voor de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 voor werknemers in dienst van
C O L L E C T I E V E A R B E I D S O V E R E E N K O M S T
voor de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 voor werknemers in dienst van
Menzies World Cargo (Nederland) B.V.
De ondergetekenden:
Menzies World Cargo BV gevestigd te Schiphol als partij ter ene zijde
en
FNV Bondgenoten, gevestigd te Utrecht,
De Unie, gevestigd te Culemborg als partijen ter andere zijde
verklaren met elkaar te sluiten een collectieve arbeidsovereenkomst voor de werknemers van Menzies World Cargo (Nederland) B.V.
Aldus overeengekomen en in drievoud getekend op:
Menzies World Cargo B.V. | Directeur | X. Xxxxxxx |
FNV Bondgenoten | Vakbondsbestuurder | X. xx Xxxxx |
De Unie | Voorzitter Belangenbehartiger | X. Xxxxx M.W. Hoelscher |
INHOUDSOPGAVE Pagina
Artikel | 1. | Definities | 1. |
" | 2. | Algemene verplichtingen van de werkgever | 2. |
" | 3. | Algemene verplichtingen van de vakvereniging | 3. |
" | 4. | Algemene verplichtingen van de werknemer | 3. |
" | 5. | Veiligheid | 5. |
" | 6. | Aanstelling, mutaties en ontslag | 6. |
" | 7. | Functie-indeling | 7. |
" | 8. | Indexeringsclausule | 7. |
" | 9. | Salaris | 8. |
" | 10. | Werktijden, indeling, pauzetijden en deeltijdwerk | 8. |
“ | 11. | Deeltijdwerk | 12. |
" | 12. | Dienstroostertoeslagen | 13. |
" | 13. | Overwerk | 13. |
" | 14. | Vergoeding voor overwerk | 14. |
" | 15. | Arbeid op roostervrije dagen | 14. |
" | 16. | Vergoeding voor arbeid op roostervrije dagen | 14. |
" | 17. | Toekennen van vervangende vrije tijd | 15. |
" | 18. | Rusttijden | 15. |
" | 19. | Werkzaamheden voor derden | 15. |
" | 20. | Waarnemen hogere functie | 15. |
" | 21. | Consignatieregeling | 16. |
" | 22. | Afbouw of wijziging arbeidsvoorwaarden | 16. |
" | 23. | Disciplinaire maatregelen | 18. |
" | 24. | Vrijstelling nachtarbeid oudere werknemers | 19. |
" | 25. | Feestdagen | 20. |
" | 26. | Kerstgratificatie | 20. |
" | 27. | Vakantie en kort/lang verzuim/bijzonder verlof | 21. |
" | 28. | Vakantietoeslag | 25. |
" | 29. | Reiskostenvergoeding/ Parkeren Schiphol/Fietsplan | 25. |
" | 30. | Ziekte, ongeval en ziektekosten | 26. |
" | 31. | Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx | 00. |
" | 32. | Pensioen | 28. |
" | 33. | Overlijden | 28. |
“ | 34. | Functioneringsgesprekken | 29. |
" | 35. | Oudere werknemers | 29. |
“ | 36. | EHBO-vergoeding | 29. |
" | 37. | Spaarregeling | 29. |
" | 38. | Studiekostenregeling | 30. |
" | 39. | Militaire Dienst | 30. |
" | 40. | Ouderschapsverlof/Faciliteiten/Kinderopvang | 30. |
“ | 41. | Bedrijfskleding | 30. |
" | 42. | Fusiecode | 32. |
" | 43. | Werkgelegenheid | 32. |
“ | 44 | Vakbondscontributie | 32 |
" | 45. | Geschillen | 32. |
" | 46. | Scheidsgerecht | 33. |
" | 47. | Wijziging der overeenkomst | 34. |
" | 48. | Duur, opzegging en verlenging der overeenkomst | 34. |
Bijlage | I | Salarisschalen | 35. |
“ | II | Functiewaardering | 40 |
‘’ | III | Functieklassen | 43. |
" | IV | Regeling voor studietoelage | 45. |
" | V | Sociaal Statuut | 46. |
" | VI | Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx | 00. |
" | VII | Uittreksel van enige belangrijke artikelen uit het Burgerlijk Wetboek | 50. |
“ | VIII | Eenmalige afspraken | 62 |
Artikel 1 DEFINITIES
In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:
1.1 Werkgever : Menzies World Cargo (Nederland) B.V. ;
1.2 Vakvereniging : FNV Bondgenoten, De Unie;
1.3 Werknemer : Iedere werknemer in dienst van werkgever tot functieklasse
MC 9. Als werknemer in de zin van deze CAO wordt niet beschouwd de stagiaire, de partieel leerplichtige en de vakantiewerker.
1.4 Deeltijdwerknemer : De werknemer die op grond van zijn/haar individuele
arbeidsovereenkomst gedurende minder uren werkt dan de voor de voltijds werknemer geldende arbeidsduur; op hem/haar zijn de bepalingen van deze CAO naar rato van toepassing, tenzij bij de desbetreffende artikelen anders is vermeld.
1.5. | Relatiepartner | : Niet gehuwde personen van verschillend of gelijk geslacht die duurzaam een gezamenlijke huishouding voeren, tenzij het personen betreft tussen wie een bloedverwantschap in de eerste of tweede graad bestaat. Van een gezamenlijke huishouding als hier bedoeld kan in dit verband slechts sprake zijn indien twee ongehuwde personen gezamenlijk voorzien in huisvesting en bovendien beiden een bijdrage leveren in de kosten van huishouding dan wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien, bijvoorbeeld blijkende uit een daartoe opgemaakte notariële acte. |
1.6 | Basis-maandsalaris | : Het maandsalaris volgens bijlage I, exclusief onregelmatigheidstoeslag of andere kostenvergoedingen. |
1.7 | Basis uursalaris | : Het basis maandsalaris gedeeld door 168. |
1.8 | Maandloon | : Het basismaandsalaris inclusief de geldende toeslagen. |
1.9 | Dienst | : Een aaneengesloten periode per etmaal gedurende welke volgens dienst rooster wordt gewerkt. |
1.10 | Dag | : Een kalenderdag, van 00.00 uur tot 24.00 uur. |
1.11 | Standplaats | : De stad of het gebied waarin werknemer doorgaans zijn werkzaam heden verricht. |
1.12 | Management | : De door de directie benoemde manager die eindverantwoordelijk is voor een toegewezen aandachtgebied en tevens deel uitmaakt |
van het managementteam, dan wel de in diens opdracht optredende vervanger.
1.13 Ondernemingsraad : De Ondernemingsraad van Menzies World Cargo (Nederland) BV
- 1 -
Artikel 2 ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVER
2.1 Het is de werkgever niet toegestaan een werknemer in dienst te nemen of te houden op voorwaarden, welke in strijd zijn met de bepalingen van deze overeenkomst.
2.2 De werkgever verbindt zich voor de duur van deze overeenkomst geen uitsluiting toe te passen, noch toepassing daarvan te bevorderen.
2.3 De werkgever verbindt zich geen actie, welke ten doel heeft wijzigingen te brengen in deze overeenkomst, te voeren of te bevorderen op een andere wijze dan in artikel 45 is omschreven.
2.4 De werkgever is verplicht met iedere werknemer een individuele arbeidsovereenkomst aan te gaan, waarbij deze overeenkomst van toepassing wordt verklaard, en hem daarbij van deze overeenkomst een exemplaar uit te reiken.
2.5 De werkgever zal bij de uitvoering van de door hem te verrichten werkzaamheden gebruik maken van personen die:
- in dienst van de werkgever zijn voor die werkzaamheden waarvoor werknemer is aangesteld (rooster of dagdienst) hier zijn tevens inbegrepen uitzendkrachten, die toegezegd zijn na de inlening in dienst van werkgever te treden.
Mocht er daarboven een tijdelijke behoefte bestaan aan aanvullende arbeidskrachten, dan zal werkgever achtereenvolgens gebruik maken van personen die:
a. roostervrij zijn tot een maximum van 50% van deze extra diensten, met een maximum van 750 diensten op jaarbasis, op basis van een evenredige verdeling van weekenden en doordeweekse dagen, waarbij rekening wordt gehouden met het werkdrukte profiel. De roostervrije werknemers hebben recht op tewerkstelling in het geval zij voldoen aan het niveau van de functie en de tewerkstelling volgens de arbeidstijdenwet is toegestaan. Werknemers met een hoger functieniveau dan de werkzaamheden vereisen, ontvangen de overwerkvergoeding volgens artikel 16.3. Bij werkzaamheden met een diensttijd van 6 uur of minder, vervalt de in de aanhef genoemde verplichting en kan deze dienst direct aan onder b. genoemde instanties worden aangeboden.
b. Tot een maximum van 20% van de bruto bezetting kan met behulp van uitzendkrachten of oproepkrachten worden aangevuld (i.c. t.b.v. van de loodsorganisatie het totaal aantal werknemers in de functie van voorman, assistent voorman, allrounder en luchtvrachtemployé)
Bij calamiteiten kan de werkgever instemming vragen aan de Ondernemingsraad om dit percentage tijdelijk te verhogen.
c. Werkgever is verplicht zich ervan te verzekeren dat ten aanzien van werknemers die aan zijn onderneming ter beschikking worden gesteld, gedurende de periode van terbeschikkingstelling de bepalingen van de toepasselijke CAO worden nageleefd.
d. De werkgever wordt geacht het bepaalde onder lid c. van dit artikel te hebben nagekomen als hij gebruik maakt van bedrijven die gedurende de periode van terbeschikkingstelling in het bezit zijn van een geldend NEN 4400-1 certificaat.
Maandelijks zal, uiterlijk 2 weken na het verstrijken daarvan, aan de Ondernemingsraad een overzicht worden verstrekt, waarin onder meer het percentage roostervrij – en uitzendkrachten/oproepkrachten inzet zal worden opgenomen, teneinde de voortgang van inzet te toetsen op het overeengekomen percentage. Bij voortdurende afwijking van het overeengekomen percentage (20% oproepkrachten en uitzendkrachten / 80% werknemers in dienst bij MWC NL) zal door middel van een voortschrijdend budget (reforecast) correcties worden uitgevoerd om op de streefpercentages uit te komen. De Ondernemingsraad zal hierop controle uitoefenen.
Artikel 3 ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE VAKVERENIGING
3.1 De vakverenigingen verbinden zich geen actie, welke ten doel heeft wijziging te brengen in deze overeenkomst, te voeren of te bevorderen op een andere wijze dan in artikel 46 is omschreven. De vakverenigingen zullen hun krachtige medewerking aan de werkgever verlenen tot ongestoorde voortzetting van de werkzaamheden, indien een dergelijke actie door derden zou zijn of worden veroorzaakt.
3.2 De vakverenigingen zijn aansprakelijk voor de gedragingen van haar leden, wanneer en voor zover deze inbreuk maken op de bepalingen van deze overeenkomst, tenzij deze gedragingen buiten haar voorkennis of toedoen of in de strijd met haar besluiten hebben plaatsgehad.
3.3 De vakverenigingen verbinden zich met alle hun ten diensten staande middelen te zullen bevorderen dat haar leden deze overeenkomst getrouwelijk zullen nakomen.
Artikel 4 ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE WERKNEMER
4.1 De werknemer is steeds gehouden de belangen van het bedrijf van de werkgever naar zijn beste kunnen te behartigen, ook indien geen speciale opdracht daartoe is gegeven, en alle in het bedrijf aanwezige materialen, machines, gebouwen e.d. met zorg te behandelen.
4.2 De werknemer is gehouden alle hem door of namens de werkgever redelijkerwijze opgedragen werkzaamheden zo goed mogelijk uit te voeren en daarbij alle verstrekte aanwijzingen en voorschriften in acht te nemen.
4.3 De werknemer is gehouden zich, voor wat zijn diensttijd betreft, te houden aan de bepalingen van de op de daarvoor bestemde plaatsen in het bedrijf van de werkgever aanwezige arbeidslijst (dienstrooster).
4.4 De werknemer is verplicht tot geheimhouding van alle zaken waarvoor hem uitdrukkelijke geheimhouding is opgelegd, alsmede omtrent zaken die hem ter kennis zijn gekomen, waarvan hij redelijkerwijs kan veronderstellen dat kennisneming daarvan door anderen de belangen van werkgever en/of haar werknemer(s) en/of haar opdrachtgevers kan schaden en omtrent informatie door de dienstuitvoering verkregen over derden. Deze verplichting blijft van kracht na het einde van de dienstbetrekking. De verplichting tot geheimhouding geldt niet voor mededelingen betreffende zijn dienstbetrekking aan de werknemersorganisatie(s) en/of zijn medische- of rechtskundige adviseur(s), voor zover dit behoort tot de persoonlijke normale communicatie ten dienst van een doelmatige belangenbehartiging door de organisatie(s) en/of zijn adviseur(s).
4.5 De werknemer is gehouden om bij de aanvang van het dienstverband een individuele arbeidsovereenkomst te tekenen, waarin verwezen wordt naar deze collectieve arbeidsovereenkomst.
4.6 De werknemer is mede verantwoordelijk voor de handhaving van orde, reinheid en van goede sfeer in het bedrijf en verplicht tot naleving van de desbetreffende aanwijzingen en voorschriften door of namens de werkgever gegeven.
De werknemer is verplicht de eigen veiligheid en die van anderen naar vermogen in acht te nemen door:
- zich op de hoogte te stellen van voorschriften, opgestelde veiligheidsregels en instructies, zoals die bij de werkgever gelden;
- tijdens werkoverleg een bijdrage te leveren ter instandhouding en zo mogelijk ter verbetering van de veiligheid;
- het onverwijld melding maken van zijns inziens bestaande onveilige situaties;
- de ter beschikking gestelde persoonlijke veiligheids- en beschermingsmiddelen te gebruiken.
4.7 Ter voorkoming van onregelmatigheden en/of indien het vermoeden bestaat van onregelmatigheden, kan de werkgever op luchthavens en op terreinen en in gebouwen in gebruik bij de werkgever, in aanwezigheid van de werknemer een onderzoek (doen) instellen naar de inhoud van kledingstukken en voertuigen van de werknemer, alsmede naar de inhoud van zijn/haar bagage of andere door hem/haar meegevoerde voorwerpen. Dit onderzoek kan, met toestemming van de desbetreffende werknemer, worden uitgevoerd door, of namens de directie aangewezen personen. Zonder toestemming van de desbetreffende werknemer kan door functionarissen van de Koninklijke Marechaussee of Politie dit onderzoek plaatsvinden.
Bij constatering van onregelmatigheden zullen disciplinaire maatregelen worden getroffen; ernstige overtredingen leveren een dringende reden voor ontslag op staande voet op.
4.8 De werknemer is gehouden op de luchthaven, alsmede op terreinen, in gebouwen en in voertuigen in gebruik bij de werkgever, de hem/haar verstrekte legitimatiepas, welke het eigendom is van de luchthaven, bij zich te dragen en op verzoek te tonen aan de met controle belaste en zich als zodanig te legitimeren functionarissen.
De werknemer is verplicht de legitimatiepas zichtbaar te dragen indien hij/zij zich bevindt op beschermd gebied van de luchthaven en indien de werkgever dit voor bepaalde gebouwen en/of terreinen voorschrijft.
4.9 Indien het door de luchthaven autoriteiten uitgegeven legitimatiebewijs (de Schipholpas), door de Koninklijke Marechaussee of andere overheidsinstanties wordt ingenomen tijdens uitoefening van de dienst, zal onmiddellijke schorsing (met behoud van salaris) het gevolg zijn.
4.10 Het gebruik van alcohol houdende dranken tijdens werktijd is verboden, tenzij door de Directie voor bepaalde gelegenheden uitdrukkelijk ontheffing is verleend.
Het gebruik van alcohol houdende dranken 6 uren voor aanvang van de werktijd en/of het onder invloed verkeren van alcohol bij aanvang van de werktijd is verboden. Het gebruik van verdovende middelen (hard- en softdrugs) en/of het in het bezit hebben en/of het verhandelen ervan tijdens werktijd, alsmede het onder invloed verkeren van verdovende middelen bij aanvang van de werktijd is verboden. Overtreding kan ontslag op staande voet wegens een dringende reden tot gevolg hebben.
4.11 Indien een werknemer op voorschrift van een arts gebruik moet maken van medicijnen die de rijvaardigheid en/of het reactievermogen kunnen beïnvloeden, is de werknemer verplicht daarvan melding te maken bij de leidinggevende bij aanvang van de dienst. Indien de werkzaamheden gewoonlijk bestaan uit het besturen van voertuigen en/of het bedienen van installaties, kan de leidinggevende de werkzaamheden van werknemer aanpassen.
4.12 De werknemer zal noch direct noch indirect voordeel mogen trekken van aannemingen of
leveranties ten behoeve van of door de werkgever.
Evenmin is het geoorloofd van derden die met de werkgever in een zakelijke relatie staan, giften of andere voordelen in geld, goederen of diensten aan te nemen, zonder uitdrukkelijke toestemming van de werkgever. Overtreding kan een dringende reden voor ontslag opleveren.
4.13 Voorschriften, afspraken, richtlijnen en procedures ten aanzien van het werk moeten worden opgevolgd. Nieuwe voorschriften e.d. zullen te allen tijde worden afgestemd met de leidinggevenden voor invoering. Voorschriften e.d. voortkomend uit wetgeving (bijvoorbeeld de Arbo- of Rusttijdenwet) zijn dwingend. Indien men meent te moeten afwijken van de voorschriften e.d., zal dit slechts na goedkeuring van de direct leidinggevende mogen geschieden. Het zonder voorafgaand overleg afwijken van de voorschriften e.d., zal in het algemeen als een ernstig verzuim worden aangemerkt, hetwelk disciplinaire maatregelen tot gevolg kan hebben.
4.14 De werknemer is gehouden de door de werkgever voorgeschreven werkkleding en andere uitrustingstukken (o.a. persoonlijke beschermingsmiddelen) op de voorgeschreven wijze te dragen en te onderhouden. De fiscale consequenties voortvloeiende uit het verstrekken van werkkleding zijn voor rekening van de werknemer.
De uitvoering van dit artikel wordt nader geregeld in artikel 41 (bedrijfskleding).
4.15 De werkgever en de werknemers zijn overeengekomen dat discriminatie op grond van huidkleur of ras, geloof, seksuele geaardheid, geslacht, alsmede seksuele intimiteiten en/of intimidatie, agressie en/of geweld niet getolereerd zullen worden. Overtreding zal met een disciplinaire maatregel worden bestraft; herhaling van de overtreding kan een dringende reden voor ontslag opleveren.
4.16 Werknemers die zich op grond van bovenstaand artikel bedreigt of geïntimideerd voelen, kunnen zich ook in verbinding stellen met een vertrouwenspersoon. Indien dit zou leiden tot een formele klacht, kan een klachtencommissie op basis van de klachtenregeling, nader onderzoek instellen naar het voorgevallene. De klachtencommissie werkt op basis van de met de Ondernemingsraad overeengekomen klachtenregeling. Indien de klachtencommissie de klacht gegrond verklaart, zal de overtreding met een nader vast te stellen disciplinaire maatregel worden bestraft. De klachtencommissie zal hierover een bindend advies uitbrengen aan de bestuurder. Herhaling of een zeer ernstige overtreding kan een dringende reden voor ontslag opleveren.
Artikel 5 VEILIGHEID
5.1 Daar de behartiging van de bedrijfsveiligheid voor de werkgever en de werknemers een punt van centraal en uitzonderlijk belang is, zullen de vakverenigingen al het mogelijke doen om de werkgever te steunen in zijn pogingen de werknemer gedegen begrip voor een veilige sfeer van leven en werken bij te brengen en hem te leiden tot nauwkeurige en overtuigde nakoming van de veiligheidsvoorschriften.
5.2 De werknemer is verplicht ten volle medewerking te verlenen aan het streven van de werkgever om een veilige werksituatie in het bedrijf te bereiken en te handhaven. Hij is gehouden de hem ter hand gestelde veiligheidsvoorschriften en procedures, stipt na te leven en de door de werkgever daartoe ter beschikking gestelde veiligheidskleding en veiligheidsapparatuur te gebruiken en ten volle te benutten. Indien bij de werknemer onzekerheid bestaat over toepassing van de veiligheidsvoorschriften en -procedures, dient de werknemer zijn leidinggevende daarvan onmiddellijk in kennis te stellen.
5.3 De werkgever zal periodiek over veilig werken overleg plegen met een veiligheidscommis- sie, welke benoemd wordt door de ondernemingsraad.
Artikel 6 AANSTELLING, MUTATIES EN ONTSLAG
6.1 De individuele arbeidsovereenkomst kan worden aangegaan voor:
▪ bepaalde tijd
▪ onbepaalde tijd
▪ op basis van een voltijd arbeidsovereenkomst
▪ op basis van een deeltijd arbeidsovereenkomst
▪ op basis van een min/max contract
▪ op basis van een oproep arbeidsovereenkomst
6.2 Een dienstverband voor bepaalde tijd wordt aangegaan voor een vooraf overeen te komen periode.
6.3 De eerste 2 maanden van het dienstverband, zowel voor bepaalde tijd als voor onbepaalde tijd, gelden als proeftijd (zie bijlage CAO; artikel 7:624 B.W.). Hiervan kan alleen worden afgeweken indien dit schriftelijk is overeengekomen.
6.4 Voordat de arbeidsovereenkomst wordt aangegaan, vindt er op kosten van de werkgever een functiegericht geneeskundig onderzoek plaats. De werkgever wijst hiertoe een genees- kundige aan.
6.5 Het dienstverband wordt schriftelijk aangegaan. Hierbij wordt vermeld:
▪ de datum van indiensttreding;
▪ de aard van het dienstverband;
▪ de proeftijd;
▪ het bruto basis maandsalaris;
▪ de functie.
Bij wijziging van de functie wordt deze wijziging schriftelijk aan de betreffende werknemer bekend gemaakt.
6.6 Bij het tekenen van de individuele arbeidsovereenkomst wordt een exemplaar van de CAO uitgereikt.
6.7 De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, eindigt van rechtswege, behoudens tussentijdse opzegging, op de laatste dag van het tijdvak, respectievelijk bij het eindigen van de werkzaamheden.
