Collectieve arbeidsovereenkomst TNT
Collectieve arbeidsovereenkomst TNT
1 januari 2018 tot en met 30 september 2019
Uitgave: HR Nederland
Juli 2018
INHOUDSOPGAVE
Algemene bepalingen 6
1.1 Definitiebepaling 6
Artikel 1 | Definities | 6 | |
1.2 | Bepalingen betreffende de CAO | 7 | |
Artikel 2 | Karakter CAO | 7 | |
Artikel 3 | Looptijd | 7 | |
Artikel 4 | Tussentijdse herziening | 7 | |
1.3 | Verplichtingen CAO-partijen | 7 | |
Artikel 5 | Geschillenregeling | 7 | |
Artikel 6 | Informatieverschaffing aan vakorganisaties | 7 | |
1.4 | Verplichtingen van de werkgever | 7 | |
Artikel 7 | Algemeen | 7 | |
Artikel 8 | Vermelding CAO | 7 | |
Artikel 9 | Ter beschikking stellen CAO | 7 | |
Artikel 10 | Informatie over instructies en voorschriften | 8 | |
Artikel 11 | Verstrekken van persoonsgegevens | 8 | |
Artikel 12 | Zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn in verband met de arbeid | 8 | |
Artikel 13 | Klachtrecht | 8 | |
1.5 | Verplichtingen van de werknemer | 8 | |
Artikel 14 | Algemeen | 8 | |
Artikel 15 | Voldoen aan redelijke opdrachten | 8 | |
Artikel 16 | Wonen in of nabij de plaats van tewerkstelling | 9 | |
Artikel 17 | Verplichting tot het dragen van bedrijfskleding | 9 | |
Artikel 18 | Geheimhouding | 9 | |
Artikel 19 | Veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk | 9 | |
Artikel 20 | Nevenbezigheden | 10 | |
Artikel 21 | Afstand van rechten ter zake van uitvindingen en prestaties | 10 | |
De dienstbetrekking | 12 | ||
Artikel 22 Aard van de arbeidsovereenkomst | 12 | ||
Artikel 23 Xxxxxxxxx | 00 | ||
Artikel 24 De arbeidsovereenkomst | 12 | ||
Artikel 25 Opzegging arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd | 12 | ||
Artikel 26 Beëindiging arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd | 13 | ||
Artikel 27 Beëindiging arbeidsovereenkomst bij structureel functionele beperking | 13 | ||
Artikel 28 Getuigschrift | 13 | ||
Artikel 29 Politiek ambt | 14 | ||
Artikel 30 Einde arbeidsovereenkomst wegens pensioen | 14 | ||
Xxxxxxxxxxx | 00 | ||
3.1 Xxxxxxxxxxx | 00 | ||
Artikel 31 Definities | 15 | ||
Artikel 32 Normale arbeidsduur | 15 | ||
Artikel 33 Xxxxxxxxxxx | 00 | ||
Artikel 34 Vaststelling arbeidstijden | 16 | ||
Artikel 35 Nachtdienst | 16 | ||
Artikel 36 Rusttijd en vijfdaagse werkweek | 17 | ||
Artikel 37 Pauze | 17 | ||
Artikel 38 Zon- en feestdagen | 18 | ||
Artikel 39 Arbeidstijd inclusief overwerk | 18 | ||
Artikel 40 Waakdienst | 18 | ||
Artikel 41 Afwijken van arbeidstijden | 18 | ||
Artikel 42 Bijzondere groepen | 19 | ||
3.2 Vakantie | 19 | ||
Artikel 43 Vakantiejaar | 19 | ||
Artikel 44 Vakantie Artikel 45 Vakantie bij aanvang respectievelijk beëindiging van de dienstbetrekking in de loop van het kalenderjaar | 19 19 | ||
Artikel 46 Afronding | 20 | ||
Artikel 47 Opnemen van vakantie | 20 | ||
Artikel 48 Opbouw vakantieaanspraken wanneer de werknemer geen arbeid verricht Artikel 49 Opbouw vakantieaanspraken tijdens gedeeltelijke ongeschiktheid wegens ziekte of ongeval | 20 20 | ||
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TNT 1 JANUARI 2018 TOT EN MET 30 SEPTEMBER 2019 | 2 |
INHOUDSOPGAVE | ||
Artikel 50 | Samenvallen vakantiedagen met andere dagen waarop geen arbeid wordt verricht | 21 |
Artikel 51 | Overschrijving en verjaring van vakantie | 21 |
Artikel 52 | Ontslag en vakantie | 21 |
3.3 Buitengewoon verlof | 21 | |
Artikel 53 | Buitengewoon verlof van korte en lange duur | 21 |
Artikel 54 | Xxxxxxxxxxxxxxxxx | 00 |
Xxxxxxxxxx | 24 | |
4.1 Salaris | 24 | |
Artikel 55 | Verlagen van het salaris | 24 |
Artikel 56 | Uitbetaling maandinkomen | 24 |
Artikel 57 | Toekenning van de salarisschaal | 24 |
Artikel 58 | Salarisvaststelling | 24 |
Artikel 59 Artikel 60 Artikel 61 Artikel 62 | Inpassing in salarisschaal voor in dienst tredend personeel Jaarlijkse salarisaanpassing voor werknemers ingedeeld in de schalen 1 tot en met 9 Invloed wijze van functievervulling voor werknemers ingedeeld in de schalen 1 tot en met 9 Jaarlijkse salarisaanpassing voor werknemers ingedeeld in schaal 10 tot en met 13 | 25 25 25 26 |
Artikel 63 | Overgang naar een hogere schaal | 27 |
Artikel 64 | Variabele beloning | 27 |
Artikel 65 | Vakantie-uitkering | 27 |
Artikel 66 | Algemene aanpassing van het salaris | 27 |
Artikel 67 | Structurele bijdrage | 28 |
Artikel 68 | Winstuitkering | 28 |
Artikel 69 | Meeruren | 28 |
4.2 Toelagen | 28 | |
Artikel 70 | Bijzondere toelage | 28 |
Artikel 71 | Toelage voor het werken op ongebruikelijke tijdstippen (Tot.) | 28 |
Artikel 72 | Toelage afbouwregeling Tot. | 29 |
Artikel 73 | Variabel pensioengevend inkomen | 30 |
4.3 Toeslagen | 30 | |
Artikel 74 | Toeslag voor overwerk | 30 |
Artikel 75 | Toeslag voor waakdienst | 32 |
Artikel 76 | Afbouwregeling toeslag waakdienst | 33 |
Artikel 77 | Toeslag voor het werken op feestdagen | 34 |
Artikel 78 | Toeslag voor waarneming hogere functie | 34 |
4.4 Diversen | 35 | |
Artikel 79 | Functiewaardering | 35 |
Artikel 80 | Jubileumgratificatie | 35 |
Artikel 81 | CAO á la carte | 35 |
Sociale voorzieningen en pensionering 36 | ||
Artikel 82 | Collectieve ongevallenverzekering | 36 |
Artikel 83 | Doorbetaling tijdens ziekte | 36 |
Artikel 84 | Doorbetaling tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof | 38 |
Artikel 85 | Bedrijfsgeneeskundige begeleiding | 38 |
Artikel 86 | Maatregelen bij ziekte en structureel functionele beperking | 38 |
Artikel 87 | Overlijdensuitkering | 42 |
Artikel 88 | Anw-hiaat | 42 |
Artikel 89 | Aanmelding Pensioenfonds | 42 |
Artikel 90 | Pensioeningangsdatum | 43 |
Artikel 91 | Prepensioenbasisuitkering TNT (PPB) | 44 |
Artikel 92 | Vrijwillig vervroegd uittreden (VUT) | 44 |
Artikel 93 | Seniorenverlof verlies 40 dienstjaren-VUT | 45 |
Artikel 94 | Salaristoeslag VPL | 46 |
Personeelsbeleid en werkgelegenheid 47 | ||
Artikel 95 | Vacaturevoorziening | 47 |
Artikel 96 | Allochtonen | 47 |
Artikel 97 | Positieve actie voor vrouwen | 47 |
Artikel 98 | Min/max-arbeidsovereenkomsten | 47 |
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TNT 1 JANUARI 2018 TOT EN MET 30 SEPTEMBER 2019 | 3 |
INHOUDSOPGAVE | ||
Artikel 99 | Uitzendkrachten | 47 |
Artikel 100 | Rapportage medezeggenschap | 48 |
Artikel 101 | Personeelsbeoordeling | 48 |
Artikel 102 | Opleidingsfaciliteiten | 48 |
Artikel 103 | Leeftijdsbewust personeelsbeleid | 48 |
Artikel 104 | Aanpassing arbeidsduur | 48 |
Artikel 105 | Gewetensbezwaren | 48 |
Artikel 106 | Reorganisatie | 49 |
Artikel 107 | Samenwerkingsverbanden | 49 |
Artikel 108 | Werkgelegenheid | 50 |
Vergoedingsregelingen 51
Artikel 109 Vergoedingsregeling woning-werk 51
Artikel 110 Aanvullende vergoedingsregeling woning-werk 54
Artikel 111 Vergoedingsregeling verhuiskosten 54
Artikel 112 Vergoedingsregeling telefoonkosten 55
Artikel 113 Koffiegeld 56
Artikel 114 Compensatie koffiegeld 56
Artikel 115 Vergoedingsregeling maaltijd bij overwerk 56
Vakbondswerk 57
Artikel 116 Vakbondsbijdrage 57
Artikel 117 Vakbondsfaciliteiten 57
Artikel 118 Vakbondsverlof 58
Overige bepalingen 59
Artikel 119 Disciplinaire maatregelen 59
Bijlage 1 Maandsalarissen op basis van 39,25 uur per week 62
Bijlage 2 Maandsalarissen op basis van 37 uur per week 63
Bijlage 3 Beloningsregeling internationale chauffeurs 64
Bijlage 4 Reglement winstdeling TNT 65
Bijlage 5 Reglement levensloopregeling TNT 67
Bijlage 6 Reglement prepensioenbasisuitkering TNT (PPB) 72
Bijlage 7 Reglement vrijwillig vervroegd uittreden (VUT) 76
Bijlage 8 Kaders Arbeidstijdenbesluit vervoer 80
Bijlage 9 Leeftijdsbewust personeelsbeleid 82
Bijlage 10 TNT Flexmodel 84
Bijlage 11 Regeling CAO à la carte 86
Bijlage 12 Commissie re-integratie 89
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TNT
1 JANUARI 2018 TOT EN MET 30 SEPTEMBER 2019 4
Considerans
Partijen bij deze collectieve arbeidsovereenkomst voor TNT, te weten:
1. TNT Nederland B.V., statutair gevestigd te Amsterdam en met adres te Xxxxxxxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxx
TNT Express Nederland B.V., statutair gevestigd te Duiven en met adres te Xxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxx
TNT Express Road Network B.V., statutair gevestigd te Arnhem en met adres te Xxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxx
verder te noemen "werkgever", en
2. FNV te Utrecht
Bond van Post Personeel te Tilburg CNV Publieke Diensten te Utrecht
verder te noemen "vakbonden";
nemen bij het sluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst in overweging dat:
het overleg tussen partijen is gebaseerd op het beginsel dat partijen zich laten leiden door zowel het belang van de bij deze CAO aangesloten werkgevers als het belang van de bij deze werkgevers werkzame personen; het de bedoeling van partijen is om gedurende de looptijd van de CAO de arbeidsrust te verzekeren en alle uit deze overeenkomst voortvloeiende of daarmee samenhangende verplichtingen te goeder trouw te zullen naleven
c.q. de naleving daarvan met alle ten dienste staande middelen te zullen bevorderen;
Partijen zijn als volgt overeengekomen:
H O O F D S T U K 1
Algemene bepalingen
1 . 1 D E F I N I T I E B E P A L I N G
A r t i k e l 1 D e f i n i t i e s
Werkgever elk der partijen in de considerans genoemd onder 1;
Vakorganisaties elk der partijen in de considerans genoemd onder 2;
Werknemer de man of vrouw in dienst van de werkgever die is opgenomen in één van de in de salaristabel vermelde schalen. Als werknemer in de zin van deze CAO wordt echter niet beschouwd:
degene die een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft van 3 maanden of minder. Hiervan is uitgezonderd degene die een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft van 3 maanden waarop het TNT Flexmodel als bedoeld in bijlage 10 van toepassing is verklaard. Degene met wie na de termijn van 3 maanden of minder, anders dan voor vakantiewerk en opvang van piekdrukte, binnen een termijn van 3 maanden opnieuw een arbeidsovereenkomst voor dezelfde werkzaamheden wordt gesloten waardoor de totale duur van de arbeidsovereenkomsten meer dan 6 maanden bedraagt, wordt geacht vanaf dat moment werknemer in de zin van deze CAO te zijn;
degene met een leer-/arbeidsovereenkomst, dan wel degene op een werkervaringsplaats;
Maandsalaris het voor de werknemer vastgestelde salarisbedrag binnen de salarisschaal; Maandinkomen het maandsalaris verhoogd met de toelagen vermeld in deze CAO en het gedeelte in schaal 10, 11, 12 en 13 boven het eindsalaris. Toeslagen maken hier geen deel van uit;
Salaris maandsalaris;
Salaris per uur bij een normale arbeidsduur zoals genoemd in artikel 32 (Normale arbeidsduur) lid 1 van gemiddeld 39,25 uur 1/170,6e deel van het salaris; bij een normale arbeidsduur zoals genoemd in artikel 32 (Normale arbeidsduur) lid 2 van gemiddeld 37 uur 1/160,9e deel van het salaris.
Deeltijdwerker de werknemer die minder dan het normale aantal uren arbeid verricht en naar evenredigheid van dat geringere aantal uren wordt beloond;
Functie het samenstel van werkzaamheden door de werknemer te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door de werkgever is opgedragen;
Plaats van tewerkstelling de gemeente waarin of van waaruit de werkzaamheden over het algemeen worden verricht;
Werktijdregeling de door de werkgever voor de werknemers of groepen van werknemers vastgestelde arbeidstijden;
Bevoegde MZ-orgaan het bevoegde overlegorgaan, ingesteld krachtens de Wet op de
Ondernemingsraden;
Internationale chauffeur de werknemer die vaste linehaul-ritten naar het buitenland rijdt en als chauffeur werkzaam is bij TNT Express Road Network B.V. Op de internationale chauffeur is in afwijking van deze CAO het bepaalde in bijlage 3 (Beloningsregeling internationale chauffeurs) van toepassing.
Werking rechten voortvloeiend uit bepalingen van voorgaande cao's komen met de inwerkingtreding van deze cao te vervallen. In plaats daarvan gelden de rechten voortvloeiend uit de bepalingen van deze cao. Dit betekent onder meer dat waar en voor zover deze cao mindere afspraken geeft, inclusief maar niet beperkt tot artikelen betreffende pensioen, geen recht bestaat op het meerdere uit voorgaande cao's.
