COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR HET PARTICULIERE KAASPAKHUIS BEDRIJF
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR HET PARTICULIERE KAASPAKHUIS BEDRIJF
Tussen de ondergetekenden
Vereniging Gemeenschappelijk Zuivelsecretariaat (Gemzu), gevestigd te ‘s-Gravenhage, als partij ter ene zijde en
De vereniging FNV, gevestigd te Utrecht,
De CNV Xxxxxxxxx.xx, gevestigd te Utrecht, elk als partij ter andere zijde,
is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2028 aangegaan.
1. Definities
In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:
“Werkgever”: ieder, die als ondernemer in een kaaspakhuisonderneming werkzaamheden doet verrichten.
“Kaaspakhuisonderneming”: Een (onderdeel van een) onderneming die uitsluitend of in hoofdzaak de groothandel in kaas uitoefent. Dit betekent dat de onderneming tenminste één van de volgende activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak uitoefent:
a. Kopen en verkopen van kaas aan anderen dan aan de consument. De consument is de eindgebruiker die de kaas consumeert;
b. Als onderneming tussenpersoon in kaas is;
c. Opslaan en verzorgen van kaas voor derden;
d. Bereiden en/of verhandelen van smeltkaas, smeltkaasproducten, poederkaas of geraspte kaas;
e. Verpakken van kaas voor de eigen onderneming of voor derden;
f. Schonen van kaas voor de eigen onderneming of voor derden.
“Werknemer”: de perso(o)n(en) man of vrouw in dienst van een werkgever met uitzondering van zogenaamde vakantiewerkers en de niet (langer) ingevolge de verplichte werknemersverzekeringen verzekerde directeuren-grootaandeelhouders, hun echtgeno(o)t(e) en familieleden die evenmin in vorenbedoelde zin verzekerd zijn.
“Stichting”: de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf. “Statuten”: De statuten van de genoemde Stichting.
“Reglement”: het in artikel 13 van de statuten bedoelde reglement. “Bestuur”: het in artikel 5 van de statuten benoemde bestuur.
“Administrateur”: de in artikel 6 lid 4 van de statuten bedoelde administrateur.
2. Werkingssfeer
Deze cao is van toepassing op alle werknemers en werkgevers in een kaaspakhuisonderneming. De statuten en het reglement maken een geïntegreerd onderdeel van deze cao uit.
3. Doelstelling
De Stichting heeft ten doel, overeenkomstig artikel 3 van de statuten, het geheel of gedeeltelijk financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf. Deze activiteiten bestaan binnen het doel van de Stichting uit het bevorderen van:
a. Het geven van voorlichting en informatie over de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomsten voor het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf en/of andere wettelijke voorschriften die op het terrein van de arbeidsvoorwaarden liggen.
b. Het verrichten en publiceren van onderzoek ten behoeve van het tot stand brengen en uitvoeren van maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van de werknemers in het Particulier Kaaspakhuisbedrijf.
c. Het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van door partijen bij het C.A.O.- overleg gemaakte afspraken dat ten dienste staat van het georganiseerd overleg, met het doel de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in het Particulier Kaaspakhuisbedrijf.
d. Het verrichten en subsidiëren van opleiding en vormingsactiviteiten ten behoeve van alle werknemers en werkgevers in het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf.
e. Algemene publiciteit aangaande de arbeidsvoorwaarden in het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf.
4. Uitvoering
De uitvoering van deze overeenkomst geschiedt volgens de bepalingen van de statuten en reglementen van de Stichting. De uitvoering is aan de Stichting opgedragen. De Stichting kan de uitvoering delegeren aan een administrateur onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting. Ten behoeve van de vorenbedoelde uitvoering is de werkgever verplicht alle gegevens en inlichtingen te verschaffen alsmede iedere medewerking te verlenen, die noodzakelijk of gewenst worden geacht door personen of instellingen die, door of namens de Stichting, zijn belast met de inning van de subsidie en de controle op de naleving van het gestelde in de statuten en de reglementen van de Stichting en de toetsing van de bedrijfsactiviteiten van de werkgever aan het gestelde in deze CAO.