6.8 Aan werknemers zullen binnen de mogelijkheden van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid binnen een periode van drie jaar eerst opvolgend maximaal drie bepaalde tijd arbeidsovereenkomsten worden verstrekt, alvorens een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zal worden verstrekt. Verstrekking van een onbepaalde tijd contract zal niet plaatsvinden bij aanzienlijke afname van het werkaanbod. De tewerkstelling zal in alle gevallen slechts geschieden in geval van gebleken geschiktheid.
6.9 Het dienstverband voor onbepaalde tijd eindigt, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, bij het bereiken van de datum waarop de voor de werknemer geldende pensioenregeling van kracht wordt; of zoveel eerder door overlijden van de werknemer.
6.10 Elk dienstverband, aangegaan voor bepaalde- of onbepaalde tijd, kan om dringende redenen (zie bijlage CAO; artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek) worden beëindigd. Dit kan zowel door de werkgever als door de werknemer geschieden.
6.11 Indien het dienstverband tussentijds door opzegging wordt beëindigd, dienen de desbetreffende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek in acht genomen te worden.
Artikel 7 FUNKTIE INDELING
7.1 Bij werkgever is het ORBA functiebeschrijving- en waarderingssysteem van toepassing. De daarbij gehanteerde methode is de zogenaamde “referentiesystematiek”. In 2005 is het beschrijven en graderen van alle functies tot aan het niveau van het managementteam afgerond (zie Bijlage II).
7.2 De werkzaamheden worden uitgevoerd op de volgende werkobjecten:
▪ douaneloodsen en kantoren
▪ vrachtplatform in verband met het beladen van vliegtuigen.
7.3 De werknemers worden ingedeeld in een van de in Bijlage III genoemde functieklassen.
Artikel 8 INDEXERINGSCLAUSULE
8.1 Gedurende de looptijd van de CAO gaat de systematiek uit van een verhoging van de basis maandsalarissen met de procentuele stijging van het prijsindexcijfer over de referteperiode van 1 december tot en met 30 november van de achterliggende periode.(november/november). Als prijsindexcijfer wordt het geschoonde CBS.- prijsindexcijfer voor alle huishoudens afgeleid gehanteerd. Uitbetaling vindt plaats in januari van het jaar volgend op de referteperiode.
8.2. Bij de toepassing van deze prijsindexeringregeling wordt steeds uitgegaan van de voorlopig geschoonde Consumentenprijsindex (reeks alle huishoudens afgeleid 2000 = 100). Dit betekent dat met eventuele correcties welke achteraf in de voorlopige Consumentenprijsindex over een bepaalde maand worden aangebracht, geen rekening wordt gehouden. Indexering zal niet aan een maximum gebonden zijn.
8.3 Daalt het prijsindexcijfer beneden het indexcijfer dat aanleiding gaf de maand- salarissen te verhogen, c.q. roostervrije dagen toe te kennen, dan komt de verleende verhoging c.q. komen de toegekende vrije dagen te vervallen.
8.4. De CPI in de jaren 2009 (referentieperiode november 2007 – november 2008) en 2010 (referentieperiode november 2008 – november 2009) worden, in tegenstelling tot het bepaalde in artikel 8.1, niet verwerkt in de salarissen en salarisschalen en derhalve niet uitbetaald. Na het verstrijken van de looptijd van deze cao herleeft de afspraak zoals genoemd in artikel 8.1.
8.5. Op basis van artikel 8.1 worden de salarisschalen en individuele bruto maandlonen met ingang van 1 januari 2008 verhoogd met 1,45% prijscompensatie en per 1 januari 2011 met het dan geldende percentage prijscompensatie.
Artikel 9 SALARIS
9.1 Werknemers die voor 1 juli van enig jaar in dienst treden ontvangen bij normaal functioneren per 1 januari van het daaropvolgende jaar, voor zover zij niet in de jeugdschaal zitten, een stap in hun loonschaal. Werknemers die na 1 juli van enig jaar in dienst treden krijgen geen stap in hun schaal per 1 januari.
9.2 Indien er sprake is van functieverbetering zal inschaling in de nieuwe functieklasse plaatsvinden op basis van het naast hoger salaris in de nieuwe klasse. Ongeacht het moment waarop bovenstaande plaatsvindt, zal per 1 januari, de normale jaarstap worden toegekend.
9.3 Bij aanname zullen werknemers geplaatst worden in de aanlooptreden in de schaal MC 1 tot en met MC 8, indien de werknemer in de leeftijdscategorie valt van 16 t/m 21 jaar en geen of onvoldoende relevante werkervaring in de luchtvracht heeft.
Werknemers vanaf 22 jaar en werknemers in de leeftijdscategorie 16 t/m 21 jaar met voldoende relevante werkervaring in de luchtvracht, zullen vanaf trede 0 in de schaal MC 1 t/m MC 10 worden geplaatst.
9.4 Salarisschalen; zie bijlage I.
Artikel 10 WERKTIJDEN, INDELING, PAUZETIJDEN EN DEELTIJDWERK
Dagdienst | Aanvang | 07.00 uur |
Einde | 15.15 uur | |
Avonddienst | Aanvang | tussen 15.00 uur en 17.00 uur |
Einde | tussen 23.15 uur en 01.15 uur | |
Nachtdienst | Aanvang | 23.00 uur |
. Uitgangspunten: | Einde | 07.15 uur |
10.1 Schil 1: Werktijden voor personeel in volcontinudienst (4,2 daagse werkweek) De werknemers kunnen worden tewerkgesteld in:
▪ De arbeidsduur bedraagt 7 3/4 uur per dag.
▪ Eén en ander volgens een vastgesteld rooster
▪ Bij het vaststellen van het volcontinurooster (4,2 daagse werkweek) wordt op jaarbasis 77 uur roostertoeslag ingeleverd.
▪ In de periode 1 oktober tot 1 mei zullen 6 extra diensten worden ingeroosterd, waardoor de gemiddelde arbeidsduur 32 uur per week bedraagt.
Attentie: gedurende de looptijd van deze CAO krijgen de werknemers de volgende keuze:
o Het daadwerkelijk lopen van de terugkomdagen
o De normale afkoop via inhouding op de kerstgratificatie op basis van de voor deze looptijd van toepassing zijnde percentages op de kerstgratificatie gekoppeld aan het Ebit niveau. .
o Verrekening van de terugkomdagen met het aantal bovenwettelijke vakantiedagen of het daadwerkelijk lopen van deze terugkomdagen.
De reeds in 2009 door de werknemers gemaakte keuze voor het lopen of afkopen van terugkomdagen kan worden herzien.
▪ Werknemers wordt een keuzemogelijkheid geboden om deze 6 extra diensten te laten inroosteren in bovengenoemde periode, dan wel 57½ uur te laten inhouden op de kerstgratificatie. De keuze dient voor 1 juli schriftelijk kenbaar te worden gemaakt aan afdeling personeelszaken.
▪ De werkgever bepaalt op welke dagen deze extra diensten zullen worden ingeroosterd. Bij arbeidsongeschiktheid komen deze dagen niet te vervallen en zullen op een ander tijdstip worden ingeroosterd.
Verrekening in verband met invoering van de 4-daagse werkweek voor werknemers werkzaam in schil 1.
Als gevolg van de invoering van de 4-daagse werkweek voor werknemers werkzaam in schil 1 vindt een correctie van 3% plaats op het maandsalaris, zoals vastgesteld op basis van de schaalbedragen conform bijlage I.
Deze regeling geldt voor alle werknemers die na 1 april 1999 nieuw intreden in het 4,2 daagse DAN rooster.
Dagdienst | Aanvang tussen | 07.00 en 10.00 uur |
Einde tussen | 15.15 en 18.15 uur | |
Avonddienst | Aanvang tussen | 15.00 en 19.00 uur |
Uitgangspunten: | Einde tussen | 23.00 en 03.00 uur |
Schil 2: Werktijden voor personeel in roosterdienst (dag/avond incl. weekend) De werknemers kunnen worden tewerkgesteld in:
▪ De arbeidsduur bedraagt 7½ uur per dag.
▪ Eén en ander volgens een vastgesteld rooster.
▪ Bij het vaststellen van een dienstrooster wordt uitgegaan van een 5-daagse werkweek.
Dagdienst | Aanvang | 07.00 uur |
Einde | 15.00 uur | |
Flex dag/avonddienst | Aanvang tussen | 07.00 en 15.00 uur |
Einde tussen | 15.00 en 23.00 uur | |
Avonddienst | Aanvang | 15.00 uur |
Einde | 23.00 uur | |
Flex avond/nachtdienst | Aanvang tussen | 15.00 en 23.00 uur |
Einde tussen | 23.00 en 07.00 uur | |
Nachtdienst | Aanvang | 23.00 uur |
Uitgangspunten: | Einde | 07.00 uur |
Schil 3: Werktijden voor personeel werkzaam in de flex-schil Werknemers kunnen worden te werkgesteld in:
▪ Er wordt vier dagen van tevoren bekend gemaakt op welk tijdstip de flex-dienst zal aanvangen.
▪ Bij het vaststellen van een dienstrooster kan worden uitgegaan van zowel een fulltime werkweek als van een parttime werkweek.
▪ Eén en ander volgens een vastgesteld rooster.
Tijdens de looptijd van deze cao zal de flex-schil worden geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie zal worden bekeken in hoeverre aanvullende afspraken nodig zijn ten aanzien van grenzen met betrekking tot het aantal flex-diensten.
Dagdienst | Aanvang tussen | 07.00 en 10.00 uur |
Einde tussen | 15.15 en 18.15 uur | |
Avond(nacht)dienst | Aanvang tussen | 15.00 en 19.00 uur |
Einde tussen | 23.00 en 03.00 uur | |
Nachtdienst | Aanvang | 23.00 uur |
Uitgangspunten: | Einde | 07.00 uur |
Schil 4: Werktijden voor personeel werkzaam in deeltijd- /min-max rooster De werknemers kunnen worden tewerkgesteld in:
▪ Eén en ander volgens vastgesteld rooster op basis van het overeengekomen parttime percentage, dit kan wisselen per seizoen;
10.2 Doorstroommodel
In het geval vacatures in schil 1 ontstaan hebben in principe de werknemers uit schil 2 voorrang om hierin te werkgesteld te worden. Wanneer daar geen kandidaten uit voortkomen hebben de werknemers uit schil 3 en 4 voorrang.
In het geval er vacatures ontstaan in schil 2 hebben werknemers uit schil 1, 3 en 4 de voorrang om hierin te werkgesteld te worden.
10.3 Dynamiek van het rooster/schillenmodel
In overleg met de Ondernemingsraad zal het werkdrukprofiel nader worden uitgewerkt en als zodanig worden aangepast aan het te verwachten werkaanbod. Dit werkdrukprofiel zal worden gehanteerd voor het opstellen van roosters. De bezettingsgraad van de 1e en 2e schil zal worden gebaseerd op de dalen in het werkdrukprofiel, maar is niet lager dan de laagste behoefte in de dalgebieden van het profiel.
Het aantal werknemers in schil 3 of 4 zal worden beperkt met inachtneming van de invulbaarheid van de betreffende roosters.
Nieuwe werknemers werkzaam in roosterdienst kunnen, wanneer de bezettingsgraad van hun rooster wordt verminderd, tewerkgesteld worden in een ander rooster. Een en ander geschiedt op basis van last in, first out. De arbeidsvoorwaarden zullen worden aangepast aan die van het betreffende rooster.
10.4 Werktijden voor personeel in andere dan hiervoren genoemde diensten De werknemers kunnen worden tewerkgesteld in:
Dagdienst Aanvang tussen 06.00 en 10.00 uur Einde tussen 14.15 en 18.15 uur
Avonddienst Aanvang tussen 15.00 en 19.00 uur Einde tussen 23.00 en 03.00 uur
Nachtdienst Aanvang 23.00 uur Einde 07.00 uur
Uitgangspunten:
▪ De arbeidsduur bedraagt 7½ uur per dag.
▪ Eén en ander volgens een vastgesteld rooster.
▪ Bij het vaststellen van een dienstrooster wordt uitgegaan van een 5-daagse werkweek.
10.5 Werktijden en pauzetijden voor personeel werkzaam als oproepkracht De werknemers kunnen als volgt worden tewerkgesteld:
Minimale inzet per dienst 4 uren.
Aanvangstijden kunnen liggen tussen 07.00 en 21.00 uur.
Aanvangstijden tussen 21.00 en 06.59 uur zijn alleen mogelijk indien zij tweemaal 24 uur van tevoren bekend zijn gemaakt.
De pauzetijd gedurende elke dienst bedraagt maximaal 30 minuten bij een volledige dienst of bij een dienst langer dan 4 uren. De pauzetijd valt zoveel als mogelijk is samen met de pauzetijd van de in artikel 10.1 t/m 10.4 genoemde werknemers.
10.6 Verschoven uren regeling
Een verschoven uren regeling zal gelden voor de uren tussen 05.00 - 07.00 uur. Een verschuiving in de aanvangstijd zal aan de werknemer tenminste 2 x 24 uur van tevoren worden medegedeeld. De werknemer kan maximaal 2 keer per week in een dienst welke aanvangt tussen 05.00 - 07.00 te werk worden gesteld. De arbeidsduur voor een dienst welke aanvangt binnen de grenzen van de verschoven urenregeling (05.00 - 07.00) be- draagt 7 uur. De uren tussen 05.00 - 07.00 uur zullen worden betaald met de toeslag voor nachtdienst.
10.7 Pauzetijden
De pauzetijd gedurende de dagdienst bedraagt voor elke werknemer driekwartier. Uitzonderingen hierop zijn de werknemers in het 4,2 daagse DAN-rooster en werknemers welke werkzaam zijn in flexdiensten, voor hen geldt een pauzetijd van een halfuur.
Tijdens de dagdienst kan er gepauzeerd worden tussen 12.00 uur en 13.30 uur. De pauzetijd gedurende de avond- en nachtdienst bedraagt een halfuur.
Tijdens de avonddienst kan er gepauzeerd worden tussen 17.30 uur en 18.30 uur (gekoppeld aan de openingstijden van de kantine) en tijdens de nachtdienst tussen 02.00 uur en 03.30 uur
Flexwerkers hebben na 4,5 uur werken recht op een pauze.
10.8 Dienstroosterwijziging
a. De roosters voor de schillen 1, 2 en 4 kunnen twee maal per jaar worden vastgesteld.
De roosters van schil 3 kunnen 6 maal per jaar worden vastgesteld.
b. Het dienstrooster kan naast de in artikel 10.8 a genoemde aantal wijzigingen ook worden gewijzigd:
-indien dit noodzakelijk wordt door wijzigingen in het werkaanbod;
-indien een groot deel van het beschikbare personeel door ziekte afwezig is.
Wijzigingen in dienstroosterwijzigingen zullen geschieden conform het gestelde in de W.O.R.
10.9 Indien het dienstrooster als gevolg van de in artikel 10.8 b genoemde wijziging dient te worden gewijzigd, en deze wijziging voor de werknemer een vermindering van inkomen in de lopende roosterperiode betekent, wordt gedurende een tijdvak dat maximaal loopt tot het einde van de betreffende dienstroosterperiode welke tussentijds werd gewijzigd, aan de
werknemer 50% van het verschil van de dienstentoeslag toegekend, welke hij zou hebben ontvangen indien zich geen roosterwijziging zou hebben voorgedaan.
10.10 Binnen het dienstrooster kunnen de werknemers voor de duur van een arbeidsweek worden ingedeeld voor werk in de dagdienst, avonddienst en, indien van toepassing, de nachtdienst. Deze indeling kan zowel individueel als per dienstrooster variëren.
Aan het eind van elke dienstroosterperiode stelt de werkgever het rooster voor het volgende tijdvak vast, daarbij rekening houdend met de belangen van de werknemer. De werknemers zullen vier weken tevoren van het nieuwe dienstrooster in kennis worden gesteld. In bijzondere gevallen kan van het bestaande dienstrooster op basis van vrijwilligheid worden afgeweken.
10.11 Werknemers kunnen door de bedrijfsleiding in incidentele gevallen worden aangewezen om op een andere standplaats, volgens de aldaar geldende diensttijden, werkzaamheden te verrichten. De bedrijfsleiding dient dit tijdig (minimaal 1 dag tevoren) aan de werknemer mee te delen. Indien betrokken werknemer i.v.m. zijn woon-werkverkeer hierdoor een langere afstand moet afleggen dan normaal, ontvangt hij voor die meerdere kilometers een kilometervergoeding.
10.12 Binnen het gestelde in artikel 10 is het mogelijk dat de Ondernemingsraad dispensatie verleent voor een rooster met afwijkende roostertijden.
Artikel 11 DEELTIJDWERK
11.1 Alle werknemers hebben het recht om in deeltijd te gaan werken onder de volgende voorwaarden:
▪ tewerkstelling gedurende minimaal twee dagen per week;
▪ opname in een afzonderlijk halfjaarlijks rooster;
▪ het bruto maandinkomen is naar rato van het aantal gewerkte diensten;
▪ toepassing van alle CAO-bepalingen op basis van de deeltijdarbeidsduur;
▪ de vergoeding voor roostervrij-werk zal pas van toepassing zijn, nadat er in een periode van maandag t/m zondag 37½ uur is gewerkt;
▪ de vergoeding voor woon-werkverkeer wordt naar rato van het aantal gewerkte dagen uitbetaald;
▪ het aantal deeltijdwerknemers zal niet meer bedragen dan 1/3 deel van het totale personeelsbestand;
▪ in principe kunnen werknemers in vaste dienst met een arbeidsovereenkomst voor volledige werktijd bij voorrang solliciteren naar een functie in deeltijd;
▪ bij het aanstellen van werknemers in deeltijd zal in principe voorrang worden verleend aan schoolverlaters met een leeftijd t/m 21 jaar.
11.2 Oproepkrachten kunnen worden aangesteld onder de volgende voorwaarden en met in achtneming van hetgeen bepaald in artikel 2.5b:
▪ tewerkstelling op basis van een nuluren contract;
▪ toepassing van alle CAO bepalingen naar rato van de gewerkte uren;
▪ het aantal per dienst in te zetten oproepkrachten zal niet meer bedragen dan 15% van de bruto bezetting (i.c. het totaal aantal werknemers in de functies van voorman, assistent voorman, allrounder en luchtvrachtemployé) van de loods op Schiphol.
Artikel 12 DIENSTROOSTERTOESLAGEN
Voor werkzaamheden verricht volgens dienstrooster worden de volgende toeslagen betaald:
12.1 maandag t/m vrijdag: | ||
flex dag/avonddienst | 1.7 | basis-uurlonen per dienst |
avonddienst | 1.7 | basis-uurlonen per dienst |
flex avond/nachtdienst | 2.0 | basis-uurlonen per dienst |
nachtdienst | 2.0 | basis-uurlonen per dienst |
12.2 zaterdag, zondag of feestdag: | ||
dagdienst | 5.0 | basis-uurlonen per dienst |
flex dag/avonddienst | 7.0 | basis-uurlonen per dienst |
avonddienst | 7.0 | basis-uurlonen per dienst |
flex avond/nachtdienst | 7.0 | basis-uurlonen per dienst |
nachtdienst | 7.0 | basis-uurlonen per dienst |
12.3 Indien een werknemer op een voor hem geldende roosterdienst op initiatief van de werkgever niet hoeft te werken, dan behoudt die werknemer alle volgens zijn rooster geldende nacht- en weekendtoeslagen. Valt deze door de werkgever bepaalde vrije dienst op een feestdag dan vindt geen betaling van de feestdagtoeslag plaats. Het vrijgeven op initiatief van de werkgever vindt te allen tijde plaats bij aanvang van de dienst.
12.4 Tijdens de 25 vakantie- en snipperdagen (187,5 uur) zal de roostertoeslag, op basis van de vaste indeling in het rooster, worden uitbetaald.
Artikel 13 OVERWERK
13.1 De gewerkte uren die de werknemer in opdracht van de werkgever heeft gewerkt boven het aantal uren volgens het geldende rooster,
Voor zover het aantal gewerkte uren per dag in totaal het aantal van 7,5 uur te boven gaat, worden beschouwd als overwerk.
Voor werknemers in het 4,2-daagse rooster geldt dat het aantal uren dat de 7,75 uur te boven gaat, worden beschouwd als overwerk.
13.2 De normale arbeidsduur van de dagdienst en de avonddienst kan worden verlengd:
▪ met tenminste 1 uur en ten hoogste 2 uren;
▪ de werknemer kan 1 maal per week worden verzocht zijn werktijd in dagdienst of avonddienst verlengen;
▪ de maximaal toegestane arbeidsduur mag daarbij niet worden overschreden;
▪ de bepalingen omtrent de rusttijd moeten daarbij in acht worden genomen;
▪ de verlenging dient tenminste 2 uur voordat de verlenging een aanvang neemt,
te worden aangevraagd. Bij afbestellen is hiervoor één basis uursalaris verschuldigd;
▪ werknemers van 52 jaar en ouder kunnen, niet worden verzocht tot overwerk te verrichten.
▪ werknemers in loonschaal MC 9 en hoger komen niet in aanmerking voor vergoeding van overwerk aansluitend aan hun dienst.
Artikel 14 VERGOEDING VOOR OVERWERK
Indien de werkzaamheden van een dienst overeenkomstig het gestelde in artikel 12 worden verlengd, worden de aldus gewerkte overuren als volgt vergoed:
Bij verlenging van de dagdienst, de avonddienst of nachtdienst, maandag tot en met vrijdag per gewerkt overuur: - 1½ maal het basis uursalaris
Bij verlenging van de dagdienst, de avonddienst en de nachtdienst zaterdag, zondag en/of feestdagen per gewerkt overuur: - 1¾ maal het basis uursalaris
▪ Indien de aangezegde verlenging binnen 2 uur voordat de verlenging een aanvang zou nemen, wordt afgezegd, zal een vergoeding gelijk aan 1 basis uursalaris worden betaald.
▪ De vergoeding voor gewerkte overuren kan, indien de werknemer dit wenst, ook worden opgenomen in de vorm van vervangende vrije tijd. Zie hiervoor artikel 17.
