TETTERODE-NEDERLAND B.V. COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
TETTERODE-NEDERLAND B.V.
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
1 februari 2010 tot 1 februari 0000
Xxxxxx de ondergetekenden:
Tetterode-Nederland B.V. gevestigd te Amsterdam ter ene en
FNV-Kiem gevestigd te Amsterdam en De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening, gevestigd te Culemborg ter andere zijde,
is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan:
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen 4
Artikel 2. Deeltijdwerknemer 4
Artikel 3. Algemene verplichtingen van de werknemer 4
Artikel 4. Algemene verplichtingen van de werkgever 5
Artikel 5. Mededelingen aan werknemers 6
Hoofdstuk 2. Indiensttreding en ontslag 7
Artikel 8. Beeindiging van de arbeidsovereenkomst 7
Artikel 9. Overige bepalingen indiensttreding en ontslag 8
Hoofdstuk 3. Arbeidsduur, werktijden en tijdgerelateerde toeslagen 9
Artikel 10. Arbeidsduur en werktijden 9
Artikel 11. Tijdsgerelateerde toeslagen 9
Hoofdstuk 4. Vakantie, verlof en verzuim 12
Artikel 12. Geoorloofd verzuim 12
Artikel 15. Vakantie/verzuim en leren 16
Artikel 16. Functiegroepen en salarisschalen 17
Artikel 17. Salarisherziening 17
Artikel 18. Vaststelling salaris volwassen werknemer 17
Artikel 19. Vaststelling salaris jeugdige werknemers 18
Artikel 21. Tijdelijke waarneming 18
Artikel 22. Ervaringstoeslag 18
Artikel 23. Vakantietoeslag 19
Hoofdstuk 6. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 24. Loondoorbetaling tijdens de eerste 104 weken van ziekte 20
Hoofdstuk 8. Overige xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 27. Tegemoetkoming ziektekostenverzekering 23
Artikel 28. Diensttijdentoeslag 23
Artikel 29. Afscheidspremie 23
Artikel 30. Uitkeringen in geval van overlijden 23
Hoofdstuk 9. Sociaal beleid 24
Artikel 31. Vertrouwenspersonen 24
Artikel 32. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 33. Verslaggeving van OR vergaderingen 25
Artikel 35. Ongewenste intimiteiten 25
Artikel 36. Overige verlofregelingen 25
Artikel 37. Persoonlijk opleidingsplan 25
Artikel 38. Uitruilmogelijkheden van arbeidsvoorwaarden 25
Hoofdstuk 10. Vakbondswerk en medezeggenschap 26
Artikel 40. Vakbondsbijdrage door werkgever 26
Artikel 41. Regeling in geval van reorganisatie, fusie of liquidatie 26
Bijlagen bij Tetterode Nederland CAO 27
Bijlage 2. Onderzoek arbeidsvoorwaardenelementen CAO 2010 29
Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen
Artikel 1. Definities
1. |
De werkgever |
: |
Tetterode-Nederland B.V., de partij aan de werkgeverszijde |
|
|
|
|
2. |
De directie |
: |
De directie van Tetterode-Nederland B.V. |
|
|
|
|
3. |
De vakorganisaties |
: |
Elke partij aan werknemerszijde |
|
|
|
|
4. |
De ondernemingsraad |
: |
De ondernemingsraad van Tetterode-Nederland B.V. |
|
|
|
|
5. |
De werknemer |
: |
De persoon in dienst van de werkgever, werkzaam in een functie die is geclassificeerd met behulp van het Universele Systeem Berenschot (USB) en welke is ingedeeld in één van de functiegroepen 1 t/m 8. Als werknemer in de zin van deze overeenkomst wordt niet beschouwd de stagiair. |
|
|
|
|
6. |
Partner |
: |
De echtgenoot/echtgenote of geregistreerde partner van de werknemer of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont en een gemeenschappelijke huishouding voert. Van een gezamenlijke huishouding als bedoeld in de eerste volzin is sprake, indien twee ongehuwde of niet-geregistreerde personen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding danwel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien. |
Indien in deze CAO wordt gesproken over “hij” wordt tevens bedoeld “zij”.
Artikel 2. Deeltijdwerknemer
Indien op grond van de individuele arbeidsovereenkomst de bedongen arbeidsduur minder bedraagt dan de arbeidsduur van een voltijdwerknemer, zijn de bepalingen van deze CAO naar evenredigheid van toepassing, tenzij bij de desbetreffende artikelen anders is vermeld.
Artikel 3. Algemene verplichtingen van de werknemer
1. De werknemer zal alle hem door of namens de werkgever binnen het kader van de normale bedrijfsuitoefening opgedragen werkzaamheden, en voor zover noodzakelijk ook buiten de normale werktijden en de normale werkdagen, zo goed mogelijk uitvoeren en daarbij de belangen van de onderneming steeds naar beste vermogen behartigen.
2. De werknemer zal, indien en voor zover noodzakelijk – waarbij regelmaat is uitgesloten – waar hem dit door werkgever wordt opgedragen, ook andere dan zijn gewone dagelijkse arbeid uitvoeren. Voorwaarde hiervoor is dat deze arbeid valt onder de in de onderneming gebruikelijke arbeid of rechtstreeks verband houdt met deze arbeid.
3. De werknemer is verplicht bij de arbeid de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen ter vermijding van gevaren voor de veiligheid of gezondheid van hemzelf of van anderen dan wel met het oog op het welzijn in verband met de arbeid, een en ander zoals een goed werknemer betaamt.
4. De werknemer is zowel tijdens de arbeidsovereenkomst als ook na de beëindiging daarvan tot absolute geheimhouding verplicht over alle bijzonderheden omtrent bedrijfsaangelegenheden in de meest ruime zin van het woord (bijvoorbeeld omtrent bijzonderheden van machines, uitvindingen, octrooien tekeningen, contracten, leveranciers, afnemers, recepten, bereidingswijzen, fabricagemethode(n), enz.) van de werkgever of van aan de werkgever gelieerde ondernemingen. Bovendien dient de werknemer alle redelijk te achten maatregelen te treffen om te voorkomen dat personen, die geen kennis behoren te hebben van bedrijfsgeheimen, in staat zijn van deze bedrijfsgeheimen kennis te nemen. De werkgever kan aan de werknemer verplichten hieromtrent een persoonlijke geheimhoudingsverklaring te tekenen.
De werknemer dient alle correspondentie en alle bedrijfsbescheiden waaronder ook software en gegevensdragers, al of niet gesteld of getekend op papier van de werknemer of aan de werknemer persoonlijk geadresseerd, aan het einde van de arbeidsovereenkomst ongevraagd en direct aan de werkgever over te dragen.
5. Het is de werknemer niet toegestaan om al dan niet tegen beloning voor derden of als zelfstandige werkzaamheden te verrichten zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever.
6. De werknemer zal niet van derden geschenken en/of andere voordelen aannemen, voor zover aannemelijk is, dat deze zijn aangeboden in verband met zijn arbeidsovereenkomst met de onderneming.
Artikel 4. Algemene verplichtingen van de werkgever
1. De werkgever zal aan de werknemer voor zijn indiensttreding een arbeidsovereenkomst aanbieden waarin in ieder geval is opgenomen de aard van het arbeidsovereenkomst (bepaalde tijd of onbepaalde tijd), de te vervullen functie, de eventuele deeltijdfunctie (het aantal per dag, per week of per maand te werken uren), het loon en de werktijden. Tevens zal de werkgever een exemplaar van deze CAO bijsluiten.
2. De werkgever is bevoegd in verband met de door de werknemer in het kader van de arbeidsovereenkomst te verrichten werkzaamheden en/of met het oog op de algemene veiligheid, de werknemer te verzoeken zich op kosten van de werkgever te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek door een in onderling overleg aangewezen arts.
3. De werkgever is bevoegd in verband met de loopbaanbegeleiding van de werknemer, aan de werknemer te verzoeken zich op kosten van de werkgever te onderwerpen aan een psychologisch onderzoek. Dit onderzoek moet worden verricht door een vanwege de werkgever aan te wijzen psycholoog of psychologisch adviesbureau. Indien het verzoek van de zijde van de werkgever wordt gedaan, komen de kosten voor rekening van de werkgever, ook als werknemer weigert inzage te geven in de uitkomsten. Indien het verzoek tot een onderzoek van de zijde van de werknemer wordt gedaan, komen de kosten eveneens voor rekening van de werkgever en kan de werknemer nog steeds weigeren inzage te geven in de uitkomsten. In dit geval komen de kosten voor rekening van werknemer.
4. De werkgever mag de werknemer – indien, voor zover en gedurende de tijd dat dit in het belang van de onderneming noodzakelijk is – andere naar de omstandigheden zoveel mogelijk passende arbeid binnen de onderneming te doen verrichten, andersdan die waarvoor hij is aangesteld.
5. De
werkgever mag de werknemer met diens toestemming tijdelijk arbeid
laten verrichten in een andere (al dan niet tot het Staples concern
behorende) onderneming.
Indien de werknemer voldoet aan dit
verzoek van de werkgever, worden de eventueel daaruit voortvloeiende
en door de werknemer te maken reëel aantoonbare extra kosten aan de
werknemer vergoed.
6. De werkgever mag de werknemer in een andere functie plaatsen dan die waartoe hij binnen de onderneming is aangesteld dan wel de werknemer overplaatsen naar een andere tot het Staples concern behorende onderneming, echter alleen in overleg met de werknemer. De persoonlijke belangen en omstandigheden van de werknemer zullen daarbij zoveel mogelijk mee worden genomen. De eventueel uit overplaatsing voortvloeiende en door de werknemer te maken reëel aantoonbare extra kosten zullen aan de werknemer worden vergoed. De werknemer kan niet worden verplicht arbeid te verrichten in andere ondernemingen, tenzij dit tot zijn gewone arbeid kan worden gerekend of indien zulks in noodgevallen ten behoeve van zijn werkgever noodzakelijk is.