1 . 2 B E P A L I N G E N B E T R E F F E N D E D E C A O
A r t i k e l 2 K a r a k t e r C A O
De werkgever kan een werknemer in dienst nemen of houden onder voorwaarden die in gunstige zin afwijken van hetgeen in deze CAO is bepaald.
A r t i k e l 3 L o o p t i j d
1 Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 21 maanden. Zij treedt in werking op 1 januari 2018 en eindigt derhalve op 1 oktober 2019.
2 Behoudens opzegging door één van de partijen wordt deze overeenkomst geacht telkens met een jaar te zijn verlengd.
3 Opzegging dient ten minste 3 maanden voor de afloopdatum te geschieden bij aangetekend schrijven aan de andere partijen.
A r t i k e l 4 T u s s e n t i j d s e h e r z i e n i n g
Ingeval van ingrijpende veranderingen in de algemeen sociaal - economische omstandigheden in Nederland zijn zowel de werkgever als de vakorganisaties gerechtigd gedurende de looptijd van deze overeenkomst tussentijdse herziening aan de orde te stellen.
1 . 3 V E R P L I C H T I N G E N C A O - P A R T I J E N
A r t i k e l 5 G e s c h i l l e n r e g e l i n g
1 Uit deze overeenkomst voortvloeiende geschillen tussen de werkgever en de vakorganisaties zullen zoveel mogelijk langs minnelijke weg worden geregeld.
2 Wanneer binnen 2 maanden nadat de meest gerede partij haar zienswijze betreffende een dergelijk geschil schriftelijk aan de andere partijen bij de overeenkomst heeft kenbaar gemaakt, de bij het geschil betrokken partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen, zullen partijen hun geschil voorleggen aan een daartoe in te stellen paritair samengestelde interpretatiecommissie die advies zal uitbrengen aan partijen.
A r t i k e l 6 I n f o r m a t i e v e r s c h a f f i n g a a n v a k o r g a n i s a t i e s
De werkgever zal de vakorganisaties ten minste tweemaal per jaar informatie verschaffen over de algemene gang van zaken in de onderneming. Hierbij zal met name aandacht worden besteed aan ontwikkelingen met betrekking tot het personele, organisatorische, commerciële, financieel-economische en technische beleid.
1 . 4 V E R P L I C H T I N G E N V A N D E W E R K G E V E R
A r t i k e l 7 A l g e m e e n
De werkgever is gehouden te doen en na te laten wat een goed werkgever in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten.
A r t i k e l 8 V e r m e l d i n g C A O
De werkgever zal in de met de werknemer te sluiten arbeidsovereenkomst vermelden dat de CAO van toepassing is.
A r t i k e l 9 T e r b e s c h i k k i n g s t e l l e n C A O
De CAO wordt geplaatst op intranet waar de werknemer deze kan raadplegen. Op verzoek van de werknemer wordt de CAO aan hem verstrekt.
A r t i k e l 1 0 I n f o r m a t i e o v e r i n s t r u c t i e s e n v o o r s c h r i f t e n
De werkgever zal de werknemer inlichten welke instructies en voorschriften bij de werkzaamheden in acht moeten worden genomen. Voor zover schriftelijk vastgelegd, liggen de instructies en voorschrift en op een voor de werknemer vrij toegankelijke plaats ter inzage.
A r t i k e l 1 1 V e r s t r e k k e n v a n p e r s o o n s g e g e v e n s
1 De werkgever verstrekt slechts persoonsgegevens aan een derde voor zover zulks voortvloeit uit of verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens oorspronkelijk verzameld zijn.
2 Tot verstrekking van gegevens alleen bestaande uit naam, adres, woonplaats, postcode en soortgelijke voor communicatie benodigde gegevens over groepen van werknemers wordt eerst overgegaan na overleg met het bevoegde MZ-orgaan.
3 Op verzoek van de werknemer zal de werkgever de in lid 2 bedoelde persoonsgegevens niet verstrekken.
A r t i k e l 1 2 Z o r g v o o r v e i l i g h e i d , g e z o n d h e i d e n w e l z i j n i n v e r b a n d m e t d e a r b e i d
De werkgever zal zorg dragen voor veilige werkomstandigheden in het
bedrijf, de gezondheid van de werknemer zo goed mogelijk beschermen en het welzijn van de werknemer in verband met de arbeid bevorderen.
A r t i k e l 1 3 K l a c h t r e c h t
1 De werknemer, die van mening is dat hij door een door de werkgever genomen beslissing, verrichte handeling of uitgesproken weigering, zijn arbeidsvoorwaarden of hemzelf betreffend, in zijn belangen onevenredig getroffen wordt, kan met inachtneming van het bepaalde in de Concernregeling klachtrechtprocedure een klacht indienen bij de werkgever.
2 Alvorens te beslissen vraagt de werkgever advies aan de
Klachtencommissie volgens de procedure die hiervoor in overleg met het bevoegde MZ-orgaan is vastgesteld in de Concernregeling
klachtrechtprocedure.
1 . 5 V E R P L I C H T I N G E N V A N D E W E R K N E M E R
A r t i k e l 1 4 A l g e m e e n
1 De werknemer is gehouden zijn functie naar behoren te verrichten en al datgene te doen of na te laten wat een goed werknemer behoort te doen of na te laten.
2 De werknemer is gehouden aan de door of namens de werkgever vastgestelde te zijner kennis gebrachte voorschriften, richtlijnen en aanwijzingen.
A r t i k e l 1 5 V o l d o e n a a n r e d e l i j k e o p d r a c h t e n
1 De werknemer zal voldoen aan redelijke opdrachten, ook wanneer deze betrekking hebben op het verrichten van andere dan zijn gebruikelijke werkzaamheden.
2 De werknemer zal, indien de werkgever dat nodig acht, op een andere plaats van tewerkstelling dan zijn gebruikelijke zijn opgedragen werkzaamheden verrichten, wanneer dat redelijkerwijs van hem verlangd kan worden.
3 Het verrichten van andere werkzaamheden en/of het op een andere plaats van tewerkstelling verrichten van werkzaamheden zal in de regel een tijdelijk karakter hebben. Een en ander vindt eerst plaats na overleg met de betrokken werknemer.
4 Indien de werkgever dat nodig acht is de werknemer die de leeftijd van 55 jaar nog niet heeft bereikt, verplicht ook boven de overeengekomen arbeidsduur arbeid te verrichten, dan wel zich beschikbaar te houden voor het zo nodig verrichten van arbeid.
A r t i k e l 1 6 W o n e n i n o f n a b i j d e p l a a t s v a n t e w e r k s t e l l i n g
De werkgever kan de werknemer verplichten in of nabij de plaats van tewerkstelling te wonen indien dit uit een oogpunt van bedrijfsbelang noodzakelijk wordt geacht.
Artikel 17 Verplichting tot het dragen van bedrijfskleding De werknemer is verplicht de door de werkgever voor de functie voorgeschreven bedrijfskleding te dragen. De werknemer is hiervoor geen bijdrage verschuldigd. De
kosten van reiniging en onderhoud van de bedrijfskleding zijn voor rekening van de werknemer.
A r t i k e l 1 8 G e h e i m h o u d i n g
De werknemer is gehouden tot geheimhouding van alles wat hem omtrent het bedrijf, de klanten en andere relaties van het bedrijf bekend is, waarvan hem geheimhouding is opgelegd of waarvan hij het vertrouwelijk karakter had kunnen vermoeden.
A r t i k e l 1 9 V e i l i g h e i d , g e z o n d h e i d e n w e l z i j n o p h e t w e r k
1 De werknemer zal, met het oog op de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid, de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht nemen ter vermijding van gevaren voor hemzelf of voor anderen.
2 De werknemer zal de door de werkgever vastgestelde en te zijner kennis gebrachte veiligheids - en andere voorschriften, richtlijnen en aanwijzingen betreffende de veiligheid, gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid naleven. De werknemer is verplicht de voorgeschreven beveiliging en en veiligheidsmiddelen te gebruiken.
3 De werknemer kan niet worden verplicht tot het verrichten van werkzaamheden waarbij aan de wettelijke en/of bedrijfsvoorschriften omtrent veiligheid niet is voldaan.
4 Indien de werknemer van de werkgever een vergoeding ontvangt voor het gebruik van eigen middelen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden in plaats van een bedrijfsmiddel, is hij verplicht er voor zorg te dragen dat dit middel in een zodanige staat van onderhoud is dat dit geen onnodige belasting of veiligheidsrisico's bij de uitvoering met zich meebrengt.
5 Bij twijfel of de werknemer de belasting van de werkzaamheden nog op een goede wijze aan kan blijkend uit bijvoorbeeld het ziektedossier/ -
historie van de werknemer, kan de werkgever de werknemer aanmelden bij de Arbodienst voor een persoonlijk belastbaar heidonderzoek. Dit
onderzoek kan eventueel een op diens functie toegespitste conditietest
omvatten.
6 De werknemer is gehouden al datgene te doen of na te laten wat een goed werknemer behoort te doen of na te laten en draagt in die zin verantwoordelijkheid voor zijn gedrag dat van invloed is op het voorkomen van verzuim als gevolg van ziekte en/of structureel functionele beperking.
7 De werknemer zal actief deelnemen aan de aangeboden voorlichting -, instructie- en trainingsprogramma's. Indien dit naar het oordeel van de werkgever buiten de arbeidstijd dient plaats te vinden teneinde de
voortgang van de werkprocessen niet te belemmeren, is hierop artikel 74 (Toeslag voor overwerk) van toepassing met dien verstande dat de voor de werknemer geldende toeslag de helft bedraagt van het bepaalde in
artikel 74. De werkgever zal over de vormgevin g en de implementatie daarvan overleg voeren met zijn bevoegde MZ - orgaan conform de WOR c.q. Arbo-wet.
A r t i k e l 2 0 N e v e n b e z i g h e d e n
1 De werknemer is verplicht aan de werkgever mededeling te doen van zijn nevenbezigheden voordat hij daarmee aanvangt, dan wel bij aanvang van zijn dienstbetrekking.
2 Het is de werknemer niet toegestaan betaalde noch onbetaalde nevenbezigheden te verrichten:
− die concurrerend zijn voor het bedrijf van de werkgever;
− waardoor sprake is van onverenigbaarheid van functies;
− die, medisch gezien in combinatie met de functie bij het bedrijf van de werkgever, een te zware fysieke of geestelijke belasting voor de werknemer vormen;
− die schade toebrengen aan de belangen of de goede naam van het bedrijf van de werkgever;
− waardoor strijdigheid ontstaat met het bepaalde in de Arbeidstijdenwet. 3 De werknemer die twijfelt of de door hem te verrichten nevenbezigheden in strijd zijn met het gestelde in lid 2, kan de werkgever toestemming vragen voor deze nevenbezigheden. De werkgever zal aan de werknemer binnen 4
weken schriftelijk en gemotiveerd zijn beslissing kenbaar maken.
A r t i k e l 2 1 A f s t a n d v a n r e c h t e n t e r z a k e v a n u i t v i n d i n g e n e n p r e s t a t i e s
1 Onverminderd het wettelijk bepaalde inzake het van rechtswege aan de werkgever toekomen van industriële en intellectuele eigendomsrechten, heeft de werkgever het uitsluitend recht op de door de werknemer in het kader van zijn dienstbetrekking, dan wel met gebruikmaking van aan de werkgever ontleende kennis of vaardigheid, door hem alleen of in samenwerking met anderen behaalde resultaten en de daaruit voortvloeiende rechten, respectievelijk op het aandeel van de werknemer in die resultaten en in de daaruit voortvloeiende rechten. Indien de resultaten zijn behaald in samenwerking met anderen die niet aan deze CAO zijn gebonden, rust op de werknemer de verplichting om desgevraagd al datgene te doen wat redelijkerwijze van hem verlangd kan worden om te bewerkstelligen dat de anderen hun aandeel in het resultaat en in de daaruit voortvloeiende rechten op redelijke voorwaarden overdragen aan de werkgever. Dergelijke resultaten omvatten in ieder geval uitvindingen, verkregen uitkomsten, modellen, uitgedachte werkwijzen, tekeningen, software, gegevensbestanden, geschreven en/of vervaardigde werken.
2 De werknemer is verplicht om de werkgever zo spoedig mogelijk schriftelijk van de in het eerste lid genoemde resultaten op de hoogte te stellen.
3 De werkgever kan op de in het eerste lid genoemde resultaten rechten van industriële eigendom, zoals octrooi- en modelrechten, vestigen in en buiten Nederland. De werknemer dient, voor zover dit niet reeds op grond van het bepaalde in het eerste lid is geschied, de in dat lid bedoelde rechten aan de werkgever over te dragen. De werknemer is verplicht om de werkgever elke medewerking te verlenen bij het vestigen of verkrijgen van, het bes chikken over en het handhaven van bedoelde rechten, alsmede om desgevraagd al datgene te doen wat redelijkerwijze van hem verlangd kan worden om te bewerkstelligen dat de in het eerste lid bedoelde anderen deze medewerking eveneens verlenen. De werkgever verleent de
werknemer bij de uitvoering van de in lid 1 bedoelde verplichtingen de benodigde medewerking en ondersteuning. De uit de nakoming van dit lid voortvloeiende kosten van de werknemer komen ten laste van de werkgever.
4 De werkgever kan, indien hij van zijn recht op de in het eerste lid genoemde resultaten geen gebruik wenst te maken, op verzoek van de werknemer hiervan schriftelijk afstand doen. Aan een dergelijke afstand kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.
5 Indien de werkgever van het recht op octrooi gebruik maakt, wordt aan de werknemer een billijke vergoeding toegekend.
H O O F D S T U K 2
De dienstbetrekking
A r t i k e l 2 2 A a r d v a n d e a r b e i d s o v e r e e n k o m s t
1 Arbeidsovereenkomst worden aangegaan voor onbepaalde of bepaalde tijd.
2 De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan al dan niet met toepassing van het TNT Flexmodel (bijlage 10) worden aangegaan. Indien de werkgever in de arbeidsovereenkomst het TNT Flexmodel van toepassing verklaart, geldt het bepaalde in bijlage 10 (TNT Flexmodel). Indien in de arbeidsovereenkomst het TNT Flexmodel niet van toepassing is verklaard, kan tijdens de duur van de overeenkomst of de direct opeenvolgende arbeidsovereenkomst(en) het TNT Flexmodel niet alsnog van toepassing worden verklaard.
A r t i k e l 2 3 P r o e f t i j d
1 Indien partijen een proeftijd overeenkomen, is deze voor beide partijen gelijk. De proeftijd wordt schriftelijk overeengekomen.
2 Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste twee maanden.
3 Er kan geen proeftijd worden overeengekomen indien de
arbeidsovereenkomst is aangegaan voor ten hoogste zes maanden.
4 Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van langer dan zes maanden kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste:
a een maand, indien de overeenkomst is aangegaan voor korter dan twee jaren;
b twee maanden, indien de overeenkomst is aangegaan voor twee jaren of langer.