5. Verplichtingen werkgever
Werkgevers zijn gehouden de door de Stichting in het kader van de doelstelling gevraagde gegevens te verstrekken en de bijdragen te betalen die zij aan de Stichting verschuldigd zijn, overeenkomstig datgene wat te dezer zake in de statuten en de reglementen van de Stichting is of wordt bepaald en zullen zich ook overigens moeten houden aan het bepaalde in de statuten en de reglementen van de Stichting. Indien de werkgever, ook na aanmaning, niet aan zijn verplichtingen voldoet, is de Stichting bevoegd de noodzakelijke gegevens naar beste weten vast te stellen.
6. Bijdrage
De werkgever is verplicht aan de Stichting een bijdrage af te dragen in overeenstemming met artikel 2 lid 1 van het Reglement Fonds Collectieve Belangen voor het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf. De hoogte van de bijdrage is vijfentwintig euro (€ 25,-) per fulltime werknemer per jaar. Voor een deeltijd werknemer is, het door de werkgever verschuldigde bedrag, het bedrag naar rato.
Aldus overeengekomen en getekend:
Gemzu
FNV
CNV Vakmensen
AB/JB/2024.000348.01/STATUTENWIJZIGING STICHTING
Xxxxx, vijf april tweeduizend vierentwintig, verscheen voor mij, Xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx
Xxxxxxxx, notaris te Rijswijk: -----------------------------
xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxx-Xxxx, notarieel medewerker, werkzaam ten kantore van Caminada Notarissen aan de Xxxxxxx 000 xx 0000 XX Xxxxxxxx, geboren te 's-
Gravenhage op achtentwintig december ------------- negentienhonderddrieënzestig. -------------
De verschenen persoon verklaarde:-----------------------------------------------
- dat het bestuur van:
Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor het Partikuliere -----------
Kaaspakhuisbedrijf, een stichting, statutair gevestigd te Rijswijk, kantoorhoudende
te Xxx Xxxxxxxx 00, 0000 XX 'x-Xxxxxxxxxx, ingeschreven in het handelsregister
onder nummer 41207995, hierna te -- noemen: "de stichting", welke stichting werd opgericht bij akte op acht -- september negentienhonderdachtentachtig, en welker statuten laatstelijk - werden gewijzigd bij akte op twee oktober tweeduizend acht verleden voor Mr X.X. xxx
der Meulen, destijds notaris te Waddinxveen heeft besloten tot wijziging en algehele
opnieuw vaststelling van de statuten ---- van de stichting; -----------------------------------------------
- dat de verschenen persoon bij dat besluit werd gemachtigd de notariële akte van statutenwijziging te doen verlijden en te tekenen; -------------------
./. - dat van gemeld besluit tot statutenwijziging en gemelde machtiging blijkt uit een aan
deze akte te hechten geschrift.--------------------------------
Vervolgens verklaarde de verschenen persoon, handelend als gemeld, de statuten van de stichting te wijzigen en algeheel opnieuw vast te stellen--- als volgt: ---------------------------------
Artikel 1. ------------------------------------------------------------------------------
NAAM EN ZETEL ---------------------------------------------------------------
De stichting draagt de naam: Stichting Fonds Collectieve Belangen voor het
Particuliere Kaaspakhuisbedrijf, verder te noemen de --------- Stichting. -------------------------
- 2 -
C A M I N A D A N O T A R I S S E N
De Stichting is gevestigd in de gemeente 's-Gravenhage. ---------------------
Artikel 2. ------------------------------------------------------------------------------
DEFINITIES -----------------------------------------------------------------------
1. "Werkgever": een rechtspersoon die voldoet aan de definitie onder - artikel 2, lid 2 en tenminste één van de daar genoemde activiteiten -- uitoefent. -----------------------------------------
2. "Kaaspakhuisonderneming": een (onderdeel van een) onderneming - die uitsluitend of in hoofdzaak de groothandel in kaas uitoefent. Dit betekent dat de onderneming tenminste één van de volgende --------- activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak uitoefent: ------------------------
1. kopen en verkopen van kaas aan anderen dan aan de consument. De
consument is de eindgebruiker die de kaas ------ consumeert; -----------------------------------------
2. als onderneming tussenpersoon in kaas zijn; ------------------------
3. opslaan en verzorgen van kaas voor derden; ------------------------
4. bereiden en/of verhandelen van smeltkaas, smeltkaasproducten,
poederkaas of geraspte kaas; -----------------
5. verpakken van kaas voor de eigen onderneming of voor --------- derden; ------------------------
6. schonen van xxxx voor de eigen onderneming of voor derden. -
3. "Werknemer": perso(o)n(en) in dienst van een werkgever met uitzondering van
zogenaamde vakantiewerkers en de niet (langer) ingevolge de verplichte
werknemersverzekeringen verzekerde directeuren-grootaandeelhouders, hun
echtgeno(o)t(e) en familieleden die evenmin in vorenbedoelde zin verzekerd zijn. -
4. "Stichting": de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor het Particulier
Kaaspakhuisbedrijf.