Artikel 5. Mededelingen aan werknemers
Mededelingen aan werknemers worden bekendgemaakt via e-mail of notering op een daartoe bestemde plaats in de onderneming en ondertekend door de werkgever of diens gemachtigde. Deze mededelingen worden geacht schriftelijk te zijn gedaan aan ieder van de betrokken werknemers afzonderlijk.
Artikel 6. CAO-bepalingen
1. Rechten, die voor de ingangsdatum van 1 januari 1976 van deze CAO reeds waren opgebouwd en die uitgaan boven die waarop volgens de regelingen in deze CAO aanspraak kan worden gemaakt, zullen als extra rechten worden gehandhaafd. Dit echter met dien verstande dat bij eventuele toekomstige uitbreidingen van bepalingen in de CAO die betrekking hebben op deze extra rechten, het bepalen of en in hoeverre die extra rechten verrekend worden met deze nieuwe rechten steeds uitdrukkelijk een punt van bespreking zullen vormen bij de onderhandelingen over deze nieuwe uitbreidingen.
2. De bepalingen in dit artikel zijn echter niet van toepassing op die regelingen waarvoor expliciet in deze CAO verrekeningsprocedures zijn vastgelegd.
3. Deze CAO treedt in werking op 1 februari 2010 en eindigt op 1 februari 2011.
4. In de looptijd van de CAO zal op initiatief van de werkgever periodiek overleg plaatsvinden tussen Tetterode en de vakorganisaties. In principe wordt uitgegaan van éénmaal gedurende de looptijd. Indien tijdens de looptijd van deze CAO knelpunten ontstaan, is tussentijds overleg mogelijk.
Hoofdstuk 2. Indiensttreding en ontslag
Artikel 7. Indiensttreding
1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen wordt de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangegaan.
2. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen zal elke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, indien deze na afloop van een overeengekomen proeftijd blijft voortduren, worden geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 8. Beeindiging van de arbeidsovereenkomst
1. Indien een proeftijd is overeengekomen is zowel de werkgever als de werknemer bevoegd de arbeidsovereenkomst gedurende de proeftijd zonder opzegging of zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen te beëindigen.
2. a. De
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt door opzegging met
inachtneming van
de opzegtermijnen zoals hieronder bepaald.
Opzegging geschiedt tegen het einde van de
maand.
b. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op de kalenderdatum of op de laatste dag van het tijdvak genoemd in de arbeidsovereenkomst of op de eerste dag dat werknemer 65 jaar wordt.
c. De opzegtermijn voor de werkgever is afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst. De opzegtermijn van de werkgever bedraagt voor de werknemer die
- korter dan tien in dienst is: twee maanden
- tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar in dienst is: drie maanden
- vijftien jaar of langer in dienst is: vier maanden
d. De door de werknemer in acht te nemen opzegtermijn bedraagt twee maanden tenzij in de individuele arbeidsovereenkomst anders is overeengekomen.
3. De arbeidsovereenkomst eindigt op de laatste werkdag van de week voor weekloners, resp. de maand voor werknemers met maandsalaris.
4. a. De
werkgever kan een werknemer voor ten hoogste twee werkdagen met
inhouding van loon
schorsen, indien deze werknemer een
ernstige overtreding heeft begaan of wel bij herhaling
zijn
verplichtingen uit de arbeidsverhouding niet is nagekomen.
b. De
werkgever zal als ernstige overtreding kunnen aanmerken zodanige
gedraging(en) of
nalatighe(i)d(en) van een werknemer die
voor hem grond mag (mogen) zijn deze werknemer
arbeidsovereenkomst te ontslaan.
c. Tevens heeft de werkgever de bevoegdheid een werknemer met gehele of gedeeltelijke inhouding van loon te schorsen, indien de werkgever dit noodzakelijk acht in verband met een in te stellen onderzoek naar de schuld van de betrokken werknemer aan naar het inzicht van werkgever ontoelaatbare strafbare feiten of gedragingen. Indien de schuld van de betrokken werknemer niet vast komt te staan dan wel de werkgever geen strafmaatregelen tegenover de betrokken werknemer noodzakelijk acht, zal het ingehouden loon over de schorsingstijd alsnog worden uitbetaald. De duur van deze schorsing bedraagt, indien geen loon danwel het loon slechts ten dele wordt doorbetaald, ten hoogste twaalf werkdagen.
Artikel 9. Overige bepalingen indiensttreding en ontslag
1. De
opzegtermijn bedoeld in artikel 8 loopt vanaf de datum van de
ontslagvergunning.
2. Bij
ontslag van een werknemer die – voorafgaand aan dit ontslag –
korter dan de normale arbeidstijd heeft gewerkt in verband met een
aan de onderneming verleende “korter werken” vergunning, zal
indien voor dit korter werken een beroep op de Werkeloosheidswet is
gedaan, een suppletie aan genoemde werknemer worden verstrekt op de
uitkeringen die hem krachtens de Wet Werkeloosheidsvoorziening
worden gedaan. Deze suppletie bedraagt ten hoogste 5% van het loon
zoals dat op het moment van ontslag bedroeg resp. zou hebben
bedragen als gevolg van werkelijke loonsverhogingen volgens de in
het bedrijf geldende beloningsregel, indien geen ontslag had
plaatsgehad. Deze suppletie wordt verstrekt voor maximaal een
periode van de tijdsduur van de werktijdverkorting, gedeeld door het
percentage van de werktijdverkorting.
3. Indien
de beëindiging van de arbeidsovereenkomst geschiedt wegens een
fusie, liquidatie of reorganisatie zullen de OR en de
vakorgansiaties zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd.
4. Behalve in gevallen waarin het werknemers betreft, die op proef of bepaaldelijk voor tijdelijke duur in arbeidsovereenkomst zijn aangenomen, is voor ontslag van een werknemer een geldige reden vereist, welke de werknemer tegelijk met de aanzegging van het ontslag moet worden medegedeeld.
Geldige redenen zijn onder meer:
valse opgave door de werknemer bij de toepassing van het bepaalde in artikel 12.
b. valse opgave door de werknemer bij de toepassing van het bepaalde in artikel 24.
5. De
werkgever mag niet opzeggen gedurende de tijd, dat de werknemer
geheel of gedeeltelijk ongeschikt is tot het verrichten van zijn
arbeid wegens ziekte of ongeval. Uitzondering hierop is een
verkregen vergunning van het Centrum voor Werk en Inkomen welke
vergunning alleen verleend kan worden, indien de gehele of
gedeeltelijke ongeschiktheid tenminste twee jaar aaneengesloten
heeft geduurd.
6. Van
de mogelijkheid tot ontslag als in lid 5 bedoeld mag geen gebruik
worden gemaakt voor de werknemers van 60 jaar en ouder en voor
werknemers die 40 of meer dienstjaren hebben.
7. Het in de voorgaande leden en artikelen bepaalde omtrent ontslag is niet van toepassing, indien de werknemer aan de werkgever dan wel de werkgever aan de werknemer een dringende reden geeft de arbeidsovereenkomst terstond te doen eindigen overeenkomstig het gestelde in artikel 678 en 679 van het Burgerlijk Wetboek.
Hoofdstuk 3. Arbeidsduur, werktijden en tijdgerelateerde toeslagen
Artikel 10. Arbeidsduur en werktijden
1. De gewone arbeidsduur voor een werknemer met een voltijd arbeidsovereenkomst bedraagt gemiddeld 36 uur per week. De gewone arbeidstijd voor deze voltijdwerknemer wordt op de vijf werkdagen per week vastgesteld tussen 7.00 uur en 18.00 uur. Voor de verschoven diensten geldt dat de werktijd op de vijf werkdagen per week wordt vastgesteld tussen 7.00 en 22.00 uur.
2. Voor een nadere toelichting over werktijden en het gebruik van de ATV-dagen wordt verwezen naar het Handboek Personeel.
3. De middagpauze mag in gewone omstandigheden niet door overwerk vervallen, alleen bij dringende noodzaak mag zij worden verschoven, maar niet langer dan een uur.
4. Op Goede Vrijdag, 24 en 31 december zal tot uiterlijk 15.00 uur worden gewerkt. Indien op deze dagen na 15.00 uur moet worden gewerkt, worden deze uren als overwerk beschouwd.
5. Indien de werkgever de werknemer desgevraagd toestaat op Goede Vrijdag voor 15.00 uur één of meer uren vrijaf te nemen, kan in onderling overleg tussen werkgever en werknemer worden afgesproken dat deze uren binnen twee weken voor en ná de Goede Vrijdag worden ingehaald buiten de gewone arbeidstijd met een maximum van twee uur per dag.
6. Reistijd tussen woonplaats en vaste werkplaats wordt niet aangemerkt als werktijd. Voor technisch personeel in de buitendienst (als in het betreffende artikel omschreven) geldt een afzonderlijke regeling, waarbij reistijd wordt betaald conform artikel 26 van deze CAO.