A r t i k e l 2 4 D e a r b e i d s o v e r e e n k o m s t
1 De arbeidsovereenkomst met de werknemer wordt schriftelijk aangegaan. 2 In de arbeidsovereenkomst wordt in elk geval opgenomen:
a de datum van indiensttreding;
b de plaats van tewerkstelling bij aanvang van de dienstbetrekking; c een omschrijving van de bij aanvang van de dienstbetrekking te verrichten
werkzaamheden dan wel de functiebenaming;
d het salaris en de salarisschaal bij aanvang van de dienstbetrekking;
e de arbeidsduur;
f de verplichting tot geheimhouding van bedrijfsaangelegenheden, zoals beschreven in art. 18 van deze CAO;
g de vermelding dat de CAO van toepassing is;
h de vermelding of de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd is aangegaan; indien de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan de vermelding of het TNT Flexmodel (bijlage 10) van toepassing is en, voor zover van toepassing, de duur van de arbeidsovereenkomst;
i de vermelding of de proeftijd is overeengekomen en de duur van deze proeftijd.
3 Voorts kan de arbeidsovereenkomst onder meer bepalingen bevatten met betrekking tot:
j het verrichten van nevenbezigheden;
k een non- concurrentiebeding.
A r t i k e l 2 5 O p z e g g i n g a r b e i d s o v e r e e n k o m s t v o o r o n b e p a a l d e t i j d
1 De werkgever en de werknemer nemen bij het bepalen van de opzegtermijn het volgende in acht:de opzegtermijn bedraagt voor de werkgever bij een dienstbetrekking die op de dag van de opzegging:
− korter dan 5 jaar heeft geduurd: 1 maand;
− 5 jaar of langer maar korter dan 10 jaar heeft geduurd: twee maanden
− 10 jaar of langer maar korter dan 15 jaar heeft geduurd: drie maanden
− 15 jaar of langer heeft geduurd: vier maanden
2 De opzegtermijn bedraagt voor de werknemer 1 maand.
De opzegging dient schriftelijk te geschieden tegen het einde van de kalendermaand.
3 Voor de berekening van de duur van de dienstbetrekking worden de opvolgende dienstbetrekkingen bij de werkgever samengeteld.
4 De werkgever kan een langere opzegtermijn overeenkomen met de werknemer. In dat geval is de opzegtermijn voor de werkgever gelijk aan die van de werknemer.
A r t i k e l 2 6 B e ë i n d i g i n g a r b e i d s o v e r e e n k o m s t v o o r b e p a a l d e t i j d
1 Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op het tijdstip genoemd in de arbeidsovereenkomst, bij het beëindigen van de werkzaamheden waarvoor de werknemer is aangenomen, dan wel bij terugkeer van de tijdelijk afwezige werknemer.
2 Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds schriftelijk door de werknemer worden opgezegd. In dat geval geldt dat:
a de wettelijke opzegtermijn in acht wordt genomen met een minimum van 1 maand, en
b het einde van de dienstbetrekking het einde van de kalendermaand is.
3 Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die is aangegaan vanaf 1 jaar of langer kan tussentijds schriftelijk door zowel werkgever als de werknemer worden opgezegd. In dat geval geldt dat:
a de wettelijke opzegtermijn in acht wordt genomen met een minimum van 1 maand, en
b het einde van de dienstbetrekking het einde van de kalendermaand is.
A r t i k e l 2 7 B e ë i n d i g i n g a r b e i d s o v e r e e n k o m s t b i j s t r u c t u r e e l f u n c t i o n e l e b e p e r k i n g
1 Indien de werknemer uit hoofde van ziekte of gebreken voor de vervulling van
zijn functie ongeschikt is, wordt de arbeidsovereenkomst 2 jaar na aanvang van de structureel functionele beperking beëindigd.
2 Tot deze beëindiging wordt eerst overgegaan nadat een zorgvuldig onderzoek is ingesteld naar de mogelijkheid om de werknemer binnen het bedrijf van de werkgever te herplaatsen in een passende functie.
3 De termijn van 2 jaar genoemd in lid 1 wordt verkort indien en tot het moment waarop is vastgesteld dat de werknemer zonder gegronde reden weigert gevolg te geven aan redelijke voorschriften of getroffen maatregelen gericht op re-integratie, weigert passende arbeid te verrichten, weigert zijn
medewerking te verlenen met betrekking tot een plan van aanpak dan wel onvoldoende meewerkt aan zijn re-integratie.
4 Indien de werknemer binnen uiterlijk een half jaar na de op grond van lid 1 geplande datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst 25, 40 of 50 jaar bij de werkgever in dienst zou zijn, kan op schriftelijk verzoek van de werknemer de beëindiging van de arbeidsovereenkomst worden uitgesteld tot de eerste dag van de maand volgend op die waarin het jubileum kan worden gevierd.
A r t i k e l 2 8 G e t u i g s c h r i f t
1 De werkgever zal bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst een getuigschrift uitreiken indien de werknemer daarom verzoekt.
2 Het getuigschrift bevat een juiste opgave omtrent de aard van de verrichte arbeid en de duur van de dienstbetrekking, alsmede, doch alleen op een daartoe strekkend verzoek van de werknemer, omtrent de wijze waarop de arbeidsovereenkomst is beëindigd.
A r t i k e l 2 9 P o l i t i e k a m b t
De werknemer die de dienstbetrekking beëindigt als gevolg van zijn verkiezing voor een politiek ambt, zal gedurende een termijn van maximaal 5 jaar na de beëindiging van zijn dienstbetrekking met voorrang in beschouwing genomen worden voor vacant te stellen functies.
A r t i k e l 3 0 E i n d e a r b e i d s o v e r e e n k o m s t w e g e n s p e n s i o e n
1 Lid 2 vervalt met ingang van 1januari 2014. Lid 3 geldt met ingang van 1januari 2014.
2 De arbeidsovereenkomst eindigt op de laatste dag van de maand voorafgaand aan de pensioeningangsdatum als bedoeld in artikel 90 (Pensioeningangsdatum).
3 De arbeidsovereenkomst eindigt op de dag waarop de werknemer de AOW - gerechtigde leeftijd bereikt tenzij het bepaalde lid 2 van toepassing is.
H O O F D S T U K 3
Arbeidsduur
3 . 1 A R B E I D S D U U R
A r t i k e l 3 1 D e f i n i t i e s
1 In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Arbeid elke lichamelijke of geestelijke inspanning die de werkgever van de werknemer verlangt. Woon-werkverkeer valt hier niet onder;
Arbeidstijd de tijd waarin de werknemer arbeid verricht;
Dienst een aaneengesloten tijdruimte waarin arbeid wordt verricht en die gelegen is tussen 2 opeenvolgende onafgebroken rusttijden;
Rusttijd de tijd waarin geen arbeid wordt verricht gelegen tussen 2 opeenvolgende diensten;
Dag de tijd tussen 00.00 en 24.00 uur;
Nachtdienst een dienst waarbij arbeid wordt verricht tussen 00.00 en 06.00 uur;
Xxxxx een aaneengesloten tijdruimte van ten minste 15 minuten waarmee de arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken en waarin de werknemer geen enkele verplichting heeft ten aanzien van de bedongen arbeid;
Werk arbeid;
Feestdag Nieuwjaarsdag, beide Paasdagen, Hemelvaartsdag, beide Pinksterdagen, beide Kerstdagen, de dag waarop de verjaardag van de Koningin wordt gevierd en in lustrumjaren de dag waarop de bevrijding wordt gevierd;
Waakdienst de tijd waarin de werknemer tijdens de rusttijd verplicht is zich beschikbaar te houden om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep de bedongen arbeid te verrichten;
Normale arbeidsduur de arbeidsduur voor de werknemer met een volledige dienstbetrekking; Rooster de staat waarop de voor de werknemer elkaar opvolgende diensten zijn aangegeven;
ATW Arbeidstijdenwet;
ATB Arbeidstijdenbesluit;
ATB Vervoer Arbeidstijdenbesluit vervoer.
2 Voor een bestuurder van een auto met een laadvermogen van meer dan 500 kilogram tot en met 3500 kilogram is het in deze CAO bepaalde ten aanzien van arbeidstijd, rusttijd, pauze en uren arbeid per week niet van toepassing. Voor deze werknemer gelden de kaders zoals opgenomen in bijlage 8 (Kaders Arbeidstijdenbesluit vervoer) onder A.
3 Voor een bestuurder van een auto met een laadvermogen van meer dan 3500 kilogram is het in deze CAO bepaalde ten aanzien van arbeidstijd, rusttijd, pauze en uren arbeid per week niet van toepassing. Voor deze werknemer gelden de kaders zoals opgenomen in bijlage 8 (Kaders Arbeidstijdenbesluit vervoer) onder B.
4 Voor TNT I nnight B.V. zijn partijen een vrijstelling overeengekomen als bedoeld in artikel 2 van de regeling vrijstelling nachtarbeid van het Directoraat-Generaal Goederenvervoer.
A r t i k e l 3 2 N o r m a l e a r b e i d s d u u r
1 De normale arbeidsduur bij een volledige dienstbetrekking bedraagt bij de werkgever gemiddeld 39,25 uur per week.
2 Voor de werknemer die vanuit PTT Post B.V. op 1 mei 1998 is overgegaan naar TNT Nederland B.V. (nu TNT Express Nederland B.V.) of op
1 december 1998 is overgegaan naar TNT Post Group Head Office B.V. (nu TNT Nederland B.V.) geldt dat de voor hem direct voor de overgang van toepassing zijnde normale arbeidsduur van gemiddeld 37 uur per week ongewijzigd blijft.
3 De werkgever kan in overleg met de vakorganisaties aan groepen werknemers die met bepaalde werkzaamheden zijn belast een reductie op de normale arbeidsduur verlenen.
4 De werknemer bedoeld in lid 3 ontvangt het bij een normale arbeidsduur behorend maandsalaris.
A r t i k e l 3 3 A r b e i d s t i j d
1 De arbeidstijd per dienst bedraagt ten hoogste 9,5 uren.
2 De arbeidstijd in een rooster bedraagt per week ten hoogste 45 uren. 3 De werkgever kan regels vaststellen met betrekking tot de tijd
gedurende welke bepaalde aan de functie verbonden werkzaamheden ten hoogste mogen worden verricht.
A r t i k e l 3 4 V a s t s t e l l i n g a r b e i d s t i j d e n
1 De elkaar opvolgende diensten worden vastgelegd in roosters, die een periode van een kwartaal, een half jaar of een jaar met de bij de werkgever geldende normale arbeidsduur beslaan. Voor voltijdwerkers bedraagt de maximum arbeidstijd in die roosters 45 uren per week en de minimum arbeidstijd 30 uren per week.
2 De vaststelling, wijziging of intrekking van de werktijdregeling geschiedt in overleg met het bevoegde MZ - orgaan.
3 In bijzondere gevallen kan de werkgever in overleg met het bevoegde MZ - orgaan afwijken van de mededelingstermijn zoals opgenomen in artikel 4:2 lid 1 en 2 ATW.
A r t i k e l 3 5 N a c h t d i e n s t
1 De arbeidstijd per nachtdienst bedraagt ten hoogste 9 uren. 2 De werknemer kan ten hoogste in een reeks van 6 nachtdiensten
achtereen arbeid verrichten.
3 In elke periode van 13 achtereenvolgende weken kan de werknemer ten hoogste 25 maal nachtdienst verrichten. Indien de dienst eindigt voor of op 02.00 uur kan de werknemer in elke periode van 13 achtereenvolgende weken ten hoogste 52 maal nachtdienst verrichten.
4 In afwijking van het gestelde in de eerste zin van lid 3 kan de werknemer van Koninklijke TNT Post B.V. (met ingang van 27 november 2009 TNT Post Productie B.V.) in elke periode van 13 achtereenvolgende weken ten hoogste 28 maal nachtdienst verrichten. Gedurende de looptijd van deze CAO kan de werknemer die werkzaamheden verricht zoals bedoeld in artikel 5.7:1 ATB hetzij in elke periode van 13 achtereenvolgende weken ten hoogste 42 maal nachtdienst verrichten, hetzij ten hoogste 38 nachtelijke uren arbeid verrichten in elke periode van 2 achtereenvolgende weken. Na afloop van de looptijd van deze CAO kunnen vastgestelde werktijdregelingen in stand blijven. Tenzij partijen anders overeenkomen, geldt voor werktijdregelingen die na afloop van deze CAO worden vastgesteld dat de werknemer van Koninklijke TNT Post B.V. (met ingang van 27 november 2009 TNT Post Productie B.V.) en die van TNT Express Nederland B.V. die werkzaamheden verricht zoals bedoeld in artikel 5.7:1 ATB in elke periode van 13 achtereenvolgende weken ten hoogste 35 maal nachtdienst kan verrichten, hetzij ten hoogste 20 nachtelijke uren arbeid verrichten in elke periode van 2 achtereenvolgende weken.
5 Tenzij partijen anders overeenkomen, geldt in afwijking van het gestelde in de eerste zin van lid 3 en lid 4 laatste volzin dat de werknemer van de sorteercentra TNT Express Road Network B.V. die werkzaamheden verricht zoals bedoeld in artikel 5.7:1 ATB in elke periode van 13 achtereenvolgende weken ten hoogste 39 maal nachtdienst kan verrichten, hetzij ten hoogste
32 nachtelijke uren arbeid kan verrichten in elke periode van 2 achtereenvolgende weken.
6 De werknemer van 55 jaar of ouder is niet verplicht om nachtdienst te verrichten indien 3 uur of meer van de arbeidstijd in de dienst valt tussen
00.00 en 06.00 uur.
A r t i k e l 3 6 R u s t t i j d e n v i j f d a a g s e w e r k w e e k
1 De rusttijd bedraagt ten minste 11 uren onafgebroken in een aaneengesloten tijdruimte van 24 uren. Eenmaal in elke aaneengesloten tijdruimte van 7 maal 24 uren kan de rusttijd worden ingekort tot ten minste 8 uren, mits de werknemer in deze 8 uren niet h oeft te reizen.
2 De rusttijd na een nachtdienst die eindigt na 02.00 uur bedraagt ten minste 14 uren. Eenmaal in elke aaneengesloten tijdruimte van 7 maal 24 uren kan de rusttijd worden ingekort tot ten minste 8 uren, mits de werknemer in deze 8 uren niet hoeft te reizen. In het geval ten minste 3 nachtdiensten achtereen verricht zijn waarop aansluitend geen nachtdienst wordt verricht, bedraagt de onafgebroken rusttijd na de laatste nachtdienst ten minste 48 uren.
3 De werkgever streeft er naar dat de werknemer in elke aaneengesloten tijdruimte van 7 maal 24 uren een onafgebroken rusttijd van 48 uren heeft, waardoor een vijfdaagse werkweek wordt bereikt.
A r t i k e l 3 7 P a u z e
1 Een arbeidstijd in een aaneengesloten dienst van meer dan 5,5 uren wordt onderbroken door een pauze. De pauze bedraagt in dat geval ten minste 30 minuten.