5. "Bestuur": het in artikel 5 benoemde bestuur. ----------------------------
6. "Administrateur": de in artikel 6 lid 4 bedoelde administrateur. -------
7. "Reglement": het in artikel 13 bedoelde reglement. ----------------------
8. "C.A.O.": collectieve arbeidsovereenkomst Fonds Collectieve Belangen voor het
Particuliere Kaaspakhuisbedrijf. ---------------------
Artikel 3. ------------------------------------------------------------------------------
DOEL ---------------------------------------------------------------------------------
- 3 -
C A M I N A D A N O T A R I S S E N
De Stichting heeft ten doel het geheel of gedeeltelijk financieren en subsidiëren van
activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen binnen het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf. Deze activiteiten bestaan binnen het doel van de
Stichting uit het bevorderen van:
a. het geven van voorlichting en informatie over de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomsten voor het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf en/of
andere wettelijke voorschriften die op het terrein van de arbeidsvoorwaarden
liggen; -
b. het verrichten en publiceren van onderzoek ten behoeve van het tot stand brengen en uitvoeren van maatregelen ter verbetering van de - arbeidsomstandigheden van de werknemers in het Particuliere ------- Kaaspakhuisbedrijf; -----------------------------------------------
c. het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van --- door partijen bij het C.A.O.-overleg gemaakte afspraken dat ten dienste staat van het georganiseerd
overleg, met het doel de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in
het Particulier Kaaspakhuisbedrijf;
d. het verrichten en subsidiëren van opleiding en vormingsactiviteiten - ten behoeve van alle werknemers en werkgevers in het Particuliere -- Kaaspakhuisbedrijf; --------------------------------
e. algemene publiciteit aangaande de arbeidsvoorwaarden in het Particuliere
Kaaspakhuisbedrijf.
Artikel 4. ------------------------------------------------------------------------------
GELDMIDDELEN ---------------------------------------------------------------
1. De inkomsten van de Stichting bestaan uit: -------------------------------
a. bijdragen van werkgevers;
b. bijdragen van de overheid;
c. de te kweken rente;
d. schenkingen, legaten en erfstellingen; --------------------------------
e. al hetgeen op andere wijze wordt verworven. ----------------------
2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht - van boedelbeschrijving.
3. De uitgaven van de Stichting bestaan uit: ----------------------------------
- 4 -
C A M I N A D A N O T A R I S S E N
a. de uitgaven voortvloeiend uit de realisatie van in artikel 3 ------- omschreven doel; -----------
b. de overige uitgaven.
Artikel 5. ------------------------------------------------------------------------------
BESTUUR ---------------------------------------------------------------------------
1. Het bestuur van de Stichting bestaat uit vier (4) leden, waarvan worden aangewezen
(benoemd):
- twee (2) leden door de vereniging: Gemzu Vereniging Gemeenschappelijk
Zuivelsecretariaat, gevestigd te -------------- 's-Gravenhage; ---------------------------------------------
- één (1) lid door Vereniging FNV, gevestigd te Utrecht; ----------
- één (1) lid door CNV xxxxxxxxx.xx, gevestigd te Utrecht. ------
Eerstbedoelde twee leden worden hierna ook aangeduid als "werkgeverslid" en de
laatstbedoelde twee leden worden ook --------- aangeduid als "werknemerslid". -------------------
2. De benoeming van een bestuurslid geschiedt voor onbepaalde tijd. -
3. De organisatie die een bestuurslid benoemde, kan te allen tijde die -- benoeming intrekken en een ander in zijn plaats tot bestuurslid benoemen. Ook is zij bevoegd voor een door
haar aangewezen ------ bestuurslid tijdelijk een plaatsvervanger aan te wijzen. ------------------
4. Het bestuurslidmaatschap eindigt: ------------------------------------------
a. door overlijden;
b. door schriftelijk te bedanken; ------------------------------------------
c. door onder curatele stelling of faillissement; ------------------------
d. door ontslag door het bestuur van de organisatie die het betreffende bestuurslid
benoemde;
e. door ontslag door de rechtbank op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek. ----
5. Bij belet of ontstentenis van een of meer bestuurders zijn de overige bestuurders, of is de enige overgebleven bestuurder, tijdelijk met het bestuur belast. ---------------------------------------
Bij belet of ontstentenis van alle bestuurders zullen de tot benoeming bevoegde
instanties zo spoedig mogelijk voorzien in de - benoeming van tenminste één werkgeverslid en één werknemerslid,
- 5 -
C A M I N A D A N O T A R I S S E N
al dan niet voor bepaalde duur.