7. Begin en einde van de werktijd worden door de werkgever in overleg met de Ondernemingsraad vastgesteld.
Artikel 11. Tijdsgerelateerde toeslagen
1. Overwerk
a. Onder overwerk wordt verstaan:
1. de
arbeid welke op verzoek van de werkgever door de werknemer wordt
verricht boven het voor hem vastgestelde aantal uren arbeid per dag,
onder voorbehoud van het gestelde onder 3;
2. de arbeid welke op verzoek van de werkgever door de werknemer wordt verricht buiten de krachtens artikel 10 lid 1 voor hem vastgestelde werktijden; onder voorbehoud van het gestelde onder 3;
3. de
arbeid welke op verzoek van de werkgever door de deeltijd werknemer
wordt verricht buiten de werktijden op basis van 10 lid 1
vastgesteld voor tot dezelfde groep of afdeling behorende voltijd
werknemers;
4. de arbeid welke op verzoek van de werkgever door de werknemer wordt verricht op de in artikel 10 lid 4 genoemde dagen na de algemene beëindiging van het werk;
5. voor de eerste twee overwerkuren na de gemiddelde arbeidstijd van 36 uur per week gelden de bepalingen op overeenkomstige wijze.
b. Voor overwerkuren wordt het gewone uurloon uitbetaald, verhoogd met de navolgende percentages:
maandag of dag |
tussen |
00:00 uur |
en |
06:00 uur |
met |
100 % |
volgend op feestdag |
tussen |
06:00 uur |
en |
20:00 uur |
met |
25 % |
|
tussen |
20:00 uur |
en |
24:00 uur |
met |
50 % |
|
|
|
|
|
|
|
dinsdag tot en met vrijdag |
tussen |
00:00 uur |
en |
06:00 uur |
met |
50 % |
|
tussen |
06:00 uur |
en |
20:00uur |
met |
25 % |
|
tussen |
20:00 uur |
en |
24:00 uur |
met |
50 % |
|
|
|
|
|
|
|
zaterdag, zondag of feestdag |
tussen |
00:00 uur |
en |
24:00 uur |
met |
100 % |
|
|
|
|
|
|
|
dag voorafgaande aan |
tussen |
00:00 uur |
en |
06:00 uur |
met |
50 % |
Hemelvaartdag |
tussen |
06:00 uur |
en |
18:00 uur |
met |
25 % |
|
tussen |
18:00 uur |
en |
24:00 uur |
met |
100 % |
|
|
|
|
|
|
|
Xxxxx Xxxxxxx, |
tussen |
15:00 uur |
en |
18:00 uur |
met |
50 % |
24 en 31 december |
tussen |
18:00 uur |
en |
24:00 uur |
met |
100% |
c. Overwerk zal in overleg met de werknemer kunnen worden gecompenseerd door evenveel vervangende uren als het aantal overuren plus betaling van het betreffende overwerkper-centage in geld mits de bedrijfsomstandigheden zulks naar het oordeel van de directie mogelijk maken. Opname van de vervangende vrije uren dient te geschieden uiterlijk in de kalendermaand volgende op die waarin het overwerk plaatsvond.
d.
In het geval, dat naar het oordeel van de directie het belang van
de onderneming vereist, dat er
voor een langdurige periode
door een afdeling of een grotere groep werknemers overwerk
wordt verricht, zal dit, indien de afdeling, resp. de
desbetreffende groep van werknemers zulks
verlangt,
geschieden in overleg met de ondernemingsraad.
e. Werknemers die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, mogen geen overwerk verrichten.
f. Een werknemer kan niet tot overwerk worden verplicht:
- indien hij 55 jaar of ouder is;
- op zon- en feestdagen;
- op 4 mei na 17.00 uur.
g. De werkgever die overwerk wil laten verrichten meldt dit aan de betrokken werknemers indien mogelijk een dag van tevoren maar uiterlijk de laatste pauze voorafgaande aan het overwerk. Van deze regel kan slechts wegens zeer bijzondere omstandigheden worden afgeweken.
h. De werknemer mag slechts op grond van redelijkheid en billijkheid weigeren het hem opgedragen overwerk te verrichten. Weigering van overwerk kan reden zijn voor ontslag.
i. Conform de arbeidstijdenwet, zoals deze gold tot 1 april 2007, zijn de in de bijlage 4 opgenomen afspraken voor wat betreft de minimale rusttijden en de maximale werktijden van kracht.
2. Consignatie
Voor de werknemer in de technische buitendienst, die uit hoofde van zijn functie betrokken is bij een 24-uurs nooddienst en uit dien hoofde standby is voor het daadwerkelijk verrichten van servicewerkzaamheden bij klanten, geldt de volgende regeling:
Consignatiedienst zonder inroostering
De medewerker die standby staat in de 24-uurs nooddienst wordt, met behoud van salaris, niet voor andere werkzaamheden ingeroosterd. De verschoven urenregeling als opgenomen in het Handboek Personeel is van toepassing. De medewerker is inzetbaar van 17.00 uur tot 07.00 uur. Voor uren gewerkt binnen de gewone arbeidsduur van 7 uur en 40 minuten per dag maar buiten de gewone arbeidstijd geldt de toeslag volgens de verschoven urenregeling. Voor uren gewerkt buiten de gewone arbeidsduur van 7 uur en 40 minuten per dag geldt de overwerk-toeslag (zie artikel 11 van deze CAO). Ook voor reisuren gemaakt buiten de gewone arbeidstijd geldt de toeslag volgens de verschoven urenregeling als opgenomen in het Handboek Personeel.
Consignatiedienst met inroostering
1. De medewerker die consignatiedienst met inroostering heeft, ontvangt een inconveniëntentoeslag, te weten:
-
€ 20,59 bruto (per 1 november 2010 € 20,80)per dag van maandag
t/m vrijdag (einde
werktijd tot 08.00 uur daaraan
volgend);
-
€ 56,64 (per 1 november 2010 € 57,21)bruto per weekend (zaterdag
08.00 uur tot
zondag 08.00 uur € 25,74 (per 1 november
2010 € 26,-)en zondag 08.00 uur tot
maandag 08.00 uur €
30,89 (per 1 november 2010 € 31,20);
-
€ 20,59 bruto (per 1 november 2010 € 20,80) extra per erkende
feestdag c.q.
collectieve ATV-dag of verplichte snipperdag.
2. Als
een medewerker buiten zijn normale werktijd, in het kader van zijn
consignatiedienst moet werken, zal de bestaande overwerk-, reis- en
slaapurenregeling
worden toegepast.
3. Per 1 november 2010 dienen de bedragen met 1% te worden geindexeerd.
4. Bovenstaande
regeling strekt zich afhankelijk van noodzakelijke afspraken met
klanten uit over 7 dagen van de week.
Hoofdstuk 4. Vakantie, verlof en verzuim
Artikel 12. Geoorloofd verzuim
1. In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 4 Wet arbeid en zorg en artikel 7:628 BW geldt dat in de navolgende gevallen de werknemer betaald verlof kan opnemen mits de werknemer indien mogelijk ten minste twee dagen van tevoren met opgave van reden, het verzuim meldt aan de werkgever en de gebeurtenis in het desbetreffende geval bijwoont:
a. bij ondertrouw van de werknemer, gedurende één dag;
b. bij huwelijk van de werknemer gedurende twee dagen; bij huwelijk van één zijner ouders, schoonouders, broeders, zusters of kinderen of professie van een kind, broer, zuster, of priesterwijding van een kind of broer, gedurende één dag, mits de werknemer de plechtigheid bijwoont;
c. bij bevalling van de echtgenote van de werknemer: gedurende twee dagen;
d. bij een wettelijke adoptieprocedure gedurende maximaal twee dagen, indien dat voor deze procedure of de vervulling van andere wettelijke formaliteiten vereist is;
e. bij overlijden van de echtgenote van de werknemer, alsmede overlijden van een eigen kind: vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag na de begrafenis of crematie. Hierbij geldt een maximum van 5 werkdagen;
bij overlijden van ouders, xxxxxxxxxxxx, aangehuwde kinderen, broeders of zusters, gedurende één dag;
f. bij overlijden van bloed- en aanverwanten, die in het gezin, waarvan de werknemer deel uitmaakt, gevestigd zijn, gedurende één dag;
h. bij begrafenis van ouders, xxxxxxxxxxxx, grootouders van de werknemer of zijn echtgenote en aangehuwde kinderen, gedurende één dag, mits de werknemer de begrafenis bijwoont;
i. bij begrafenis van xxxxxxxx, zusters, xxxxxxxxxxxxxx, schoonzusters en kleinkinderen van de werknemer of diens echtgenote, die niet in het gezin waarvan de werknemer deel uitmaakt, gevestigd zijn, gedurende één dag, mits de werknemer de begrafenis bijwoont;
j. bij begrafenis van bloed- en aanverwanten, die in het gezin, waarvan de werknemer deel uitmaakt, gevestigd zijn, gedurende één dag, mits de werknemer de begrafenis bijwoont;
k. bij de vervulling van een andere bij wettelijk voorschrift of door de overheid zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplichting, voor zover deze verplichting persoonlijk moet worden nagekomen en dit niet in de vrije tijd kan geschieden, gedurende een naar redelijkheid te bepalen tijd tot en ten hoogste één dag, tenzij de verplichting is opgelegd ten gevolge van een schuldige gedraging of een schuldige nalatigheid van de werknemer;
l. bij noodzakelijke dokters- of polikliniekbezoek voor zichzelf, gedurende de daarvoor vereiste tijd, van ten hoogste twee uren per bezoek en ten hoogste vier uren per week, mits, indien de werkgever xxxxx verlangt, de werknemer schriftelijk verklaart:
- bij welke arts, specialist of polikliniek hij zich heeft vervoegd;
- hoe
lang hij in het gebouw, waarin de arts of specialist zitting heeft,
aanwezig moest
zijn en daadwerkelijk is geweest;
- dat het bezoek in verband met zijn gezondheidstoestand noodzakelijk was;
- dat het bezoek uitsluitend onder werktijd kon geschieden.
m. bij bloedafgifte gedurende de daarvoor benodigde tijd;
n. het doen van een examen ter verkrijging van een vakdiploma mits de werknemer, in afwijking van de aanhef van dit artikel, hiervan veertien dagen tevoren aan de werkgever heeft kennis gegeven: gedurende de daarvoor benodigde tijd;
x. xxxxxxxxxx van de werknemer: in beginsel gedurende één dag per jaar.
p. bij de 12,5-jarige, de 25-jarige en 40-jarige huwelijksherdenking van de werknemer, gedurende één dag.