Indien langer dan 2 uur aansluitend op de normale werktijd wordt overgewerkt, zal een maaltijdvergoeding van € 10,52 bruto worden uitbetaald.
Artikel 15 ARBEID OP ROOSTERVRIJE DAGEN
15.1 Onder het werken op roostervrije dagen wordt verstaan dat de werknemer voor het verrichten van arbeid, hetzij op een niet ingeroosterde dag wordt opgeroepen, dan wel tevoren op een dag wordt ingeroosterd waarop hij normaal vrij van dienst zou zijn geweest.
15.2 Het werken op roostervrije dagen zal niet eerder geschieden dan na overleg met de betrokken werknemer. Met voor de werknemer geldende ernstige bezwaren, zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden. Behoudens onvoorziene omstandigheden, dient de werknemer 2 dagen tevoren te worden geïnformeerd van indeling op een roostervrije dag.
15.3 Bij het werken op een roostervrije dag zal de werknemer indien mogelijk op zijn eigen functieniveau worden ingezet. Indien dit niet mogelijk is zal hij op een lagere functie worden ingedeeld. Er rust geen verplichting op de werkgever om werknemers die roostervrij werken in te zetten en te betalen op hun eigen functie. In principe wordt men ingezet op de functie van allround luchtvrachtemployé of werknemer Cargo Office, tenzij uitdrukkelijk door de direct leidinggevende wordt bepaald dat een werknemer op grond van de actuele bezetting op een hogere functie moet worden ingezet.
Artikel 16 VERGOEDING VOOR ARBEID OP ROOSTERVRIJE DAGEN
16.1 Indien een werknemer wordt ingedeeld voor het verrichten van werkzaamheden in een dienst op een roostervrije dag in de dag-, avond- of nachtdienst, maandag tot en met vrijdag ontvangt hij per gewerkt uur 1½ maal het basis uursalaris (buiten de voor de betreffende dienst vastgestelde betaling volgens artikel 1).
16.2 Wordt de werknemer ingedeeld voor het verrichten van werkzaamheden in een dienst op een roostervrije dag in de dag-, avond-, of nachtdienst op zaterdag, zondag of feestdag, ontvangt hij buiten de voor de betreffende dienst vastgestelde betaling van artikel 12 per gewerkt overuur 1¾ maal het basis uursalaris.
16.3 In het geval een roostervrije werknemer op basis van de vooraf vastgestelde planning op basis van een lagere functie wordt ingezet zal de betaling genoemd in artikel 16.1 en 16.2 geschieden overeenkomstig deze lagere functie. In alle andere gevallen behoudt hij zijn loon.
16.4 Indien een werknemer werk verricht op een roostervrije dag ontvangt hij een extra reiskostenvergoeding ten bedrag van € 12,65.bruto. Telkenmale, zal deze vergoeding worden verhoogd met het percentage van de indexeringsregeling van het afgelopen jaar.
Artikel 17 TOEKENNEN VAN VERVANGENDE VRIJE TIJD
Indien een werknemer overwerk heeft verricht of arbeid heeft verricht op een voor hem roostervrije dag, dan kan hij kiezen tussen:
▪ vervangende vrije tijd voor de gewerkte uren + vervangende vrije tijd voor de geldende toeslagen (artikel 12, 15, 16)
▪ vervangende vrije tijd voor de gewerkte uren + betaling van de geldende toeslagen (artikel 12, 15, 16),
▪ betaling van de gewerkte uren + betaling van de geldende toeslagen (artikel 12, 15, 16).
De werknemer dient vooraf aan te geven op welke wijze hij/zij de extra gewerkte uren wil hebben gecompenseerd. Wijziging van de gekozen vorm kan alleen als zich bijzondere omstandigheden voordoen. De vervangende vrije tijd kan slechts in volle dagen worden opgenomen en mag niet worden opgenomen op een zaterdag/zondag of feestdag.
De tijd voor tijd opbouw bij overwerk is gemaximeerd tot 75 uur per jaar. Boven de 75 uur wordt het overwerk automatisch uitbetaald.
Artikel 18 RUSTTIJDEN
De rusttijd tussen twee diensten zal in het algemeen niet minder dan 12 uren bedragen; éénmaal per week mag een kortere rusttijd worden toegepast, welke echter tenminste 10 uren moet bedragen.
Artikel 19 WERKZAAMHEDEN VOOR DERDEN
Voor zover deze schade kunnen berokkenen aan de belangen van werkgever, dient voor het verrichten van betaalde werkzaamheden voor derden, dan wel een zelfstandige bedrijfsuitoefe- ning, uitdrukkelijk schriftelijk toestemming door de werkgever te worden verleend.
Artikel 20 WAARNEMEN HOGERE FUNCTIE
Bij waarneming van een hogere functie gedurende een periode van tenminste 1 maand zal na overleg tussen het management en het hoofd personeelszaken worden vastgesteld of er sprake is van daadwerkelijke waarneming van de gehele of nagenoeg gehele, hoger ingedeelde functie.
Indien aldus is vastgesteld dat een hogere functie is of wordt waargenomen, zal aan de betrokken werknemer een vergoedingsbedrag(waarnemingstoeslag) worden toegekend. Deze toeslag wordt berekend op basis van het verschil tussen het bestaande basismaandsalaris van de werknemer en het nieuwe basismaandsalaris welke bij definitieve benoeming in de functie zou zijn toegekend.
De toeslag wordt toegekend vanaf de eerste, daadwerkelijk gewerkte dag waarop de waarneming van de hogere functie is aangevangen.
Het waarnemen van een hogere functie zal in de regel niet langer duren dan 6 maanden. Indien de waarneming uit bedrijfsoverwegingen langer zal duren, dient opnieuw overleg plaats te vinden tussen het management en personeelszaken
Artikel 21 CONSIGNATIEREGELING
21.1 Teneinde de noodzakelijke continuïteit van bepaalde activiteiten te waarborgen, kan van de werknemer worden verlangd, dat hij zich buiten de voor hem geldende werktijden bereikbaar, dan wel beschikbaar houdt (consignatiedienst).
De duur van de consignatiedienst wordt uitgedrukt in etmalen. De werknemer is gedurende de consignatiedienst bereikbaar, dan wel beschikbaar. Het management stelt vast wanneer consignatie noodzakelijk is, stemt dit met de werknemer af en informeert Xxxxxxxxxxxxxxx. Personeelszaken controleert op noodzakelijkheid en geeft opdracht tot vergoeding.
21.2
De vergoeding voor de consignatie bedraagt per 1-7-2008
▪ van maandag t/m vrijdag per etmaal € 11,73 bruto
▪ zaterdag, zon- en feestdagen per etmaal € 18,78 bruto
Werkuren die voortkomen uit de consignatiedienst worden vergoed conform artikel 14 “vergoeding voor overwerk”.
Reiskosten die voortkomen uit de consignatiedienst worden vergoed conform artikel 16.4 “vergoeding arbeid op roostervrije dagen”.
Artikel 22 AFBOUW OF WIJZIGING ARBEIDSVOORWAARDEN
22.1 Het afbouwen of wijzigen van arbeidsvoorwaarden kan plaatsvinden indien:
1. medische omstandigheden een andere functie, dan wel een ander dienstrooster noodzaken, e.e.a. in overleg met de Arbo-dienst en de werknemer (voor wat betreft de -medische- geschiktheid voor de nieuwe functie, dan wel een ander dienstrooster) vast te stellen;
2. na functiebeschrijving en -waardering, voor zover van toepassing, een lagere functie-indeling volgt;
3. promotie, benoeming of herplaatsing op verzoek van de werkgever, een ander dienstrooster tot gevolg heeft;
4. (een) reorganisatie(s), waarvoor geen sociaal plan van toepassing wordt verklaard, demotie, dan wel een ander dienstrooster tot gevolg heeft;
22.2 Indien afbouw of wijziging van arbeidsvoorwaarden het gevolg is van een van bovengenoemde oorzaken kan het volgende plaatsvinden:
1. de werknemer behoudt zijn op dat moment geldende salaris (niet automatisch van toepassing op artikel 22.1., lid 3);
2. het verschil tussen het nieuwe salaris, en het werkelijke salaris wordt uitgedrukt in een persoonlijke toeslag;
3. het nieuwe schaalsalaris vermeerderd met de persoonlijke toeslag is bij aanvang van de regeling gelijk aan het oude salaris en zal afgebouwd worden als er verhoging van het maandsalaris plaatsvindt;
4. het percentage onregelmatigheidstoeslag (ort) zal worden aangepast aan het bij de nieuwe functie behorende percentage, met dien verstande dat, indien dat een verlaging of het kwijtraken van de ort betekent, het afbouwschema onder artikel
22.4 van toepassing is;
5. alle eventuele overige emolumenten zullen aan de nieuwe functie worden aangepast.
22.3 Disfunctioneren
Indien een werknemer ondanks herhaalde gesprekken, schriftelijke waarschuwingen en begeleiding door zijn direct leidinggevende blijkt geeft niet aan de gewenste functie-eisen te kunnen voldoen, kan de werknemer- als gevolg van disfunctioneren- in een andere en lagere functie worden ingedeeld.
Het afbouwen of wijzigen van arbeidsvoorwaarden als gevolg van hiervan kan als volgt plaatsvinden:
1. de werknemer wordt ingedeeld in de bij de nieuwe functie behorende salarisschaal;
2. het verschil tussen het schaalsalaris en het werkelijk salaris wordt uitgedrukt in een persoonlijke toeslag;
3. het ‘nieuwe’ schaalsalaris, vermeerdert met de persoonlijke toeslag is bij aanvang van de regeling gelijk aan het ‘oude’ schaalsalaris;
4. prijscompensatie, initiële CAO verhogingen, overwerk en onregelmatigheidstoeslag worden over het nieuwe schaalsalaris berekend;
5. de pensioengrondslag wordt over het nieuwe schaalsalaris inclusief de persoonlijke toeslag berekend;
6. alle eventuele overige emolumenten zullen aan de nieuwe functie worden aangepast;
7. de persoonlijke toeslag zal worden afgebouwd conform het schema onder artikel 22.4.
22.4 Afbouwschema
De afbouw van de ort en/of persoonlijke toeslag wordt in onderstaand schema in percentages per maand weergegeven.
ort- / functiejaren duur afbouwperiode hoogte toeslag
<1 jaar lopende maand 100 %
1 maand 75 %
1 maand 50 %
1 maand 25 %
Doch totaal nooit langer dan de genoten ort of het aantal jaren in functie. Indien de periode van afbouw langer duurt, stopt de afbouw op het dan geldende percentage.
ort- / functiejaren duur afbouwperiode hoogte toeslag
>1 tot <5 jaar lopende maand plus daaropvolgende
6 maanden | 100 % | |
6 maanden | 75 % | |
3 maanden | 50 % | |
ort- / functiejaren | 3 maanden duur afbouwperiode | 25 % hoogte toeslag |
>5 tot <10 jaar | lopende maand plus | daaropvolgend |
12 maanden | 100 % | |
9 maanden | 75 % | |
6 maanden | 50 % | |
6 maanden | 25 % |
>10 jaar lopende maand plus daaropvolgende
12 maanden | 100 % |
12 maanden | 75 % |
12 maanden | 50 % |
12 maanden | 25 % |
Artikel 23 DISCIPLINAIRE MAATREGELEN
23.1 De werkgever is bevoegd om de werknemer, die een op hem als werknemer rustende verplichting niet nakomt, een disciplinaire maatregel op te leggen.
Deze maatregelen zijn, afhankelijk van (de aard) van het vergrijp of de overtreding:
▪ mondelinge waarschuwing;
▪ eerste schriftelijke waarschuwing,
▪ een (straf)overplaatsing dan wel een tweede, ernstige schriftelijke waarschuwing;
▪ schorsing met behoud van salaris;
▪ een boete (inhouding van snipperdagen, dan wel inhouding van salaris) in overleg met de Ondernemingsraad nader uit te werken in een procedure;
▪ schorsing met behoud van salaris en/of een laatste en zeer ernstige, schriftelijke waarschuwing;
▪ schorsing zonder behoud van xxxxxxx;
▪ ontslag (eventueel op staande voet).
De boeteregeling geldt conform de daarvoor gestelde regels in artikel 7: 650 BW.
23.2 Schorsing met behoud van salaris zal uitsluitend dienen voor nader onderzoek van een vermoeden van een ernstige overtreding hetgeen niet uitsluit dat ontslag op staande voet alsnog gerealiseerd wordt indien dit uit het onderzoek naar voren komt. Schorsing wordt niet beschouwd als een disciplinaire maatregel.
Schorsing zonder behoud van salaris zal slechts worden opgelegd in gevallen van een dringende reden tot ontslag aanwezig is. De periode van schorsing bedraagt ten hoogste een week, tenzij zich bijzondere externe omstandigheden voordoen.
Voor het opleggen van een disciplinaire maatregel stelt de werkgever de werknemer in de gelegenheid te worden gehoord.
Voor het opleggen van een disciplinaire maatregel (met uitzondering van de mondelinge waarschuwing) wordt de werknemer onverwijld schriftelijk in kennis gesteld.
(Straf) Overplaatsing kan voor een periode van maximaal 1 jaar geschieden.
23.3 De werknemer heeft de mogelijkheid om binnen 7 x 24 uur nadat hem de disciplinaire maatregel is opgelegd schriftelijk en met reden omkleed bij de bestuurder in beroep te gaan. Een beroepscommissie zal het bezwaar beoordelen en aan de bestuurder van de onderneming een bindend advies uitbrengen over de te hanteren disciplinaire maatregel.
De beroepscommissie bestaat uit de volgende leden:
• Een werkgeverslid zijnde een lid van het managementteam niet zijnde de manager onder wiens verantwoordelijkheid de toekenning van de strafmaat heeft plaatsgevonden.
• Een werknemerslid; dit is een vast lid door de bonden aangewezen. Indien de werknemer lid is van de FNV dan treedt de FNV vertegenwoordiger op. Indien de werknemer lid is van een andere bond of geen vakbondslid is, kan hij kiezen uit het vaste werknemerslid of een eigen vertegenwoordiger aanwijzen.
• De voorzitter van de commissie is de vertrouwenspersoon van Menzies World Cargo Nederland BV .
Het staat de werknemer vrij geen gebruik te maken van de beroepsprocedure en direct de rechter om een oordeel te vragen.
Artikel 24 VRIJSTELLING NACHTARBEID OUDERE WERKNEMERS IN 5-PLOEGENDIENST
24.1 Indien zij daartoe de wens te kennen geven worden werknemers van 52 jaar en ouder vrijgesteld van het verrichten van nachtroosterdiensten.
24.2 Indien de betreffende werknemer 10 jaar of langer nachtroosterdiensten heeft verricht, zal voor hem de volgende afbouw van zijn nachtroosterdiensten gelden:
▪ eerste halfjaar 100% van de laatstgenoten nachtroostertoeslagen;
▪ tweede halfjaar 80% van de laatstgenoten nachtroostertoeslagen;
▪ tweede jaar 60% van de laatstgenoten nachtroostertoeslagen;
▪ derde jaar 40% van de laatstgenoten nachtroostertoeslagen;
▪ vierde jaar 20% van de laatstgenoten nachtroostertoeslagen;
▪ vijfde jaar 10% van de laatstgenoten nachtroostertoeslagen;
24.3 Indien de betreffende werknemer tenminste 5 jaar maar nog geen 10 jaar nachtrooster- diensten heeft verricht, zal voor hem de volgende afbouw van zijn nachtroosterdiensten gelden:
▪ eerste halfjaar 80% van de laatstgenoten nachtroostertoeslagen;
▪ tweede " 60% van de laatstgenoten nachtroostertoeslagen;
▪ tweede jaar 40% van de laatstgenoten nachtroostertoeslagen;
▪ derde " 20% van de laatstgenoten nachtroostertoeslagen;
Met laatstgenoten nachtroostertoeslagen wordt bedoeld: de gemiddelde toeslag, welke de werknemer ontving op basis van het laatstelijk voor hem geldende 6-maands-dienstrooster. Derhalve blijven toeslagen betaald voor gewerkte roostervrije dagen buiten beschouwing.
De opbouw van de pensioensalarissom zal, indien de betreffende werknemer 10 jaar of langer roosterdiensten heeft verricht, blijven geschieden op basis van het basis maandsalaris, verhoogd met de laatstgenoten rooster toeslagen. Werknemers die van deze mogelijkheid gebruik maken en werkzaam zijn in volcontinudienst zullen te werk worden gesteld in het vastgestelde dag-/avondrooster inclusief de weekends, onder toepassing van alle voorwaarden behorend bij dit rooster.
Artikel 25 FEESTDAGEN
25.1 Als feestdagen worden aangemerkt: Nieuwjaarsdag
1e en 2e Paasdag Koninginnedag Hemelvaartdag
1e en 2e Pinksterdag 1e en 2e Kerstdag
5 mei bevrijdingsdag (eenmaal in de vijf jaar op de door de overheid aangegeven data)
25.2 Een feestdag beslaat een periode van 24 uur en wordt geacht in te gaan bij aanvang van de nachtdienst 23.00 uur op de avond voor de feestdag en te eindigen bij aanvang van de nachtdienst 23.00 uur op de feestdag.
25.3 Voor zover de werkzaamheden het toelaten zal aan de werknemer op de feestdagen vrijaf worden gegeven, waarbij het salaris normaal wordt doorbetaald.
25.4 Indien binnen het voor de werknemer geldende rooster een feestdag valt en de werknemer op die feestdag normaal arbeid moet verrichten, dan geldt voor hem de volgende extra betaling boven het basis maandsalaris:
4.1. aantal gewerkte uren maal basis uursalaris, de werknemer kan deze uren naar keuze laten uitbetalen of laten omzetten in tijd voor tijd;
4.2. toepassing van artikel 12.2.
25.5 Indien binnen het voor de werknemer geldende rooster een feestdag (niet op zaterdag of zondag) valt op een voor die werknemer geldende roostervrije dag, dan zal hem door werkgever een vervangende vrije dag worden toegekend, mits niet eerder voor deze feestdag in verband met een nachtdienst artikel 25.4 is toegepast.
Artikel 26 KERSTGRATIFICATIE
In de maand december zal een gratificatie worden uitbetaald, welke gelijk is aan één bruto basismaandsalaris. De periode waarover deze gratificatie wordt berekend, loopt van 1 januari t/m 31 december Indien het dienstverband geen vol jaar heeft geduurd, zal de gratificatie worden toegekend naar rato van het volle aantal kalendermaanden dienstverband. Bij een dienstverband van zes maanden of korter, vervalt het recht op kerstgratificatie bij uitdiensttreding.
De Kerstgratificatie/13e maand wordt als tijdelijke overbruggingsmaatregel in 2009 en 2010 voor een kwart deel (= 2,08%) gegarandeerd uitbetaald. Het overige deel van de kerstgratificatie wordt gekoppeld aan het bedrijfsresultaat van werkgever in het betreffende kalenderjaar. Hiervoor gelden de volgende staffels.
Kalenderjaar 2009 en 2010: Gegarandeerd ¼ kerstgratificatie = 2,08% Ebit 0 tot 500 K Euro ½ kerstgratificatie = 4,16%
Ebit 500 tot 1000 K Euro ¾ kerstgratificatie = 6,24% Ebit 1000 K Euro of meer 1 kerstgratificatie = 8,33%
Maandelijks zullen FNV Bondgenoten, De Unie en de Financieel Economische Commissie van de OR geïnformeerd worden over de financiële resultaten.
Artikel 27 VAKANTIE EN KORT/LANG VERZUIM
A. Algemeen
27.1 Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar.
27.2 Het recht op vakantie kan behoudens de hierna genoemde uitzondering niet worden vervangen door een uitbetaling in geld, behalve bij de beëindiging van het dienstverband. Eenmaal per kalenderjaar kan de werknemer vijf dagen verloftegoed afkopen voor zover hier sprake is van bovenwettelijke vakantiedagen.
27.3 De werknemer ontvangt bij de beëindiging van het dienstverband een verklaring, waaruit blijkt op hoeveel vakantiedagen hij nog aanspraak kan maken.
27.4 De werknemers met een fulltime dienstverband hebben aanspraak op een vakantie van
25 dagen, waarvan 15 in de vorm van “vakantiedagen” en 10 in de vorm van “snipperdagen”. Omgerekend op basis van een 7½-urige werkdag is dit 187½ uur. Voor werknemers werkzaam in het 4,2-daagse rooster zal de werkdag op 7½ uur gesteld worden voor wat betreft de verrekening van de vakantie-uren. Voor werknemers die in deeltijd werkzaam zijn wordt het aantal vakantiedagen/uren berekend op basis van het aantal actueel te werken uren/dagen van het dienstrooster.
Bovenstaande rechten gelden indien de werknemer gedurende het gehele vakantiejaar bij de werkgever in dienst is. Bij een ononderbroken vakantie van 15 dagen heeft men tevens de mogelijkheid het weekend voor of het weekend na deze vakantie op te nemen.
Indien een vrije dag in een rooster wordt opgenomen is de duur van een roosterdienst bepalend voor het aantal af te schrijven vakantie-uren.
27.5 Indien de werknemer tijdens het lopende vakantiejaar in dienst treedt of het dienstverband beëindigt, heeft hij pro rata recht op vakantie, waarbij delen van vakantiedagen naar boven worden afgerond op hele dagen.
Indien het dienstverband door de werkgever wordt beëindigd anders dan door ontslag om dringende redenen of gewichtige redenen (B.W. artikel 7:678 en 7:685), zullen eventueel teveel opgenomen dagen in het lopende vakantiejaar niet verrekend worden.
Bij het beëindigen van de dienstbetrekking zal de werknemer – tenzij de eisen van het bedrijf zich hiertegen naar het oordeel van de werkgever verzetten – in de gelegenheid worden gesteld de hem nog toekomende vakantiedagen op te nemen. Indien de werknemer de hem toekomende vakantie niet heeft opgenomen zal het voor elke niet genoten dag een evenredig op basis van het basis bruto-uursalaris salarisbedrag worden uitbetaald. Teveel genoten vakantie wordt op overeenkomstige wijze met het salaris verrekend.
27.6 De werknemer, die tijdens het lopende vakantiejaar in dienst treedt, zal in dat jaar de gelegenheid worden geboden om de vakantie, die hij bij zijn vorige werkgever niet heeft genoten, alsnog op te nemen zonder behoud van salaris.