Artikel 6. ------------------------------------------------------------------------------
BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR EN VERTEGENWOORDIGING
1. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris, een - plaatsvervangend voorzitter en een plaatsvervangend secretaris. -----
2. De functie van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden in de even kalenderjaren vervuld door werkgeversleden en in de oneven kalenderjaren door werknemersleden.
3. Het bestuur draagt zorg voor de uitvoering van de statuten en het --- reglement van de Stichting. Het is bevoegd tot alle daden van beheer en beschikking binnen de kring
van de doelstelling van de Stichting.
- Bij de vervulling van hun taak richten de bestuursleden zich naar het belang van de Stichting en de met haar verbonden organisatie. -------
4. Het bestuur is belast met het administratief en geldelijk beheer waaronder tevens
het fondsvermogen. Het bestuur kan het administratief en geldelijk beheer onder
verantwoordelijkheid van het bestuur alsmede met inachtneming van een door het bestuur
---- vastgestelde instructie gevoerd door een door het bestuur tot wederopzegging
benoemde administrateur laten uitvoeren. Als administrateur treedt op Gemzu
Vereniging Gemeenschappelijk Zuivelsecretariaat te 's-Gravenhage. De kosten van dit
beheer -------- komen voor rekening van de Stichting. ------------------------------------
5. De gelden van de Stichting worden gedeponeerd op een bankrekening ten
name van de Stichting.
6. De Stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter en de
secretaris gezamenlijk.
Artikel 7. ------------------------------------------------------------------------------
BESTUURSVERGADERING -------------------------------------------------
1. Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter en tenminste één bestuurslid dit nodig
oordeelt/oordelen.
2. De wijze en termijn van oproeping worden bij het bestuursbesluit --- geregeld. ----------------
- 6 -
C A M I N A D A N O T A R I S S E N
3. Een bestuurslid neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming als
hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het
belang van de Stichting en -- de met haar verbonden organisatie. ------------------------------------
----- Als vanwege het bepaalde in de eerste zin van dit lid geen bestuursbesluit
kan worden genomen, dan is de betreffende bestuurder toch bevoegd om deel te
nemen aan de beraadslaging en de besluitvorming en is het bestuur bevoegd het besluit op deze ----- wijze te nemen. Het bestuur legt dan schriftelijk vast welke overwegingen
aan het besluit ten grondslag liggen. ----------------------
Artikel 8. ------------------------------------------------------------------------------
BESLUITVORMING ------------------------------------------------------------
1. Het bestuur kan geen besluiten nemen indien niet tenminste twee bestuursleden,
waarvan xxxxxxxxx één benoemd door de werkgeversorganisaties en één door de
werknemersorganisaties, ----- zoals vermeld in artikel 5, lid 1, aanwezig zijn. ----------------------
2. Voorzover in deze statuten niet anders is bepaald, kunnen geldige --- besluiten slechts worden genomen met volstrekte meerderheid der -- geldig uitgebrachte stemmen. --------------
3. Elk werkgeverslid heeft evenveel stemmen als het aantal aanwezige - werknemersleden. Elk werknemerslid heeft evenveel stemmen als --- het aantal aanwezige werkgeversleden. Xxxxxx stemmen en stemmen van onwaarde worden als niet uitgebrachte stemmen
beschouwd. Een bestuurslid kan
niet meer stemmen uitbrengen dan de andere -- bestuursleden gezamenlijk. ----------------------
4. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen wordt --------- schriftelijk gestemd. ---
5. Bij staking van stemmen wordt het voorstel in de volgende vergadering opnieuw
aan de orde gesteld. Staken de stemmen dan -- opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. ------------
6. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden kan besluitvorming door
het bestuur ook schriftelijk tot stand komen, mits alle bestuursleden hun stem uitbrengen.