2. In gevallen waarin de werknemer krachtens het in lid 1 bepaalde recht heeft op vrijaf, heeft hij – indien niet is aangegeven op welke dag of dagen het vrijaf genoten wordt – zelf de keuze, met dien verstande, dat wel het verband met de gebeurtenis, waarvoor het vrijaf bedoeld is, aanwezig moet zijn. Dit houdt in, dat het recht op twee dagen vrijaf bij huwelijk, indien het huwelijk op een vrije zaterdag valt, moet worden genoten op dagen, onmiddellijk daaraan voorafgaande of onmiddellijk daaropvolgend. Ten aanzien van het recht op één dag vrijaf wegens overlijden van een bloedverwant betekent dit, dat die dag uiterlijk mag worden opgenomen de dag na de begrafenis. Is wel aangegeven welke dag precies bedoeld is, dan kan het vrijaf alleen op die dag worden genoten.
3. In alle gevallen, waarin het vrijaf niet bepaald wordt door het tijdstip, waarop de gebeurtenis waarvoor vrijaf wordt gegeven plaatsvindt, zal zoveel mogelijk naar redelijkheid moeten worden beoordeeld of in geval van deeltijd-arbeid of deeltijd-arbeid de werknemer kan regelen, dat hij buiten de voor hem geldende werktijd, of door verschuiving van de voor hem geldende werktijd, aan de gebeurtenis kan deelnemen. Dit geldt ook voor dokters- en polikliniekbezoek.
4. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid onder h., i. en j. wordt crematie met begrafenis gelijk gesteld. Voorts worden pleeg- of stiefkinderen beschouwd als eigen kinderen.
Artikel 13. Feestdagen
a. Als regel wordt op zon- en feestdagen niet gewerkt. Onder feestdagen worden verstaan nieuwjaarsdag, paasmaandag, Hemelvaartdag, pinkstermaandag, de beide kerstdagen, de door de overheid aangewezen dag voor de viering van Koninginnedag en in lustrumjaren nationale Bevrijdingsdag op 5 mei.
b. Voor
feestdagen, voor zover zij niet op een zondag vallen, wordt aan de
werknemers loon uitbetaald als voor gewone werkdagen.
c. Aan een islamitische werknemer zal, op zijn verzoek, worden toegestaan een vakantiedag op te nemen op de eerste en laatste dag van de Ramadan.
Artikel 14. Vakantie
1. Het vakantiejaar loopt gelijk met het kalenderjaar. Bij uitzondering kan door de werkgever toestemming worden verleend tot cumulatie van vakantierechten tot maximaal één jaar na het verstrijken van het vakantiejaar.
2. De werknemer heeft per vakantiejaar, een wettelijk recht op 20 vakantiedagen met behoud van het salaris, alsmede een recht op 5 bovenwettelijke vakantiedagen waarin begrepen 2 collectieve verplichte snipperdagen, met de Ondernemingsraad als volgt aangewezen:
a. ieder jaar de vrijdag volgend op Hemelvaartdag;
b. indien en voor zover er in dat kalenderjaar een zogenaamde “brugdag” aanwezig is. Hiermede wordt bedoeld dat deze brugdag ligt tussen twee perioden van één of meer dagen waarop niet wordt gewerkt (weekeinde of feestdagen).
3. Voor werknemers met een bruto maandloon van € 2.738,31 (2010) of meer geldt een extra vakantierecht van één dag. De in dit lid genoemde grensbedragen worden telkens aangepast aan de algemene salarisverhogingen.
4. Extra vakantierecht vanwege diensttijd:
- Diensttijd 12,5 jaar of langer: + 1 dag
- Diensttijd 25 jaar of langer: + 2 dagen
- Diensttijd 40 jaar of langer: + 3 dagen
Bij het bepalen van dit recht op extra vakantie wordt uitgegaan van het aantal dienstjaren
dat de werknemer in het lopende vakantiejaar bereikt.
5. De huidige rechten van alle medewerkers die onder de CAO vallen, worden overeenkomstig het “Reglement Extra Vrije Tijd Oudere Werknemers” (peildatum 1 februari 2006) bevroren. Deze bevroren rechten blijven behouden tot de datum uit dienst. Alle medewerkers die onder de CAO vallen en die nog geen rechten bezitten op grond van het “Reglement Extra Vrije Tijd Oudere Werknemers”, ontvangen vanaf het moment dat zij de leeftijd van 50 jaar bereiken 1 extra verlofdag in aanvulling op de reguliere verlofregeling. Dit extra recht blijft behouden tot de datum uit dienst.
6. De werknemerheeft tegenover werkgever in de periode van 1 januari tot en met 31 december recht op een twaalfde gedeelte van de in het eerste en tweede lid bedoelde vakantie met behoud van loon voor elke kalendermaand, of gedeelte van een kalendermaand, langer dan een halve kalendermaand, gedurende welke zijn arbeidsovereenkomst zonder onderbreking heeft voortgeduurd.
Heeft
de arbeidsovereenkomst een halve maand of minder geduurd, dan heeft
de werknemer
recht
op zodanig deel van de in het eerste en tweede lid bedoelde vakantie
als de dienstperiode van een geheel jaar uitmaakt. Hij kan
desgewenst voor eigen rekening aanvulling van de vakantie-periode
tot een maximum van de voor hem geldende rechten verkrijgen.
7. Indien de werknemer, die op 31 december een arbeidsovereenkomst heeft bij werkgever, en bij wie hij op 1 januari van het daaraan voorafgaande jaar ook een arbeidsovereenkomst had, wegens slapte ontslagen is geweest en de op 31 december lopende periode van zijn arbeidsovereenkomst is aangevangen binnen zes weken, nadat de vorige periode van arbeidsovereenkomst bij werkgever was geëindigd, wordt de arbeidsovereenkomst voor de berekening van de vakantie geacht door het bedoelde ontslag niet onderbroken te zijn geweest, maar wordt de bij het ontslag genoten of verrekende vakantie wel in mindering gebracht.
8. De werknemer behoudt zijn aanspraak op vakantie over de tijd, gedurende hetwelk hij geen recht heeft op loon, in de navolgende gevallen:
a. bij verzuim wegens zwangerschap of bevalling;
b. wanneer hij met toestemming van de werkgever deelneemt aan een bijeenkomst welke wordt georganiseerd door een vakvereniging waarvan hij lid is;
c. gedurende de tijd, dat voor de werknemer een vergunning voor korter werken krachtens artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (B.B.A.) geldt gedurende maximaal 52 weken.
9. De werkgever is bevoegd de data waarop de individuele werknemer vakantiedagen opneemt, na overleg met de werknemer vast te stellen. Van het totale aantal vakantiedagen kunnen maximaal 3 weken + 3 dagen doch moeten minimaal 2 weken aaneengesloten worden opgenomen: de werknemer zal zijn wensen m.b.t. het opnemen van deze dagen voor 1 februari van het vakantiejaar op verzoek van de werkgever bekendmaken. Definitieve opgave van de door de werknemer gewenste vakantieperiode geschiedt uiterlijk 14 dagen voor de gewenste aanvangsdatum. Hele of halve vakantiedagen worden uiterlijk twee dagen tevoren aangevraagd.
10. De werkgever kan, indien daartoe gewichtige redenen aanwezig zijn, na overleg met de werknemer, het door hem vastgestelde tijdvak van vakantie wijzigen. De schade, welke de werknemer tengevolge van de wijziging van het tijdvak lijdt, wordt door de werkgever vergoed.
11. Onverminderd hetgeen in de voorgaande leden is bepaald gelden de navolgende verhinderingen niet als vakantie (indien zij zich tijdens de vakantie voordoen), mits voor de aanvang van de vakantie aan de werkgever is medegedeeld of – indien de verhindering zich plotseling tijdens de vakantie voordoet terwijl melding vooraf onmogelijk was – direct bij de vakantie-onderbreking aan de werkgever medegedeeld:
x. xxxxxxx wegens vervulling van een wettelijke verplichting zonder geldelijke vergoeding welke niet in de vrije tijd van de werknemer kan geschieden of verzuim wegens andere bijzondere omstandigheden buiten schuld van de werknemer;
x. xxxxxxx wegens bevalling van de echtgenote van de werknemer;
x. xxxxxxx wegens overlijden en begrafenis van een huisgenoot of een bloed- en aanverwant in de rechte linie en in de tweede graad der zijlinie;
x. xxxxxxx wegens zwangerschap of bevalling;
x. xxxxxxx wegens deelname met toestemming van de werkgever aan een door de vakvereniging georganiseerde bijeenkomst;
x. xxxxxxx wegens het volgen van vakonderricht.
12. Voor de werknemer die tijdens de voor hem vastgestelde vakantie gedeeltelijk arbeidsongeschikt is en die ook in de vakantieperiode uitkering van het UWV geniet naar het percentage van zijn arbeidsongeschiktheid, tellen de dagen van afwezigheid als volle vakantiedagen, voor zover hij in staat kan worden geacht om van zijn vakantie gebruik te kunnen maken en voor zover werknemer voldoende beschikt over bovenwettelijke vakantiedagen. Voor de wettelijke vakantiedagen geldt de hoofdregel: wie (gedeeltelijk) ziek is, neemt (gedeeltelijk) geen vakantie op. De dagen of halve dagen waarvan hij voor het houden van vakantie geen gebruik kan maken wegens de verplichting om thuis te blijven of zich te melden bij een behandelend geneesheer of de verzekeringsdes-kundige tellen niet als vakantiedagen.