27.7 De toewijzing van vakantiedagen zal conform het gestelde in de vakantie-, snipperdagenregeling die met de Ondernemingsraad is overeengekomen, worden gerealiseerd.
27.8 Voor werknemers werkzaam in volcontinudienst (waaronder wordt verstaan een dienst- rooster waarin gedurende 7 dagen per week in resp. dag/avond/nachtroulatie 24 uur per dag wordt gewerkt) worden per jaar 13 ATV-dagen ingeroosterd door werkgever.
Bij werknemers werkzaam in andere diensten dan hierboven worden per jaar 10 ATV- dagen ingeroosterd en 7 ATV-dagen voor werknemers werkzaam in dagdiensten.
Niet operationele werknemers uitsluitend werkzaam in dagdienst krijgen per jaar 7 ATV- dagen, welke vrij opneembaar zijn door werknemer. Niet opgenomen ATV dagen vervallen per 1 januari opvolgend op het jaar waarin de ATV dagen zijn opgebouwd.
Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer op een ingeroosterde ATV-dag, is deze dag komen te vervallen. Deze dagen kunnen niet worden vervangen door een betaling in geld.
27.9 De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft.
B Kort/lang verzuim
27.10 Aan een aaneengesloten periode van ziekte en/of ongeval, uitgaande boven 12 aaneengesloten maanden of vallende na het bereiken van de 65-jarige leeftijd, wordt geen aanspraak ontleend op vakantiedagen.
27.11 Dagen waarover de werknemer uitkering ingevolge de Ziektewet geniet zullen, met uitzondering van de bovenwettelijke vakantiedagen waarover in het ziekteverzuimprotocol met de ondernemingsraad afspraken zijn gemaakt; niet als vakantiedagen gelden. Ook voor kort verzuimdagen wegens sterfgevallen in zijn familie zal de vakantie desgevraagd worden opgeschort.
27.12 Voor de werknemer die langer dan 12 aaneengesloten maanden arbeidsongeschikt is tengevolge van ziekte of ongeval, geldt te zijner keus één der volgende regelingen:
a. uitbetaling van de hem toekomende vakantierechten die over de laatste zes maanden van de volledige arbeidsongeschiktheid zijn opgebouwd aan het einde van bedoelde 12 maanden;
b. behoud van zijn vakantierechten die over de laatste zes maanden van de volledige arbeidsongeschiktheid zijn opgebouwd tot na zijn herstel, waarbij een deel dezer rechten bij zijn eerstvolgende vakantie kan worden gevoegd, met dien verstande dat deze vakantie daardoor, rekening houdend met de nog te verwerven vakantiedagen, de 12,5 dagen niet mag overschrijden. Voor het niet op deze wijze te gebruiken deel der rechten zullen bij zijn herstel de vakantierechten worden uitbetaald.
C Oudere werknemers
27.13 In het kader van het ouderbeleid worden humanisatiedagen (hdgn) toegevoegd aan de bestaande snipperdagen en leeftijdsdagen (lftdgn) van werknemers die werkzaam zijn in D/A/N en D/A-roosters (inclusief weekenddiensten). Hierbij is de volgende staffel van toepassing:
Leeftijd | D/A + Flex DA rooster | D/A/N + Flex DAN rooster |
50 | 1 (1 lftdg) | 1 (1 lftd) |
51 | 1 (1 lftdg) | 1 (1 lftd) |
52 | 2 (1 lftdg + 1 hdg) | 1 (1 lftd) |
53 | 2 (1 lftdg + 1 hdg) | 1 (1 lftd) |
54 | 2 (1 lftdg + 1 hdg) | 1 (1 lftd) |
55 | 4 (2 lftdgn + 2 hdgn) | 3 (2 lftdgn + 1 hdg) |
56 | 4 (2 lftdgn + 2 hdgn) | 3 (2 lftdgn + 1 hdg) |
57 | 4 (2 lftdgn + 2 hdgn) | 3 (2 lftdgn + 1 hdg) |
58 | 5 (2 lftdgn + 3 hdgn) | 4 (2 lftdgn + 2 hdgn) |
59 | 5 (2 lftdgn + 3 hdgn) | 4 (2 lftdgn + 2 hdgn) |
60 | 7 (3 lftdgn + 4 hdgn) | 6 (3 lftdgn + 3 hdgn) |
61 | 7 (3 lftdgn + 4 hdgn) | 6 (3 lftdgn + 3 hdgn) |
62 | 7 (3 lftdgn + 4 hdgn) | 6 (3 lftdgn + 3 hdgn) |
63 | 8 (3 lftdgn + 5 hdgn) | 6 (3 lftdgn + 3 hdgn) |
64 | 8 (3 lftdgn + 5 hdgn) | 6 (3 lftdgn + 3 hdgn) |
27.14 Werknemers in overige diensten
Werknemers vanaf 50 jaar hebben recht op 1 extra vakantiedag per jaar. Werknemers vanaf 55 jaar hebben recht op 2 extra vakantiedagen per jaar. Werknemers vanaf 60 jaar hebben recht op 3 extra vakantiedagen per jaar.
Dit recht wordt verkregen op 1 januari van het jaar, waarin de genoemde leeftijd bereikt wordt.
27.15 Tevens wordt de mogelijkheid geboden om voor werknemers die 3% op hun brutoloon worden gekort in verband met de financiering van de 4,2 daagse werkweek, deze korting (vanaf hun 52e jaar) in te brengen als keuzemogelijkheid bij de overstap van de 1e schil D/A/N naar de D/A-roosters door middel van:
a) Brutoloon uitsluitend op te hogen met de reeds bestaande inhouding van 3% of
b) Zes dagen per jaar minder te gaan werken, waarbij de 3% korting op het brutoloon blijft gehandhaafd. PM; deze korting geldt voor alle D/A/N werknemers in de 1e schil die na 1-12-1997 zijn toegetreden tot deze schil en groepen van werknemers die op grond van minder uren werken een korting op hun loon hebben.
27.16 Kort verzuim/bijzonder verlof
In de volgende gevallen wordt op de in de arbeidsweek vallende dagen verlof met behoud van salaris en op buiten de arbeidsweek vallende dagen vrijstelling van de verplichting tot werken verleent:
1 dag bij
▪ ondertrouw van de werknemer;
▪ huwelijk van één zijner ouders, kinderen, broers, zusters, kleinkinderen, zwagers, schoonzusters;
▪ 12½-, 25-, en 40-jarig huwelijk van de werknemer;
Indien het huwelijksjubileum op een zon-, feest of roostervrije dag valt, kan op een andere dag vrijaf worden genomen;
▪ 25-, 40-, 50-, 60- en 70-jarig huwelijk van zijn ouders of xxxxxxxxxxxx;
▪ overlijden van één der wederzijdse grootouders, broers, zusters, kleinkinderen, zwagers, schoonzusters, schoonzoons, schoondochters;
▪ 12½-jarig dienstverband van de werknemer;
▪ 25 -jarig dienstverband van de werknemer;
2 dagen bij
▪ huwelijk van de werknemer;
▪ overlijden van één zijner ouders, schoonouders of niet-inwonende kinderen;
▪ bevalling van zijn echtgenote;
▪ verhuizing van de werknemer (1 x 3 jaar);
(Bij meerdere verhuizingen in genoemde periode kan toekenning van deze dagen plaatsvinden na overleg met de afdeling personeelszaken.)
4 dagen bij
▪ overlijden van zijn echtgenote of één zijner inwonende kinderen;
▪ overlijden van één zijner ouders of schoonouders, indien de werknemer de begrafenis/crematie moet regelen.
Indien het overlijden in het buitenland plaatsvindt zal het verzuim zodanig kunnen worden uitgebreid als voor de gegeven situatie passend is.
Voor door de overheid opgelegde verplichtingen zal aan de werknemer naar billijkheid en behoefte vrij worden gegeven met behoud van het salaris of aanvulling tot het salaris, voor zover de Overheid geen of onvolledige vergoeding over de desbetreffende tijd geeft. Deze laatste bepaling is niet van toepassing wanneer genoemde verplichting voortspruit uit overtredingen van de werknemer of uit het niet of niet geheel nakomen van door de Overheid opgelegde verplichtingen.
Voor noodzakelijk bezoek aan huisarts, tandarts wordt in principe maximaal 2 uur de gelegenheid gegeven en voor een bezoek aan een specialist 4 uur. Een en ander ter beoordeling aan de direct leidinggevende.
Gezien de maatschappelijk algemeen aanvaarde samenlevingsvormen, waarbij geen wettelijk huwelijk is of kan worden gesloten, zal in voorkomende gevallen de kort-verzuimregeling daarop van toepassing zijn, mits de werknemer deze samenlevingsvorm ten minste 1 jaar schriftelijk bij de werkgever heeft laten registreren, alsware hij daarmee gehuwd.
27.17 Zorgverlof
Werknemers hebben op grond van de Wet Arbeid en Zorg een wettelijk recht op kortdurend zorgverlof. Het verlof bedraagt per twaalf maanden maximaal twee maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Bij een volledig dienstverband bedraagt het zorgverlof derhalve maximaal 10 dagen per jaar. Werknemers kunnen in aanmerking komen voor zorgverlof als zij de zorg op zich moeten nemen voor een ernstig zieke ouder, partner of kind. Als partner wordt beschouwd de echtgenoot, geregistreerd partner of degene met wie de werknemer samenwoont, Een werknemer kan verlof opnemen voor de verzorging van een ziek inwonend eigen kind, een ziek inwonend kind van de partner of (indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan) voor de verzorging van een ziek pleegkind dat op hetzelfde adres woont als de werknemer en door hem duurzaam wordt verzorgd en opgevoed. De werkgever kan (voortzetting van) het verlof weigeren als hij een zwaarwegend bedrijfsbelang heeft dat zwaarder weegt dan het belang van de werknemer. De werknemer heeft gedurende het verlof recht op 70% van het basismaand salaris (met een begrenzing van het maximum dagloon) . Zorgverlof wordt niet aangemerkt als vakantie.
27.18 Organisatieverlof
Indien de bedrijfsbelangen zich hiertegen niet verzetten, kan aan een werknemer, die lid is van een vakvereniging, vrijaf worden gegeven met behoud van het basismaandloon, gedurende maximaal 4 werkdagen per jaar voor het deelnemen aan:
a. bondscongressen en daarmee gelijk te stellen bondsbijeenkomsten;
b. door de werknemersorganisaties te organiseren cursussen.
27.19 Onbetaald verlof
Vakantie zonder behoud van salaris is mogelijk indien:
▪ de werknemer tenminste drie maanden voor de beoogde ingangsdatum een verzoek hiertoe indient;
▪ een verzoek niet meer dan één keer per jaar plaatsvindt;
▪ het dienstverband tenminste 12 maanden bestaat;
▪ de afwezigheid de voortgang van de werkzaamheden niet verstoort;
▪ de afwezigheid niet langer dan 3 maanden duurt.
Tijdens de periode van onbetaald verlof is de arbeidsovereenkomst opgeschort en heeft werknemer geen rechten c.q. verplichtingen ingevolge bepalingen van deze CAO.
27. 20 Jubilea
Bij een 12½- jarig jubileum ontvangt de werknemer een uitkering van € 164,- met inachtneming van de van toepassing zijnde fiscale wetgeving.
Bij een 25-jarig en 40-jarig dienstjubileum ontvangt de werknemer 1/12 van zijn bruto jaarsalaris (inclusief ORT, vakantiegeld en 13e maand) uitbetaald met inachtneming van de van toepassing zijnde fiscale wetgeving.
Artikel 28 VAKANTIETOESLAG
28.1 De vakantietoeslag bedraagt over 12 maanden dienstverband bruto één basis maandsalaris.
28.2 De periode waarover vakantietoeslag wordt berekend loopt van 1 januari t/m 31 december.
28.3 De vakantietoeslag wordt uitbetaald in de maand mei van het lopende jaar.
28.4 Voor iedere maand dat de werknemer werkzaam is geweest, ontvangt hij als vakantietoeslag 1/12 deel van de vakantietoeslag genoemd onder artikel 28.1.
28.5 Indien de werknemer in de uitkeringsmaand nog in zijn proeftijd is, dan zal de vakantietoeslag pas na het einde van de proeftijd aan hem worden uitgekeerd.
Artikel 29 REISKOSTENVERGOEDING / PARKEREN SCHIPHOL/FIETSPLAN
29.1 Werknemers ontvangen maandelijks - afhankelijk van de afstand woonhuis-werklocatie een vergoeding die met ingang van 1 januari 2008 € 0,19 netto per kilometer bedraagt (conform fiscale regelgeving), met een maximum van € 159,- netto per maand,. Jaarlijks wordt het maximum gebaseerd op het forfaitaire bedrag voor Openbaar Vervoer.
Werknemers in deeltijd ontvangen een reiskostenvergoeding naar rato van het aantal overeengekomen werkdagen.
Voor de vaststelling van de woonhuis-werklocatie zal gebruik worden gemaakt van een officieel erkende routeplanner op basis van de kortste route.
De uit deze vergoeding ontstane fiscale consequenties zijn voor rekening werknemer. In geval van wijziging van de fiscale bepalingen behoudt de werkgever zich het recht voor de vergoedingen dienovereenkomstig aan te passen. Hierover zal tijdig informatie aan de werknemer en CAO partijen worden verstrekt.
29.2 Werknemers welke komen met het openbaar vervoer, ontvangen maandelijks – afhankelijk
van de afstand woonhuis-werklocatie - vergoeding van de kosten van een maand of jaarabonnement op basis van:
▪ trein : trajectkaart woonplaats - Schiphol v.v.
▪ bus : abonnement woonplaats - Schiphol v.v.
Werknemer dient na het verlopen van de geldigheid van het abonnement of de trajectkaart, deze in te leveren bij de werkgever.
29.3 Zolang voor werknemers, werkzaam op Schiphol Zuidoost geen gelegenheid bestaat de eigen auto gratis te parkeren, wordt hen de mogelijkheid geboden op de daartoe aan te wijzen parkeerplaatsen van de luchthaven de auto te parkeren. De kosten zijn voor rekening van de werkgever.
Indien de werknemer gebruik maakt van het openbaar vervoer en de vergoeding woon-
/werklocatie daarop is aangepast, bestaat er geen recht op een parkeerplaats en/of - vergoeding.
29.4 In het geval dat de werknemer een periode langer dan 6 weken afwezig is, als gevolg van vakantie, arbeidsongeschiktheid of overig verzuim, zal de vergoeding van het woon- werkverkeer worden stopgezet.
29.5 Werknemers die tussen de 0 en 20 kilometer reizen voor woonhuis – werklocatie kunnen in aanmerking komen voor een fietsplan, binnen de kaders van de fiscale wetgeving en voorwaarden. Het fietsplan is uitgewerkt op basis van de volgende uitgangspunten: Eenmaal in de drie jaar aanschaf van een fiets ter waarde van € 749,= incl. BTW,
Er vindt geen inhouding van reiskosten plaats.
Artikel 30 ZIEKTE, ONGEVAL EN ZIEKTEKOSTEN
30.1 Werknemers, die door ziekte of ongeval verhinderd zijn te werken, zijn verplicht zich te houden aan het Ziekte- en verzuimprotocol zoals vastgesteld in overleg met de Ondernemingsraad.
30.2 Uitsluitend indien is voldaan aan de regels die in dit verzuimprotocol zijn vastgelegd, geldt punt 30.4. (met uitzondering van de toepassing van de bonus malusregeling zoals omschreven in 30.3.).
30.3 Attentie; artikel 30.3 wordt gedurende de looptijd van deze CAO voor het onderdeel kwartaalbonus tijdelijk buiten werking gesteld.
In 2009 en 2010 wordt in het kader van Bonus/Malusregeling bij ziekte geen kwartaal bonus uitbetaald, maar wel de malus toegepast. De jaarlijkse bonus bij geen ziekmelding in het betreffende kalenderjaar wordt wel uitbetaald. De reeds betaalde bonussen in 2009 (de eerste 2 kwartalen) blijven ongemoeid.
Met ingang van 1-10-2003 is de bonus malusregeling van toepassing indien het bedrijfsbrede verzuim over de referteperiode van de voorliggende 3 maanden gemeten gemiddeld onder 8% zit. Indien dit het geval is wordt de volgende bonus malus toegepast.
▪ Bonus van € 75,- bruto per kwartaal voor elke werknemer die geen arbeidsverzuim heeft gehad. Voor deeltijders wordt de regeling pro rata toegepast.
Referteperiode:
1e kwartaal: januari t/m maart 2e kwartaal: april t/m juni
3e kwartaal: juni t/m september
4e kwartaal: oktober t/m december
▪ Eenmalige bonus van € 100,- bruto voor elke werknemer die gedurende het gehele kalenderjaar niet arbeidsongeschikt is geweest.
▪ Vanaf de 2e ziekmelding per kalenderjaar 10% malus op bruto maandloon met een maximum van 4 weken per individuele ziekmelding. Cumulatief geldt een maximum van 10 weken per kalenderjaar waarin de arbeidsongeschikte werknemer onder de malus regeling valt, ongeacht het aantal individuele ziekmeldingen vanaf de 2e ziekmelding.
▪ Bij herhaalde arbeidsongeschiktheid als gevolg van een revalidatie traject, na beoordeling door de Arbo-arts, valt deze arbeidsongeschiktheid onder de oorspronkelijke ziekmelding en valt deze melding niet onder de malusregeling.
▪ Arbeidsongeschiktheid als gevolg van een bedrijfsongeval en verzuim in combinatie met arbeidstherapeutisch werken wordt niet meegeteld voor de toepassing van de malusregeling.
▪ Zwangerschappen en bedrijfsongevallen worden van de bonus malusregeling uitgesloten.
30.4 Bij arbeidsongeschiktheid wordt voor de duur van maximaal 12 maanden de wettelijke ziekengelduitkering (met uitzondering van de toepassing van de bonus malusregeling) aangevuld tot het normale netto salaris, inclusief de vaste toeslagen en dienstrooster- toeslagen.
Indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer langer dan 52 weken duurt, zal gedurende het tweede ziektejaar (maximaal 12 maanden) 70% van het laatst verdiende bruto maandloon worden uitbetaald, met een aanvulling van 10% bij optimale en actieve inzet door werknemer voor reïntegratie.
Indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer langer duurt dan 104 weken, zal gedurende het derde ziektejaar (maximaal) 12 maanden 5% aanvulling op de IVA-uitkering tot maximaal van 75% van het maximum dagloon worden uitbetaald.
Op een WGA-uitkering zal maximaal 5% tot een maximum van 75% van het laatstverdiende loon cq. het maximum dagloon worden uitbetaald, bij actieve en optimale inzet door werknemer voor re-integratie.
30.5 Werkgever verplicht zich in te spannen om arbeidsongeschikte werknemers die na twee jaar arbeidsongeschiktheid voor 35% of minder zijn afgekeurd, in dienst te houden en indien nodig passende arbeid aan te bieden.
30.6 Werkgever garandeert aan werknemers met recht op een WGA uitkering passende arbeid aan te bieden. Streven is daarbij dat een functie ter grootte van de volledige verdiencapaciteit wordt aangeboden. In ieder geval wordt een functie aangeboden waarmee duurzaam 50% van de verdiencapaciteit wordt gerealiseerd. In het geval werkgever deze garantie niet gestand doet, wordt het financiële nadeel ten opzichte van het garantieniveau van het minimaal 50% benutten van de verdiencapaciteit, volledig gecompenseerd. Als het salaris van de werknemer hoger ligt dan het maximumsalaris van de nieuwe salarisgroep, dan wordt voor de berekening van het financiële nadeel uitgegaan van het maximumsalaris van de nieuwe salarisgroep.
Artikel 31 ONGEVALLENVERZEKERING
Werknemers zijn verzekerd krachtens een door de werkgever afgesloten verzekering, welke uitkering verleent:
x. xxxxxxx van overlijden tengevolge van een ongeval;
b. ingeval van blijvende invaliditeit ten gevolge van een ongeval;
Een samenvatting van de desbetreffende verzekeringsvoorwaarden is opgenomen in bijlage VI.
Artikel 32 PENSIOEN
32.1 De werknemers worden aangemeld als deelnemers in het pensioenfonds Optas, welke een flexibel keuzepensioen biedt. Werkgever en werknemer onderwerpen zich dienovereenkomstig aan het bepaalde in de statuten en het reglement van deze Stichting.
Voor alle OPTAS-regelingen (A, B en C) geldt een eigen bijdrage van werknemer van 1,43%. Het resterende deel van de premie komt voor rekening van de werkgever. De franchise wordt per 1 januari 2008 gedurende de looptijd van deze CAO niet geïndexeerd.
Voor alle werknemers en deelnemers in dienst vanaf 1 januari 1997 is de nieuwe pensioenregeling (standaardregeling) van toepassing.
32.2 De pensioengerechtigde leeftijd van de OPTAS A-regeling (flexibel keuzepensioen) is 65 jaar. Het flexibel keuzepensioen biedt de mogelijkheid om o.a. door middel van extra stortingen de pensioendatum te vervroegen. De werknemers dienen zelf bij Optas aan te geven of zij van deze mogelijkheid gebruik willen maken.
32.3 Overgangsregelingen voor werknemers in dienst voor 1 januari 1997
Jaargangen 42-49, uittreding op 61 jaar
Deze groep valt onder de OPTAS C-regeling. De hieraan verbonden jaarkosten voor de extra stortingen op de koopsompolissen voor de OPTAS C-regeling, zijn per 1-7-2003 komen te vervallen en worden door de werkgever rechtstreeks aan de Optas betaald.
Geboortejaren 50-76
Deze groep valt onder de OPTAS-B regeling. Deze regeling wordt aangepast conform nieuwe wetgeving, indien aangevraagde dispensatie niet wordt goedgekeurd door het Ministerie van Financiën. Indien dispensatie niet wordt verleend, zal nader overleg tussen CAO partijen plaatsvinden.
Overige
Bij werknemers in dienst voor 1 januari 1997 en welke voor deze datum al opgenomen waren in de B- en de C-regeling van de OPTAS wordt het basis maandsalaris opgehoogd met het werknemersdeel aan pensioenpremie, welke bij iedere betaling weer op het salaris wordt ingehouden (thans op de salarisstrook vermeld als “OPTAS bijtelling”).
