemiddeling dan wel gelijk aan het honorarium dat in rekening zou zijn gebracht als er geen rechtstreekse arbeidsverhouding als hiervoor bedoeld zou zijn aangegaan.
Artikel 20. Selectie van werkzoekende
1. Dewerkzoekendewordt door dearbeidsbemiddelingsonderneminggeselecteerdenerzijdsaan de hand van de door opdrachtgever aan de arbeidsbemiddelingsonderneming verstrekte wensen omtrent diens hoedanigheden en kundigheden en verstrekte inlichtingen betreffende de aard van de functie en anderzijds aan de handvan de bij de arbeidsbemiddelingsondernemingbekendehoedanigheden en kundigheden van de werkzoekende.
2. Niet-functierelevante eisen bij het verstrekkenvan wensen en inlichtingen betreffende de gewenste kandidaat en de aard van de functie zoals bedoeld in het vorige lid van dit artikel, kunnen niet door de opdrachtgever worden gesteld. In ieder geval zullen deze door de arbeidsbemiddelingsonderneming niet worden gehonoreerd.
Hoofdstuk 4. VOORWAARDEN VOOR PAYROLLEN
Artikel 21.Toepasselijkheidhoofdstuk 1 en 2
1. Als er tussen de werknemer en payrollondernemingsprake is van een payrollovereenkomst,zijn de in hoofdstuk 1 en 2 van deze algemene voorwaarden opgenomen bepalingen overeenkomstig van toepass- ing op de relatie tussen payrollonderneming en inlener,uitgezonderd het bepaalde in artikel 11 lid 2 tot en met 5, en artikel 13.
2. Waar in hoofdstuk 1 en 2 van deze algemene voorwaarden wordt gesproken over:“uitzendondernemi- ng”,“uitzendkracht” en “uitzendovereenkomst” dient, wanneer sprake is van payrollen, voor deze begrip- pen respectievelijk gelezen te worden:“payrollonderneming”,werknemer”en payrollovereenkomst.
Artikel 22. Facturatie
Indien de werknemer wegens onvoorziene omstandigheden niet in staat is te werken, zoals in geval van ziekte of leegloop, wordt er ook over de nietgewerkte uren gefactureerd, als de payrollonderneming jegens de werknemer een loondoorbetalingsverplichting heeft.
Artikel 23. Aanvullende arbeidsvoorwaarden
Toepassing van een arbeidsvoorwaarde van de cao van de inlener is alleen mogelijk indien dit niet conflict- eert met de toepasselijke NBBU-cao voor Uitzendkrachten en voor zover schriftelijk overeengekomen.
Artikel 24. Aangaan en beëindiging van de inleenovereenkomst
1. Alvorens de payrollonderneming een payrollovereenkomst met de werknemer aangaat, verstrekt de inlener juiste en volledige informatie over het arbeidsverleden van de werknemer bij de inlener. Indien de inlener onjuiste of onvolledige informatie verstrekt,vergoed de inlener de hieruit voortvloeiende schade van de payrollonderneming.
2. De inleenovereenkomst kan pas worden opgezegd of, in afwijking van artikel 5 pas worden ontbonden, als de payrollovereenkomst tussen payrollonderneming en werknemer rechtsgeldig is beëindigd. Indien nodig verleent de inlener zijn medewerking bij het payrollen van de werknemer via een derde werkgever of bij het (terug) in dienst nemen van de werknemer.
3. Indien naar de normen van de redelijkheid en billijkheid, niet van een partij verwacht kan worden deinleenovereenkomstvoort tezetten,kan er eerderwordenopgezegddanalsbedoeld in lid2.Alsde payrollonderneming een loondoorbetalingsverplichting heeft jegens de werknemer, neemt de inlener een opzegtermijnvanminimaal drie maanden in acht, tenzij schriftelijkanders is overeengekomen.