13. Werknemers werkzaam op basis van weekloon zullen apart worden geinformeerd omtrent de vakantieopbouw en vakantietoeslag.
Artikel 15. Vakantie/verzuim en leren
1. Voor
een werknemer die ter vervulling van zijn wettelijke leerplicht op
één of meer dagen per week een school, vormingsinstituut of cursus
moet bezoeken, wordt het aantal vakantiedagen waarop hij krachtens
de voorgaande leden recht heeft, vastgesteld naar evenredigheid van
het aantal dagen, waarop de werknemer per week in de onderneming
werkzaam is. Op de dag waarop deze werknemer een school,
vormingsinstituut of cursus zou hebben moeten bezoeken, indien de
onderwijsinstelling niet wegens vakantie gesloten zou zijn, kan hij
niet worden verplicht in de onderneming werkzaam te zijn.
2. Bij beëindiging van de wettelijke partiële leerplicht heeft de werknemer recht op het volledige aantal vakantiedagen, als bedoeld in de voorgaande leden, over de opbouwperiode waarin de beëindiging van de partiële leerplicht valt. Dit geldt niet indien een betekende mate van schoolverzuim door schuld en toedoen van de zijde van de partieel leerplichtige in deze opbouwperiode heeft plaatsgevonden.
3. De werknemer, die de 19-jarige leeftijd nog niet heeft bereikt, heeft – indien hij geen opleiding volgt krachtens de Wet op het Leerlingenwezen – het recht gedurende maximaal één dag per week de arbeid te verzuimen voor een opleiding in het belang van de door hem vervulde of te vervullen functie of voor het volgen van een vormingscursus (vorming bedrijfsjeugd, levensschool).
De werkgever is verplicht de werknemer hiervoor vrijaf te geven met behoud van loon, indien de werknemer aantoont dat hij een dergelijke opleiding of cursus volgt.
Hoofdstuk 5. Beloning
Artikel 16. Functiegroepen en salarisschalen
1. De functies zijn ingedeeld in acht functiegroepen. De indeling geschiedt op basis van het door partijen overeengekomenUniversele Systeem Berenschot (USB). Een lijst van voorbeeldfuncties is opgenomen in bijlage 2 van deze overeenkomst. Het functiebestand zal periodiek worden gecontroleerd op volledigheid.
Voor een volledige beschrijving van de procedure wordt verwezen naar het Handboek Personeel.
2. Bij elke functiegroep behoort een salarisschaal (zie bijlage 1 van de CAO), waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de schalen voor volwassen werknemers en jeugdige werknemers.
3. Voor de vaststelling van het salaris wordt onder volwassen werknemer verstaan de werknemer die de 21-jarige leeftijd heeft bereikt. De jeugdige werknemer is de werknemer die de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt.
4. Indien Tetterode-Nederland B.V. voornemens is over te gaan van betaling van het loon of salaris per week naar éénmaal per maand zal zij in overleg treden met de werknemersorganisaties, partij bij deze CAO.
Artikel 17. Salarisherziening
1. Werkgever
keert in in ieder jaar van de looptijd van de CAO aan de
medewerkers een bedrag uit van € 227,- bruto. Dit bedrag wordt in
zijn geheel uitgekeerd onder aftrek van lasten.
2. Voor deze CAO met een looptijd van 1 februari 2010 tot 1 februari 2011 is de volgende structurele loonsverhoging overeengekomen:
- per 1 november 2010 een verhoging van 1%
Deze verhogingen zijn in de schalen verwerkt (zie bijlage 1).
3. De werknemer ontvangt een eenmalige uitkering van 0,25% van het bruto maandsalaris over de maanden november en december 2010. Deze eenmalige uitkering zal plaatsvinden met de uitbetaling van het maandsalaris van december 2010
Artikel 18. Vaststelling salaris volwassen werknemer
1. De vaststelling van het salaris van de volwassen werknemer geschiedt op basis van de salarisschaal voor volwassenen behorend bij de functiegroep, waarin de functie van de werknemer is ingedeeld.
2. Inschaling van een werknemer in een functie, zal in het algemeen geschieden tegen het begin-salaris van de van toepassing zijnde salarisschaal.
3. Jaarlijks, te weten per 1 februari, zal het salaris van de werknemer worden verhoogd met één functieperiodiek, tenzij indiensttreding heeft plaatsgevonden op of na 1 juli daar aan voorafgaand, c.q. de werknemer reeds het maximum van de salarisschaal heeft bereikt.
4. De in het voorgaande lid bedoelde periodieke verhoging wordt niet toegekend, indien naar het oordeel van de werkgever sprake is van disfunctioneren. In dit geval ontvangt de werknemer hierover een schriftelijke mededeling, met vermelding van de argumenten op grond waarvan hiertoe besloten is.
5. De medewerker ontvangt schriftelijk mededeling van het periodieknummer dat voor hem geldt in de salarisschaal.
Artikel 19. Vaststelling salaris jeugdige werknemers
1. De vaststelling van het salaris van de jeugdige werknemer geschiedt op basis van de salarisschaal voor jeugdigen behorende bij de functiegroep, waarin de functie van de werknemer is ingedeeld.
2. Inschaling
van een werknemer in een functie, geschiedt tegen het bij de
feitelijke leeftijd behorende salaris volgens de van toepassing
zijnde salarisschaal.
3. Het salaris wordt herzien per de eerste van de maand waarin de werknemer de hogere leeftijd bereikt. Dit geldt tot en met het bereiken van de 21-jarige leeftijd.
4. De jeugdige werknemer die in een betreffend jaar voor 1 juli 21 jaar wordt, komt in aanmerking voor een periodieke verhoging op 1 januari daaropvolgend op basis van de desbetreffende salarisschaal voor volwassenen. Degene die op of na 1 juli 21 jaar wordt, komt daarentegen niet voor een periodieke verhoging op 1 januari in aanmerking.
5. Bij promotie naar een hogere functiegroep, wordt in deze functiegroep het salaris toegekend, dat overeenkomt met het schaalbedrag behorende bij de feitelijke leeftijd.
Artikel 20. Promotie
Bij promotie naar een hogere functiegroep wordt in deze functiegroep het salaris toegekend, dat overeenkomt met het naasthogere schaalbedrag in de nieuwe groep, met dien verstande, dat indien het verschil tussen het schaalbedrag in de oude groep en het schaalbedrag in de nieuwe groep minder bedraagt dan de functieperiodiek in de oude groep, aan de medewerker in de nieuwe groep één extra functieperiodiek wordt toegekend.
Artikel 21. Tijdelijke waarneming
De werknemer die tijdelijk, maar ten minste gedurende een periode van twee maanden, waarneemt in een functie, die hoger is ingedeeld dan zijn eigen functie, ontvangt een tijdelijke toeslag op zijn loon, respectievelijk salaris. Deze waarnemingstoeslag zal worden uitbetaald vanaf de eerste dag waarop de waarneming begon. De hoogte van de toeslag wordt op overeenkomstige wijze vastgesteld als de salarisverhoging bij promotie (zie artikel 20).
Artikel 22. Ervaringstoeslag
De werknemer ingedeeld in functiegroep 1 t/m 4 komt in aanmerking voor een ervaringstoeslag, indien hij/zij naar het oordeel van de werkgever een meer dan voor de functie vereiste ervaring heeft opgedaan en op basis daarvan, afhankelijk van de bedrijfssituatie, daadwerkelijk voor andere werkzaamheden dan in de eigen functie wordt ingezet. De ervaringstoeslag is gelijk aan één periodieke verhoging, te weten de laatste verhoging van de schaal behorende bij de functiegroep waarin de werknemer is ingedeeld. De vaststelling van bedoelde toeslag gebeurt gelijktijdig bij de periodieke salarisherziening per januari
Artikel 23. Vakantietoeslag
1. Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 mei van enig jaar tot en met 30 april van het volgende jaar.
2. De werknemer die van 1 mei tot en met 30 april zonder onderbreking bij werkgever in dienstbetrekking is geweest, heeft recht op een vakantietoeslag ten bedrage van 8% van 12x het maandsalaris. De vakantietoeslag wordt uitbetaald elk jaar in de maand mei en is gebaseerd op het salaris over de maand mei.
3. Indien en voor zover de opbouwperiode voor een werknemer afwijkt van het in 1. genoemde, blijft de voor hem geldende regeling van kracht.
4. De deeltijd werknemer heeft, indien hij meer uren werkt dan contractueel is overeengekomen, voor zover deze meeruren vallen binnen de normale werkuren van voltijdmedewerkers, over deze meeruren recht op vakantietoeslag volgens de voor hem geldende regeling.
5. De werknemer, die niet verkeert in het geval in het eerste lid bedoeld, heeft tegenover zijn werkgever bij het ingaan der vakantie recht op een twaalfde gedeelte van de vakantietoeslag voor elke kalendermaand of gedeelte van een kalendermaand langer dan een halve kalendermaand dat zijn dienstbetrekking voor 1 mei zonder onderbreking heeft voortgeduurd.
6. De werknemer voor wie de opbouwperiode nog is vastgesteld op kalenderjaar en wiens arbeidsovereenkomst is aangevangen na het onder lid 2 bedoelde tijdstip van uitbetaling, ontvangt de hem krachtens het bepaalde onder lid 2 toekomende vakantietoeslag – bij indiensttreding na 1 mei: berekend op basis van het aanvangssalaris. De uitbetaling vindt bij toepassing van dit lid plaats uiterlijk op 31 december van het jaar van indiensttreding.