Artikel 33 OVERLIJDEN
Bij overlijden van de werknemer voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd wordt aan de nagelaten betrekkingen van de werknemer een bruto uitkering gedaan gelijk aan:
a) het basismaandsalaris pro rata over het resterende deel van de maand na de dag van overlijden, indien dit niet reeds is uitbetaald, en
b) drie maal het basismaandsalaris, en
c) de vakantietoeslag over het lopende kalenderjaar, indien deze niet reeds is uitbetaald.
Op bovengenoemde uitkeringen aan de nagelaten betrekkingen worden in mindering gebracht de eventuele uitkeringen ingevolge de Ziektewet en de Wet op de Arbeidsongeschiktheid.
Onder de nagelaten betrekkingen worden verstaan:
a) de echtgenote, indien de werknemer niet duurzaam gescheiden van haar leefde;
b) de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen, indien de onder a) bedoelde echtgenote ontbreekt;
c) de relatiepartner voor wie de werknemer grotendeels in de kosten van levensonderhoud voorzag en met wie hij in gezinsverband leefde, indien de onder a) en b) bedoelde personen ontbreken.
Artikel 34 FUNCTIONERINGSGESPREKKEN
Tenminste twee maal per jaar vindt er een functioneringsgesprek plaats en tussendoor indien de actualiteit hiertoe aanleiding geeft.
Artikel 35 OUDERE WERKNEMERS
35.1 Werknemers welke de leeftijd van 45 jaar hebben bereikt, zullen in de gelegenheid worden gesteld jaarlijks een medisch onderzoek te ondergaan.
Indien een en ander binnen de regels van de Arbo-dienst is uit te voeren, zal iedere werknemer in de gelegenheid worden gesteld na het bereiken van zijn 40-jarige leeftijd jaarlijks een medisch onderzoek te ondergaan. Voorts is op de groep oudere werknemers van 50 jaar en ouder nog een aantal specifieke maatregelen van toepassing die terug te vinden zijn in de artikelen 24.1, 24.2, 24.3 en 27.13.
35.2 Werknemers ouder dan 50 jaar kunnen in het kader van het ouderenbeleid binnen overeen te komen functiegroepen voorrang krijgen bij sollicitaties bij gelijke geschiktheid onder de kandidaten.
Artikel 36 E.H.B.O.-VERGOEDING
Aan de werknemers, die in het bezit zijn van een E.H.B.O.-diploma en een B.H.V.-diploma en behoren tot de zogenaamde B.H.V.-ploeg van werkgever, zal jaarlijks een vergoeding worden toegekend tot een bedrag van € 176,09 bruto. In dit bedrag zijn de kosten van de basiscursus en de vervolgcursussen inbegrepen. Deze vergoeding zal medio juli van elk jaar via de salaris- administratie worden uitbetaald. Deze vergoeding wordt alleen verstrekt indien de werknemers behorende in de B.H.V.-ploeg alle herhalingsoefeningen van zowel de B.H.V.- als de E.H.B.O.- training volgen.
Artikel 37 SPAARREGELING
Werknemers van werkgever in vaste dienst kunnen deelnemen aan een premiespaarregeling. Het maximaal te sparen bedrag bedraagt € 526,- (€ 43,83 netto per maand).
De werkgever voegt in een kalenderjaar aan elk ingelegd spaarbedrag een premie toe van 100% met een maximum van € 526,- bruto (€ 43,83 bruto per maand). Deelname geschiedt overeenkomstig het reglement premiespaarregeling Menzies World Cargo Nederland B.V. Werknemers kunnen deelnemen aan een spaarloon regeling. Het wettelijk maximum bedraagt per 1 januari 2004 € 613,- per jaar en zal jaarlijks worden aangepast.
Artikel 38 STUDIEKOSTENREGELING
Een studietoelage kan, en wel ter beoordeling van de manager Human Resources, worden verstrekt voor studies, die met het belang van de werkgever overeengekomen of verband houden met de huidige of toekomstige werkzaamheden van de betrokkene (zie bijlage III).
Artikel 39 MILITAIRE DIENST
39.1.1 Bij opkomst voor eerste oefening in militaire dienst wordt de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en werkgever met ingang van de dag van feitelijke indiensttreding bij de krijgsmacht, opgeschort. Gedurende de periode dat de arbeidsovereenkomst is opgeschort, heeft de werknemer en de werkgever geen rechten c.q. verplichtingen ingevolge de bepalingen van deze C.A.O en de individuele arbeidsovereenkomst. Indien een werknemer zich binnen 1 maand na vervulling van zijn dienstplicht weer bij de werkgever meldt, zal de arbeidsovereenkomst hersteld worden met ingang van de dag waarop hij weer aan het werk gaat.
39.2 Bij opkomst van de werknemer voor herhalingsoefeningen in militaire dienst blijft de arbeidsovereenkomst gehandhaafd. De bruto wedde die de werknemer tijdens de periode van herhalingsoefeningen van overheidswege ontvangt, wordt door de werkgever tot bruto 100% van het bruto maandloon aangevuld.
Artikel 40 OUDERSCHAPSVERLOF/FACILITEITEN/KINDEROPVANGREGELING
40.1 Ouderschapsverlof blijft ongewijzigd, e.e.a. conform wetgeving op dit punt. Vrouwen kunnen worden vrijgesteld van avond- en nachtdiensten, waarbij de toeslagen zullen vervallen.
40.2 Adoptiekinderen zijn gelijk gesteld v.w.b. de bovengenoemde regelingen aan ‘eigen kinderen’.
Artikel 41 BEDRIJFSKLEDING
Attentie: artikel 41 wordt gedurende de looptijd van de CAO tijdelijk buiten werking gesteld. In 2009 en 2010 worden geen nieuwe kledingpakketten uitgereikt. Alleen als er sprake is van dringende en noodzakelijke vervanging zal nieuwe kleding en schoeisel worden uitgereikt.
41.1 De werkgever zal aan de bij hem in dienst zijnde werknemers de volgende werkkleding verstrekken:
Werkkleding: Luchtvrachtemployé, Airmailemployé, Assistent voorman
Omschrijving Aantal Gebruiksduur
Parka of combi-jack 1 24 maanden Werkpantalon, handy-overall of spijkerbroek 3 12 maanden Poloshirt 3 12 maanden
Commandotrui of sweater1 1 12 maanden
Veiligheidschoenen 1 paar 12 maanden
Bij de eerste verstrekking zal één pullover / trui en één overhemd extra worden verstrekt.
Uniform: Voorlieden
Omschrijving Aantal Gebruiksduur
Parka of combi-jack | 1 | 24 maanden | |
Zomerjack of colbert | 1 | 12 maanden | |
Werkbroek(afwijkend,net model) of | 3 | 12 maanden | |
spijkerbroeken | 3 | 12 maanden | |
Overhemd | 3 | 12 maanden | |
Pullover / trui Veiligheidsschoenen Stropdas | 1 1 paar 2 | 12 maanden 12 maanden 12 maanden | |
Bij de eerste verstrekking zal één pullover / trui en één overhemd extra worden verstrekt. | |||
Uniform: Cargo Controllers en Koeriers Omschrijving | Aantal | Gebruiksduur | |
Regenparka (oranje) | 1 | 24 maanden | |
Regenbroek (oranje) | 1 | 24 maanden | |
Werkbroek (net model) | 3 | 12 maanden | |
Overhemd | 3 | 12 maanden | |
Omschrijving | Aantal | Gebruiksduur | |
Pull-over / trui | 1 | 12 maanden | |
Veiligheidsschoenen | 1 paar | 12 maanden | |
Stropdas | 2 | 24 maanden |
Bij de eerste verstrekking zal één pull-over / trui en één overhemd extra worden verstrekt.
Werkkleding: Overige werknemers afdeling Cargo Control
Omschrijving | Aantal | Gebruiksduur | |
Regenparka (oranje) | 1 | 24 maanden | |
Regenbroek (oranje) Werkpantalon, handoverall Poloshirt | of spijkerbroek3 | 1 3 | 24 maanden 12 maanden 12 maanden |
Commandotrui of sweater Veiligheidschoenen | 1 1 paar | 12 maanden 12 maanden | |
Bij de eerste verstrekking zullen één commandotrui en één poloshirt extra worden verstrekt. | |||
Uniform: werknemers Cargo Office Omschrijving | Aantal | Gebruiksduur | |
Xxxxxxxx of gilet | 1 | 12 maanden | |
Uniformpantalon of rok | 3 | 12 maanden | |
Overhemd (LM / KM) ² | 3 | 12 maanden | |
Pull-over / trui¹ | 1 of 2 | 12 maanden | |
Stropdas of sjaal | 2 | 12 maanden | |
Veiligheidschoenen | 1 paar | vervanging |
1) Men heeft de keuze uit één colbert plus één pull-over / trui of twee pull-overs/ truien.
2) Bij de eerste verstrekking zal één overhemd extra worden verstrekt.
41.2 Indien de gebruiksduur van het kledingspakket als gevolg van ziekte, promotie, of de duur van het dienstverband (nieuwe werknemers) korter is dan 6 maanden, wordt er geen nieuw kledingspakket verstrekt op de uitgiftedatum.
Voor zover noodzakelijk zal tussentijds vervangende kleding worden besteld. Is de gebruiksduur van het kledingspakket als gevolg van ziekte, promotie, of de duur van het dienstverband langer dan 6 maanden (maar korter dan 12 maanden), zal op de uitgiftedatum een volledig kledingspakket worden verstrekt. Na afloop van de gebruiksperiode mag de werknemer de kledingstukken behouden. Gedurende gebruiksperiode blijven de kledingstukken eigendom van de werkgever.
Artikel 42 FUSIECODE
42.1 Bij het voornemen tot fusie, verkoop, sluiting of belangrijke reorganisatie van het bedrijf of een onderdeel daarvan, waarbij ontslag, vervroegde pensionering, overplaatsing naar een andere standplaats, dan wel plaatsing in een andere functie van werknemers het gevolg is, zullen de vakverenigingen en de Ondernemingsraad tijdig worden geïnformeerd, teneinde in onderling overleg tot een, indien nodig, sociaal plan voor betrokken werknemers te komen.
42.2 De werkgever zal de vakvereniging onmiddellijk op de hoogte stellen van aanvragen tot surséance van betaling of faillietverklaring.
Artikel 43 WERKGELEGENHEID
43.1 Jaarlijks zullen aan de Ondernemingsraad en de werknemersorganisaties, welke partij zijn bij deze CAO, gegevens van vertrouwelijke aard worden verstrekt van de totale perso- neelsbezetting vallende onder deze CAO; eventueel daaruit voortvloeiende kwantitatieve en kwalitatieve mutaties, respectievelijk verschuivingen zullen daarbij zo nodig worden toegelicht.
43.2 De ondernemingsraad zal worden geïnformeerd omtrent het wervingsbeleid en maatregelen die in dat verband genomen zullen worden.
43.3 Het beleid binnen de onderneming betreffende aanname, investeringen, ontslag zijn zaken die conform het gestelde in de Wet op de Ondernemingsraden besproken worden in de ondernemingsraad.
43.4 Ten aanzien van gehandicapten en mogelijk andere zwakke groeperingen in de onderne- ming zal - mede afhankelijk van adviezen van de Arbo-dienst -zoveel mogelijk worden getracht te bewerkstelligen dat deze in het arbeidsproces zullen blijven.
43.5 Vacaturemeldingen zullen in eerste instantie binnen de onderneming zelf plaats hebben, vervolgens bij de Centra voor Werk en Inkomen en buiten de onderneming.
43.6 Partijen gaan er vanuit dat in de onderneming het uiterste zal worden gedaan om gedwongen collectief ontslag te vermijden.
Artikel 44 Vakbondscontributie
Op schriftelijk verzoek van de werknemer past de werkgever de fiscale faciliteit voor het verwerken van vakbondscontributie toe, zolang dit wordt toegestaan door de belastingdienst. De werknemer levert de jaaropgave voor de vakbondscontributie voor 1 december in bij de afdeling HR. Eventuele nadelige gevolgen van de toepassing van deze fiscaliteit komen voor rekening van de werknemer.
Artikel 45 GESCHILLEN
45.1 Ingeval van een geschil over de uitlegging, toepassing en inachtneming van de overeenkomst tussen partijen, of tussen de werkgever en één van de vakverenigingen zullen de bij het geschil betrokken partijen geen staking of uitsluiting toepassen, doch de weg volgen die hieronder is aangegeven.
45.2 Tot de kennisneming van een in het voorgaande lid bedoeld geschil is, met uitzondering van geschillen welke verband houden met het bepaalde in het artikel "Aanstelling, mutaties
en ontslag", met uitsluiting van de gewone rechter, het scheidsgerecht, als bedoeld in het artikel "Scheidsgerecht", bevoegd.
a. De bij het geschil betrokken partijen zullen geen tussen hen gerezen geschil bij
het scheidsgerecht aanhangig maken, alvorens een minnelijke oplossing te hebben nagestreefd.
b. De partij, die naar aanleiding van een feit of omstandigheid van oordeel is, dat de wederpartij de overeenkomst niet op de juiste wijze heeft uitgelegd, toegepast of nageleefd, zal aan de wederpartij schriftelijk verzoeken de uitlegging of toepassing te herzien of de bepalingen van de overeenkomst in acht te nemen, met vermelding van de overwegingen, die aan haar oordeel ten grondslag liggen.
c. Een verzoek als hierboven bedoeld, ontvangen binnen een maand nadat het feit of de omstandigheid zich heeft voorgedaan, verplicht de partijen tot overleg over een minnelijke regeling, tenzij het verzoek inmiddels is ingewilligd.
d. Indien binnen een maand nadat het geschil bij de wederpartij op de omschreven wijze is aangebracht geen minnelijke regeling tot stand is gekomen, zal het door de meest gerede partij bij het scheidsgerecht aanhangig worden gemaakt.
Artikel 46 SCHEIDSGERECHT
46.1 Ieder der partijen benoemt binnen 14 dagen nadat een partij schriftelijk aan de andere partij heeft gemeld een geschil te willen voorleggen aan het scheidsgerecht, één scheidsman/- vrouw. In de bedoelde schriftelijke mededeling dient het geschil omschreven te worden onder vermelding van de toepasselijke CAO-bepalingen.
De hiervoor bedoelde schriftelijke melding van de ene partij aan de andere partij kan niet eerder plaatsvinden nadat toepassing van artikel 44 van de CAO heeft plaatsgevonden.
Beide partijen geven elkaar over en weer binnen de genoemde termijn van 14 dagen kennis van de verrichte benoeming onder vermelding van naam en adres van de benoemde scheidsman/-vrouw.
Beide, aldus benoemde, scheidslieden benoemen binnen 14 dagen, te rekenen vanaf het verstrijken van de eerder genoemde periode van 14 dagen, de derde scheidsman/-vrouw. Binnen dezelfde termijn zullen de scheidslieden schriftelijk aan de partijen kennisgeven van de benoeming van de voorzitter.
Veertien dagen na ontvangst van de kennisgeving van het scheidsgerecht dient de partij die heeft medegedeeld een geschil aan het scheidsgerecht te willen voorleggen, schriftelijk een met redenen omklede klacht in te dienen bij het scheidsgerecht onder gelijktijdige toezending aan de andere partij, een en ander zoals nader uiteengezet;
a. De partij, die een uitspraak van het scheidsgerecht verlangt, xxxxx zich daartoe met een schriftelijke klacht tot de voorzitter van het scheidsgerecht, houdende opgaaf van het door hem beweerde feit, hetwelk de niet nakoming van de overeenkomst vormt.
b. De klacht is niet ontvankelijk als de klagende partij in strijd met de bepalingen van het artikel "Geschillen" van deze overeenkomst heeft gehandeld of het in dat artikel voorgeschreven verzoek aan de wederpartij niet op de omschreven wijze tijdig heeft ingediend.
c. Uiterlijk op de derde dag na het inkomen van de klacht geeft de voorzitter hiervan, alsmede de inhoud, kennis aan al de leden van het scheidsgerecht, of wanneer één hunner niet in de gelegenheid is zijn taak te vervullen, aan diens plaatsvervanger.
d. Gelijke kennisgeving als bedoeld onder c. wordt binnen voormelde tijd gedaan aan degene, tegen wie de klacht is gericht, met de uitnodiging binnen 14 dagen aan hem, voorzitter, schriftelijk mededeling te doen van het te voeren verweer.
e. De voorzitter is bevoegd terstond partijen op te roepen, teneinde een schikking van het geschil te bevorderen.
46.2. Nadat de termijn voor de mededeling van het te voeren verweer is verstreken, belegt de voorzitter ten spoedigste een zitting van het scheidsgerecht op een door hem te bepalen tijd en plaats en roept de andere scheidsmannen en de partijen op aldaar te verschijnen.
a. Het scheidsgerecht hoort ter zitting partijen in hun belangen en bepaalt, voor zover nodig, de wijze waarop het geding zal worden gevoerd.
b. Ieder der partijen heeft het recht zich door een raadsman te laten bijstaan.
c. De partijen kunnen zich voor het scheidsgerecht door gevolmachtigden doen vertegenwoordigen.
46.3 Het scheidsgerecht bepaalt bij zijn uitspraak het bedrag der kosten, zowel die van het scheidsgerecht zelf als die van de partijen, alsmede door welke partij of in welke verhou- ding door partijen die kosten zullen worden gedragen.
Het scheidsgerecht zal oordelen als goede mannen naar billijkheid en het doet uitspraak binnen 14 dagen na de laatste voor partijen toegankelijke zitting, doch uiterlijk twee maanden na de dag van indiening van de desbetreffende klacht
Het scheidsgerecht doet zijn uitspraak in de vorm van een bindend advies, waarbij partijen zich bij voorbaat zullen neerleggen.
Artikel 47 WIJZIGING DER OVEREENKOMST
Ingeval van buitengewone verandering in de algemeen sociaal-economische verhoudingen in Nederland en/of wijzigingen in de salaris- en prijspolitiek der Regering, is zowel partij ter ene zijde als partij ter andere zijde gerechtigd tijdens de duur der overeenkomst wijzigingen der overeen- komst, welke met deze veranderingen in direct verband staan, aan de orde te stellen.
Partijen zijn in dit geval verplicht de aan de orde gestelde voorstellen in behandeling te nemen. Indien een maand nadat deze voorstellen door een der partijen schriftelijk zijn ingediend, geen overeenstemming is bereikt, is de partij welke de voorstellen heeft ingediend, gerechtigd de overeenkomst met inachtneming van één maand opzegtermijn op te zeggen.
Artikel 48 DUUR, OPZEGGING EN VERLENGING DER OVEREENKOMST
48.1 Dit contract wordt geacht te zijn ingegaan op 1 januari 2009 en te eindigen op 31 december 2010.
48.2 Indien en voorzover tijdens de duur van dit contract in overleg tussen de Regering en het georganiseerde bedrijfsleven wijziging wordt gebracht in de bij de totstandkoming van dit contract ten aanzien van de voor de salarisvorming geldende gedragsregels of daarbij gehanteerde formules, komen partijen overeen in gezamenlijk overleg na te gaan of en op welke wijze een voorziening zal worden getroffen om een en ander, met inachtneming van de alsdan geldende spelregels, te realiseren.
48.3 Indien geen der partijen de overeenkomst per aangetekend schrijven uiterlijk drie maanden voor het einde van het onder punt 1 van dit artikel bedoelde tijdvak heeft opgezegd, wordt deze overeenkomst geacht met één jaar te zijn verlengd en zo vervolgens.
Bijlage I SALARISSCHALEN
De bovenste salarisschaal is voor werknemers werkzaam op 1-7-2008 op basis van gemiddeld 37,5 uur per week. De onderste schaal is voor werknemers werkzaam op basis van de 4.2 daagse werkweek. Op deze schaalbedragen is 3% in mindering gebracht.