Blanco stemmen en ---
- 7 -
C A M I N A D A N O T A R I S S E N
stemmen van onwaarde worden als niet uitgebrachte stemmen beschouwd. Het
bepaalde in de leden 2 en 5 is daarbij van overeenkomstige toepassing, met dien
verstande dat bij staking van - stemmen het voorstel in de eerst komende vergadering aan de orde - gesteld.
Artikel 9. ------------------------------------------------------------------------------
JAARVERSLAG; REKENING EN VERANTWOORDING ---------
1. Jaarlijks uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar stelt het bestuur een jaarrekening op, die een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het
vermogen van het fonds en van de ontwikkelingen daarvan gedurende het boekjaar en een -
-- bestuursverslag waarin het bestuur rekenschap aflegt voor het -------- gevoerde beleid. -----
2. De jaarrekening is gespecificeerd conform de in artikel 3 genoemde doelen en is voorzien van een controleverklaring door een door het bestuur aangewezen externe registeraccountant of accountant administratie consulent met certificerende
bevoegdheden, Uit de ---- stukken moet blijken dat de lasten overeenkomen met de -----------
bestedingsdoelstellingen.
De jaarrekening wordt door het bestuur in een vergadering, te houden binnen een
maand na het opmaken van de stukken als hiervoor bedoeld, vastgesteld en ten blijke
daarvan door alle ---------- bestuurders ondertekend. Ontbreekt de handtekening van een -----
-- bestuurslid, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding ----- gemaakt. ---------------
3. De jaarrekening, het bestuursverslag en de controleverklaring worden ter inzage
van de bij de Stichting betrokken werkgevers en -- werknemers overlegd: --------------------------
a. ten kantore van de Stichting;
b. op één of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te
wijzen plaatsen.
4. Het verslag en de accountantsverklaring wordt op aanvraag van de -- bij de Stichting betrokken werkgevers en werknemers toegezonden - tegen betaling van de daaraan verbonden kosten. ------------------------
- 8 -
C A M I N A D A N O T A R I S S E N
5. Het boekjaar van de Stichting is gelijk aan het kalenderjaar. -----------
Artikel 10. -----------------------------------------------------------------------------
BEGROTING ----------------------------------------------------------------------
Voorafgaand of tijdens het betreffende boekjaar stelt het bestuur een begroting van
inkomsten en uitgaven voor het boekjaar op. De begroting omvat: ------------------------------------
a. de inkomsten als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de statuten; ------------
b. financiering en subsidiëring van activiteiten als bedoeld in artikel 4 -- lid 3; ---------------------
c. de kosten van administratie en bestuur als bedoeld in artikel 9; -------
d. eventuele andere lasten. De begroting dient gespecificeerd te zijn volgens de in artikel
3 van de Statuten genoemde bestedingsdoelen - en activiteiten. De begroting wordt ten kantore van de administrateur ter inzage van de bij het fonds betrokken
werkgevers en werknemers neergelegd; ---------------------------------------------------
e. de begroting is beschikbaar voor betrokken werkgevers en werknemers en wordt
tevens ten kantore van de Stichting ter inzage gelegd en zal op verzoek worden toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten. --------------------------------------
Artikel 11. -----------------------------------------------------------------------------
STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING --------------------------
1. Besluiten tot wijziging van de statuten respectievelijk ontbinding van de Stichting
kunnen slechts worden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin
tenminste drie bestuursleden aanwezig zijn.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de besluitvorming betreffende de
xxxxxxxxx ook schriftelijk tot stand komen, mits alle -- bestuursleden hun stem uitbrengen en het besluit met algemene ----- stemmen wordt genomen. ------------------------------------------------
3. Het ontbindingsbesluit duidt tevens de bestemming van een eventueel batig saldo
van de vereffening aan. De bestemming zal zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met
het doel van de Stichting.