2 Bij een aaneengesloten dienst met een arbeidstijd van meer dan 8 uren bedraagt de pauze 45 minuten, waarvan ten minste 30 minuten aaneengesloten.
3 Onderbrekingen in de arbeidstijd van een dienst van minder dan 15 minuten worden aangemerkt als arbeidstijd.
4 De werkgever bepaalt in welke gevallen en in hoeverre onderbrekingen in de dienst bij wijze van uitzondering als arbeidstijd meetellen.
5 Pauze van een uur of minder tussen 22.00 en 06.00 uur gelden als arbeidstijd, mits van de dienst ten minste 3,5 uren arbeidstijd vallen tussen
00.00 en 06.00 uur.
6 Het gestelde in het vorige lid geldt niet voor de werknemer van de business unit Pakketservice van Koninklijke TNT Post B.V. (met ingang van 1 mei 2009 TNT Post Benelux B.V. en TNT Post Transport B.V.), TNT Innight B.V., TNT Express Road Network, TNT Express Nederland B.V., TNT Head Office B.V., G3 Worldwide Mail N.V., G3 Worldwide Netherlands B.V. of G3 Worldwide Europe B.V.
7 Voor de werknemer die voor 1 mei 1998 werkzaam was als chauffeur bij de business unit Brieven van Koninklijke PTT Post B.V. (nu TNT Post Productie B.V.) en die in het kader van de verbijzondering Pakketpost over is gegaan naar TNT Nederland B.V. (nu TNT Express Nederland B.V.) geldt het bepaalde in lid 5 mits dit op deze werknemer in de periode van 2 jaar direct voorafgaand aan 1 mei 1998 in tenminste 1 betalingstijdvak is toegepast en zolang de werknemer ononderbroken bij het betrokken bedrijfsonderdeel als chauffeur werkzaam blijft.
8 De pauze kan achterwege blijven:
− in geval van solitaire functies waar vervanging tijdens pauzes organisatorische problemen oplevert, of
− in situaties waar de aard van het werk met zich meebrengt dat de werknemer tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden steeds bereikbaar moet zijn.
A r t i k e l 3 8 Z o n - e n f e e s t d a g e n
1 Op zon- en feestdagen wordt niet gewerkt. Hiervan kan slechts worden afgeweken indien het bedrijfsbelang dit onvermijdelijk maakt en met inachtneming van het volgende:
a geen arbeid wordt verricht op ten minste 13 zondagen per periode van 6 maanden. De werknemer heeft recht op ten minste 26 vrije zondagen per jaar;
b de werknemer wordt zo weinig mogelijk in zijn zondagsrust beperkt en hem wordt zoveel mogelijk de gelegenheid geboden op zondag en op de voor hem geldende kerkelijke feestdagen zijn kerk te bezoeken. Het bepaalde ten aanzien van de zondag vindt voor de wer knemer die tot een kerkgenootschap behoort dat de wekelijkse rustdag op de Sabbat
of op de Zevendedag viert, overeenkomstige toepassing ten aanzien van de Sabbat onderscheidenlijk de Zevendedag, indien hij een daartoe strekkend verzoek heeft gericht tot de werkgever;
c op andere feestdagen samenhangend met godsdienstige opvattingen, wordt op verzoek van de werknemer bij het inroosteren van werk zoveel mogelijk rekening gehouden met bedoelde dagen, dan wel wordt de desbetreffende werknemer zoveel mogelijk in de gelegenheid gesteld vakantie op te nemen.
2 Indien op een niet op zaterdag of zondag vallende feestdag niet behoeft te worden gewerkt, zal het maandinkomen worden doorbetaald.
3 Voor de werknemer, die zijn onafgebroken wekelijkse rusttijd in het algemeen niet op zaterdag en zondag heeft en die als gevolg van het samenvallen van feestdagen met zijn rusttijd structureel bezien meer moet werken dan een werknemer die zijn onafgebroken wekelijkse rusttijd in het algemeen wel op zaterdag en zondag heeft, wordt per werkgever de wijze van compensatie geregeld.
A r t i k e l 3 9 A r b e i d s t i j d i n c l u s i e f o v e r w e r k
Indien zich een onvoorziene wijziging van omstandigheden, incidenteel en niet-periodiek, voordoet, of de aard van de arbeid incidenteel en voor
korte tijd dergelijke afwijkingen noodzakelijk maakt, verricht de werknemer arbeid voor ten hoogste:
12 uren per dag;
9 uren per nachtdienst, bij een nachtdienst met 3 nachtelijke uren of meer, dan wel 10 uren per nachtdienst, bij een nachtdienst met minder dan 3 nachtelijke uren. In beide gevallen dient het gestelde in artikel 5:9 lid 1 en lid 3 ATW in acht genomen te worden.
54 uren per week, in welk geval het gestelde in artikel 5:9 lid 1 ATW in acht genomen dient te worden.
A r t i k e l 4 0 W a a k d i e n s t
Voor het verrichten van waakdienst geldt hetgeen in artikel 5:9 ATW is bepaald, met dien verstande dat een werknemer ten hoogste eenmaal per periode van 4 weken 7 maal 24 uren aaneengesloten waakdienst kan verrichten.
A r t i k e l 4 1 A f w i j k e n v a n a r b e i d s t i j d e n
1 De werkgever kan om dringende redenen van bedrijfsbelang zodanig afwijken van het gestelde in de artikelen 33 (Arbeidstijd) lid 1 en lid 4 sub a en b, 35 (Nachtdienst) lid 1 en 36 (Rusttijd en vijfdaagse werkweek) lid 1 en 2 dat de werknemer ten hoogste eenmaal in elke periode van
2 achtereenvolgende weken 14 uren per dag, of per nachtdienst arbeid
verricht, mits de werknemer in een tijdruimte van 7 maal 24 uren een ononderbroken rusttijd van ten minste 36 uren heeft.
2 Bij toepassing van lid 1 wordt het bevoegde MZ - orgaan hierover na afloop geïnformeerd.
A r t i k e l 4 2 B i j z o n d e r e g r o e p e n
1 De werknemer van 60 jaar of ouder die geen betaalde nevenbezigheden verricht, kan, indien hij dit wenst, in aanmerking komen voor een half uur verkorting van de arbeidstijd in de dienst met behoud van maandinkomen. Voor de werknemer van 63 jaar of ouder bedraagt deze verkorting één uur. Is verkorting van de arbeidstijd in de dienst om organisatorische redenen niet mogelijk, dan kan een andere compensatie in vrije tijd worden toegekend.
2 De in lid 1 genoemde verkorting geldt zowel voor de werknemer met ee n volledige dienstbetrekking als voor de deeltijdwerker die een dienst heeft gelijk aan die van de werknemer met een volledige dienstbetrekking.
3 Voor de vrouwelijke werknemer gelden tijdens de zwangerschap en na de bevalling de artikelen 4:5 tot en met 4:8 van de ATW.
4 Voor de arbeids- en rusttijden van de werknemers van 16 en 17 jaar gelden de afwijkende normen zoals vermeld in de ATW.
3 . 2 V A K A N T I E
A r t i k e l 4 3 V a k a n t i e j a a r
Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar.
A r t i k e l 4 4 V a k a n t i e
1 De werknemer met een volledige dienstbetrekking bouwt per volledig vakantiejaar dat hij bij de werkgever in dienst is vakantie op tot een totaal van 195 uur, met doorbetaling van maandinkomen. Van de 195 uur zijn 157 uur wettelijke vakantie uren en 38 uur bovenwettelijke vakantie uren.
2 De in lid 1 genoemde basisvakantie wordt voor de werknemer die in het desbetreffende kalenderjaar de leeftijd van 19 jaar nog niet heeft bereikt, verhoogd met 16 uur.
3 De in lid 1 genoemde basisvakantie wordt, afhankelijk van de leeftijd die de werknemer in het desbetreffende kalenderjaar bereikt, verhoogd overeenkomstig de navolgende tabel:
Xxxxxxxxxxxxxxxxx
00 t.e.m. 44 jaar 8 uur
45 t.e.m. 49 jaar 16 uur
50 t.e.m. 54 jaar 24 uur
55 t.e.m. 59 jaar 39 uur
60 jaar of ouder 47 uur
4 Voor de deeltijdwerker wordt het recht op vakantie in uren naar evenredigheid vastgesteld.
A r t i k e l 4 5 V a k a n t i e b i j a a n v a n g r e s p e c t i e v e l i j k b e ë i n d i g i n g v a n d e d i e n s t b e t r e k k i n g i n d e l o o p v a n h e t k a l e n d e r j a a r
1 Indien de werknemer in de loop van een kalenderjaar in dienst treedt, heeft
hij aanspraak op vakantie in evenredigheid met het aantal uren waarop hij aanspraak zou hebben indien hij het gehele jaar in dienst zou zijn.
2 Indien de werknemer in de loop van een kalenderjaar uit dienst treedt, heeft hij aanspraak op vakantie in evenredigheid met het aantal volle kalendermaanden dat hij gedurende dat kalenderjaar in dienst is geweest. In afwijking hiervan heeft de werknemer, indien de dienstbetrekking korter
dan 2 maanden heeft geduurd, een zuiver proportionele aanspraak op vakantie.
A r t i k e l 4 6 A f r o n d i n g
Bij de vaststelling van vakantieaanspraken in uren vindt afronding naar boven plaats.
A r t i k e l 4 7 O p n e m e n v a n v a k a n t i e
1 De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast overeenkomstig de wensen van de werknemer, tenzij gewichtige
redenen zich daartegen verzetten. Daarbij is het uitgangspunt dat de werknemer met het oog op zijn welzijn ieder jaar voldoende vakantie opneemt. Indien de werkgever niet binnen een maand nadat de
werknemer zijn wensen schriftelijk heeft ingediend zijn ge wichtige redenen schriftelijk heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld
overeenkomstig de wensen van de werknemer. De werkgever kan ten behoeve van de vakantieplanning voor een bedrijfsonderdeel of afdeling een datum vaststellen waarvoor de werknemer zi xx xxxxxx schriftelijk kenbaar moet hebben gemaakt. De werkgever geeft uiterlijk een maand na bedoelde sluitingsdatum aan of de vakantie overeenkomstig de
xxxxxx van de werknemer is vastgesteld.
2 In het algemeen zal de vakantie van de werknemer eenmaal per jaar een aaneengesloten periode van 3 weken omvatten, voor zover het
bedrijfsbelang zich hiertegen niet verzet.
3 De werknemer neemt zijn vakantieaanspraken in uren op. Bij het opnemen van vakantie op dagen waarop de werktijd voor de werknemer meer of minder is dan 8 uren, wordt het aantal uren van het vakantietegoed
afgeschreven dat de werknemer had moeten werken. De werkgever kan nadere voorwaarden stellen over de wijze waarop de vakantie dient te worden opgenomen.
A r t i k e l 4 8 O p b o u w v a k a n t i e a a n s p r a k e n w a n n e e r d e w e r k n e m e r g e e n a r b e i d v e r r i c h t
1 De werknemer bouwt geen vakantieaanspraken op over de periode
waarover hij wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid geen aanspraak op maandinkomen heeft.
2 De werknemer bouwt echter wel vakantieaanspraken op over de periode waarover hij geen aanspraak op maandinkomen heeft in de gevallen en onder de voorwaarden genoemd in artikel 7: 635 BW.
A r t i k e l 4 9 O p b o u w v a k a n t i e a a n s p r a k e n t i j d e n s g e d e e l t e l i j k e
o n g e s c h i k t h e i d w e g e n s z i e k t e o f o n g e v a l
1 De werknemer die ten gevolge van ongeschiktheid wegens ziekte of ongeval gedurende de hele of een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur geen arbeid verricht bouwt tijdens deze periode de volledige wettelijke vakantie uren op als bedoeld in art. 44 lid 1.
2 De werknemer die ten gevolge van ongeschiktheid wegens ziekte of ongeval gedurende de hele of een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur geen arbeid verricht bouwt slechts over de laatste 6
maanden van deze periode bovenwettelijke vakantie uren op al s bedoeld in art. 44 lid 1.
A r t i k e l 5 0 S a m e n v a l l e n v a k a n t i e d a g e n m e t a n d e r e d a g e n w a a r o p g e e n a r b e i d w o r d t v e r r i c h t
1 In het geval dat een werknemer gedurende zijn vakantie aanspraak kan doen
gelden op verlof als bedoeld in artikel 53 (Buitengewoon verlof van korte en lange duur) lid 1 sub d, e, f, i en j wordt de desbetreffende tijd niet beschouwd als genoten vakantie, tenzij de werknemer er mee instemt dat deze dagen als vakantie worden aangemerkt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:6 Wet arbeid en zorg.
2 Eveneens wordt niet als genoten vakantie beschouwd de tijd die de werknemer tijdens zijn vakantie ziek is en waarover hij dientengevolge recht heeft op doorbetaling van zijn maandinkomen ingevolge artikel 83 (Doorbetaling tijdens ziekte).
A r t i k e l 5 1 O v e r s c h r i j v i n g e n v e r j a r i n g v a n v a k a n t i e
1 Indien de werkgever de vakantie niet of niet geheel in het desbetreffende vakantiejaar vaststelt, zal hij deze zoveel mogelijk in het daarop volgende vakantiejaar vaststellen.
2 Wettelijke vakantie uren als bedoeld in art. 44 lid 1 vervallen per 1 juli van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.
3 Bovenwettelijke vakantie uren als bedoeld in art. 44 lid 1 verjaren 5 jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.
A r t i k e l 5 2 O n t s l a g e n v a k a n t i e
1 De werkgever zal bij het beëindigen van de dienstbetrekking de te veel genoten vakantie met de werknemer verrekenen.
2 Heeft de werknemer bij het beëindigen van de dienstbetrekking de hem toekomende vakantie nog niet geheel opgenomen, dan wordt dit met hem verrekend, tenzij de werkgever de aan de werknemer toekomende vakantie nog voor het einde van de dienstbetrekking vaststelt.