X0 | X0;X0 | X0;X0 | X0;X0;XX | CB;F4 | CS;F5 | X0;XXX0 | XXX0 | ||||
Groep | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | Groep |
2% | Maand salaris | Maand salaris | Maand salaris | Maand salaris | Maand salaris | Maand salaris | Maand salaris | Maand salaris | Maand salaris | Maand salaris | |
I | 1.019,01 | 1.035,13 | 1.047,22 | 1.063,33 | 1.119,72 | I | |||||
II | 1.154,89 | 1.173,13 | 1.186,84 | 1.205,10 | 1.268,99 | 1.360,30 | 1.447,04 | 1.542,89 | II | ||
0 | 1.358,69 | 1.380,17 | 1.396,28 | 1.417,77 | 1.492,94 | 1.600,35 | 1.702,40 | 1.815,17 | 1.960,16 | 2.327,59 | 0 |
1 | 1.417,09 | 1.447,59 | 1.470,93 | 1.500,03 | 1.567,86 | 1.681,26 | 1.789,39 | 1.907,36 | 2.059,51 | 2.419,85 | 1 |
2 | 1.475,50 | 1.515,03 | 1.545,57 | 1.582,31 | 1.642,77 | 1.762,19 | 1.876,40 | 1.999,55 | 2.158,86 | 2.512,11 | 2 |
3 | 1.533,90 | 1.582,45 | 1.620,22 | 1.664,58 | 1.717,69 | 1.843,09 | 1.963,39 | 2.091,73 | 2.258,22 | 2.603,84 | 3 |
4 | 1.592,30 | 1.649,87 | 1.694,87 | 1.746,86 | 1.792,62 | 1.924,01 | 2.050,38 | 2.183,92 | 2.357,57 | 2.695,62 | 4 |
5 | 1.650,70 | 1.717,31 | 1.769,51 | 1.829,13 | 1.867,53 | 2.004,92 | 2.137,39 | 2.276,11 | 2.456,91 | 2.787,34 | 5 |
6 | 1.709,10 | 1.784,73 | 1.844,17 | 1.911,40 | 1.942,45 | 2.085,83 | 2.224,39 | 2.368,30 | 2.556,27 | 2.879,59 | 6 |
7 | 1.767,50 | 1.852,16 | 1.918,81 | 1.993,67 | 2.017,35 | 2.166,74 | 2.311,38 | 2.460,50 | 2.655,62 | 2.971,84 | 7 |
8 | 1.825,91 | 1.919,59 | 1.993,46 | 2.075,94 | 2.092,27 | 2.247,66 | 2.398,38 | 2.552,69 | 2.754,98 | 3.063,59 | 8 |
9 | 1.987,01 | 2.068,11 | 2.158,22 | 2.167,19 | 2.328,57 | 2.485,38 | 2.644,88 | 2.854,31 | 3.154,83 | 9 | |
10 | 2.142,76 | 2.240,50 | 2.242,10 | 2.409,48 | 2.572,38 | 2.737,07 | 2.953,66 | 3.247,07 | 10 | ||
11 | 2.317,02 | 2.490,40 | 2.659,38 | 2.829,26 | 3.053,02 | 3.338,82 | 11 | ||||
12 | 2.391,94 | 2.571,30 | 2.746,38 | 2.921,45 | 3.152,37 | 3.430,56 | 12 | ||||
Xxxx xxxxx | 0-00 | 00-00 | 00-00 | 70-90 | 00-000 | 000-000 | 000-000 | 000-000 | 000-000 | 000-000 | Orba range |
Menzies World Cargo Nederland BV incl 2% loonsverhoging per 1 juli 2008
Aanloopsalaris Periodiek
-3% | X0 | X0;X0 | X0;X0 | X0;X0;XX | CB;F4 | CS;F5 | X0;XXX0 | XXX0 | ||||
Groep | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | Groep | |
Maand | Maand | Maand | Maand | Maand | Maand | Maand | Maand | Maand | Maand | |||
2% | salaris | salaris | salaris | salaris | salaris | salaris | salaris | salaris | salaris | salaris | ||
Aanloopsalaris | I | 988,44 | 1.004,08 | 1.015,80 | 1.031,43 | 1.086,13 | I | |||||
II | 1.120,24 | 1.137,94 | 1.151,23 | 1.168,95 | 1.230,92 | 1.319,49 | 1.403,63 | 1.496,60 | II | |||
Periodiek | 0 | 1.317,93 | 1.338,76 | 1.354,39 | 1.375,24 | 1.448,15 | 1.552,34 | 1.651,33 | 1.760,71 | 1.901,36 | 2.257,76 | 0 |
1 | 1.374,58 | 1.404,16 | 1.426,80 | 1.455,03 | 1.520,82 | 1.630,82 | 1.735,71 | 1.850,14 | 1.997,72 | 2.347,25 | 1 | |
2 | 1.431,24 | 1.469,58 | 1.499,20 | 1.534,84 | 1.593,49 | 1.709,32 | 1.820,11 | 1.939,56 | 2.094,09 | 2.436,75 | 2 | |
3 | 1.487,88 | 1.534,98 | 1.571,61 | 1.614,64 | 1.666,16 | 1.787,80 | 1.904,49 | 2.028,98 | 2.190,47 | 2.525,72 | 3 | |
4 | 1.544,53 | 1.600,37 | 1.644,02 | 1.694,45 | 1.738,84 | 1.866,29 | 1.988,87 | 2.118,40 | 2.286,84 | 2.614,75 | 4 | |
5 | 1.601,18 | 1.665,79 | 1.716,42 | 1.774,26 | 1.811,50 | 1.944,77 | 2.073,27 | 2.207,83 | 2.383,20 | 2.703,72 | 5 | |
6 | 1.657,83 | 1.731,19 | 1.788,84 | 1.854,06 | 1.884,18 | 2.023,26 | 2.157,66 | 2.297,25 | 2.479,58 | 2.793,20 | 6 | |
7 | 1.714,48 | 1.796,60 | 1.861,25 | 1.933,86 | 1.956,83 | 2.101,74 | 2.242,04 | 2.386,69 | 2.575,95 | 2.882,68 | 7 | |
8 | 1.771,13 | 1.862,00 | 1.933,66 | 2.013,66 | 2.029,50 | 2.180,23 | 2.326,43 | 2.476,11 | 2.672,33 | 2.971,68 | 8 | |
9 | 1.927,40 | 2.006,07 | 2.093,47 | 2.102,17 | 2.258,71 | 2.410,82 | 2.565,53 | 2.768,68 | 3.060,19 | 9 | ||
10 | 2.078,48 | 2.173,29 | 2.174,84 | 2.337,20 | 2.495,21 | 2.654,96 | 2.865,05 | 3.149,66 | 10 | |||
11 | 2.247,51 | 2.415,69 | 2.579,60 | 2.744,38 | 2.961,43 | 3.238,66 | 11 | |||||
12 | 2.320,18 | 2.494,16 | 2.663,99 | 2.833,81 | 3.057,80 | 3.327,64 | 12 | |||||
Xxxx xxxxx | 0-00 | 00-00 | 00-00 | 70-90 | 00-000 | 000-000 | 000-000 | 000-000 | 000-000 | 000-000 | Orba range |
Vervolg: Bijlage I SALARISSCHALEN
▪ Onderstaande salarisschalen zijn voor administratief personeel werkzaam op 1-7-2008 op basis van 37,5 uur. De schalen CA,CB,CS en de O-schalen zijn bedoeld voor werknemers wier functie als gevolg van de functiewaardering in 2005 in een lagere schaal is geplaatst. Zij blijven in hun oude salarisschaal tot aan het maximum van deze schaal. Bij het bereiken van het maximum van deze schaal stromen zij door naar het schaalmaximum van de nieuwe MC- schaal. De F-schaal is voor loodspersoneel dat niet kon worden meegenomen in de conversie van de oude naar de nieuwe salarisschalen (zie ook de toelichting bij het onderdeel conversie in bijlage II Functiewaardering).
Administratief personeel per 1 juli 2008 incl. 2% loonsverhoging
16/06/2008 | CA | CB | CS | |
18 | 1.356,04 | 18 | ||
19 | 1.473,55 | 19 | ||
20 | 1.594,16 | 20 | ||
0 | 1.370,99 | 1.370,99 | 1.370,99 | 0 |
1 | 1.446,23 | 1.446,23 | 1.446,23 | 1 |
2 | 1.524,06 | 1.524,06 | 1.524,06 | 2 |
3 | 1.600,87 | 1.600,87 | 1.600,87 | 3 |
4 | 1.707,04 | 1.838,98 | 1.988,97 | 4 |
5 | 1.800,83 | 1.933,31 | 2.060,60 | 5 |
6 | 1.902,91 | 2.034,84 | 2.153,91 | 6 |
7 | 2.002,36 | 2.134,32 | 2.238,42 | 7 |
8 | 2.074,00 | 2.205,44 | 2.316,77 | 8 |
9 | 2.148,22 | 2.280,68 | 2.404,92 | 9 |
10 | 2.210,60 | 2.344,60 | 2.493,54 | 10 |
11 | 2.301,81 | 2.434,29 | 2.584,26 | 11 |
12 | 2.382,21 | 2.514,18 | 2.668,28 | 12 |
71 | 2.457,99 | 2.589,41 | 2.763,63 | 71 |
72 | 2.537,36 | 2.668,79 | 2.860,51 | 72 |
73 | 2.614,68 | 2.747,65 | 2.948,14 | 73 |
74 | 2.694,56 | 2.825,47 | 3.045,04 | 74 |
16/06/2008 | O04 | O05 | O06 | O07 | |
17 | 1.082,88 | 1.117,93 | 0,00 | 0,00 | 17 |
18 | 1.185,95 | 1.222,04 | 1.279,26 | 1.356,04 | 18 |
19 | 1.281,32 | 1.323,56 | 1.386,44 | 1.474,08 | 19 |
20 | 1.385,44 | 1.431,82 | 1.496,23 | 1.594,16 | 20 |
0 | 0,00 | 0,00 | 1.370,99 | 1.370,99 | 0 |
1 | 0,00 | 1.370,99 | 1.446,23 | 1.446,23 | 1 |
2 | 1.370,99 | 1.446,23 | 1.524,06 | 1.524,06 | 2 |
3 | 1.446,23 | 1.524,06 | 1.600,87 | 1.600,87 | 3 |
4 | 1.484,89 | 1.529,74 | 1.603,97 | 1.707,04 | 4 |
5 | 1.552,41 | 1.602,92 | 1.687,45 | 1.800,83 | 5 |
6 | 1.620,46 | 1.682,81 | 1.764,24 | 1.902,91 | 6 |
7 | 1.695,69 | 1.756,00 | 1.860,12 | 2.002,36 | 7 |
8 | 1.763,74 | 1.839,49 | 1.948,24 | 2.074,00 | 8 |
9 | 1.846,71 | 1.924,54 | 2.032,78 | 2.148,22 | 9 |
10 | 1.927,64 | 2.015,78 | 2.128,13 | 2.210,60 | 10 |
11 | 1.995,14 | 2.079,16 | 2.199,77 | 2.301,81 | 11 |
12 | 2.060,60 | 2.150,29 | 2.273,48 | 2.382,21 | 12 |
71 | 2.124,52 | 2.216,26 | 2.346,16 | 2.457,99 | 71 |
72 | 2.190,50 | 2.282,23 | 2.418,81 | 2.537,36 | 72 |
73 | 2.257,50 | 2.348,21 | 2.490,46 | 2.614,68 | 73 |
74 | 2.323,47 | 2.413,66 | 2.565,18 | 2.694,56 | 74 |
Loods personeel per 1 juli 2008 incl 2% loonverhoging #VERW!
16/06/2008 | F1 | F2 | F3 | F4 | F5 | ||
16 | 1.370,99 | ||||||
17 | 1.429,74 | 1.483,35 | 1.563,75 | ||||
0 | 1.370,99 | 0 | |||||
1 | 1.446,23 | 1 | |||||
2 | 1.524,06 | 2 | |||||
3 | 1.600,87 | 3 | |||||
4 | 1.661,69 | 1.720,95 | 1.819,92 | 1.972,48 | 2.109,06 | 2.292,02 | 4 |
5 | 1.757,03 | 1.823,52 | 1.931,76 | 2.091,01 | 2.231,73 | 2.431,69 | 5 |
6 | 1.854,44 | 1.931,76 | 2.037,42 | 2.208,01 | 2.359,54 | 2.573,44 | 6 |
7 | 1.950,30 | 2.030,71 | 2.150,29 | 2.328,62 | 2.488,40 | 2.713,62 | 7 |
8 | 2.047,21 | 2.135,34 | 2.262,13 | 2.448,72 | 2.616,22 | 2.857,45 | 8 |
9 | 2.143,08 | 2.238,94 | 2.372,94 | 2.570,36 | 2.739,91 | 2.994,02 | 9 |
Vervolg: Bijlage I F-SALARISSCHALEN
▪ Onderstaande salarisschaal is voor de loodswerknemers werkzaam op 1-7-2008 op basis van de 4,2 daagse werkweek. Zij leveren o.a. 3% in voor de financiering van deze kortere werkweek. Deze F-schaal is voor loodspersoneel dat niet kon worden meegenomen in de conversie van de oude naar de nieuwe salarisschalen (zie ook de toelichting bij het onderdeel conversie in bijlage II Functiewaardering).
Loods personeel per 1 juli 2008 incl 2%% loonsverhoging -/-3%
16/06/2008 | F1 | F2 | F3 | F4 | F5 | ||
16 | 1.329,86 | ||||||
17 | 1.386,85 | 1.438,86 | 1.516,85 | ||||
0 | 1.329,86 | 0 | |||||
1 | 1.402,85 | 1 | |||||
2 | 1.478,34 | 2 | |||||
3 | 1.552,84 | 3 | |||||
4 | 1.611,83 | 1.669,32 | 1.765,32 | 1.913,30 | 2.045,78 | 2.223,27 | 4 |
5 | 1.704,33 | 1.768,82 | 1.873,80 | 2.028,28 | 2.164,78 | 2.358,75 | 5 |
6 | 1.798,81 | 1.873,80 | 1.976,29 | 2.141,78 | 2.288,75 | 2.496,24 | 6 |
7 | 1.891,80 | 1.969,80 | 2.085,78 | 2.258,76 | 2.413,74 | 2.632,22 | 7 |
8 | 1.985,79 | 2.071,28 | 2.194,27 | 2.375,25 | 2.537,74 | 2.771,73 | 8 |
9 | 2.078,78 | 2.171,77 | 2.301,75 | 2.493,24 | 2.657,71 | 2.904,20 | 9 |
Bijlage II FUNCTIEWAARDERING
Partijen zullen nog nadere invulling geven aan de afspraak over Functiewaardering in bijlage VII van deze CAO.
Functie-indeling
Functiewaardering vindt plaats op basis van de volgende uitgangspunten:
▪ De procedure van functiewaardering (inclusief de beroepscommissie) is door CAO partijen vastgesteld;
▪ Een paritaire werkgroep beoordeelt de functieomschrijvingen;
▪ Na weging van de functies maken CAO partijen een klasse indeling. Bij deze indeling zal het uitgangspunt zijn de grondslagen van het systeem en de MC loonschaal. Bezuinigingen zijn uitdrukkelijk geen uitgangspunt.
▪ Werknemers waarvan de functie lager wordt ingedeeld, behouden hun huidige schaalindeling alsmede de doorloop naar het maximum van deze schaal.
▪ Werknemers waarvan de functie hoger wordt ingedeeld, worden de maand volgend op de vaststelling, betaald volgens de MC loonschaal.
▪ Functie-indeling wordt volgens bijlage III gehanteerd.
▪ Er is een bezwaarprocedure van toepassing.
Conversie
Met ingang van 1 oktober 2005 is een nieuwe salarisschaal overeengekomen, de zogenaamde MC schaal, zie bijlage I.
▪ Werknemers wier functie als gevolg van de functiewaardering in 2005 in een hogere salarisschaal komt, worden vanaf 1 januari 2006 uitbetaald volgens de nieuwe salarisschaal MC. Daarnaast ontvangen zij een eenmalige nabetaling van het verschil in bruto maandloon oude schaal en de nieuw weging in oude schaal met terugwerkende kracht vanaf 1 mei 2004.
▪ Werknemers wier functie als gevolg van de functiewaardering in 2005 in een lagere salarisschaal komt, blijven in de oude salarisschaal tot aan het maximum van deze schaal. Bij het bereiken van het maximum stromen zij door naar het schaalmaximum van de nieuwe schaal MC.
▪ Werknemers in de leeftijd 16 t/m 21 jaar zonder of met onvoldoende relevante werkervaring in de luchtvracht, stromen in in de aanlooptreden van de nieuwe MC schaal.
▪ Werknemers vanaf 22 jaar en werknemers in de leeftijd van 16 t/m 21 jaar met voldoende relevante werkervaring in de luchtvracht stromen in vanaf trede 0 in de nieuwe MC schaal.
▪ Werknemers welke vóór 1 januari 2006 in dienst zijn getreden in salarisschalen F1 t/m F4 blijven in de F schaal tot het maximum van de nieuwe schaal MC.
▪ Werknemers welke vóór 1 januari 2006 in dienst zijn getreden in alle overige salarisschalen (CA,CB,CS, X, X0, X0, AVR) maken per 1 januari 2006 een stap in hun oude schaal en stromen vervolgens in op de eerste volgende hogere trede in de nieuwe loonschaal MC.
▪ Werknemers welke na 1 januari 2006 in dienst treden of door middel van interne promotie doorstromen worden direct ingeschaald in de nieuwe schaal MC.
▪ Per 1 januari 2006 wordt de prijscompensatie (artikel 8) toegepast op alle salarisschalen.
Bezwaarprocedure
1.1. Inleiding
Deze procedure maakt deel uit van de ORBA-methode voor functieonderzoek en -waardering. Het gebruik van deze methode is per CAO vastgelegd en de toepassing van de procedure zal door een ieder in acht moeten worden genomen. In de procedure is vastgelegd op welke wijze bezwaar kan worden gemaakt respectievelijk in beroep kan worden gegaan tegen: de informatie aan de hand waarvan hij is ingedeeld en/of deze niet meer in overeenstemming is met de feitelijke inhoud van de functie of indien hij zich niet kan verenigen met de indeling van zijn functie.
1.2. Verschillende fasen
Het bezwaar respectievelijk het beroep kan de volgende 3 fasen doorlopen. (Fase 1)
Bezwaarfase: in deze fase maakt de werknemer bezwaar bij zijn directe chef en motiveert zijn
bedenkingen. Indien dit niet leidt tot tevredenheid dan kan fase 2 worden ingezet.
(Fase 2)
Interne beroepsfase: in deze fase doet de werknemer een beroep op de Indelingsadviescommissie om zijn bedenkingen en motieven te beoordelen. Leidt ook dit niet tot tevredenheid dan kan fase 3 in gang worden gezet.
(Fase 3)
Externe beroepsfase: in deze fase doet de werknemer een beroep op een externe deskundige van de vakvereniging waarbij hij is aangesloten, dan wel, via de directie, op een AWVN-deskundige.
1.3. Procedurestappen
Aan iedere werknemer wordt schriftelijk mededeling gedaan van de functie waarin hij is aangesteld en van de functiegroep waarin de functie is ingedeeld.
(Fase 1) Bezwaarfase
Een bezwaar dient binnen drie maanden na de rapportagedatum schriftelijk ingediend te worden bij personeelszaken.
1.3.1. Een werknemer kan bezwaar aantekenen indien hij van mening is dat de informatie aan de hand waarvan hij is ingedeeld, niet meer in overeenstemming is met de feitelijke inhoud van de functie of indien hij zich niet kan verenigen met de indeling van zijn functie.
1.3.2. Dit verzoek tot heroverweging van het resultaat dient schriftelijk ingediend te worden bij het verantwoordelijk MT lid in kopie naar Human Resources (HR). Na de indiening vindt op initiatief van HR in eerste instantie een gesprek plaats tussen de werknemer, zijn leidinggevende en het verantwoordelijk MT lid.
1.3.3. Indien het verantwoordelijk MT lid het indelingsresultaat zodanig heeft weten te motiveren dat de werknemer alsnog akkoord gaat met het resultaat moet dit schriftelijk worden meegedeeld aan HR. Indien het verantwoordelijk MT lid achter het ingediende bezwaar staat of indien de werknemer van mening is dat het gesprek niet tot een bevredigende oplossing heeft geleid dient HR ingeschakeld te worden door het MT lid en/of de werknemer.
Het gesprek tussen het MT lid, leidinggevende en werknemer alsmede de schriftelijke weergave van het gespreksresultaat dient binnen een maand na ontvangst van het bezwaarschrift plaats te vinden.
(Fase 2) Interne beroepsprocedure
Binnen een maand na het gesprek en de vastlegging daarvan dient het interne beroep ingediend te worden bij de manager HR.
1.4. HR beoordeelt of het beroep ontvankelijk is in het kader van “bezwaar en beroepsprocedure functie-indelingen”. Indien dit niet het geval is wordt dit schriftelijk en met reden omkleed aan de werknemer medegedeeld. Indien het beroep ontvankelijk wordt verklaard, wordt het in behandeling genomen door HR Laatstgenoemde schakelt op haar beurt de betrokken AWVN-adviseur in voor het uitvoeren van een eventueel nader (constaterend) onderzoek en waardering, respectievelijk de indelingscommissie voor het uitvoeren van een eventuele herziening van de functie-indeling. De uitslag van het onderzoek en de gevolgen daarvan dienen schriftelijk te worden vastgelegd en meegedeeld aan betrokken werknemer.
1.5. Indien het bezwaar niet ontvankelijk wordt verklaard en de werknemer kan zich niet in dit besluit vinden, dan kan de werknemer de externe beroepsprocedure in gang zetten (zie lid 1.6).
De afhandeling van het interne beroep dient binnen drie maanden na het indienen van het interne beroep plaats te vinden. Indien deze termijn wordt overschreden zonder duidelijke reden, wordt het bezwaar aangemerkt als bezwaar dat door een externe beroepscommissie zal worden beoordeeld.
(Fase 3) Externe beroepsfase
Binnen een maand na het afhandelen van het interne beroep dient het externe beroep ingediend te worden.
1.6. In geval van een externe beroepsprocedure kan de werknemer zijn bezwaar voorleggen aan de vakvereniging waarbij hij is aangesloten, dan wel aan de directie (indien de werknemer geen lid is van een vakvereniging).
1.7. Het nadere onderzoek wordt uitgevoerd door deskundige(n) van de vakvereniging en een voorheen niet-betrokken AWVN-adviseur respectievelijk alleen een AWVN-adviseur. Beoordeeld wordt of de functie juist is ingedeeld respectievelijk gewaardeerd. Deze uitspraak is bindend.
Gestreefd wordt het resultaat van dit nadere onderzoek binnen drie maanden na het interview met de werknemer bekend te maken.
