COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 164
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 164
Zitting van dinsdag 24 januari 2023
Collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de tegemoetkoming van de werkgever voor de verplaatsingen per fiets van de werknemer tussen zijn woonplaats en zijn plaats van tewerk- stelling
x x x
3.195
3.316
Xxxxxx Xxxxxxxxxxx, 00-00 - 0000 Xxxxxxx
Tel: 00 000 00 00 - Fax: 00 000 00 00 - E-mail: xxxxxxxxx-xxxxxxxxxx@xxx-xxx.xx - Website: xxx.xxx-xxx.xx
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 164 VAN 24 JANUARI 2023 BETREF- FENDE DE TEGEMOETKOMING VAN DE WERKGEVER VOOR DE VERPLAATSINGEN PER FIETS VAN DE WERKNEMER TUSSEN ZIJN WOONPLAATS EN ZIJN PLAATS VAN TEWERKSTELLING
------------------------
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
Overwegende de aanbeveling nr. 19 van 9 november 2005 waarin de Nationale Arbeidsraad de sectoren en ondernemingen aanbeveelt dat zij in het kader van hun overleg over duurzame woon-werkvervoersmiddelen de eventuele toekenning van een fietsvergoeding in overweging zouden nemen;
Overwegende de aanbeveling nr. 27 van 23 april 2019 waarin de sociale partners de paritaire comités en de ondernemingen naar aanleiding van de in de Nati- onale Arbeidsraad gesloten akkoorden van 1 april 2019 aanbevelen om, met name om de keuze voor alternatieve vervoersvormen te stimuleren, gebruik te maken van het mobiliteits- budget zoals ingevoerd bij de wet van 17 maart 2019, evenals de fietsvergoeding;
Overwegende het begeleidende advies nr. 2.351 dat de Nationale Arbeidsraad op 24 januari 2023 heeft uitgebracht;
Overwegende het begeleidende advies nr. 2.343 dat de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven op 24 januari 2023 hebben uitge- bracht;
Overwegende de wens van de sociale partners om het gebruik van duurzame vervoerswijzen, waaronder de fiets, in het kader van het woon-werkverkeer aan te moedigen;
Overwegende de wens van de sociale partners om de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst onlosmakelijk te koppelen aan de inwerkingtreding van de regelgeving waarin het door de regering beoogde compensatiemechanisme wordt vast- gesteld;
Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkge-
vers en van werknemers:
- Het Verbond van Belgische Ondernemingen
- De organisaties voorgedragen door de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen
- De Boerenbond
- “La Fédération wallonne de l’Agriculture”
- De Unie van socialprofitondernemingen
- Het Algemeen Christelijk Vakverbond van België
- Het Algemeen Belgisch Vakverbond
- De Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België
op 24 januari 2023 in de Nationale Arbeidsraad de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.
HOOFDSTUK I – ONDERWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de toeken- ningsvoorwaarden, het bedrag en de modaliteiten voor de tegemoetkoming van de werkgever voor de verplaatsingen per fiets van de werknemer tussen zijn woonplaats en zijn plaats van tewerkstelling te regelen.
HOOFDSTUK II – TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 2
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers die hen tewerkstellen.
§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan de op sector- of onder- nemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten die voorzien in de toeken- ning van een specifieke vergoeding voor woon-werkverkeer per fiets. In dat geval zijn de vastgestelde toekenningsmodaliteiten en bedragen van toepassing.
§ 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op het woon-werkverkeer per fiets tussen 1 mei 2023 en 31 december 2023 van werknemers die tewerkgesteld zijn in de paritaire comités die sinds 1 januari 2020 voor het eerst zijn samengesteld.
Commentaar
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is een suppletieve collec- tieve arbeidsovereenkomst.
In de sectoren of ondernemingen die een collectieve arbeidsover- eenkomst hebben gesloten of sluiten die voorziet in de toekenning van een specifieke vergoe- ding voor woon-werkverkeer per fiets, is die collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing.
HOOFDSTUK III – DEFINITIE
Artikel 3
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder "fiets": een rijwiel, een gemotoriseerd rijwiel of een speed pedelec, zoals gedefinieerd in het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met dien verstande dat de gemotoriseerde rijwielen en de speed pedelecs enkel in aanmerking komen wanneer ze elektrisch worden aangedreven.
HOOFDSTUK IV – VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN DE FIETSVERGOE- DING
Artikel 4
§ 1. De vergoeding wordt toegekend aan de werknemer die de verplaatsingen tussen zijn woonplaats en zijn plaats van tewerkstelling regelmatig per fiets verricht.
§ 2. Indien de werknemer voor die verplaatsingen gebruik maakt van verschillende ver- voerswijzen, waaronder de fiets, heeft hij de mogelijkheid om voor elk daarvan een vergoeding van zijn werkgever te ontvangen, op voorwaarde dat die verschillende ver- goedingen betrekking hebben op hetzij verschillende gedeelten van het woon-werktra- ject, hetzij hetzelfde traject (of hetzelfde gedeelte daarvan) dat in verschillende perio- den van het jaar wordt afgelegd.