3 . 3 B U I T E N G E W O O N V E R L O F
A r t i k e l 5 3 B u i t e n g e w o o n v e r l o f v a n k o r t e e n l a n g e d u u r
1 Aan de werknemer wordt voor de navolgende gebeurtenissen verlof met doorbetaling van maandinkomen toegekend:
a bij ondertrouw van de werknemer: 1 dag;
b bij het overeenkomen van een notarieel samenlevingscontract of bij het opmaken door een ambtenaar van de burgerlijke stand van een akte van registratie van partnerschap: 1 dag;
c bij huwelijk van de werknemer: 4 dagen;
d voor het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten in de eerste of tweede graad: 1 dag;
e - bij overlijden van de echtgenoot of echtgenote van de werknemer, ouders, xxxxxxxxxxx, schoonouders, kinderen, stief- of aangehuwde kinderen: 4 dagen;
− bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de tweede graad: 2 dagen;
− bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de derde of vierde graad kan ten hoogste 1 dag verlof worden verleend;
− in geval de werknemer is belast met de regeling van de begrafenis of de nalatenschap of met beide wordt verlof verleend voor ten hoogste
4 dagen;
f bij bevalling van de echtgenote van de werknemer: 2 dagen;
g bij het 25- en 40-jarig huwelijksjubileum van de werknemer, bij het 25 -, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van zijn ouders, stief- of
schoonouders, kinderen of stiefkinderen en bij het 25 -, 40- en 50-jarig bedrijfsjubileum van de werknemer, van de echtgenoot of echtgenote, ouders, stief- of schoonouders, kinderen of stiefkinderen: 1 dag;
h voor het zoeken van een woning in geval van overplaatsing: ten hoogste 2 dagen;
i - bij verhuizing in geval van overplaatsing: 2 dagen;
- bij verhuizing anders dan in geval van overplaatsing: eenmaal in een kalenderjaar en ten hoogste 2 dagen;
j voor het voldoen aan een wettelijke verplichting: de tijd die daarvoor nodig is; een en ander voor zover dit niet in vrije tijd kan geschieden en aanpassing van de werktijd niet mogelijk is. Doorbetaling van het maandinkomen vindt in dit geval plaats onder aftrek van vergoedingen die ter zake van derden kunnen worden verkregen.
2 Voor een bezoek aan huisarts of medisch specialist geldt als uitgangspunt dat dit buiten de arbeidstijd plaatsvindt. Indien dit niet mogelijk is, wordt de naar billijkheid te berekenen tijd voor een bezoek aan huisarts of medisch specialist die binnen de arbeidstijd valt toegekend als buitengewoon verlof met doorbetaling van het maandinkomen.
3 De werkgever kan, afhankelijk van de concrete situatie, de werknemer buitengewoon verlof toekennen met doorbetaling van het maandinkomen indien en voor zolang niet op andere wijze in de zorg voor zieke kinderen, partner of ouders kan worden voorzien. De werkgever maakt in overleg met de werknemer met inachtneming van de wettelijke bepalingen ter zake afspraken over de duur en omvang van het verlof, waarbij van de werknemer de bereidheid wordt verwacht vakantie en eventuele restitutie in tijd aan te wenden.
4 De werkgever kan voorts op verzoek van de werknemer, zo nodig onder voorwaarden, verlof met of zonder doorbetaling van maandinkomen verlenen in de gevallen dat daartoe aanleiding bestaat.
5 Voor de toepassing van dit artikel wordt met de echtgenoot of echtgenote van de werknemer gelijkgesteld de persoon met wie de niet -gehuwde werknemer als levenspartner samenwoont. Deze gelijkstelling vindt slechts plaats indien de werknemer de werkgever van deze samenwoning schriftelijk mededeling heeft gedaan.
A r t i k e l 5 4 O u d e r s c h a p s v e r l o f
1 In aanvulling op het gestelde in Hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg heeft de werknemer recht op verlof zonder doorbetaling van het maandinkomen over een aaneengesloten periode van maximaal 12 maanden, waarbij het verlof verleend wordt over ten hoogste de helft van de overeengekomen arbeidsduur per week. Geen recht op verlof bestaat na de datum waarop het kind de leeftijd van 8 jaar heeft bereikt.
2 De werknemer kan in overleg met de werkgever, met inachtneming van de maximale omvang van het verlof als bedoeld in lid 1, een andere vormgeving van het verlof overeenkomen. De werkgever kan een verzoek van de werknemer tot een andere vormgeving alleen afwijzen op grond van het bedrijfsbelang.
3 De werknemer meldt het voornemen tot verlof ten minste 2 maanden voor het gewenste tijdstip van ingang van het verlof schriftelijk bij de werkgever, onder opgave van de periode, het aantal uren en de spreiding daarvan over de week. De tijdstippen van ingang en einde van het verlof kunnen afhankelijk worden gesteld van de datum van de bevalling, van het einde van het bevallingsverlof of van de aanvang van de verzorging.
4 De werkgever kan, na overleg met de werknemer, de spreiding van de uren over de week op grond van gewichtige redenen wijzigen tot 4 weken voor het tijdstip van ingang van het verlof.
5 De opbouw van aanspraken op pensioen van de werknemer en de
deelname aan de Anw - hiaatverzekering wordt voortgezet op basis van de overeengekomen arbeidsduur direct voorafgaande aan het verlof. De voor de voortzetting verschuldigde premie over dat deel van de dienstbetrekking waarover verlof wordt genoten, komt voor rekening van de werkgever en zal door de werkgever worden afgedragen aan de
Stichting Pensioenfonds PostNL.
6 De periode van het verlof telt volledig mee bij het bepalen van het aantal jaren dat de werknemer bij de werkgever in dienst is.
7 Indien de werknemer tijdens het verlof in het bedrijfsbelang een studie volgt, zullen de kosten hiervan gedurende het verlof volledig worden vergoed indien de studie met goed gevolg wordt afgesloten. Voor het overige zal gehandeld worden volgens de Concernregeling opleidingsfaciliteiten.
H O O F D S T U K 4
Beloningen
4 . 1 S A L A R I S
A r t i k e l 5 5 V e r l a g e n v a n h e t s a l a r i s
De werknemer kan een deel van zijn salaris bestemmen voor nader door de werkgever aangegeven doeleinden. Voor het daarvoor bestemde deel wordt het salaris verlaagd. Deze verlaging geldt niet voor de berekening van de in hoofdstuk 4.2 genoemde toelagen en in hoofdstuk 4.3 genoemde toeslagen, de persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 61 (Invloed wijze van functievervulling voor werknemers ingedeeld in de schalen 1 tot en met 9) lid 2, de vast te stellen relatieve salarispositie boven het eindsalaris als bedoeld in artikel 62 (Jaarlijkse salarisaanpassing voor werknemers ingedeeld in schaal 10 tot en met 13) lid 4 en de berekening van de vakantie-uitkering als bedoeld in artikel 65 (Vakantie-uitkering).
A r t i k e l 5 6 U i t b e t a l i n g m a a n d i n k o m e n
Het maandinkomen wordt uiterlijk de drieëntwintigste van de kalendermaand overgeschreven op een door de werknemer aan te wijzen bankrekening. In de maand van overlijden wordt het volledig maandsalaris overgeschreven, alsmede de toelagen en toeslagen tot de dag van overlijden.
A r t i k e l 5 7 T o e k e n n i n g v a n d e s a l a r i s s c h a a l
1 Voor de toekenning van één van de salarisschalen uit de salaristabel, zoals opgenomen in de bijlagen 1 en 2, is bepalend het niveau van de functie, of in afwijking daarvan het bepaalde in de Beloningsregeling internationale chauffeurs (bijlage 3). Voor de vaststelling van het niveau van de functie wordt gebruik gemaakt van een systematiek van functiewaardering.
2 Aan de werknemer die nog niet over de kundigheden en de vaardigheden beschikt die voor de volledige uitoefening van de functie zijn vereist, kan gedurende maximaal 1 jaar een lagere salarisschaal worden toegekend dan die welke met het functieniveau overeenkomt. Met de werknemer worden regelmatig voortgangsgesprekken gehouden waarin wordt vastgesteld of hij over de kundigheden en de vaardigheden beschikt die voor de volledige uitoefening van de functie zijn vereist. Zodra is vastgesteld dat de werknemer de functie volledig kan uitoefenen, wordt aan de werknemer de salarisschaal toegekend die met het functieniveau overeenkomt.
Indien deze toekenning van een lagere salarisschaal van toepassing is op groepen van werknemers, zal de werkgever hiervoor in overleg met de vakorganisaties een regeling vaststellen.
3 De in het vorige lid genoemde beperking in tijd geldt niet voor de werknemer met een hoger beroeps- of academische opleiding, noch voor groepen van werknemers waarvoor werkgever in overleg met de vakorganisaties een regeling heeft vastgesteld.
A r t i k e l 5 8 S a l a r i s v a s t s t e l l i n g
1 Het salaris binnen de salarisschaal wordt vastgesteld op basis van de ervaring en de wijze van functioneren van de werknemer.
2 De werknemer die jonger is dan 21 jaar ontvangt in de salarisschaal het salaris behorend bij zijn leeftijd.
3 De salarisschalen met de daarin voorkomende bruto maandsalarissen gelden bij een normale arbeidsduur, zoals genoemd in artikel 32 (Normale
arbeidsduur). Voor de deeltijdwerker worden deze bedragen naar evenredigheid vastgesteld.
A r t i k e l 5 9 I n p a s s i n g i n s a l a r i s s c h a a l v o o r i n d i e n s t t r e d e n d p e r s o n e e l
1 Voor de werknemer jonger dan 21 jaar vindt inpassing plaats op het salaris dat bij de leeftijd hoort.
2 Voor de werknemer van 21 jaar of ouder vindt inpassing in beginsel plaats op het 0-schaaljarensalaris. Bij de feitelijke inpassing kan rekening worden gehouden met de ervaring in soortgelijke functies. Voor de schalen waarin leeftijdssalarissen voorkomen (de schalen 1 tot en met 7) kan dit in beginsel tot het maximum van het aantal ervaringsjaren vanaf de leeftijd van 21 jaar.
A r t i k e l 6 0 J a a r l i j k s e s a l a r i s a a n p a s s i n g v o o r w e r k n e m e r s i n g e d e e l d i n d e s c h a l e n 1 t o t e n m e t 9
1 Aan de werknemer wordt jaarlijks de volgende stap in de salarisschaal toegekend tot het eindsalaris van de salarisschaal is bereikt.
2 Indien het functioneren van de werknemer als onvoldoende of als niet- positief wordt beoordeeld, zal dit gemotiveerd moeten worden aangegeven. De in lid 1 bedoelde volgende stap in de salarisschaal wordt dan niet toegekend.
3 De aanpassing van het leeftijdssalaris gaat in op de eerste van de maand waarin de verjaardag valt. Bij het bereiken van de 21 -jarige leeftijd wordt het aanvangssalaris van de schaal toegekend. Ook deze aanpassing gaat in op de eerste van de maand waarin de verjaardag valt.
4 De toekenning van (een) stap(pen) in het schaaljarendeel van de salarisschaal gaat in op 1 januari. Aan de werknemer die in het voorafgaande jaar in dienst is getreden, wordt per 1 januari de jaarlijkse stap in de schaal toegekend indien de indiensttreding voor 1 oktober heeft plaatsgevonden. De werknemer aan wie in het voorafgaande jaar wegens het bereiken van de 21-jarige leeftijd het aanvangssalaris van de schaal is toegekend, ontvangt per 1 januari de volgende stap in de schaal indien voor 1 oktober van dat voorafgaande jaar de leeftijd van 21 jaar is bereikt.
A r t i k e l 6 1 I n v l o e d w i j z e v a n f u n c t i e v e r v u l l i n g v o o r w e r k n e m e r s i n g e d e e l d i n d e s c h a l e n 1 t o t e n m e t 9
1 Indien het oordeel over de functievervulling van de werknemer daartoe
aanleiding geeft, kunnen vanaf het aanvangssalaris in de schaal jaarlijks 1 of 2 extra stappen worden toegekend.
2 Na het bereiken van het eindsalaris kan in bijzondere gevallen, indien het oordeel over de functievervulling daartoe aanleiding geeft, een persoonlijke toelage boven het eindsalaris worden toegekend. Deze persoonlijke toelage wordt per jaar toegekend in stappen van 2% van het eindsalaris tot de navolgende maxima:
− schaal 1 tot en met 5: 6%;
− schaal 6 tot en met 9: 8%.
Indien de gronden voor toekenning niet meer of niet meer in dezelfde mate aanwezig zijn, wordt de toelage per jaar afgebouwd in stappen van 2% van het eindsalaris.
3 Voor de werknemer van 50 jaar of ouder die ten minste 5 jaar de persoonlijke toelage ononderbroken heeft ontvangen en waarvan vervolgens op grond van de laatste volzin van lid 2 de toelage wordt afgebouwd maar waarvan het oordeel wel positief is, wordt in afwijking daarvan de toelage per jaar afgebouwd in stappen van 1% tot niet meer dan de helft van het door de werknemer bereikte percentage van de toelage. Voor bedoelde werknemer die de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, vindt geen (verdere) afbouw plaats.
A r t i k e l 6 2 J a a r l i j k s e s a l a r i s a a n p a s s i n g v o o r w e r k n e m e r s i n g e d e e l d i n s c h a a l 1 0 t o t e n m e t 1 3
1 Aan de werknemer ingedeeld in schaal 10, 11, 12 of 13 wordt een jaarlijkse verhoging toegekend op basis van een beoordeling. De verhoging wordt toegekend afhankelijk van de beoordeling en de positie in de schaal aan de hand van navolgende tabel. De positie in de schaal is het feitelijk salaris, uitgedrukt als percentage van het eindsalaris in de desbetreffende schaal.
Positie in de schaal Jaarlijks verhogingspercentage bij een
beoordeling 'goed'
Kleiner dan 80.0 3
80.0 tot 90.0 Z5
90.0 tot 100.0 2
2 Voor de werknemer met een beoordeling 'redelijk' bedraagt de jaarlijkse verhoging de helft van het verhogingspercentage dat behoort bij een beoordeling 'goed'. Indien het functioneren van de werknemer als onvoldoende wordt beoordeeld, zal dit gemotiveerd worden aangegeven. Een jaarlijkse verhoging wordt dan niet toegekend.
3 De werknemer met een beoordeling 'zeer goed' of 'uitstekend' krijgt een extra verhoging boven de jaarlijkse verhoging die behoort bij een beoordeling 'goed'. De extra verhoging bij de beoordeling 'uitstekend' bedraagt tweemaal de extra verhoging bij de beoordeling 'zeer goed'. De feitelijke verhogingen worden bepaald aan de hand van het vastgestelde budget per schaal en het totaal aantal beoordelingen 'zeer goed' en 'uitstekend' in deze schaal. De toegekende extra verhogingen maken deel uit van de voor de werknemer nieuw vast te stellen relatieve salarispositie (RSP).
4 De maximaal te bereiken positie ten opzichte van het eindsalaris is:
− 100% bij een beoordeling 'redelijk' of een beoordeling 'goed';
− 105% bij een beoordeling 'zeer goed';
− 110% bij een beoordeling 'uitstekend'.
5 Het budget als bedoeld in lid 3 wordt jaarlijks per salarisschaal vastgesteld.
Het budget voor de extra verhogingen bedraagt per schaal 0,5% over de som van de salarissen van de werknemers in de betreffende schaal o p 1 september voorafgaand aan de datum van de jaarlijkse salarisaanpassing.