Hoofdstuk 6. Arbeidsongeschiktheid
Artikel 24. Loondoorbetaling tijdens de eerste 104 weken van ziekte
1. De werknemer die door ziekte verhinderd is zijn gewone arbeid te verrichten, heeft – mits ziektemelding aan de werkgever heeft plaatsgevonden conform de voorschriften als vermeld in Handboek Personeel en de werknemer zich gedurende zijn ziekte houdt aan alle overige in hwt Handboek Personeel vermelde voorschriften – recht op loondoorbetaling. Pensioenopbouw gedurende deze periode vindt plaats op basis van het pensioengevend jaarsalaris, conform het Tetterode pensioenreglement.
2. Loondoorbetaling tijdens de eerste 52 weken van ziekte:
Tetterode zal de werknemer die ressorteert onder de CAO Tetterode Nederland B.V. en die recht heeft op loondoorbetaling tijdens ziekte op basis van artikel 7:629 van het BW, daarop gedurende ten hoogste 52 weken een aanvulling geven tot 100% van zijn laatstverdiende loon voor ingang arbeidsongeschiktheid, voor zover het loon niet meer bedraagt dan het maximumdagloon, bedoeld in Wet Financiering sociale verzekeringen.
3. Loondoorbetaling tijdens de daaropvolgende 52 weken van ziekte:
Aansluitend aan de periode genoemd in artikel 52.2 en over ten hoogste 52 weken zal Tetterode de werknemer die recht heeft op loondoorbetaling tijdens ziekte op basis van art. 7:629 van het BW, in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en werken naar loonwaarde of op arbeids-therapeutische basis op advies van de Arbo-arts, 100% doorbetalen over het gewerkte deel voor zover het loon niet meer bedraagt dan het maximum dagloon, bedoeld in Wet Financiering sociale verzekeringen. Over het resterende, niet werkzame deel wordt niet aangevuld op de wettelijke loondoorbetalingsverplichting.
Toelichting op het ‘deel dat gewerkt wordt’ in artikel 52.3:
Het ‘deel dat gewerkt wordt’ kan in veel gevallen gelezen worden als ‘het aantal uren dat iemand werkt’. De loondoorbetaling wordt dan als volgt berekend: gewerkte uren maal oude uurloon (incl. vaste toeslagen). Het aantal uren dat gewerkt wordt ten opzichte van het oude aantal uren bepaalt vervolgens ‘het overige deel’ waarover alleen de wettelijke loondoorbetaling van 70% plaatsvindt.
De werknemer van wie op basis van een IVA-keuring is vastgesteld dat er geen enkel perspectief is op terugkeer op de arbeidsmarkt, ontvangt (zonodig met terugwerkende kracht) over deze periode van 52 weken 100% loondoorbetaling voor zover het loon niet meer bedraagt dan het maximum dagloon, bedoeld in Wet financiering sociale verzekeringen. .
4. Indien de werkgever merkt, dat de werknemer zich op één of meerdere dagen niet houdt aan de in het Handboek Personeel vermelde voorschriften, is de werkgever gerechtigd het bedrag, dat bij naleving van eerdergenoemde voorschriften over deze dag(en) aan de werknemer zou zijn uitgekeerd, in mindering te brengen op de eerstvolgende uitkering dan wel op de eerstvolgende loon- respectievelijk salarisbetaling.
Hoofdstuk 7. Pensioen
Artikel 25. Pensioen
1. De werknemer die voor onbepaalde tijd is aangesteld en voldoet aan de in het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds Corporate Express gestelde eisen, wordt op de in dit pensioenreglement vastgelegde voorwaarden als deelnemer in de pensioenregeling opgenomen.
2. Een exemplaar van statuten en reglement van de onder 1 genoemde stichting maken deel uit van deze overeenkomst.
Hoofdstuk 8. Overige arbeidsvoorwaarden
Artikel 26. Reisuren
Dit artikel geldt voor medewerkers van Tetterode-Nederland B.V., die onder de afdeling Service ressorteren en hun werk in het algemeen verrichten buiten het hoofdkantoor te Amsterdam, dus bij onze afnemers en vanuit hun woonplaats hun werk aanvangen. Dit betreft dus in het bijzonder de groep van service technici in de buitendienst en geldt tevens in voorkomende gevallen voor de grafisch technisch adviseurs en de chauffeurs.
1. Zolang de reistijd woning/klant heen en terug tezamen niet meer dan 3 uur bedraagt, zal een service-technicus tenminste 7 uur en 40 minuten per dag werken. Hij dient zijn werktijden aan te passen aan die van het bedrijf waar hij werkzaam is, doch het aanvangstijdstip dient niet later dan 08.00 uur te zijn, tenzij anders overeengekomen tussen de klant en Tetterode-Nederland (zie voor de verschoven uren regeling, punt 4 van de regeling Richtlijnen en vergoedingen voor Technisch Personeel in de Buitendienst). Xxxxxx werkzaamheden worden verricht bij een klant wiens bedrijf gevestigd is in de woonplaats van de service-technicus of in een met die woonplaats samen-gegroeide gemeente, dan mag voor reistijd maximaal 0.25 uur voor de afstand woning/klant en 0.25 uur terug – derhalve in totaal maximaal 0.50 uur – geschreven worden, met uitzondering van het gestelde in punt d van dit artikel.
2. De, in overleg met de planning, als noodzakelijk beoordeelde bezoeken aan Tetterode-Nederland, bijvoorbeeld voor het halen van onderdelen, dienen voor zover mogelijk of ‘s morgens aan het begin van de werktijd of ‘s middags aan het einde van de werktijd plaats te vinden. In het eerste geval gaat de werktijd in om 07.45 uur; in het tweede geval eindigt de werktijd om 16.10 uur.
3. Aan de in Amsterdam *) wonende service-technici wordt in deze gevallen wél kilometer-vergoeding, doch niet meer reistijd dan 0.25 uur uitbetaald; niet in Amsterdam wonende service-technici ontvangen zowel reistijd- als kilometer-vergoeding. Indien het te verwachten tijdstip van aankomst thuis aan het einde van een werkdag, zonder rekening te houden met de duur van een avondmaaltijd, na 20.00 uur valt, worden de kosten van een avondmaaltijd tot maximaal € 18,00 vergoed onder overlegging van de nota waarbij de tijd van de avondmaaltijd niet wordt doorbetaald. Voor reisuren, die buiten de normale werktijd vallen, geldt een betaling tegen het normale uurloon à 100% met uitzondering van het gestelde in punt d van dit artikel. In geval van niet aansluitend overwerk (d.w.z. opgeroepen worden na beëindiging van de reguliere werktijd, dus voor technisch personeel in het algemeen na 16.10 uur c.q. overwerk in het weekend) worden de voor betaling in aanmerking komende reisuren betaald met een toeslag die gelijk is aan die ingeval van overwerk met uitzondering van het gestelde in punt d van dit artikel.
Alleen door buiten service-technici, woonachtig buiten Amsterdam *), mag wanneer zij langer dan 5 werkdagen aaneensluitend in een van de werkplaatsen bij Tetterode-Nederland werkzaam zijn, reistijd in rekening worden gebracht, minus 0.25 uur reistijd zoals van toepassing op werknemers die binnen genoemde gemeentegrens woonachtig zijn, met uitzondering van het gestelde in punt d van dit artikel.
4. Voor medewerkers die na 1 juli 2000 bij Tetterode in dienst zijn getreden, geldt dat 1 uur reistijd per dag niet (als ware het arbeidstijd) wordt uitbetaald, maar als regulier woon-werkverkeer wordt beschouwd en derhalve voor eigen rekening is, te weten ½ uur voor de heen- en ½ uur voor de terugreis.
*) Met Amsterdam wordt bedoeld: de gemeenten Amsterdam, Diemen en een deel van de gemeente Ouder Amstel, te weten Duivendrecht.
Artikel 27. Tegemoetkoming ziektekostenverzekering
Een werknemer kan desgewenst worden opgenomen in de door Tetterode Nederland B.V. afgesloten collectieve ziektekostenverzekering. Nadere informatie over deze collectieve ziektekostenverzekering treft u aan in het Handboek Personeel.
Artikel 28. Diensttijdentoeslag
1. De werknemer, die 12,5 jaar of meer, maar minder dan 25 jaar onafgebroken in arbeidsovereen-komst is bij Tetterode-Nederland B.V. heeft per 1 oktober 2004 recht op een diensttijdentoeslag van € 40,- bruto per kwartaal.
2. De werknemer die 25 jaar of meer onafgebroken in arbeidsovereenkomst is bij Tetterode-Nederland B.V. heeft per 1 oktober 2004 recht op een diensttijdentoeslag van € 80,- bruto per kwartaal.
Artikel 29. Afscheidspremie
Ingeval van vervroegde uittreding zal de afscheidspremie, die de werknemer zou hebben ontvangen op de datum van pensionering, worden betaald op het moment dat de arbeidsovereenkomst in verband met de vervroegde uittreding wordt verbroken. Voor zover van toepassing geldt deze vervroegde betaling tevens voor de eventuele jubileumgratificatie.
Artikel 30. Uitkeringen in geval van overlijden
In geval van overlijden van de werknemer ontvangen de nabestaanden, overeenkomstig het bepaalde in het Burgerlijk Wetboek, een uitkering over de periode vanaf de eerste dag na de datum van overlijden t/m de laatste dag van de tweede maand na die waarin het overlijden plaatsvond, ten bedrage van het loon resp. salaris dat de overleden werknemer laatstelijk rechtens toekwam.