Commentaar
1. Uit de eerste paragraaf van deze bepaling vloeit voort dat deze collectieve arbeidsovereen- komst betrekking heeft op regelmatige verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats van de werknemer en zijn plaats van tewerkstelling, en niet op occasionele verplaatsingen. Een voorbeeld: wanneer de werknemer zich ten minste één keer per week met de fiets van zijn woonplaats naar het werk begeeft, wordt dit beschouwd als een regelmatige verplaat- sing. Hetzelfde geldt voor de werknemer die in de zomer met de fiets naar het werk komt.
Bovendien mag het woord "regelmatig" geen belemmering vormen voor de werknemer om bij wijze van test in het systeem voor de toekenning van een fiets- vergoeding te stappen.
2. Uit de tweede paragraaf van deze bepaling vloeit voort dat voor eenzelfde afstand die op hetzelfde moment wordt afgelegd niet meer dan één vergoeding kan worden toegekend door de werkgever. Een werknemer die bijvoorbeeld een voltijds jaarabonnement voor de trein heeft, kan geen vergoeding ontvangen wanneer hij af en toe met de fiets naar het werk komt. Bovendien moet de werknemer uit de abonnementsformules die in zijn onderneming beschikbaar zijn, steeds de meest gepaste formule kiezen die het beste aansluit bij zijn mobiliteitsbehoeften, rekening houdend met de frequentie van zijn woon-werktrajecten.
Artikel 5
De toekenning van de vergoeding wordt geplafonneerd op een af- stand van maximum 20 kilometer per enkel traject.
HOOFDSTUK V – BEDRAG VAN DE FIETSVERGOEDING
Artikel 6
Het basisbedrag van de vergoeding is 0,145 euro per met de fiets
afgelegde kilometer.
Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast volgens het indexeringsmecha- nisme zoals vastgesteld in artikel 178, § 3, eerste lid, 2° van het Wetboek van de Inkomsten- belastingen 1992, namelijk door op het basisbedrag de coëfficiënt toe te passen die wordt ver- kregen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar dat het jaar van de inkomsten vooraf- gaat, te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar 1988 vermenigvuldigd met de verhouding tussen de gemiddelden van de indexcijfers van de jaren 1997 en 1991.
Voor het jaar 2023 bedraagt de vergoeding 0,27 euro per met de
fiets afgelegde kilometer. Commentaar
Het indexeringsmechanisme dat in deze bepaling wordt gebruikt, moet ervoor zorgen dat het bedrag van de fietsvergoeding niet hoger ligt dan het maximale fiscaal vrijgestelde bedrag.
HOOFDSTUK VI –TERUGBETALINGSTIJDSTIP
Artikel 7
De tegemoetkoming van de werkgever wordt gestort ter gelegen- heid van de betaalperiode die in de onderneming gebruikelijk is.
HOOFDSTUK VII – MODALITEITEN VOOR DE TERUGBETALING
Artikel 8
§ 1. Om het bedrag van de tegemoetkoming van de werkgever te bepalen, dient de werk- nemer een verklaring op erewoord in te vullen en te ondertekenen waarin hij het aantal kilometers vermeldt dat hij met de fiets aflegt tussen zijn woonplaats en de plaats van tewerkstelling, evenals het betrokken aantal dagen in die maand.
§ 2. De frequentie van de verklaring en de modaliteiten voor de controle van de in die ver- klaring vermelde gegevens moeten door de werkgever worden vastgesteld.
HOOFDSTUK VIII – EVALUATIE
Artikel 9
De interprofessionele organisaties die deze collectieve arbeidsover- eenkomst ondertekenen, verbinden zich ertoe in de tweede helft van het jaar 2024 een eerste evaluatie aan te vatten van de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze collectieve ar- beidsovereenkomst.
Commentaar
Deze evaluatie heeft betrekking op de tenuitvoerlegging van de be- palingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en met name op de invloed ervan op het vlak van de bevordering van het gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer, op de ge- zondheid van de werknemers en op het aantal ongevallen op weg naar het werk en de ernst daarvan, evenals op de door de regering geplande compensatiemaatregelen.
HOOFDSTUK IX – SLOTBEPALINGEN
Artikel 10
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbe-
paalde tijd.
Ze treedt in werking op 1 mei 2023.
Ze kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij wor- den herzien of opgezegd, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.
De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet in een gewone brief aan de voorzitter van de Nationale Arbeidsraad de redenen ervan aangeven en amendementsvoorstellen indienen; de andere organisaties verbinden zich ertoe die binnen een maand na ontvangst ervan, in de Nationale Arbeidsraad te bespreken.
Gedaan te Brussel, op vierentwintig januari tweeduizend drieën-
twintig.
Voor het Verbond van Belgische Ondernemingen
M.-X. XXXXXXXXXXX
Voor de Unie van Zelfstandige Ondernemers en “l’Union des Classes moyennes”, organisaties voorgedragen door de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Onder- nemingen
X. XXX XXXXXXXXX
Voor de Boerenbond, "la Fédération wallonne de l'Agriculture"
X. XXXXXXXXX
Voor de Unie van socialprofitondernemingen
M. SAYGIN
Voor het Algemeen Christelijk Vakverbond van België
P. XXX xxx XXXXX
Voor het Algemeen Belgisch Vakverbond
X. XXXXX
Voor de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België
X. XXXXXXXX
x x x
Gelet op artikel 28 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, vraagt de Nationale Arbeidsraad dat deze overeenkomst bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.