6 Indien de gronden voor toekenning van het salarisbedrag boven het eindsalaris in de schaal (positie in de schaal groter dan 100) niet meer of niet meer in dezelfde mate aanwezig zijn, wordt het meerdere per jaar afgebouwd in stappen van 2% van het eindsalaris. Voor de werknemer van 50 jaar of ouder die ten minste 5 jaar ononderbroken een salarisbedrag boven het eindsalaris in de schaal heeft ontvangen en waarvan de beoordeling ten minste 'goed' is, bedraagt de afbouw in stappen 1% van het eindsalaris tot niet meer dan de helft van de door de werknemer bereikte positie ten opzichte van het eindsalaris. Voor bedoelde werknemer die de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, vindt geen (verdere) afbouw plaats.
7 De salarisverhogingen gaan in op 1 januari. Aan de w erknemer die in het voorafgaande jaar in dienst is getreden, wordt per 1 januari de jaarlijkse verhoging in de schaal toegekend indien de indiensttreding voor 1 oktober heeft plaatsgevonden.
A r t i k e l 6 3 O v e r g a n g n a a r e e n h o g e r e s c h a a l
1 Indien de werknemer een leeftijdssalaris heeft, wordt bij overgang naar een hogere schaal het leeftijdssalaris uit de hogere schaal toegekend.
2 Indien de werknemer is ingedeeld in het schaaljarendeel van de salarisschaal, wordt voor het vaststellen van de schaalverhoging uitgegaan van het verschil tussen de aanvangssalarissen van de oude en de nieuwe schaal. De verhoging bedraagt de helft van dit verschil met dien verstande dat:
in de schalen 1 tot en met 9 de inpassing plaatsvindt door de som van het oude salaris en de verhoging af te ronden naar het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal;
in de schalen 10 tot en met 13 de inpassing plaatsvindt zonder afronding.
3 Bij overgang naar een hogere schaal vervalt de persoonlijke toelage. Bij de inpassing in de nieuwe schaal wordt met het bedrag van deze toelage rekening gehouden voor zover het eindsalaris in de nieuwe schaal nog niet is bereikt. De hoogte van het salaris uit de oude sch aal inclusief de persoonlijke toelage wordt gegarandeerd.
A r t i k e l 6 4 V a r i a b e l e b e l o n i n g
1 In aanvulling op het gestelde in de artikelen 57 tot en met 63 kan de werkgever voor functies in het commerciële werkveld, waarbij sprake is van kwantificeerbare omzetdoelstellingen, een systeem van variabele beloning toepassen.
2 De werknemer die valt onder een systeem van variabele beloning, komt niet in aanmerking voor toelagen en toeslagen als bedoeld in artikel 71 (Tot.), artikel 72 (Toelage afbouwregeling Tot.), artikel 74 (Toeslag voor overwerk), artikel 75 (Toeslag voor waakdienst), artikel 76 (Afbouwregeling toeslag waakdienst), en artikel 77 (Toeslag voor het werken op feestdagen).
3 De variabele beloning maakt geen deel uit van het maandinkomen.
A r t i k e l 6 5 V a k a n t i e - u i t k e r i n g
1 De werknemer ontvangt jaarlijks in de maand mei een vakantie-uitkering. Het jaar waarover de vakantie-uitkering wordt berekend, loopt van 1 juni tot en met 31 mei.
2 De vakantie-uitkering wordt per maand opgebouwd door reservering van 8% over het ontvangen maandinkomen. De minimum vakantie-uitkering voor de werknemer van 21 jaar of ouder bedraagt € 95,29 per maand. Voor de werknemer jonger dan 21 jaar vindt een korting op de minimum vakantie-uitkering plaats van 8% per leeftijdsjaar jonger dan 21 jaar.
3 Voor de deeltijdwerker wordt de minimum vakantie-uitkering naar evenredigheid vastgesteld.
A r t i k e l 6 6 A l g e m e n e a a n p a s s i n g v a n h e t s a l a r i s
Het maandsalaris wordt met ingang van 1 januari 2018 vermeerderd met 2% en met ingang van 1 oktober 2018 wordt het maandsalaris wederom vermeerderd met 2%. In bijlage 1 zijn de salaristabellen per 1januari 2018 en per 1 oktober 2018 voor werknemers met een normale arbeidsduur bij een volledige dienstbetrekking van gemiddeld 39,25 uur per week opgenomen. De salaristabellen per 1januari 2018 en per 1 oktober 2018 voor de werknemers met een normale arbeidsduur bij een volledige dienstbetrekking van gemiddeld 37 uur per week zijn opgenomen in bijlage 2.
A r t i k e l 6 7 S t r u c t u r e l e b i j d r a g e
De werkgever stelt een bedrag ter hoogte van 1% van het maandsalaris aan de werknemer betaalbaar, dat de werknemer kan aanwenden voor
stortingen op de levenslooprekening als bedoeld in bijlage 5 (Reglement levensloopregeling).
A r t i k e l 6 8 W i n s t u i t k e r i n g
De werknemer heeft recht op een winstuitkering volgens de voorwaarden zoals opgenomen in bijlage 4 (Reglement winstdeling TNT). Deze Winstdelingsregeling is met ingang van 2011 en geldig gedurende de looptijd van deze CAO.
A r t i k e l 6 9 M e e r u r e n
1 Als meeruren worden beschouwd de uren die in opdracht van de werkgever worden gewerkt boven de voor de werknemer geldende
overeengekomen arbeidsduur, maar waardoor de normale arbeidsduur niet wordt overschreden.
2 Over meeruren vindt betaling plaats van het voor de werknemer geldende salaris per uur. Over deze uren vindt opbouw van vakantie en vakantie - uitkering plaats. Deze uren tellen eveneens mee voor het bepalen van de berekeningsbasis voor doorbetaling tijdens ziekte (artikel 83) alsmede voor de hoogte van de prepensioenbasisuitkering (artikel 91), de uitkering vrijwillig vervroegd uittreden (artikel 92), de salaristoeslag VPL (artikel 94) en het pensioen als bedoeld in het Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds PostNL. Tevens kunnen artikel 71 (Tot.) en artikel 74 (Toeslag voor overwerk) lid 2 op deze uren van toepassing zijn.
4 . 2 T O E L A G E N
A r t i k e l 7 0 B i j z o n d e r e t o e l a g e
De werkgever kan op grond van bedrijfsbelang tijdelijk een toelage toekennen aan de werknemer of groepen van werknemers.
A r t i k e l 7 1 T o e l a g e v o o r h e t w e r k e n o p o n g e b r u i k e l i j k e t i j d s t i p p e n ( T o t . )
1 De werknemer die niet hoger is ingedeeld dan in salarisschaal 10 en anders dan bij wijze van overwerk regelmatig arbeid moet verrichten op de tijdstippen genoemd in lid 2 en die niet valt onder het bepaalde in lid 6, ontvangt een toelage voor het werken op ongebruikelijke tijdstippen die bestaat uit een percentage van het voor de werknemer geldende salaris per
Uur.
De hoogte van de toelage is: | ||||
Uren | 0-6 | 6-21 | 21-22 | 22-24 |
Maandag t.e.m. vrijdag | 30% | 20% | 20% | |
Zaterdag | 40% | 40% | 40% | 40% |
Zondag | 100% | 100% | 100% | 100% |
2
3
De werkgever kan in plaats van een percentage per uur in overleg met het bevoegde MZ-orgaan voor groepen van werknemers een vaste toelage toekennen. De hoogte van deze vaste toelage komt ten minste overeen met de hoogte van de toelage die de werknemer op basis van lid 2 zou ontvangen.
4 a De werknemer die om redenen van bedrijfsbelang, waaronder ook begrepen het volgen van een functie-opleiding, tijdelijk wordt belast met een andere functie waaraan geen of minder Tot. is verbonden,
ontvangt gedurende maximaal 6 volle betalingstijdvakken doorbetaling van de Tot. verbonden aan zijn normale functie berekend op de wijze als aangegeven in lid 5.
b De werknemer die op grond van een sociale indicatie tijdelijk wordt belast met een gedeeltelijke taak of een andere functie waaraan geen of minder Tot. is verbonden, ontvangt gedurende maximaal 6 volle betalingstijdvakken doorbetaling van de Tot. verbond en aan zijn normale functie berekend op de wijze als aangegeven in lid 5.
5 Indien doorbetaling van de Tot. aan de orde komt, wordt indien kan worden bepaald wat gedurende de afwezigheid van de werknemer aan Tot. zou zijn ontvangen, deze toelage uitbetaald. Indien niet of niet meer kan worden bepaald welke Tot. gedurende de afwezigheid van de werknemer zou zijn ontvangen, wordt de doorbetaling gebaseerd op het gemiddelde Tot.-bedrag over de laatste 3 betalingstijdvakken voorafgaand aan het tijdvak waarin de doorbetaling plaatsvindt.
6 Voor de werknemer die voor 1 april 1997 werkzaam was bij PTT Post B.V. bij de bedrijfsonderdelen PPL, PPP of EMS en onder de CAO voor KPN 1995 - 1997 viel, gelden de percentages zoals opgenomen in lid 7, mits deze werknemer in de periode van 2 jaar direct voorafgaand aan 1 april 1997 in ten minste 1 betalingstijdvak Tot. heeft ontvangen en zolang de werknemer ononderbroken bij het betrokken bedrijfsonderdeel werkzaam blijft. Voor de werknemer die voor 1 mei 1998 werkzaam was als chauffeur bij de business unit Brieven van PTT Post B.V. (nu TNT Post Productie B.V.) en die in het kader van de verbijzondering Pakketpost over is gegaan naar TNT Nederland
B.V. (nu TNT Express Nederland B.V.) gelden de percentages zoals opgenomen in lid 7, mits deze werknemer in de periode van 2 jaar direct voorafgaand aan 1 mei 1998 in ten minste 1 betalingstijdvak Tot. heeft ontvangen en zolang de werknemer ononderbroken bij het betrokken bedrijfsonderdeel als chauffeur werkzaam blijft.
7 De hoogte van de toelage per uur is:
Uren | 0-6 | 6-8 | 8-18 | 18-22 | 22-24 |
Maandag t.e.m. vrijdag | 40% | 20% | 20% | 40% | |
Zaterdag | 40% | 40% | 40% | 40% | 40% |
Zondag | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Voor de arbeid verricht tijdens de uren van 6 -8 en van 18-22 op maandag tot en met vrijdag wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen voor 07.00 uur respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur.
Indien de arbeid uiterlijk is aangevangen op 24.00 uur en de dienst eindigt tussen 06.00 uur en uiterlijk 08.00 uur is de hoogte van de toelage per uur van maandag tot en met vrijdag tijdens de uren 6 -8 25%.
A r t i k e l 7 2 T o e l a g e a f b o u w r e g e l i n g T o t .
1 De werknemer die buiten zijn schuld blijvend een aanzienlijke vermindering van inkomsten heeft door het wegvallen of verminderen van de Tot., ontvangt een garantietoelage. Een garantietoelage komt aan de orde als het wegvallen of de vermindering van de Tot. wordt veroorzaakt door:
a reorganisatie;
b overgang naar een andere functie wegens opheffing van de functie. De werkgever kan in andere uitzonderlijke situaties waarin de oorzaak voor het wegvallen of verminderen van de Tot. is gelegen in factoren die niet door de werknemer zelf kunnen worden beïnvloed, eveneens de garantietoelage toekennen.
2 De regeling geldt voor de werknemer die:
a ten minste 2 jaar direct voorafgaande aan bovenbedoelde beëindiging of vermindering van de Tot. zonder onderbreking Tot. heeft
ontvangen, en
b in verband met het geheel of gedeeltelijk wegvallen van de Tot. blijvend minder inkomsten heeft, mits deze vermindering van inkomsten ten minste 3% van het maandinkomen exclusief de Tot. bedraagt.
Bij een reorganisatie waarbij de teruggang in Tot. zich stapsgewijs voltrekt en waarbij de norm van 3% per stap van de reorganisatie niet wordt gehaald, maar over de gehele reorganisatie bezien wel, is de regeling mede van toepassing.
3 De garantietoelage wordt toegekend voor een periode gelijk aan een vierde deel van de tijd gedurende welke de Tot. zonder onderbreking is ontvangen, met een maximum van 48 maanden. De garantieperiode wordt in 4 gelijke delen gesplitst.
4 De garantietoelage bedraagt respectievelijk 80%, 60%, 40% en 20% van het verschil tussen het gemiddelde Tot.-bedrag berekend over een periode van 12 betalingstijdvakken voorafgaande aan de datum waarop beëindi ging of vermindering van het werken op ongebruikelijke tijdstippen plaatsvindt en het nieuwe Tot.-bedrag voor de werknemer.
5 Voor de werknemer van 55 jaar of ouder zal de Tot. volledig worden doorbetaald, indien hij voldoet aan de voorwaarden voor deze afbouwregeling, met uitzondering van de voorwaarde van 3% vermindering genoemd in lid 2 onder b. Hierbij wordt uitgegaan van h et gemiddelde Tot.-bedrag berekend over een periode van 12 betalingstijdvakken voorafgaand aan het moment van doorbetaling. Voor de werknemer van 55 jaar of ouder die reeds een garantietoelage ontvangt, zal geen verdere afbouw van deze garantietoelage plaa tsvinden. Lid 6 is op beide situaties van toepassing.
6 Indien er sprake is van verlaging van de overeengekomen arbeidsduur wordt de garantietoelage naar evenredigheid aangepast. In het geval van vrijwillige overgang naar een andere functie, wordt de vastgestelde garantietoelage aangepast aan de gewijzigde omstandigheden.
7 De werkgever kan in overleg met het bevoegde MZ-orgaan voor groepen van werknemers het op basis van lid 3 en 4 vastgestelde bedrag aan garantietoelage ook ineens toekennen.
A r t i k e l 7 3 V a r i a b e l p e n s i o e n g e v e n d i n k o m e n
De toelagen genoemd in de artikelen 61 (Invloed wijze van functievervulling voor werknemers ingedeeld in de schalen 1 tot en met 9) lid 2, 70 (Bijzondere toelage), 71 (Tot.), 72 (Toelage afbouwregeling Tot.), het gedeelte van het salaris in de schalen 10, 11, 12 en 13 boven het eindsalaris van deze schalen en de toelage voor eendaagse nachtritten genoemd in bijlage 3 (Beloningsregeling internationale chauffeurs) artikel 3 lid 4 worden aangemerkt als variabel pensioengevend inkomen als bedoeld in het Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds PostNL.
4 . 3 T O E S L A G E N
A r t i k e l 7 4 T o e s l a g v o o r o v e r w e r k
1 Onder overwerk wordt verstaan arbeid die met overschrijding van de normale arbeidsduur in opdracht van de werkgever wordt verricht. Voor de voltijdwerker wordt onder overwerk verstaan arbeid die met overschrijding van de ingeroosterde arbeidsduur in opdracht van de werkgever wordt verricht.