Artikel 12. -----------------------------------------------------------------------------
- 9 -
C A M I N A D A N O T A R I S S E N
REGLEMENT ---------------------------------------------------------------------
1. Het bestuur stelt een reglement vast. De bepalingen van het reglement mogen
niet in strijd zijn met deze statuten. ------------------
2. Ten aanzien van besluiten tot vaststelling of wijziging van het reglement is het
bepaalde in artikel 11, eerste en tweede lid van ------ toepassing. -------------------------------------
3. Wijzigingen in het reglement kunnen niet in werking treden alvorens een volledige
exemplaar van het reglement onderscheidenlijk van de wijzigingen daarin,
door het bestuur -------- ondertekend, voor een ieder ter inzage is neergelegd ter griffie van -- de rechtbank in het arrondissement waarin het fonds is gevestigd. ---
Artikel 13. -----------------------------------------------------------------------------
VERPLICHTINGEN WERKGEVERS, WERKNEMERS EN DOOR DE STICHTING
GESUBSIDIEERDE INSTELLINGEN
1. De werkgevers en werknemers zijn verplicht alle gegevens te verstrekken die het
bestuur voor een goede uitvoering van de -------- statuten en het reglement nodig acht. --------
2. Bij gebreke van de in het eerste lid bedoelde gegevens is het bestuur gerechtigd de betreffende gegevens naar beste weten te schatten. ----
3. Bij een aanvraag om subsidie dient een begroting betreffende de besteding van de
aangevraagde gelden te worden ingezonden Jaarlijks zal door de gesubsidieerde
instelling aan het bestuur van de Stichting verantwoording omtrent de besteding van de
ontvangen gelden worden afgelegd.
Artikel 14. -----------------------------------------------------------------------------
BELEGGINGEN ------------------------------------------------------------------
1. Voorzover gelden van de Stichting voor beleggingen beschikbaar zijn, worden deze
gelden door het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daaraan
te stellen eisen van --------- liquiditeit, rendement en risicoverdeling. Beleggingen kunnen -----
--- uitsluitend worden gedaan in Nederlandse staatsobligaties dan wel -- in deposito’s bij banken.
2. Gerede gelden worden in rekening-courant gestort bij de --------------
- 10 -
C A M I N A D A N O T A R I S S E N
administrateur. De effecten en andere waardepapieren aan toonder - worden bewaard door een door het bestuur aan te wijzen ------------- trustinstelling. -------------------------------------------
3. Het bestuur zal de kosten van beheer van de geldmiddelen en de wijze van
verrekening van die kosten vaststellen. ------------------------
Artikel 15. -----------------------------------------------------------------------------
ONVOORZIENE GEVALLEN ----------------------------------------------
Het bestuur is bevoegd in onvoorziene gevallen af te wijken van het bepaalde in het
reglement, mits daarbij niet in strijd wordt gehandeld met de statuten. -------------------------------
Artikel 16. -----------------------------------------------------------------------------
INWERKINGTREDING -------------------------------------------------------
De statuten zijn oorspronkelijk in werking getreden op acht september -- negentienhonderdachtentachtig en zijn laatstelijk gewijzigd met ingang van vijf april
tweeduizend vierentwintig.
Artikel 17. -----------------------------------------------------------------------------
SLOTBEPALING -----------------------------------------------------------------
In alle gevallen waarin de statuten of reglementen van de Stichting niet voorzien, beslist
het bestuur.
SLOT AKTE-------------------------------------------------------------------------
Deze akte is in minuut opgemaakt en verleden te Rijswijk op de datum in de aanhef van deze akte vermeld.
Nadat de inhoud van deze akte zakelijk aan de verschenen persoon is opgegeven en
toegelicht, heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen
en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. -------------------------------------------------
Vervolgens is deze akte, na beperkte voorlezing overeenkomstig de wet, - door de verschenen persoon, die mij, notaris, bekend is, en mij, notaris, -- ondertekend. -----------------
Volgt ondertekening.
- 11 -
C A M I N A D A N O T A R I S S E N
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
Dit afschrift is geen afschrift als bedoeld in artikel 49 van de Wet op het notarisambt.
R E G L E M E N T
Fonds Collectieve Belangen voor het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf
Artikel 1. Definities
In dit reglement worden geacht te zijn opgenomen de definities omschreven in artikel 2 van de Statuten.
Artikel 2. Hoogte der bijdragen
1. De hoogte van de bijdrage van de werkgever (artikel 4.1.a van de Statuten inzake het Fonds Collectieve Belangen voor het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf) is een door de C.A.O.-partijen vast te stellen bedrag per fulltime werknemer. Voor een deeltijd werknemer is het bedrag naar rato. Er wordt geen bedrag ten behoeve van het fonds op het loon van de werknemer ingehouden.