Bijlage III FUNCTIEKLASSEN
Groep | Functie | Salarisschaal |
0-30 | Leeg | MC 1 |
31-50 | Vrachtrijder (transport) | MC 2 |
Werknemer Cargo Control | MC 2 | |
Koerier | MC 2 | |
Facility werknemer | MC 2 | |
51-70 | Airmailemployé | MC 3 |
Werknemer Technisch Materiaal | MC 3 | |
Werknemer ULD-control | MC 3 | |
Werknemer Douaneblok | MC 3 | |
Werknemer Archiefbeheer | MC 3 | |
71-90 | Werknemer Tracing | MC 4 |
Warehouse Agent | MC 4 | |
Adm. werknemer Xxxxxxxxxx & Urenregistratie | MC 4 | |
Werknemer Facturatie | MC 4 | |
Werknemer Callcenter | MC 4 | |
Assistent Voorman ULD-control | MC 4 | |
91-110 | Werknemer Cargo Office | MC 5 |
Werknemer Trucking | MC 5 | |
Assistent Teamleader Warehouse | MC 5 | |
Onderhoudsmonteur | MC 5 | |
Assistent Cargo Controller | MC 5 | |
Werknemer Douanezaken | MC 5 | |
Commercieel werknemer binnendienst | MC 5 | |
Werknemer Debiteurenbeheer | MC 5 | |
Detacheringwerknemer | MC 5 | |
Praktijk Opleider | MC 5 | |
Voorman ULD-control | MC5 | |
111-130 | Onderhoud-, storingsmonteur | MC 6 |
Teamleader Warehouse | MC 6 | |
Werknemer Special Cargo Unit | MC 6 | |
Assistent Human Resources | MC 6 | |
Assistent Shiftleader | MC 6 | |
131-150 | Resource Planner | MC 7 |
Directie Secretaresse | MC 7 | |
Werknemer Xxxxxxxxxxx | MC 7 | |
Financieel administrateur | MC 7 | |
Cargo Controller | MC 7 | |
Coördinator Ziekteverzuim | MC 7 | |
Assistent Security Manager | MC 7 | |
Teamleader Special Cargo Unit | MC 7 | |
151-170 | Hoofd Facturatie & Debiteurenbeheer | MC 8 |
Opleider / Instructeur | MC 8 | |
Systeem / Netwerkbeheerder | MC 8 | |
Credit Controller | MC 8 | |
Account Manager Markering & Sales | MC 8 | |
Salarisadministrateur | MC 8 | |
Beheerder PCHS | MC 8 | |
Shiftleader Cargo Office | MC 8 | |
Assistent Controller | MC 8 | |
Service Delivery Coördinator | MC 8 | |
Ontwikkelaar database administrator ICT | MC8 | |
171-190 | Manager Resource Planning | MC 9 |
Advisor Human Resources | MC 9 | |
Teamleader ICT | MC 9 | |
191-215 | Duty Manager | MC 10 |
Manager Technical Support | MC 10 | |
Manager Quality & Projects | MC 10 | |
Manager Procurement | MC 10 | |
Hoofd Opleidingen / Arbo | MC 10 |
Bijlage IV REGELING VOOR STUDIETOELAGEN
1. Studietoelagen worden slechts verleend voor die studie, die verband houdt met de huidige of toekomstige werkzaamheden van betrokkene en/of die met het belang van het bedrijf overeenkomt en wordt gevolgd aan een voor de studie erkend onderwijs/cursus instituut. Een en ander ter beoordeling aan de manager Human Resources.
Wanneer u voor een studietoelage in aanmerking wilt komen, gaat u als volgt te werk:
a. U pleegt overleg omtrent de aan te vragen studie met de betrokken afdelingschef;
b. U raadpleegt daarna Personeelszaken;
c. U vult een "Aanvraagformulier studietoelage" in;
d. U levert het ingevulde formulier - voorzien van het advies van de afdelingschef in bij Personeelszaken.
2. U ontvangt schriftelijk mededeling of u al of niet in aanmerking komt voor een studietoelage.
3. U dient een toelage tijdig (derhalve voor aanvang van de studie) aan te vragen, aangezien deze niet met terugwerkende kracht zal worden verleend.
4. Geen toelage wordt verleend, zolang betrokkene zijn proeftijd doormaakt.
5. De toezegging voor een studietoelage kan worden ingetrokken, indien de betrokkene de studie niet serieus aanpakt of onvoldoende vorderingen maakt.
6. Voor een cursus typen wordt - behoudens uitzonderingen - geen toelage verleend.
7. Tijdens de studie worden in het lopende kalenderjaar vergoed tot maximaal 75% van de gemaakte kosten voor lesgelden, studieboeken en eventueel verschuldigd examengeld, na overlegging van de desbetreffende - op naam gestelde - nota's. Het doubleren van een cursus of gedeelte daarvan komt voor eigen rekening. Een uitzondering kan alleen gemaakt worden indien door ziekte, drukke werkzaamheden e.d. de studie vertraagd werd, doch alleen indien hiervan tijdig aan Personeelszaken werd kennis gegeven en deze met de langere duur der studie akkoord gaat.
8. De vergoeding wordt door de manager Human Resources vastgesteld.
9. Indien u voor een examen afgewezen bent, gelieve u dit te berichten aan Personeelszaken, onder overlegging van een afschrift van de examenuitslag. Met u zal worden besproken of voortzetting der studie wenselijk is en de eventueel hieraan verbonden voorwaarden.
10. Wanneer het dienstverband tijdens de duur der studie wordt beëindigd, wegens opzegging door de werknemer, dienen de reeds uitbetaalde vergoedingen van de lopende studie terugbetaald te worden.
11. Wanneer het dienstverband wegens opzegging door de werknemer wordt beëindigd binnen 2 jaar na datum, waarop een studievergoeding werd gegeven, is de werknemer verplicht aan werkgever terug te betalen:
▪ 100% van het door werkgever betaalde deel van de kosten, wanneer de opzegging geschiedt binnen een jaar nadat deze uitbetaling heeft plaatsgevonden;
▪ 50% van de door werkgever betaalde vergoeding wanneer de opzegging geschiedt binnen twee jaar na de uitbetaling.
12. De benodigde tijd voor het afleggen van een tentamen/examen in een studie (cursus), waarvoor een studietoelage wordt verleend, zal door de werkgever worden vrijgegeven. U dient hiertoe uw examenoproep, waarop datum en uur van het examen/tentamen staan vermeld, aan uw afdelingschef te overleggen.
Bijlage V SOCIAAL STATUUT
Het ondernemingsbeleid van werkgever zal er op gericht zijn een zodanig financieel rendement na te streven, dat de continuïteit en een gezonde groei van de onderneming worden bevorderd, alsmede dat de werkgelegenheid, de bestaanszekerheid en het voeren van een verantwoord sociaal beleid veilig worden gesteld.
Het sociaal beleid als onderdeel van het ondernemingsbeleid vindt zijn grondslag in de erkenning van de persoonlijke waardigheid van de mens, hetgeen tot uitdrukking zal worden gebracht door de werknemer in staat te stellen hierop langs de weg van de rechtstreekse betrokkenheid in de werksfeer en door middel van de daartoe geëigende overlegorganen van de onderneming zijn invloed uit te oefenen.
Het personeelsbeleid is erop gericht een arbeidsklimaat te scheppen, waarin de werknemers in staat zijn hun werkkracht en capaciteiten te ontplooien zowel in het belang van de onderneming als zichzelf.
Werkgever wijst discriminatie af en zal zich inzetten tot het scheppen van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in haar werving & selektie-, opleiding- en loopbaanbeleid.
De werknemer kan conform het in deze CAO. bepaalde een verzoek indienen voor onbetaald verlof ten behoeve van de verzorging van een kind, waarvoor de werknemer de feitelijke verzorging heeft.
Werkgever acht seksuele intimiteiten onaanvaardbaar en heeft maatregelen getroffen m.b.t. de werkorganisatie en de inrichting van de werkomgeving e.e.a. in overleg met de ondernemingsraad, ter voorkoming van seksuele intimidatie.
Bijlage VI VERZEKERING INGEVAL VAN OVERLIJDEN OF INVALIDITEIT TEN GEVOLGE VAN EEN ONGEVAL
Verzekerd zijn alle werknemers van werkgever .
De getroffen regeling verzekert een uitkering bij overlijden tengevolge van een ongeval en bij blijvende invaliditeit ten gevolge van een ongeval, onverschillig of dit ongeval binnen of buiten bedrijfstijd plaats vindt.
Uitgesloten van de verzekering zijn ongevallen:
a. ontstaan door opzet van de verzekerde, of ontstaan door opzet van diegenen die belang- hebbende zijn of zullen worden bij de uitkeringen;
b. letsel als gevolg van oorlog;
x. xxxxxxxxxx in en door de militaire dienst, anders dan voor herhalingsoefeningen;
d. ongevallen tengevolge van deelneming aan of voorbereiding tot wedstrijden te paard, met voertuigen of rijwielen;
e. ongevallen tengevolge van het rijden op wielerbanen of het deelnemen aan steeple- chases;
f. ongevallen tengevolge van het jagen op groot wild;
x. xxxxxxxxxx tengevolge van het zich in kennelijke staat van dronkenschap bevinden;
x. het optreden of uittreden van ingewandsbreuken tenzij deze het gevolg zijn van een ongeval in de zin van de polis;
i. letsel als gevolg van de ziekelijke toestand waarin de verzekerde verkeerde op het ogenblik van het ongeval.
Beperkt verzekerd zijn ongevallen:
▪ als gevolg van parachutespringen en hanggliding, namelijk tot een
* maximum van € 22.689,01,-- bij overlijden;
* maximum van € 45.378,02 ,-- bij blijvende invaliditeit.
De uitkering bedraagt:
a. bij overlijden ten gevolge van een ongeval 3 maal het jaarsalaris, eventueel verhoogd met vaste toeslagen (bijv. continuetoeslag, inconveniententoeslag, maar niet EHBO- of brandwachttoeslag);
b. bij blijvende algehele invaliditeit ten gevolge van een ongeval, 3 maal het jaarsalaris, eventueel verhoogd met vaste toeslagen (zoals hierboven vermeld);
c. bij blijvende gedeeltelijke invaliditeit ten gevolge van een ongeval, een per geval bepaald percentage van de uitkering genoemd onder b.
De uitkering bij overlijden komt ten goede van de erfgenamen krachtens Artikel 879 lid 1 en Artikel 889 BW van de overledene, tenzij de werknemer schriftelijk bij de afdeling Personeelszaken een of meer anderen als begunstigde(n) heeft aangewezen. Deze aanwijzing kan te allen tijde ingetrokken worden.
De uitkering bedraagt maximaal € 680.670,32 bruto onder inhouding van hetgeen de belastingwet voorschrijft. Er is binnen de onderneming een procedure vastgelegd hoe te handelen bij de aanmelding van ongevallen, die wellicht aanleiding kunnen zijn om een beroep op uitkering van hogergenoemde verzekering te doen.
Bijlage VI Vervolg
Door de personeelsafdeling, waaronder de werknemer ressorteert, wordt ieder ongeval aangemeld indien door het ongeval ziekenhuisopname plaatsvindt, indien door het ongeval tenminste 1 week arbeidsongeschiktheid optreedt of indien het een ongeval met dodelijke afloop betreft. Bij de aanmelding wordt naast de persoonlijke gegevens van de werknemer informatie verstrekt over:
▪ datum en plaats van het ongeval;
▪ omschrijving van het ongeval en onder welke omstandigheden het plaatsvond;
▪ aard van de verwonding of kwetsing (met vermelding van het getroffen lichaamsdeel);
▪ een eventueel opgemaakt proces-verbaal en het betreffende politierapport;
▪ naam huisarts of behandelend arts;
▪ eventueel te verwachten) dodelijke afloop.
Indien een werknemer een ongeval overkomt, is het dus belangrijk de afdeling Personeelszaken zo spoedig mogelijk van bovenstaande gegevens te voorzien. Ingeval het een ongeval met dodelijke afloop betreft, dienen de nabestaanden contact te houden met de afdeling Personeelszaken tot de verzekering de behandeling overneemt .
Ondergetekende :
wonende
:
werknemer van :
verklaart ter zake van de bij de CAO van werkgever bestaande regeling welke voorziet in een uitkering bij overlijden van de werknemer tengevolge van een ongeval gebruik te willen maken van de mogelijkheid om een begunstigde aan te wijzen aan wie bovenbedoelde uitkering zal geschieden en wijst mitsdien bij deze aan:
naam
geboren te
wonende te
als begunstigde aan wie bovenbedoelde uitkering zal dienen te geschieden.
Hij behoudt zich het recht voor deze aanwijzing te allen tijde op ieder door hem gewenst tijdstip te herroepen, derhalve zullen de bij deze aangewezen begunstigde tijdens het leven van ondergetekende aan deze aanwijzing geen enkel recht kunnen ontlenen.
Aldus opgemaakt in enkelvoud en ondertekend te op
in tegenwoordigheid van de heer/mevrouw , manager Human Resources .
en de heer/mevrouw (Human Resource Advisor), die ten blijke daarvan deze verklaring mede heeft ondertekend.
Manager Human Resources:
Human Resource Advisor: Ondergetekende:
Bijlage VII ENIGE BELANGRIJKE ARTIKELEN UIT HET BURGERLIJK WETBOEK
Artikel 627 BW
Geen loon is verschuldigd voor de tijd gedurende welke de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht.
Artikel 628 BW
1. De werknemer behoudt het recht op het naar tijdruimte vastgestelde loon indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen.
2. Indien hem krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering of krachtens enige verzekering of uit enig fonds waarin de deelneming is overeengekomen bij of voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst, een geldelijke uitkering toekomt, wordt het loon verminderd met het bedrag van die uitkering.
3. Indien het loon in geld op andere wijze dan naar tijdruimte is vastgesteld, zijn de bepalingen van dit artikel van toepassing, met dien verstande dat als loon wordt beschouwd het gemiddelde loon dat de werknemer wanneer hij niet verhinderd was geweest, gedurende die tijd, had kunnen verdienen.
4. Het loon wordt echter verminderd met het bedrag van de onkosten die de werknemer zich door het niet-verrichten van arbeid heeft bespaard.
5. Van de leden 1 tot en met 4 kan voor de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst slechts ten nadele van de werknemer worden afgeweken bij schriftelijke overeenkomst.
6. In geval van elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten in de zin van artikel 668a kan een afwijking als bedoeld in lid 5 in totaal voor ten hoogste zes maanden worden overeengekomen.
7. Na het verstrijken van de termijn, bedoeld in lid 5, kan van dit artikel slechts ten nadele van de werknemer worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan.
Artikel 628a BW
1. Indien een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week is overeengekomen en de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht niet zijn vastgelegd, dan wel indien de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig is vastgelegd, heeft de werknemer voor iedere periode van minder dan drie uur waarin hij arbeid heeft verricht, recht op het loon waarop hij aanspraak zou hebben indien hij drie uur arbeid zou hebben verricht.
2. Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
Artikel 629 BW
1. Voor zover het loon niet meer bedraagt dan het bedrag, genoemd in artikel 9, eerste lid, van de Coordinatiewet Sociale Verzekering, behoudt de werknemer voor een tijdvak van tweeënvijftig weken recht op 70 % van het naar tijdruimte vastgestelde loon, maar ten minste op het voor hem geldende wettelijke minimumloon, indien hij de bedongen arbeid
niet heeft verricht omdat hij daartoe door ziekte of door zwangerschap of bevalling verhinderd was.
2. Voor de werknemer die ten behoeve van zijn werkgever (in diens huishouding) uitsluitend of nagenoeg uitsluitend huiselijke of persoonlijke diensten op minder dan drie dagen per week verricht, geldt het in het eerste lid bedoelde recht voor een tijdvak van zes weken.
3. De werknemer heeft het in het eerste lid bedoelde recht niet:
a. indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt of het gevolg is van een gebrek waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt en daardoor de toetsing aan de voor de functie opgestelde belastbaarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd;
b. voor de tijd, gedurende welke door zijn toedoen zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd;
c. voor de tijd, gedurende welke hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 voor de werkgever of voor een door de werkgever met toestemming van de uitvoeringsinstelling waarbij deze is aangesloten aangewezen derde, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt, niet verricht;
d. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan door de werkgever of door een door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 te verrichten;
e. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 658a lid 3.
4. Artikel 628 lid 2 is van overeenkomstige toepassing. Het loon wordt verder verminderd het bedrag van de inkomsten, door de werknemer in of buiten dienstbetrekking genoten voor werkzaamheden die hij heeft verricht gedurende de tijd dat hij, zo hij daartoe niet verhinderd was geweest, de bedongen arbeid had kunnen verrichten.
5. De werkgever is bevoegd de betaling van het in lid 1 bedoelde loon op te schorten voor de tijd, gedurende welke de werknemer zich niet houdt aan door de werkgever schriftelijk gegeven redelijke voorschriften omtrent het verstrekken van inlichtingen die de werkgever behoeft om het recht op loon vast te stellen voorzover deze uitkering betrekking heeft op de bedongen arbeid waaruit het loon wordt genoten.
6. De werkgever kan geen beroep meer doen op enige grond het loon geheel of gedeeltelijk niet te betalen of de betaling daarvan op te schorten, indien hij de werknemer daarvan geen kennis heeft gegeven direct nadat bij hem het vermoeden van het bestaan daarvan is gerezen of redelijkerwijze had behoren te rijzen.
7. Artikel 628 lid 3 is van overeenkomstige toepassing
8. Van dit artikel kan ten nadele van de werknemer slechts in zoverre afgeweken worden dat bedongen kan worden dat de werknemer voor de eerste twee dagen van het in het eerste of tweede lid bedoelde tijdvak geen recht op loon heeft.
9. Voor de toepassing van de leden 1 en 8 worden perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, samengesteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
10. Voor de toepassing van de leden 1, 2 en 9 worden perioden, waarin de werknemer in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen, of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten als bedoeld in artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.
11. Het tijdvak, bedoeld in lid 1, wordt verlengd:
a. met de duur van de vertraging indien de werkgever de aangifte, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Ziektewet later doet dan in dat artikel is voorgeschreven;
b. met de duur van het tijdvak dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van de artikelen 24, eerste lid, of 25, negende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen heeft vastgesteld;
c. met de duur van de verlenging van de wachttijd, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, indien die wachttijd op grond van het zevende lid van dat artikel wordt verlengd;
d. met de duur van het tijdvak dat het het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, op grond van artikel 71a, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft vastgesteld.
12. Ingeval van verlenging op grond van lid 11 kan het tijdvak, bedoeld in lid 1, niet meer dan honderdvier weken bedragen.
Artikel 629a BW
1. De rechter wijst een vordering tot betaling van loon als bedoeld in artikel 629 af, indien bij de eis niet een verklaring is gevoegd van een deskundige, benoemd door de uitvoeringsinstelling waarbij de werkgever is aangesloten, omtrent de verhindering van de werknemer om de bedongen of andere passende arbeid te verrichten.
2. Het eerste lid geldt niet indien de verhindering niet wordt betwist of het overleggen van de verklaring in redelijkheid niet van de werknemer kan worden gevergd.
3. De deskundige, die zijn benoeming heeft aanvaard, is verplicht zijn onderzoek onpartijdig en naar beste weten te volbrengen.
4. De deskundige die de hoedanigheid van arts bezit, kan de voor zijn onderzoek van belang zijnde inlichtingen over de werknemer inwinnen bij de behandelend arts of de behandelend artsen. Zij verstrekken de gevraagde inlichtingen voor zover daardoor de persoonlijke levenssfeer van de werknemer niet onevenredig wordt geschaad.
5. De rechter kan op verzoek van een der partijen of ambtshalve bevelen dat de deskundige zijn verklaring nader schriftelijk of mondeling toelicht of aanvult.
6. De werknemer wordt ter zake van een vordering als bedoeld in het eerste lid slechts in de kosten van de werkgever, zoals bedoeld in artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht.
7. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan worden bepaald dat de in het eerste lid bedoelde deskundige door een ander dan de bedrijfsvereniging wordt aangewezen.
Artikel 629b BW
1. De werknemer behoudt het recht op het naar tijdruimte vastgestelde loon voor een korte, naar billijkheid te berekenen tijd, wanneer hij, hetzij ten gevolge van de vervulling van een door wet of overheid, zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplichting, welke vervulling niet in zijn vrije tijd kon geschieden, hetzij ten gevolge van zeer bijzondere, buiten zijn schuld ontstane omstandigheden, verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten.
2. Onder zeer bijzondere (buiten zijn schuld ontstane) omstandigheden worden voor de toepassing van dit artikel in ieder geval begrepen: de bevalling van de echtgenote van de
werknemer en het overlijden en de lijkbezorging van een van zijn huisgenoten of een van zijn bloed- en aanverwanten in de rechte lijn en in de tweede graad van de zijlijn. Onder de vervulling van een door wet of overheid opgelegde verplichting wordt begrepen de uitoefening van het actief kiesrecht.
3. Artikel 628 leden 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing.
4. Van dit artikel kan slechts bij schriftelijke overeenkomst worden afgeweken.
Artikel 667 BW
1. Een arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege, wanneer de tijd is verstreken bij overeenkomst, bij de wet of door het gebruik aangegeven.
2. Voorafgaande opzegging is in dat geval nodig:
a. indien zulks bij schriftelijk aangegane overeenkomst is bepaald;
b. indien volgens de wet of het gebruik opzegging behoort plaats te vinden en daarvan niet, waar zulks geoorloofd is, bij schriftelijk aangegane overeenkomst is afgeweken.
3. Een arbeidsovereenkomst als bedoeld in lid 1 kan slechts tussentijds worden opgezegd indien voor ieder der partijen dat recht schriftelijk is overeengekomen.
4. Indien een voor onbepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst, die anders dan door rechtsgeldige opzegging of door ontbinding door de rechter is geëindigd, eenmaal of meermalen is voortgezet door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met tussenpozen van niet meer dan drie maanden, is in afwijking van lid 1 voor de beëindiging van die laatste arbeidsovereenkomst voorafgaande opzegging nodig. De termijn van opzegging wordt berekend vanaf het tijdstip van totstandkoming van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
5. Van een voortgezette arbeidsovereenkomst als bedoeld in lid 4 is eveneens sprake indien eenzelfde werknemer achtereenvolgens in dienst is geweest bij verschillende werkgevers die redelijkerwijze geacht moeten worden ten aanzien van de verrichte arbeid elkanders opvolger te zijn.
6. Voor de beëindiging van een voor onbepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst is voorafgaande opzegging nodig.
7. Een beding, krachtens hetwelk de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt wegens het in het huwelijk treden van de werknemer of wegens het aangaan van een geregistreerd partnerschap door de werknemer is nietig.
8. Een beding, krachtens hetwelk de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt wegens zwangerschap of bevalling van de werkneemster is nietig.
Artikel 668 BW
1. Indien de arbeidsovereenkomst na het verstrijken van de tijd, bedoeld in artikel 667 lid 1, door partijen zonder tegenspraak wordt voortgezet, wordt zij geacht voor dezelfde tijd, doch telkens ten hoogste voor een jaar, op de vroegere voorwaarden wederom te zijn aangegaan.
2. Hetzelfde geldt, wanneer in de gevallen waarin opzegging nodig is, tijdige opzegging achterwege blijft en de gevolgen van de voortzetting der arbeidsovereenkomst niet opzettelijk zijn geregeld.