2 Voor de werknemer voor wie wisseling van rooster heeft plaatsgevonden, dan wel voor wie de arbeidstijden niet tevoren zijn vastgesteld, wordt nader
door de werkgever bepaald over welke periode wordt berekend of door de werknemer langer of korter is gewerkt dan de voor hem geldende overeengekomen arbeidsduur over die periode. Indien de werknemer langer heeft gewerkt, is er sprake van het verrichten van 'plus'-uren. Heeft de werknemer korter gewerkt dan worden de 'min'-uren verrekend met de eventuele 'plus'-uren van de volgende periode(s). Tweemaal per jaar, te weten bij het einde van betalingstijdvak 3 en 9, vervallen de op dat moment uitstaande 'min'-uren.
3 De werknemer die niet hoger is ingedeeld dan in salarisschaal 10 ontvangt de toeslag voor overwerk indien de werktijd met een half uur of meer wordt overschreden.
4 Voor het bepalen van het aantal overwerkuren over een periode gelden de uren waarop de werknemer in die periode ziek is geweest of restitutie in tijd, vakantie of buitengewoon verlof heeft genoten, als uren waarop is gewerkt.
5 De vergoeding voor overwerk bestaat uit:
− restitutie in tijd, gelijk aan het aantal overwerkuren, en
− een toeslag in geld voor elk overwerkuur.
6 De restitutie in tijd wordt zo spoedig mogelijk toegekend, doch niet later dan in de zesde kalendermaand volgend op die waarin het overwerk is verricht, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de werknemer.
7 Indien naar het oordeel van de werkgever het bedrijfsbelang zich verzet tegen het toekennen van de restitutie in tijd vindt in plaats hiervan vergoeding in geld plaats. In dat geval wordt voor elk uur eenmaal het salaris per uur betaald.
8 De in lid 5 genoemde toeslag in geld is per overwerkuur een percentage van het voor de werknemer geldende salaris per uur. Dit percentage bedraagt:
Maandag 0.00 uur tot vrijdag 24.00 uur 35%
Zaterdag 0.00 uur tot zaterdag 18.00 uur 50%
Zaterdag 18.00 uur tot maandag 0.00 uur 100%
Feestdagen 200%
De dag volgend op een feestdag van 0.00 uur tot 06.00 uur 200%
9 Voor de werknemer die voor 1 april 1997 werkzaam was bij PTT Post B.V. bij de bedrijfsonderdelen PPL, PPP, EMS of Dentex Systeemtransport B.V. (nu TNT Innight B.V.), en die onder de CAO voor KPN 1995 -1997 viel, gelden de percentages zoals opgenomen in lid 10, mits deze werknemer in de periode van 2 jaar direct voorafgaand aan 1 april 1997 in ten minste 1 betalingstijdvak toeslag voor overwerk heeft ontvangen en zolang de werknemer ononderbroken bij het betrokken bedrijfsonderdeel werkzaam blijft.
Voor de werknemer die voor 1 mei 1998 werkzaam was als chauffeur bij de business unit Brieven van PTT Post B.V. (nu TNT Post Productie B.V.) en
die in het kader van de verbijzondering Pakketpost over is gegaan naar TNT Nederland B.V. (nu TNT Express Nederland B.V.) geldt het bepaalde in lid 10, mits dit op deze werknemer in de periode van 2 jaar direct voorafgaand aan 1 mei 1998 in ten minste 1 betalingstijdvak is toegepast en zolang de werknemer ononderbroken bij het betrokken bedrijfsonderdeel als
chauffeur werkzaam blijft.
10 In afwijking van het bepaalde in lid 8, bedraagt het percentage van de toeslag voor overwerk voor de in lid 9 bedoelde werknemer:
Maandag 06.00 uur tot zaterdag 18.00 uur 50%
Zaterdag 18.00 uur tot maandag 06.00 uur 100%
Feestdagen 200%
De dag volgend op een feestdag van 0.00 uur tot 06.00 uur 200%
In afwijking van het gestelde in lid 3 wordt aan de werknemer die is ingedeeld in salarisschaal 11, 12 of 13 voor overwerk op feestdagen, dan wel voor overwerk verricht voor 06.00 uur van de dag volgend op een feestdag, een toeslag toegekend van 200% van het voor de werknemer geldende salaris per uur.
A r t i k e l 7 5 T o e s l a g v o o r w a a k d i e n s t
1 De werknemer die niet hoger is ingedeeld dan in salarisschaal 10 en die in waakdienst is ingeroosterd, ontvangt een toeslag die bestaat uit een percentage van het voor de werknemer geldende salaris per uur. Bij het bepalen van de hoogte van de toeslag wordt onderscheid gemaakt tussen:
waakdienst met standaardgebondenheid: waakdienst waarbij de werknemer verplicht is zodanig bereikbaar te zijn dat hij zich binnen een half uur na oproep naar het werk kan begeven, en
waakdienst met strenge gebondenheid: waakdienst waarbij de werknemer verplicht is thuis te blijven.
2 De toeslag bestaat voor de werknemer met een standaard- of een strenge gebondenheid uit een percentage van het voor de werknemer geldende salaris per uur. De hoogte van dit percentage per uur is:
Ma te.m. vr | za | zo/feest | |
Bij standaardgebondenheid | 5% | 10% | 13% |
Bij strenge gebondenheid | 10% | 15% | 18% |
3 De werkgever kan in plaats van een percentage per uur in overleg met het bevoegde MZ-orgaan voor groepen van werknemers een vaste toeslag toekennen. De hoogte van deze vaste toeslag komt ten minste overeen met de hoogte van de toeslag die de werknemer op basis van lid 2 zou ontvangen.
4 Moet een werknemer die niet hoger is ingedeeld dan in salarisschaal 10 tijdens waakdienst arbeid verrichten, dan wordt voor de tijd besteed aan die arbeid inclusief de reistijd de volgende vergoeding toegekend:
restitutie in tijd, gelijk aan het aantal uren dat tijdens de waakdienst arbeid wordt verricht, en
een toeslag in geld, die voor elk uur dat tijdens de waakdienst is gewerkt een percentage van het voor de werknemer geldende salaris per uur bedraagt.
5 De toeslag in geld is een percentage van het salaris per uur. Dit percentage bedraagt voor de werknemer als bedoeld in artikel 74 lid 9:
Maandag 06.00 uur tot zaterdag 18.00 uur 50%
Zaterdag 18.00 uur tot maandag 06.00 uur 100%
Feestdagen 200%
De dag volgend op een feestdag van 00.00 uur tot 06.00 uur 200%
Deze vergoeding wordt gegeven boven de in lid 2 genoemde toeslag.
6 De werkgever bepaalt in overleg met de werknemer op welk moment de restitutie in tijd wordt genoten.
7 Indien naar het oordeel van de werkgever het bedrijfsbelang zich verzet tegen het toekennen van restitutie in tijd, vindt in plaats hiervan vergoeding in geld plaats. In dat geval wordt voor elk uur eenmaal het salaris per uur betaald.
8 De werknemer, die niet hoger is ingedeeld dan in salarisschaal 10, die zich in opdracht van de werkgever boven de voor hem geldende werktijd telefonisch bereikbaar moet houden om telefonisch actie te ondernemen
en voor het overige naar bevind van zaken moet handelen, ontvangt een toeslag van € 5,67 bruto per aaneengesloten periode van maximaal 24 uren. De voorgaande leden van dit artikel zijn in dat geval niet van toepassing.
9 Voor de werknemer waarop het in artikel 74 (Toeslag voor overwerk) lid 8 bepaalde percentage voor overwerk van toepassing is, is in afwijking van het gestelde in artikel 75 lid 5, het in artikel 74 (Toeslag voor overwerk) in lid 8 vermelde percentage voor overwerk van overeenkomstige toepas sing voor het werken tijdens waakdienst. Voor de werknemer die voor 1 april 1997 werkzaam was bij PTT Post B.V. bij de bedrijfsonderdelen PPL, PPP, EMS of Dentex Systeemtransport B.V. (nu TNT Innight B.V.), en die onder de CAO voor KPN 1995 -1997 viel, gelden de percentages zoals opgenomen in artikel 75 lid 5, mits deze werknemer in de periode van 2 jaar direct voorafgaand aan 1 april 1997 in ten minste 1 betalingstijdvak een vergoeding voor het werken tijdens waakdienst heeft ontvangen.
A r t i k e l 7 6 A f b o u w r e g e l i n g t o e s l a g w a a k d i e n s t
1 De werknemer die buiten zijn schuld blijvend een aanzienlijke vermindering van inkomsten heeft door het wegvallen of verminderen van de toeslag voor waakdienst op grond van artikel 75 (Toeslag voor waakdienst) lid 1, ontvangt een garantietoeslag. De garantietoeslag komt aan de orde als het wegvallen of verminderen van de toeslag voor waakdienst wordt veroorzaakt door:
a reorganisatie;
b overgang naar een andere functie wegens opheffing van de functie. De werkgever kan in andere uitzonderlijke situaties, waarin de oorzaak voor het wegvallen of verminderen van de toeslag voor waakdienst is gelegen in factoren die niet door de werknemer zelf kunnen worden beïnvloed,
eveneens de garantietoeslag toekennen. 2 De regeling geldt voor de werknemer die:
a ten minste 2 jaren direct voorafgaande aan bovenbedoelde vermindering of beëindiging van de toeslag voor waakdienst zonder onderbreking een toeslag voor waakdienst heeft ontvangen, en
b in verband met het wegvallen of verminderen van de toeslag voor waakdienst blijvend minder inkomsten heeft, berekend over het gemiddelde van de laatste 12 betalingstijdvakken voor de beëindiging of vermindering van de toeslag voor waakdienst en de vergoeding voor het verrichten van arbeid tijdens waakdienst, mits deze vermindering van inkomsten ten minste 3% van het maandinkomen bedraagt.
3 De garantietoeslag wordt toegekend voor een periode gelijk aan een vierde deel van de tijd gedurende welke de toeslag voor waakdienst zonder onderbreking is ontvangen, met een maximum van 36 maanden. De garantieperiode wordt in 3 gelijke delen gesplitst.
4 De garantietoeslag bedraagt respectievelijk 75%, 50% en 25% van het verschil tussen het gemiddelde bedrag dat is ontvangen aan toeslag voor waakdienst en de vergoeding voor het verrichten van arbeid tijdens de waakdienst over een periode van 12 betalingstijdvakken voorafgaande aan de datum waarop beëindiging of een vermindering van de waakdienst plaatsvindt en het nieuwe bedrag aan toeslag voor waakdienst en de vergoeding voor het verrichten van arbeid tijdens de waakdienst
5 Voor de werknemer van 55 jaar of ouder zal de toeslag voor waakdienst volledig worden doorbetaald indien hij voldoet aan de voorwaarden voor deze afbouwregeling, met uitzondering van de voorwaarde van 3% vermindering genoemd in lid 2 onder b. Hierbij wordt uitgegaan van het gemiddelde bedrag dat is ontvangen aan toeslag voor waakdienst en de vergoeding voor het verrichten van arbeid tijdens de waakdienst, berekend
over een periode van 12 betalingstijdvakken voorafgaand aan het moment van doorbetaling. Voor de werknemer van 55 jaar of ouder die reeds een garantietoeslag ontvangt, zal geen verdere afbouw van deze garantietoeslag plaatsvinden. Lid 6 is op beide situaties van toepassing.
6 Indien er sprake is van verlaging van de overeengekomen arbeidsduur, wordt het vastgestelde bedrag aan garantietoeslag naar evenredigheid aangepast. In het geval van vrijwillige overgang naar een andere functie, wordt het vastgestelde bedrag aan garantietoeslag aangepast aan de gewijzigde omstandigheden.
7 De werkgever kan in overleg met het bevoegde MZ-orgaan voor groepen van werknemers het op basis van de leden 3 en 4 vastgestelde bedrag aan garantietoeslag ook ineens toekennen.
A r t i k e l 7 7 T o e s l a g v o o r h e t w e r k e n o p f e e s t d a g e n
1 De werknemer die anders dan bij wijze van overwerk arbeid heeft verricht op een feestdag, ontvangt voor elk gewerkt uur een toeslag van 100% van zijn salaris per uur. Deze toeslag wordt gegeven boven de eventuele Tot. In het geval dat de feestdag niet op zaterdag of zondag valt, ontvangt de werknemer tevens compensatie in vrije tijd gelijk aan het aantal gewerkte uren.
2 Voor arbeid verricht na 18.00 uur op de avond voor Kerstmis en op oudejaarsavond wordt, voor zover deze niet als overwerk wordt verricht, ook een toeslag van 100% van het salaris per uur toegekend. Deze toeslag wordt slechts toegekend indien de arbeid is beëindigd na 19.00 uur.
3 Voor arbeid verricht voor 06.00 uur van de dag volgend op een feestdag wordt, voor zover deze niet als overwerk wordt verricht, een toeslag van 100% van het salaris per uur toegekend.
A r t i k e l 7 8 T o e s l a g v o o r w a a r n e m i n g h o g e r e f u n c t i e
1 De werknemer ontvangt voor het waarnemen van een functie, waaraan een hoger eindsalaris is verbonden dan aan de eigen functie, voor de duur van die waarneming een toeslag. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder waarneming verstaan een waarneming met inbegrip van alle aan de waargenomen functie verbonden verantwoordelijkheden. Geen aanspraak op de toeslag bestaat indien:
a de waarneming van de hogere functie als element in de functie van de waarnemer is opgenomen;
b de waarneming van de hogere functie plaatsvindt in het kader van opleiding of loopbaanbeleid;
c de waarneming minder dan 30 aaneengesloten kalenderdagen heeft geduurd.
2 Als korte waarnemingen — al dan niet in verschillende functies — tot het vaste werk- of functiepatroon behoren en die waarnemingen niet in het functieniveau zijn verdisconteerd, wordt de toeslag toegekend bij een waarnemingsperiode van ten minste 4 aaneengesloten werkdagen.
3 De waarnemingstoeslag bedraagt voor elk uur dat wordt waargenomen 5% van het voor de waarnemer geldende salaris per uur.
4 . 4 D I V E R S E N
A r t i k e l 7 9 F u n c t i e w a a r d e r i n g
1 Functies tot en met schaal 9 worden gewaardeerd volgens de methode Analyserend Vergelijken of daarvan afgeleide submethoden. Voor de normering van schaal 10 en hoger zal de functiewaarderingsmethode van Hay Management Consultants worden gebruikt.
2 De werkgever stelt aan de hand van de functiebeschrijving de te waarderen functie-inhoud vast en informeert de werknemer over de functie-inhoud.
3 Functiewaardering op basis van de methode Analytisch Vergelijken vindt plaats via vergelijking met normfuncties. De beschrijving van de methode van Analytisch Vergelijken en de normfuncties worden met de vakorganisaties overeengekomen. De normfuncties worden vastgelegd in het functiewaarderingsraster.
4 De normfuncties van Analytisch Vergelijken en de beschrijving van de functiewaarderingsmethodieken Analyserend Vergelijken en Hay zijn voor de werknemer ter inzage beschikbaar.