Het bedrag dat, xxxxxxx van het overlijden, aan de nabestaanden toekomt uit hoofde van de wettelijke voorgeschreven ziekte- of arbeidsongeschiktheidsverzekering, wordt op deze uitkering in mindering gebracht.
Hoofdstuk 9. Sociaal beleid
Artikel 31. Vertrouwenspersonen
1. De verenigingen, partij ter andere zijde bij deze CAO delen de werkgever mede welke personen door hen worden aangewezen om binnen de onderneming te fungeren als vertrouwenspersoon om de communicatie tussen de vakorganisaties en de leden te onderhouden en bevorderen.
2. Bij de uitoefening van deze functie treedt de vertrouwenspersoon niet in de functie of bevoegdheden van de ondernemingsraad, noch zal hij het interne overleg in de onderneming mogen doorkruisen.
3. De werkgever zal aan een vertrouwenspersoon toestaan de werkzaamheden als vertrouwens-persoon binnen de onderneming zonodig gedurende de arbeidstijd en zo mogelijk in een daarvoor geschikte ruimte te verrichten, indien en voor zover de regelmatige gang van de arbeid in de onderneming daardoor niet wordt geschaad. De vertrouwenspersoon heeft het recht vakbonds-mededelingen op een daarvoor bestemde plaats in de onderneming op te hangen, alsmede vakbondsinformatie onder de werknemers te verspreiden.
4. De vertrouwenspersoon heeft het recht om gedurende maximaal 6 dagen per jaar met behoud van loon, aan cursussen deel te nemen, georganiseerd door de werknemersorganisaties. Per jaar zullen twee vertrouwenspersonen per contracts-partner aan een dergelijke bijeenkomst kunnen deelnemen.
5. Onverminderd krachtens wettelijke of CAO-bepalingen vereiste toestemmingen zal, voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een vertrouwenspersoon, de werkgever overleg plegen met de vereniging, partij ter andere zijde bij deze CAO, zolang de vertrouwenspersoon in functie is of nog geen twee jaar zijn verlopen sedert de laatste dag waarop hij als zodanig fungeerde.
6. Het in lid 5 bedoeld overleg zal niet plaats vinden, wanneer de beëindiging geschiedt wegens een dringende reden of door ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen.
Artikel 32. Werkgelegenheidsbeleid
Met betrekking tot het werkgelegenheidsbeleid zullen belangrijke veranderingen in het productie-proces en/of het ondernemen waarbij de positie van meerdere werknemers in het geding is met de vakorganisaties worden besproken.
Voorts:
1. zal aan de ondernemingsraad inzicht worden gegeven in de hantering van overwerk en de inschakeling van uitzendkrachten. Hierbij staat voorop dat structurele onderbemanning wordt vermeden;
2. zullen werknemers van 65 jaar of ouder niet dan na overleg met de ondernemingsraad worden gehandhaafd of aangesteld;
3. zal melding plaatsvinden van vacatures aan het Centrum voor Werk en Inkomen; dit staat een normale voortgang van de wervingsprocedure niet in de weg;
4. zal bij interne sollicitatie van een deeltijder op een voltijdbaan bij gelijke geschiktheid de voorkeur worden gegeven aan deeltijders boven andere medewerkers;
5. jaarlijks stelt werkgever maximaal drie stageplaatsen beschikbaar, mits de bedrijfsresultaten dit toelaten.
Artikel 33. Verslaggeving van OR vergaderingen
Met betrekking tot het algemene en sociale beleid spreekt de werkgever de intentie uit, dat naast de periodieke informatie aan de Ondernemingsraad – al dan niet krachtens de Wet op de Ondernemingsraden – ook het personeel zal worden geïnformeerd via beknopte verslaggeving van de Ondernemingsraadsvergaderingen.
In deze verslaggeving zullen in elk geval aan de orde komen het personeelsbeleid, de samenstelling van het personeel en de verwachtingen ten aanzien daarvan.
Artikel 34. Ouderenbeleid
Voor een verdere uitwerking van het door de werkgever gevoerde ouderenbeleid wordt verwezen naar het Handboek Personeel.
Artikel 35. Ongewenste intimiteiten
De werkgever zal een door iedereen gerespecteerd vertrouwenspersoon aanwijzen in het geval van ongewenste intimiteiten in de werkomgeving. Tevens zal haar beleid gericht zijn op voorkoming van enige discriminatie op grond van sekse, c.q. positieve actie. Voor een nadere uitwerking van het beleid van Xxxxxxxxx op het gebied van ongewenste intimiteiten wordt verwezen naar het Handboek Personeel.
Artikel 36. Overige verlofregelingen
Naar aanleiding van de nieuwe Wet Arbeid en Zorg heeft Xxxxxxxxx een aantal regelingen getroffen voor o.a. kortdurend zorgverlof en calamiteitenverlof. De uitgewerkte regelingen zijn terug te vinden in het Handboek Personeel.
Artikel 37. Persoonlijk opleidingsplan
Elk jaar zal elke leidinggevende, bij voorkeur tijdens het functioneringsgesprek, met zijn of haar medewerker praten over een adequaat opleidingsplan.
Artikel 38. Uitruilmogelijkheden van arbeidsvoorwaarden
Binnen Tetterode is een aantal mogelijkheden om arbeidsvoorwaarden tegen elkaar uit te ruilen. De hiervoor geldende regelingen, zoals bijvoorbeeld Fiets privé of Levensloopsparen, zijn nader uitgewerkt in het Handboek Personeel.
Hoofdstuk 10. Vakbondswerk en medezeggenschap
Artikel 39. Vakbondswerk
1. De werknemer heeft het recht de arbeid te verzuimen ter vervulling van zijn functie als lid van een bestuurscollege van zijn vakorganisatie, zonder dat de werkgever verplicht is hem het loon voor de verzuimde arbeid te betalen, mits de werknemer tijdig aan de werkgever of diens gemachtigde heeft bericht, dat hij van dit recht gebruik zal maken en de regelmatige gang van de arbeid in de onderneming door zijn afwezigheid niet ernstig wordt geschaad.
2. Vrijaf zonder behoud van het loon voor deelname aan een cursus georganiseerd door zijn vakorganisatie zal aan de werknemer worden toegestaan tot maximaal het aantal dagen van een werkweek per jaar, mits de werknemer tijdig een verzoek daartoe tot de werkgever richt en de regelmatige gang van de arbeid in de onderneming door zijn afwezigheid niet ernstig wordt geschaad.
3. De werknemer heeft ten hoogste zes maal per jaar het recht ter vervulling van zijn functie als afgevaardigde op de algemene vergadering van zijn vakorganisatie en wegens andere de gang van zaken van de werknemersvereniging betreffende omstandigheden de arbeid voor één dag te verzuimen, zonder dat de werkgever verplicht is, hem voor die dag arbeidsloon te betalen, mits de werknemer tijdig aan de werkgever of diens gemachtigde heeft bericht, dat hij van dit recht gebruik zal maken en de regelmatige gang van de arbeid in de onderneming door zijn afwezigheid niet ernstig wordt geschaad.
4. Xxxxxx met behoud van loon voor deelname aan een cursus georganiseerd door zijn vakorganisatie zal aan een kaderlid worden toegestaan voor een per jaar afgesproken vast aantal dagen, mits de gang van de arbeid in de onderneming door zijn afwezigheid niet ernstig wordt geschaad. Vooraf zal overleg plaatsvinden tussen de werkgever en de vakorganisaties. Tevens wordt vooraf door de vakorganisaties een overzicht overhandigd van de kaderleden.
5. Werknemers die werkzaamheden voor de vakorganisatie verrichten zullen hiervoor in de gelegenheid worden gesteld. Hiervoor is per werknemer maximaal 36 uur per jaar beschikbaar. In voorkomend geval zal vooraf toestemming aan de werkgever gevraagd moeten worden.
Artikel 40. Vakbondsbijdrage door werkgever
1. Aan de vakorganisaties zal structureel een bijdrage voor vakbondsactiviteiten worden uitgekeerd. Voor 2010 zal een bedrag groot € 5.660,- ter beschikking worden gesteld. Dit bedrag zal jaarlijks worden geïndexeerd met de CPI werknemers laag.
2. De werknemer is gerechtigd om de kosten van de vakbondscontributie vanuit het brutoloon te voldoen. Tegen overlegging van een betalingsbewijs door de werknemer, verstrekt de werkgever op verzoek van de werknemer eenmaal per jaar een vergoeding in de kosten van diens contributie aan een werknemersvereniging, waarbij de werkgever tegelijkertijd gerechtigd is het bedrag van deze vergoeding in mindering te brengen op het brutoloon van de werknemer.
Artikel 41. Regeling in geval van reorganisatie, fusie of liquidatie
In voorkomende gevallen zullen CAO-partijen met elkaar in overleg treden over een op de desbetreffende situatie afgestemde regeling.
Bijlagen bij Tetterode Nederland CAO
Salarisschalen voor jeugdige werknemers en volwassen werknemers
Onderzoek arbeidsvoorwaardenelementen CAO 2010
Lijst van voorbeeldfuncties
Minimale rusttijden en maximale arbeidstijden
Bijlage 1. Salarisschalen
|
N.B.: Voor de medewerkers op weekloon dienen de schaalbedragen te worden gedeeld door 156 om het uurloon te bepalen.
Bijlage 2. Onderzoek arbeidsvoorwaardenelementen CAO 2010
De vakorganisaties en Tetterode-Nederland bv hebben besloten in 2009 een aantal elementen uit de CAO 2009 in 2010 aan te passen.