Artikel 668a BW
1. Vanaf de dag dat tussen dezelfde partijen:
a. arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar met tussenpozen van niet meer dan drie maanden hebben opgevolgd en een periode van 36 maanden, deze tussenpozen inbegrepen, hebben overschreden, geldt met ingang van die dag de laatste arbeidsovereenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd.
b. meer dan 3 arbeidsovereenkomsten elkaar opvolgen met tussenpozen van niet meer dan 3 maanden, geldt de laatste arbeidsovereenkomst als aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Lid 1 is van overeenkomstige toepassing op elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten tussen een werknemer en verschillende werkgevers, die ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijze geacht moeten worden elkanders opvolger te zijn.
3. Een arbeidsovereenkomst aangegaan voor 36 maanden of langer die onmiddellijk en eenmalig wordt opgevolgd door een arbeidsovereenkomst van niet meer dan drie maanden geldt als een voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst.
4. De termijn van opzegging wordt berekend vanaf het tijdstip van totstandkoming van de eerste arbeidsovereenkomst als bedoeld onder a of b van lid 1.
5. Van de leden 1 tot en met 4 kan slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer.
Artikel 669 BW
Degene die de dienstbetrekking opzegt, geeft de andere partij op diens verzoek schriftelijk opgave van de reden van opzegging.
Artikel 670 BW
1. De werkgever kan niet opzeggen gedurende de tijd dat de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, tenzij de ongeschiktheid:
a. ten minste twee jaren heeft geduurd, of
b. een aanvang heeft genomen nadat een verzoek om toestemming als bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 door de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, is ontvangen.
Voor de berekening van de termijn, bedoeld in onderdeel a, worden perioden van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid tengevolge van zwangerschap voorafgaand aan het zwangerschapsverlof en perioden van ongeschiktheid tijdens het zwangerschaps- of bevallingsverlof, bedoeld in artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, niet in aanmerking genomen. Voorts worden perioden van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid, anders dan bedoeld in de vorige zin, samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen, of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.
2. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst met een werkneemster niet opzeggen gedurende de zwangerschap. De werkgever kan ter staving van de zwangerschap een verklaring van een arts of van een verloskundige verlangen. Voorts kan de werkgever de
arbeidsovereenkomst van de werkneemster niet opzeggen gedurende de periode waarin zij bevallingsverlof als bedoeld in artikel 3:1, derde lid, van de Wet arbeid en zorg geniet en na werkhervatting, gedurende het tijdvak van zes weken aansluitend op dat bevallingsverlof, dan wel aansluitend op een periode van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid die haar oorzaak vindt in de bevalling of de daaraan voorafgaande zwangerschap en die aansluit op dat bevallingsverlof.
3. De werkgever kan niet opzeggen gedurende de tijd dat de werknemer verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, omdat hij als dienstplichtige is opgeroepen ter vervulling van zijn militaire dienst of vervangende dienst.
4. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst niet opzeggen met de werknemer die lid is van:
1. een ondernemingsraad, een centrale ondernemingsraad, een groepsondernemingsraad, een vaste commissie van die raden of van een onderdeelcommissie van de ondernemingsraad, of van een personeelsvertegenwoordiging;
2. een bijzondere onderhandelingsgroep of een Europese ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de Europese ondernemingsraden, dan wel die krachtens die wet optreedt als vertegenwoordiger bij een andere wijze van informatieverstrekking en raadpleging van werknemers;
3. een bijzondere onderhandelingsgroep, of een SE-ondernemingsraad of als werknemersvertegenwoordiger lid is van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van de SE als bedoeld in de Wet rol werknemers bij de Europese vennootschap, dan wel die krachtens die wet optreedt als vertegenwoordiger bij een andere wijze van informatieverstrekking en raadpleging van werknemers.
Indien de werkgever aan de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging een secretaris heeft toegevoegd, is de eerste volzin op die secretaris van overeenkomstige toepassing. Indien de werkgever aan de ondernemingsraad een secretaris heeft toegevoegd, is de eerste volzin van dit lid van overeenkomstige toepassing op die secretaris.
5. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst niet opzeggen wegens het lidmaatschap van de werknemer van een vereniging van werknemers die krachtens haar statuten ten doel heeft de belangen van de leden als werknemer te behartigen, dan wel wegens het verrichten van of deelnemen aan activiteiten ten behoeve van die vereniging, tenzij die activiteiten in de arbeidstijd van de werknemer worden verricht zonder toestemming van de werkgever.
6. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst met de werknemer die daarvoor verlof heeft, niet opzeggen wegens het bijwonen van vergaderingen als bedoeld in artikel 643. Hetzelfde geldt indien tussen partijen geen overeenstemming over het verlof bestaat zolang de rechter omtrent het verlof niet heeft beschikt.
7. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst niet opzeggen wegens de omstandigheid dat de werknemer zijn recht op adoptieverlof of verlof voor het opnemen van een pleegkind als bedoeld in artikel 3:2 van de Wet arbeid en zorg, op kort- en langdurend zorgverlof als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet arbeid en zorg, dan wel zijn recht op ouderschapsverlof als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg geldend maakt.
8. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst met de in zijn onderneming werkzame werknemer niet opzeggen wegens de in artikel 662, lid 2, onderdeel a, bedoelde overgang van die onderneming.
9. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst niet opzeggen wegens de omstandigheid dat de werknemer geen instemming verleent aan het werken op zondag als bedoeld in artikel 5:4, eerste lid, derde volzin, van de Arbeidstijdenwet.
10. De termijn van twee jaren, bedoeld in lid 1, onderdeel a, wordt verlengd:
a. met de duur van de vertraging indien de werkgever de aangifte, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Ziektewet later doet dan in dat artikel is voorgeschreven;
b. met de duur van de verlenging van de wachttijd, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, indien die wachttijd op grond van het zevende lid van dat artikel wordt verlengd; en
c. met de duur van het tijdvak dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van artikel 71a, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft vastgesteld.
11. Voor de toepassing van lid 4 en artikel 670a lid 1 wordt tevens onder de SE- ondernemingsraad verstaan: het orgaan dat de werknemers vertegenwoordigt in een SE die haar statutaire zetel heeft in een andere lidstaat, en dat is ingesteld krachtens de bepalingen in het nationale recht van die lidstaat ter omzetting van de richtlijn nr. 2001/86 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PbEG L 294).
12. Van de leden 1 eerste zin en 3 kan slechts worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan.
Artikel 670a BW
1. De werkgever kan zonder voorafgaande toestemming van de kantonrechter de arbeidsovereenkomst niet opzeggen met een werknemer die:
a. geplaatst is op een kandidatenlijst voor een ondernemingsraad dan wel een personeelsvertegenwoordiging of korter dan een jaar geleden lid is geweest van een ondernemingsraad, van een centrale ondernemingsraad, van een groepsondernemingsraad of van een commissie van die raden, van een personeelsvertegenwoordiging of van een bijzondere onderhandelingsgroep of een Europese ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de Europese ondernemingsraden dan wel die korter dan twee jaar geleden krachtens die wet is opgetreden als vertegenwoordiger bij een andere wijze van informatieverstrekking en raadpleging van werknemers;
b. lid is van een voorbereidingscommissie van een ondernemingsraad, van een centrale ondernemingsraad of van een groepsondernemingsraad;
c. als deskundige werknemer als bedoeld in artikel 13, eerste en tweede lid, of als deskundige persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de arbeidsomstandighedenwet 1998 werkzaam is;
2. De toestemming van de kantonrechter wordt gevraagd bij verzoekschrift. De kantonrechter verleent de toestemming slechts indien de werkgever aannemelijk heeft gemaakt dat opzegging geen verband houdt met een omstandigheid als bedoeld in lid 1. Van de uitspraak staat geen hoger beroep of beroep in cassatie open.
Artikel 670b BW
1. De artikelen 670 en 670a zijn niet van toepassing bij opzegging gedurende de proeftijd of wegens dringende reden.
2. De leden 1 tot en met 7 en 9 van artikel 670 en artikel 670a zijn niet van toepassing indien de werknemer schriftelijk met de opzegging instemt of indien de opzegging geschiedt wegens de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of van het onderdeel van de onderneming, waarin de werknemer uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam is. De opzegging wegens beëindiging van de werkzaamheden kan evenwel niet betreffen de werkneemster die recht heeft op ziekengeld in de periode als bedoeld in artikel 29a, eerste lid, van de ziektewet.
3. Artikel 670, lid 1, aanhef en onder a, is niet van toepassing, indien de werknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, zonder deugdelijke grond weigert:
a. gevolg te geven aan door de werkgever of een door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften en mee te werken aan door de werkgever of een door hem aangewezen deskundige getroffen maatregelen om hem in staat te stellen de eigen of andere passende arbeid te verrichten;
b. passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 te verrichten waartoe de 1 werkgever hem in de gelegenheid stelt;
c. zijn medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dan wel artikel 71a, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Artikel 672 BW
1. Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke overeenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen.
2. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een dienstbetrekking die op de dag van opzegging:
x. xxxxxx dan vijf jaar heeft geduurd; één maand.
b. vijf jaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd; twee maanden.
c. tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd; drie maanden.
d. Vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden.
3. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand.
4. Indien de toestemming bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging, verkort met één maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging ten minste één maand bedraagt.
5. De termijn, bedoeld in lid 2, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd.
6. Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer.
7. Van lid 4 kan, voor zover het betreft de resterende termijn van opzegging van één maand, slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer.
8. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging, bedoeld in lid 6, tweede volzin, voor de werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer.
9. Voor de toepassing van lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te vormen in geval van herstel van de arbeidsverhouding ingevolge artikel 682.
Artikel 676 BW
1. Indien een proeftijd is bedongen, is ieder der partijen, zolang die tijd niet is verstreken, bevoegd de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen.
2. Bij een zodanige opzegging zijn de artikelen 681 en 682 niet van toepassing.
Artikel 652 BW
1. Indien partijen een proeftijd overeenkomen, is deze voor beide partijen gelijk.
2. De proeftijd wordt schriftelijk overeengekomen.
3. Bij het aangaan van een overeenkomst voor onbepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste twee maanden.
4. Bij het aangaan van een overeenkomst voor bepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste:
a. een maand, indien de overeenkomst is aangegaan voor korter dan twee jaren.
b. twee maanden, indien de overeenkomst is aangegaan voor twee jaren of langer.
5. Indien het einde van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet op een kalenderdatum is gesteld, kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste een maand.
6. Van de leden 4, onder a, en 5, kan slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer.
Artikel 677 BW
1. Ieder der partijen is bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder gelijktijdige mededeling van die reden aan de wederpartij. De partij die opzegt zonder een dringende reden of zonder gelijktijdige mededeling van de dringende reden is schadeplichtig.
2. De partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt, is schadeplichtig.
3. Eveneens is schadeplichtig de partij die door opzet of schuld aan de wederpartij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, indien de wederpartij van die bevoegdheid heeft gebruik gemaakt of de rechter op die grond krachtens artikel 685 de arbeidsovereenkomst heeft ontbonden.
4. Ingeval een der partijen schadeplichtig is, heeft de wederpartij de keus de in artikel 680 genoemde gefixeerde schadevergoeding of een volledige schadevergoeding te vorderen.
5. Het niet in acht nemen van artikel 670 lid 1 tot en met 8, of van artikel 670a maakt de werkgever niet schadeplichtig. De werknemer kan in die gevallen gedurende twee maanden na de opzegging of na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst indien de werkgever deze anders dan door opzegging heeft doen eindigen, een beroep doen op de vernietigingsgrond. Het beroep op de vernietigingsgrond geschiedt door kennisgeving aan de werkgever. Artikel 55 van Boek 3 is niet van toepassing.
Artikel 678 BW
1. Voor de werkgever worden als dringende redenen in de zin van lid 1 van artikel 677 beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer die ten gevolge hebben dat van de werkgever, redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
2. Dringende redenen zullen onder andere aanwezig geacht kunnen worden:
a. wanneer de werknemer bij het sluiten van de overeenkomst de werkgever heeft misleid door het vertonen van valse of vervalste getuigschriften, of deze opzettelijk valse inlichtingen heeft gegeven omtrent de wijze waarop zijn vorige arbeidsovereenkomst is geëindigd;
b. wanneer hij in ernstige mate de bekwaamheid of geschiktheid blijkt te missen tot de arbeid waarvoor hij zich heeft verbonden;
c. wanneer hij zich ondanks waarschuwing overgeeft aan dronkenschap of ander liederlijk gedrag;
d. wanneer hij zich schuldig maakt aan diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt;
e. wanneer hij de werkgever, diens familieleden of huisgenoten, of zijn medewerknemers mishandelt, grovelijk beledigt of op ernstige wijze bedreigt;
f. wanneer hij de werkgever diens familieleden of huisgenoten, of zijn medewerknemers verleidt of tracht te verleiden tot handelingen, strijdig met de wetten of de goede zeden;
g. wanneer hij opzettelijk, of ondanks waarschuwing roekeloos, eigendom van de werkgever beschadigt of aan ernstig gevaar blootstelt;
h. wanneer hij opzettelijk, of ondanks waarschuwing roekeloos, zich zelf of anderen aan ernstig gevaar blootstelt;
i. wanneer hij bijzonderheden aangaande de huishouding of het bedrijf van de werkgever die hij behoorde geheim te houden, bekendmaakt;
j. wanneer hij hardnekkig weigert te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten, hem door of namens de werkgever verstrekt;
k. wanneer hij op andere wijze grovelijk de plichten veronachtzaamt, welke de arbeidsovereenkomst hem oplegt;
l. wanneer hij door opzet of roekeloosheid buiten staat geraakt of blijft de bedongen arbeid te verrichten.
3. Bedingen waarbij aan de werkgever de beslissing wordt overgelaten of er een dringende reden in de zin van artikel 677 lid 1 aanwezig is, zijn nietig.
Artikel 679 BW
1. Voor de werknemer worden als dringende redenen in de zin van artikel 677 lid 1 beschouwd zodanige omstandigheden, die ten gevolge hebben dat van de werknemer redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
2. Dringende redenen zullen onder andere aanwezig geacht kunnen worden:
a. wanneer de werkgever de werknemer, diens familieleden of huisgenoten mishandelt, grovelijk beledigt of op ernstige wijze bedreigt, of gedoogt dat dergelijke handelingen door een van zijn huisgenoten of ondergeschikten worden gepleegd;
b. wanneer hij de werknemer diens familieleden of huisgenoten, verleidt of tracht te verleiden tot handelingen, strijdig met de wetten of de goede zeden, of gedoogt dat een dergelijke verleiding of poging tot verleiding door een van zijn huisgenoten of ondergeschikten worden gepleegd;
c. wanneer hij het loon niet op de daarvoor bepaalde tijd voldoet;
d. wanneer hij, waar kost en inwoning overeengekomen zijn, niet op behoorlijke wijze daarin voorziet;
e. wanneer hij de werknemer wiens loon afhankelijk van de uitkomsten van de te verrichten arbeid is vastgesteld, geen voldoende arbeid verschaft;
f. wanneer hij de werknemer wiens loon afhankelijk van de uitkomsten van de te verrichten arbeid is vastgesteld, de bedongen hulp niet of niet in behoorlijke mate verschaft;
g. wanneer hij op andere wijze grovelijk zijn verplichtingen veronachtzaamt welke de arbeidsovereenkomst hem oplegt;
h. wanneer hij, zonder dat de aard van de arbeidsovereenkomst dit medebrengt, de werknemer niettegenstaande diens weigering gelast arbeid in het bedrijf van een andere werkgever te verrichten;
i. wanneer de voortduring van de arbeidsovereenkomst voor de werknemer zou zijn verbonden met ernstige gevaren voor leven, gezondheid, zedelijkheid of goede naam, die niet duidelijk waren ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomst;
j. wanneer de werknemer door ziekte of andere oorzaken zonder zijn toedoen buiten staat geraakt de bedongen arbeid te verrichten.
3. Bedingen waarbij aan de werknemer de beslissing wordt overgelaten of er een dringende reden in de zin van artikel 677 lid 1 aanwezig is, zijn nietig.
Artikel 635 BW
l. In afwijking van artikel 634 verwerft de werknemer aanspraak op vakantie over het tijdvak, gedurende hetwelk hij geen recht heeft op in geld vastgesteld loon, omdat:
a. hij, anders dan voor oefening en opleiding, als dienstplichtige is opgeroepen ter vervulling van zijn militaire dienst of vervangende dienst;
b. hij vakantie als bedoeld in artikel 641 lid 3 geniet;
c. hij, met toestemming van de werkgever, deelneemt aan een bijeenkomst die wordt georganiseerd door een vakvereniging waarvan hij lid is;
d. hij, anders dan ten gevolge van de arbeidsongeschiktheid, bedoeld in de leden 2 tot en met 4, tegen zijn wil niet in staat is om de overeengekomen arbeid te verrichten;
e. hij verlof als bedoeld in artikel 643 geniet,
f. hij verlof als bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg geniet.
2. In afwijking van artikel 634 verwerft de vrouwelijke werknemer die wegens zwangerschap of bevalling niet gedurende een geheel jaar aanspraak op loon verwerft, over de volledige overeengekomen arbeidsduur aanspraak op vakantie over het tijdvak dat zij recht heeft op een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3,afdeling 2,van de Wet arbeid en zorg.
3. In afwijking van artikel 634 verwerft de werknemer die wegens adoptieverlof of verlof voor het opnemen van een pleegkind niet gedurende een geheel jaar aanspraak op loon verwerft, over de volledige overeengekomen arbeidsduur aanspraak op vakantie over het tijdvak dat hij recht heeft op een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3,afdeling 2,van de Wet arbeid en zorg.
4. In afwijking van artikel 634verwerft de werknemer die de bedongen arbeid niet verricht wegens ziekte, ongeacht of hij aanspraak heeft op loon, aanspraak op vakantie over het tijdvak van de laatste zes maanden waarin de arbeid niet werd verricht, met dien verstande dat tijdvakken worden samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan een maand opvolgen. De werknemer die de bedongen arbeid slechts voor een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur niet verricht wegens ziekte, verwerft slechts aanspraak op vakantie die een evenredig gedeelte bedraagt van datgene waarop hij recht zou hebben gehad als hij gedurende de volledige arbeidsduur arbeid zou hebben verricht. Indien de ziekte door opzet van de werknemer is ontstaan of het gevolg is van een gebrek
waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring opzettelijk valse inlichtingen heeft gegeven, verwerft de werknemer evenmin aanspraak op vakantie. De werknemer heeft evenmin aanspraak op vakantie voor de tijd gedurende welke hij door zijn toedoen zijn genezing belemmert of vertraagt , hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 voor de werkgever of voor een door de werkgever met toestemming van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aangewezen derde, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt, niet verricht dan wel hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan door de werkgever of door een door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften en getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid te verrichten.
5. De jeugdige werknemer verwerft aanspraak op vakantie over de tijd die hij besteedt aan het volgen van het onderricht waartoe hij krachtens de wet door de werkgever in de gelegenheid moet worden gesteld.
6. Indien een aanspraak op vakantie is verworven die het in artikel 634bedoelde minimum te boven gaat, kan voorzover die aanspraak dat minimum te boven gaat, bij schriftelijke overeenkomst van de leden 1 tot en met 4 worden afgeweken ten nadele van de werknemer.
Artikel 650 BW
1. De werkgever kan slechts boete stellen op de overtreding van voorschriften van de arbeidsovereenkomst, indien in de arbeidsovereenkomst de voorschriften op de overtreding waarvan boete is gesteld en het bedrag van de boete zijn vermeld.
2. De overeenkomst waarbij boete wordt bedongen, wordt schriftelijk aangegaan.
3. De overeenkomst waarbij boete is bedongen, vermeldt nauwkeurig de bestemming van de boete. Zij mogen noch onmiddellijk noch middellijk strekken tot persoonlijk voordeel van de werkgever zelf of van degene aan wie de werkgever de bevoegdheid heeft verleend om aan werknemers een boete op te leggen.
4. Iedere boete, in een overeenkomst bedongen, is op een bepaald bedrag gesteld, uitgedrukt in het geld waarin het loon in geld is vastgesteld.
5. Binnen een week mag aan de werknemer geen hoger bedrag aan gezamenlijke boetes worden opgelegd dan zijn in geld vastgesteld loon voor een halve dag. Geen afzonderlijke boete mag hoger dan dit bedrag worden gesteld.
6. Elk beding in strijd met enige bepaling van dit artikel is nietig. Echter mag, doch alleen ten aanzien van werknemers wier in geld vastgesteld loon meer bedraagt dan het voor hen geldende minimumloon bij schriftelijk aangegane overeenkomst van de bepalingen van de leden 3, 4 en 5 worden afgeweken. Is zulks geschied, dan zal de rechter steeds bevoegd zijn de boete op een kleinere som te bepalen, indien de opgelegde boete hem bovenmatig voorkomt.
7. Ondergaat het bedrag van het loon, genoemd in lid 6, wijziging, dan wordt de werking van bedingen waarbij van de leden 3, 4 en 5 is afgeweken, geschorst jegens de werknemer van wie het in geld vastgesteld loon niet meer bedraagt dan het gewijzigde bedrag van het minimumloon.
8. Onder het stellen en bedingen van boete in de zin van dit artikel wordt begrepen het door de werkgever bedingen van boete als bedoeld in de artikelen 91 tot en met 94 van Boek 6.
Bijlage VIII EENMALIGE AFSPRAKEN
Pensioenregeling
Partijen zullen paritair onderzoek verrichten naar:
▪ de haalbaarheid en mogelijkheden om de franchise van de huidige pensioenregelingen te verlagen naar het fiscaal minimum
▪ het reëel kunnen halen van het ambitieniveau van de pensioenregelingen door werknemers De studieresultaten zullen door cao partijen worden besproken.
Functiewaardering
De interne procedures en reactietermijnen zullen in de CAO nader worden vastgelegd op basis van de eerdere correspondentie tussen de cao partijen. Verder zullen partijen een onderhoudsprotocol overeenkomen, waarin tevens de mogelijkheid wordt geboden dat de werknemer op eigen initiatief zijn/haar functieomschrijving voor herziening kan voordragen aan werkgever en op basis van het daarop genomen besluit een bezwaarprocedure kan ingaan.
Klachten en kledingprotocol
Indien Menzies deze protocollen wenst te wijzigen, dient dat te geschieden in overleg tussen CAO partijen. Eventuele wijzigingen kunnen slechts worden doorgevoerd in overleg en overeenstemming met de betrokken vakverenigingen.