2. De werkgever is verplicht aan de Stichting - op de door de Stichting vast te stellen wijze en tijdstippen - de gegevens te verstrekken welke naar het oordeel van de Stichting nodig zijn ter berekening van de verschuldigde bijdrage. Indien de werkgever niet, niet tijdig of onvolledig de benodigde gegevens aan de Stichting verstrekt, is de Stichting bevoegd de hoogte van de bijdrage naar beste weten zelf vast te stellen. De kosten van het vergaren en verstrekken van de door de Stichting gewenste informatie komen voor rekening van de werkgever.
3. De Stichting deelt het te betalen bedrag van de bijdrage schriftelijk aan de werkgever mede. De werkgever is verplicht de verschuldigde bijdrage binnen 14 dagen na dagtekening van de desbetreffende nota van de stichting te voldoen.
4. De werkgever die nalaat zijn financiële verplichtingen jegens de Stichting op een door het bestuur vastgesteld tijdstip te voldoen, zal voor elke ingaande maand verzuim wegens rentederving het wettelijk rentepercentage als bedoeld in artikel 119 jo 120 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek van het niet tijdig betaalde bedrag aan de stichting verschuldigd zijn, tenzij het bestuur daarvan geheel of gedeeltelijk ontheffing verleent.
5. Boven en behalve de in het voorgaande lid bedoelde rentevergoeding is de werkgever in geval van nalatigheid verplicht op de eerste vordering aan de Stichting te betalen alle kosten, welke ter invordering van het verschuldigde zijn gemaakt. De buitengerechtelijke invorderingskosten worden gesteld op 15% van het verschuldigde bedrag, met een minimum van euro 34,03.
Artikel 3. Realisering doelstelling
De Stichting realiseert het in artikel 3 van de statuten genoemde doel door het financieren- of toekennen van subsidies aan instellingen die activiteiten als genoemd in deze doelstelling verrichten.
Artikel 4. Werkwijze
1. Werkgevers-, werknemersorganisaties en derden kunnen voor het uitvoeren van activiteiten bij de Stichting
een aanvraag doen voor financiering dan wel subsidiëring daarvan.
2. De aanvragen om subsidie als bedoeld in artikel 14, lid 3 van de statuten dienen schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend en wel:
- voor éénmalige subsidies: spoedig mogelijk na het nemen van het besluit een subsidie aan te vragen;
- voor periodieke subsidies: jaarlijks voor de 1e september voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft
Uitgangspunt bij besteding van de gelden is dat 1/3 deel van de gelden wordt besteed via de werkgeversorganisaties en 2/3 deel via de werknemersorganisaties. Bij de aanvragen dient een begroting betreffende de besteding van de aangevraagde gelden te worden meegezonden, gespecificeerd volgens de in artikel 3 van de Statuten genoemde bestedingsdoelen en activiteiten.
3. De verantwoording omtrent de besteding van de ontvangen gelden als bedoeld in artikel 14, lid 3 van de Statuten dient schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend en wel:
- voor éénmalige subsidies: zo spoedig mogelijk na de besteding van deze gelden;
- voor periodieke subsidies: jaarlijks voor de 1e juli volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking had.
De subsidie ontvangende instellingen dienen jaarlijks een door een registeraccountant gecontroleerde verklaring te overleggen over de besteding van de gelden. Deze verklaring moet tenminste zijn gespecificeerd volgens de in artikel 3 van de Statuten genoemde bestedingsdoelen en activiteiten en een geïntegreerd onderdeel uitmaken van het (financieel) jaarverslag.
4. Het bestuur is bevoegd nadere voorschriften te geven waaraan de bij de subsidieaanvraag mee te zenden begroting c.q. de schriftelijke verantwoording dient te voldoen.
5. Op beslissingen van het bestuur omtrent de subsidieaanvraag kan geen beroep worden ingesteld, onverlet de mogelijkheid een nieuwe aanvraag in te dienen.
Artikel 5. Inwerkingtreding
De Statuten zijn in werking getreden op 8 september 1988. De aangebrachte wijzigingen treden in werking na notariële vaststelling in April 2024.
SLOTBEPALING
Artikel /Artikel 7.
In gevallen waarin het Reglement Fonds Collectieve Belangen voor het Particuliere Kaaspakhuisbedrijf of de Statuten niet voorziet, beslist het bestuur.