Hiertoe zal in 2009 een stuurgroep worden opgericht en drie werkgroepen, die dit zullen onderzoeken. De drie werkgroepen zijn:
1. Functiewaarderingssysteem / loongebouw
2. Arbeidstijdmanagement afdeling Service
3. Leeftijdsbewust personeelsbeleid.
In de stuurgroep nemen deel:
- bestuurders Tetterode-Nederland bv
- vakbonden
- P&O
De desbetreffende werkgroepen bestaan uit:
1. Functiewaarderingssysteem / loongebouw
- P&O
- Ondernemingsraad
- Hay deskundige
- bestuurder
2. Arbeidstijdmanagement afdeling Service
- manager service
- P&O
- Ondernemingsraad
- AWVN deskundige
- vakbonden
3. Leeftijdsbewust personeelsbeleid:
- P&O
- Ondernemingsraad
- vakbonden
- AWVN deskundige
De werkgroepen doen beleidsvoorbereidingen en koppelen de resultaten en voorstellen terug aan de stuurgroep. Besluitvorming vindt plaats door de stuurgroep.
Als voorzitter van de werkgroepen fungeert steeds P&O als vertegenwoordiger van de onderneming.
Voorzitter van de stuurgroep is een van de bestuurders.
Partijen spreken uit dat vooralsnog niet uitgesloten is, dat stroomlijning van de arbeidsvoorwaarden CAO en niet-CAO uitgangspunt voor de toekomst is.
Bijlage 3. Lijst van voorbeeldfuncties
Functie |
Typering van de werkzaamheden |
Functiegroep |
|
|
|
1. |
Binnen het systeem van functiewaardering zijn momenteel in deze groep geen functies ingedeeld. |
010 |
|
|
|
2. |
Binnen het systeem van functiewaardering zijn momenteel in deze groep geen functies ingedeeld. |
020 |
|
|
|
3. Magazijn Medewerker |
Ontvangt en verzorgt de opslag van goederen naar aard en produkt volgens de gestelde richtlijnen en normen. Verricht waar nodig licht administratief werk. Pickt goederen volgens orderbon. Maakt goederen verzendklaar. |
030 |
|
|
|
4. Produktie Medewerker b |
Weegt drukinkten in de gewenste hoeveelheden af Mengt drukinkten Vult drukinkten af, brengt productlabels aan Verricht zonodig licht administratief werk |
030 |
|
|
|
5. Xxxxxxxxx/ Bijrijder |
Assisteert de chauffeur op de vrachtauto met autolaadkraan. Verricht in samenwerking met de chauffeur de opgedragen transportopdrachten. Zorgt voor een administratieve verslaglegging van de uitgevoerde transportopdracht. Kent het verkeersreglement, rijtijdenbesluit en andere wettelijke bepalingen en leeft de hiermee gepaard gaande richtlijnen na. |
040 |
|
|
|
6. Produktie Medewerker a |
Maakt zelfstandig menginkten aan o.b.v. recepten Is inzetbaar bij de planning, het opstellen van recepturen, goederenontvangst en voorraadadministratie Verricht werkzaamheden m.b.t. de werkvoorbereiding Heeft contacten met interne afdelingen betreffende orders |
040 |
|
|
|
7. Chauffeur |
Bestuurt de vrachtwagen met autolaadkraan. Voert transportopdrachten uit en coördineert de taken van de bijrijder. Zorgt voor een administratieve verslaglegging van de uitgevoerde transportopdracht. Kent het verkeersreglement, rijtijdenbesluit en andere wettelijke bepalingen en leeft de hiermee gepaard gaande richtlijnen na. |
050
|
|
|
|
Functie |
Typering van de werkzaamheden |
Functiegroep |
|
|
|
8.Financieel
Administratief
|
Administreert, bewaakt en beheert de in- en uitgaande geldstromen. Maant klanten tot betaling van uitstaande vorderingen. Treft op basis van normen en in- en externe waarderingsmaatstaven financiële regelingen met klanten en stelt in overleg financiële limieten vast. Rapporteert aan directie en Business Units over betalingsachterstanden van klanten. Toetst betalingsopdrachten aan interne regeling. |
050 |
|
|
|
9.
Medewerker |
Beheert de voorraad handelsgoederen. Zorgt voor correcte bestandsgegevens. Onderhoudt kontakten met in- en externe opdrachtgevers en leveranciers. Controleert administratief aantallen, prijzen en producten van leveranciers. |
060 |
|
|
|
10.
Service |
Voert in- en extern service werkzaamheden uit. Werkt in- en extern zelfstandig. Instrueert en adviseert klanten tijdens en na Press/X.Xxxxx installatie van apparatuur. Coacht aankomende service-technici. Informeert commerciële afdelingen indien hij koopsignalen opvangt. |
070 |
|
|
|
11.
Grafisch |
Geeft demonstraties met apparatuur, applicaties materialen en systemen. Geeft instructies bij de afnemers en bij Tetterode. Test machines, applicaties, methoden en materialen op mogelijkheden. Analyseert en inventariseert complexe problemen en lost ze op. Maakt commercieel technische bulletins, lesstof en gebruikstechnische rapporten. |
080 |
|
|
|
12.
Commercieel |
Verstrekt commerciële en/of technische informatie en adviezen, o.a. aan vertegenwoordigers en relaties. Sluit in voorkomende gevallen orders van beperkte omvang af. Verzorgt offertes. Controleert orders en orderbevestigingen. Begeleidt het gehele ordertraject. Bestelt in overleg of overlegt met de inkoop over het bestellen van apparatuur en materialen ten behoeve van voorraad rekening houdend met de verkoopverwachtingen. |
080 |
Bijlage 4. Minimale rusttijden en maximale arbeidstijden
Arbeidstijden
Voor deze regeling geldt een werkdag van maximaal 12 uur en een werkweek van maximaal 60 uur.
Voor een periode van 4 weken mag maximaal 220 uur worden gewerkt (gemiddeld 55 uur per week) en over een periode van 16 weken mag maximaal tot 768 uur worden gewerkt. Dit laatste komt neer op een gemiddelde van 48 uur per week.
Overwerk
De werkgever mag overwerk laten verrichten binnen de grenzen van het in artikel 19, lid 1 a bepaalde.
Rust
In elke periode van 24 uur moet de werknemer een dagelijkse aaneengesloten rust van 11 uur kunen genieten (eenmaal per 7 etmalen in te korten tot 8 uur).
Per elke 7 etmalen geldt een aaneengesloten wekelijkse rusttijd van 36 uur, of: in een aaneengesloten werkperiode van 14 etmalen, bedraagt de aaneengesloten wekelijkse rusttijd minimaal 72 uur (op te splitsen in perioden van minimaal 32 uur).
Zondag
De zondag is in principe geen werkdag, tenzij de werknemer ermee heeft ingestemd op zondag te werken en de aard van het werk dat nodig maakt. Als de bedrijfsomstandigheden de zondagsarbeid structureel nodig maken, is daarvoor overeenstemming nodig tussen de werkgever en het medezeggenschapsorgaan.
Xxxxx ’s zondags wel gewerkt, dan moet de werknemer in elke periode van 13 weken minimaal 4 zondagen vrij zijn.
Pauzes
Als meer dan 5,5 uur gewerkt wordt is een pauze van minimaal 30 aaneengesloten minuten nodig.
Wordt langer dan 8 uur gewerkt, dan moet die pauze minimaal 45 minuten zijn, waarvan 30 minuten aaneengesloten.
Nachtarbeid
Er is sprake van nachtdienst zodra geheel of gedeeltelijk gewerkt wordt tussen 00:00 uur en 06:00 uur.
Voor nachtdiensten gelden strengere regels dan voor dagdiensten. De aaneenge-sloten rusttijd na een nachtdienst die na 02:00 uur eindigt dient minstens 14 uur te zijn, 1 maal per 7 etmalen in te korten tot 8 uur.
Is er sprake van een reeks nachtdiensten (3 of meer achtereenvolgende nacht- diensten) dan moet de rusttijd aansluitend daaraan, minstens 46 uur zijn. Het maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten is 5.
Het maximaal aantal nachtdiensten die eindigen na 02.00 uur bedraagt 36 per 16 weken.
Per nachtdienst mag er niet langer dan 10 uur gewerkt worden. Dit mag maximaal 5 maal per 14 etmalen voorkomen en mag 22 maal per 52 weken verlengd worden tot 12 uur onder gelijktijdige inkorting van de rust na die verlengde nachtdienst tot minimaal 12 uur. De maximale arbeidstijd per week bedraagt 60 uur.
Consignatie
Per 28 etmalen mogen er 14 perioden van minimaal 24 uur geen consignaties worden opgelegd en dien ten minste 2 maal 48 uur vrij van arbeid te zijn.
Consignatie is 11 uur voor en 14 uur na een nachtdienst niet toegestaan.
Per 24 uur mag maximaal 13 uur arbeid worden verricht (inclusief oproepen).
Per week mag maximaal 60 uur arbeid worden verricht.
Als de consignatie plaatsvindt tussen 00:00 uur en 06:00 uur mag per tijdvak van 16 weken de maximale arbeidstijd gemiddeld niet meer bedragen dan 48 uur per week (als sprake is van 16 of meer keer consignatie tussen 00:00 uur en 06:00 uur in die periode hetzij gemiddeld 40 uur per week, hetzij gemiddeld 45 uur per week mits bij arbeid uit een oproep tussen 00:00 uur en 06:00 uur uiterlijk om 24:00 uur daarop 8 uur onafgebroken rusttijd is genoten).
De maximum arbeidstijd per referentieperiode (zonder consignatie tussen 00:00 uur en 06:00 uur) is per 16 weken gemiddeld 48 uur per week.
4 van 34