5 In geval de functiewaardering leidt tot indeling van de gewaardeerde functie in een hogere salarisschaal, vindt, indien de werknemer over vold oende
kundigheden en vaardigheden beschikt die voor de volledige uitoefening van de functie zijn vereist, toekenning van deze hogere schaal plaats met ingang van de datum waarop de werkgever de voor de functiewaardering
gehanteerde functie-inhoud heeft vastgesteld.
6 In geval de functiewaardering leidt tot indeling van de gewaardeerde functie in een lagere salarisschaal, behoudt de werknemer de salarisschaal waarin hij is ingedeeld, alsmede zijn aanspraken op de jaarlijkse salarisaanpassing, totdat hij het eindsalaris in zijn salarisschaal heeft bereikt.
7 De werknemer wordt door de werkgever geïnformeerd over het functieniveau en de overwegingen die hiertoe hebben geleid. In geval de werknemer bezwaar heeft tegen de plaatsgevonden functiewaardering kan hij de werkgever verzoeken een nadere toelichting te verstrekken. Indien de werknemer het bezwaar handhaaft, kan hij de daartoe ingestelde Adviescommissie bezwaren functiewaardering verzoeken nader over het functieniveau te adviseren aan de werkgever. De werkgever zal op basis van het advies van genoemde commissie het eerdere besluit heroverwegen en definitief besluiten over de functiewaardering.
A r t i k e l 8 0 J u b i l e u m g r a t i f i c a t i e
1 Aan de werknemer die 25, 40 of 50 jaar bij de werkgever in dienst is, wordt een van inhoudingen vrijgestelde gratificatie toegekend ter hoogte van:
− 1 x het bruto maandsalaris bij 25 jaar;
− 1,5 x het bruto maandsalaris bij 40 en 50 jaar.
2 Voor de berekening van de jubileumgratificatie geldt het maandsalaris zoals dat op de jubileumdatum wordt genoten.
3 Het bedrag van de jubileumgratificatie wordt naar evenredigheid bepaald indien de volledige dienstbetrekking van de werknemer tijdens de voor de vaststelling van de jubileumdatum in aanmerking genomen tijd is omgezet in een deeltijddienstbetrekking en omgekeerd.
A r t i k e l 8 1 C A O à l a c a r t e
De werknemer kan individuele keuzes maken betreffende in deze CAO geregelde arbeidsvoorwaarden zoals vastgelegd in de Regeling CAO à la carte (bijlage 11).
H O O F D S T U K 5
Sociale voorzieningen en pensionering
A r t i k e l 8 2 C o l l e c t i e v e o n g e v a l l e n v e r z e k e r i n g
De werkgever heeft voor de werknemer een ongevallenverzekering met een 24-uursdekking afgesloten. De kosten van deze verzekering zijn voor rekening van de werkgever.
A r t i k e l 8 3 D o o r b e t a l i n g t i j d e n s z i e k t e
1 De werkgever zal aan de werknemer die door ziekte niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten vanaf de eerste dag van ziekte volgens de hierna aangegeven tabel zijn maandinkomen doorbetalen en vakantie - uitkering toekennen, zoals door de werknemer zou zijn ontvangen in de oorspronkelijke functie indien hij niet ziek zou zijn geweest:
gedurende de opeenvolgende periode van | % maandinkomen |
26 weken | 100 |
26 weken | 90 |
26 weken | 80 |
26 weken | 70 |
2 Voor de werknemer die resultaatgericht (mee)werkt aan de re -integratie- inspanningen conform de Wet verbetering poortwachter en artikel 86 (Maatregelen bij ziekte en structureel functionele beperking) lid 5 zijn de laatste drie percentages uit de tabel respectievelijk 100, 90 en 80. Onder re-integratieinspanningen worden ook verstaan het volgen van scholing en het verrichten van werkzaamheden gebaseerd op het tussen werkgever en werknemer vastgestelde plan van aanpak gericht op re-integratie.
3 De werkgever zal aan de werknemer die door een ongeval als gevolg van de werkzaamheden tijdens de dienst niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, vanaf de eerste dag van ziekte gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 104 weken het maandinkomen doorbetalen en vakantie-uitkering toekennen, zoals door de werknemer zou zijn ontvangen in de oorspronkelijke functie indien hij niet ziek zou zijn geweest.
4 Indien het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) de duur van het tijdvak van doorbetaling bij ziekte heeft verlengd omdat de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen met betrekking tot het opstellen van een plan van aanpak of het re-integratieverslag niet of niet volledig nakomt of onvoldoende re-integratieinspanningen heeft verricht, zal de werkgever voor de duur waarmee het tijdvak is verlengd het maandinkomen doorbetalen en vakantie-uitkering toekennen zoals door de werknemer is ontvangen direct voorafgaand aan het moment van verlenging door het UWV.
5 Indien de werknemer in het kader van re-integratie werkt, ontvangt de werknemer het bij deze productieve uren behorende maandinkomen en de eventueel geldende toeslagen. Hierop wordt in mindering gebracht de in het kader van re-integratie elders verworven inkomsten.
6 a Op de doorbetaling als bedoeld in lid 1, 2, 3 of 4 wordt in mindering gebracht een eventuele uitkering op grond van de Ziektewet (ZW), Wet arbeid en zorg (WAZO), Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (WAJONG), Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Toeslagenwet (TW) en Werkloosheidswet (WW).
b Voor de werknemer die meeruren heeft uitbetaald gekregen, wordt het maandinkomen als bedoeld onder lid 1, 2 of 3, verhoogd met het gemiddeld aantal betaalde meeruren in de 3 maanden direct voorafgaand aan de eerste dag van ziekte, vermenigvuldigd met het laatstgenoten salaris per uur. Indien de uitkomst onredelijk hoog of laag is, wordt uitgegaan van het gemiddeld aantal betaalde meeruren over de 12 maanden direct voorafgaand aan de eerste dag van ziekte.
c Voor de werknemer die Tot. heeft uitbetaald gekregen en voor wie niet kan worden bepaald welk bedrag aan Tot. zou zijn ontvangen als de werknemer niet ziek zou zijn geweest, wordt het maandinkomen als bedoeld onder sub a en b verhoogd met het bedrag van de gemiddelde Tot. in de 3 maanden direct voorafgaand aan de eerste dag van ziekte.
Indien de uitkomst onredelijk hoog of laag is, wordt uitgegaan van de gemiddelde Tot. over de 12 maanden direct voorafgaand aan de eerste dag van ziekte.
d De doorbetaling als bedoeld in lid 1, 2, 3 of 5 zal gezamenlijk gedu rende een periode van 2 jaren plaatsvinden, echter slechts zolang de dienstbetrekking voortduurt. Periodes waarin de werknemer wegens ziekte verhinderd is geweest arbeid te verrichten worden samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder da n 4 weken opvolgen.
7 De werkgever is niet tot de in lid 1, 2, 3 of 5 genoemde betalingen verplicht voor zover zij niet berusten op wettelijke verplichtingen:
a indien en voor zover sanctiebepalingen van TNT, de ZW, WAO, WAJONG, WIA, WW, TW of IOAW van toepassing zijn, dan wel een sanctiebepaling uit Boek 7 titel 10 BW van toepassing is;
b indien de werkgever de loonschade kan verhalen op een derde en de werknemer, op verzoek van de werkgever, niet de daartoe benodigde informatie verstrekt;
c indien de werknemer weigert een ZW- , WAZO, WAO-, WIA- of WW- uitkering aan te vragen terwijl hij hier in principe wel recht op heeft;
d indien de werknemer de uitvoeringsorganen niet machtigt de eventuele uitkering krachtens de ZW, WAZO, WAO, WAJONG, WIA of eventuele WW aan de werkgever over te maken;
e indien de werknemer niet actief meewerkt aan herstel en/of re - integratie zonder hiervoor gegronde redenen aan te voeren;
f indien de werknemer een door de werkgever geboden mogelijkheid voor een vervroegde (para)medische behandeling niet benut zonder hiervoor gegronde redenen aan te voeren.
Artikel 84 Doorbetaling tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof De werkgever zal aan de werknemer tijdens het zwangerschaps - en bevallingsverlof op overeenkomstige wijze als bepaald in artikel 83 (Doorbetaling
tijdens ziekte) het maandinkomen doorbetalen en vakantieuitkering toekennen zoals door de werknemer zou zijn ontvangen in de
oorspronkelijke functie.
A r t i k e l 8 5 B e d r i j f s g e n e e s k u n d i g e b e g e l e i d i n g
1 De werknemer heeft recht op bedrijfsgezondheidszorg.
2 De werkgever kan in het belang van de gezondheid van de werknemer maatregelen treffen. Deze maatregelen betreffen onder meer:
a een functiegerichte medische keuring voorafgaand aan de indiensttreding;
b de zorg voor arbeidshygiëne;
c de algehele preventie voor alle of bepaalde groepen van werknemers;
d periodieke medische keuringen ten behoeve van werknemers met een specifieke arbeidsbelasting.
3 De werkgever kan een door hem aangewezen geneeskundige verzoeken de werknemer aan een geneeskundig onderzoek te onderwerpen ter beantwoording van de vraag of, in welke mate en tot welk tijdstip er sprake is van ziekte.
4 Indien voor de werknemer een geneeskundig onderzoek wordt verzocht als bedoeld in lid 3, zal de werkgever de werknemer hier van op verzoek schriftelijk mededeling doen onder vermelding van de motieven. De
werknemer is gehouden zijn medewerking te verlenen aan een dergelijk onderzoek.
5 Het oordeel van de door de werkgever aangewezen geneeskundige, die een onderzoek heeft verricht als bedoeld in lid 3, wordt zo spoedig mogelijk aan de werknemer meegedeeld.
6 De werknemer die zich tijdens de eerste 104 weken ziekte niet kan verenigen met een op basis van lid 3 gegeven oordeel van de geneeskundige, kan bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) een deskundigenoordeel aanvragen.
7 De kosten van een op grond van dit artikel verricht geneeskundig onderzoek komen ten laste van de werkgever. Eventuele reis- en verblijfkosten van de werknemer in verband met een zodanig onderzoek worden vergoed overeenkomstig de Concernregeling vergoeding reis- en verblijfkosten bij zakelijke reizen in Nederland.
A r t i k e l 8 6 M a a t r e g e l e n b i j z i e k t e e n s t r u c t u r e e l f u n c t i o n e l e b e p e r k i n g 1 De werkgever zal, voor zover dat redelijkerwijs in zijn vermogen ligt,
gelijke kansen van een structureel functioneel beperkte werknemer en een werknemer zonder deze beperking voor deelname aan het arbeidsproces bevorderen en de nodige voorzieningen treffen gericht op het behoud, het herstel of de bevordering van arbeidsgeschiktheid van de werknemer.
2 De werkgever voert ter voorkoming van ziekte en structurele functionele beperkingen in verband met de arbeid een actief beleid. Hieronder wordt onder meer verstaan:
a het voeren van een verzuimregistratie waarvan de uitkomsten worden geanalyseerd en ten minste jaarlijks met het bevoegde MZ-orgaan worden besproken;
b het tweemaal per jaar bespreken van de ontwikkeling van de WIA - instroom met de vakorganisaties onder andere op basis van een door de Arbodienst uitgevoerde analyse, met als doel de effectivite it van het gevoerde beleid te toetsen en te optimaliseren;
c onderzoek naar de kwaliteit van de arbeid en de arbeidsomstandigheden (in het bijzonder van de oudere werknemer) en het op basis van dit onderzoek zo nodig aanbrengen van verbeteringen;
d het in opleidingen aan leidinggevenden aandacht besteden aan het voorkomen van ziekte en structurele functionele beperkingen in verband met de arbeid.
3 De werkgever zal zich inspannen om een werknemer die om medische redenen de eigen taak niet meer kan vervullen te plaatsen in een passende functie binnen TNT. Indien plaatsing binnen TNT Express niet mogelijk is, zal de werkgever zich inspannen om te komen tot plaatsing buiten TNT Express.
4 Om de re-integratie van de zieke of structureel functioneel beperkte werknemer te bevorderen zal de werkgever:
a het samenwerkingsmodel re-integratie actueel houden. Hierbij wordt bedoeld de samenwerking tussen werkgever, Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) en Arbodienst;
b via de Arbodienst of andere organisaties in een vroegtijdig stadium medische specialismen of deskundigen inzetten;
c na een aaneengesloten periode van 6 weken ziekte waarin het schriftelijk advies van de Arbodienst is ingewonnen en de bedrijfsarts van meni ng is dat er sprake is van dreigend langdurig ziekteverzuim, een re - integratiedossier aanleggen en bijhouden tot aan het moment van re- integratie dan wel ontslag;
d in overleg met de werknemer een schriftelijk plan van aanpak opstellen, waarin de te ondernemen activiteiten van werkgever en werknemer in de eigen of een andere passende functie en uiterlijk aan het einde van de achtste week na ziekmelding gereed hebben. Van deze termijn kan uitsluitend gemotiveerd worden afgeweken;
e uiterlijk bij 13 weken ziekte (incl. de periode waarin de werknemer
werkzaam is op basis van arbeidstherapie of beperkte tewerkstelling), de werknemer aanmelden bij TNT Mobility met het oog op het opstellen van een re-integratieovereenkomst. Indien eerder blijkt dat de
werknemer vanwege een structureel functionele beperking
waarschijnlijk niet zal terugkeren in zijn oorspronkelijke functie wordt reeds op dat moment de werknemer aangemeld bij TNT Mobility voor het opstellen van een re-integratieovereenkomst. In deze
overeenkomst worden naast een doelgericht re-integratietraject de van de werknemer verwachte re-integratie-inspanningen opgenomen;
f in de negenentachtigste week van de ziekte in overleg met de werknemer een re-integratieverslag opstellen aan de hand van het re- integratiedossier en daarvan een afschrift verstrekken aan de werknemer ten behoeve van diens aanvraag voor een uitkering op grond van de WIA;
g aan de gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer die geschikt is voor een vacature, op gelijke wijze als overcompleet verklaarde werknemers, voorrang geven op andere kandidaten.
5 De werknemer heeft een eigen verantwoordelijkheid om alle mogelijke inspanningen te verrichten die leiden tot een zo spoedig mogelijk herstel van ziekte c.q. re-integratie in eigen of ander werk binnen het bedrijf en indien niet mogelijk buiten het bedrijf. Op basis hiervan wordt van de werknemer een actieve houding verwacht in zijn ziekte-/re- integratietraject, die onder meer tot uitdrukking komt in de volgende activiteiten:
a het onderhouden van contacten met het werk conform de door hem met zijn direct leidinggevende gemaakte afspraken teneinde
vervreemding van het werk te voorkomen; hierbij wordt ervan uitgegaan dat de betrokken werknemer minimaal 1 maal per week persoonlijk contact opneemt/heeft met de direct leidinggevende, tenzij de
afspraken andersluidend zijn;
b het tijdens de spreekuren op verzoek van de bedrijfsarts concreet aangeven en aantonen van de contacten met de huisarts en de eventuele specialisten;
c het meedenken over en zo mogelijk aangeven van mogelijkheden tot terugkeer in het eigen werk en/of re-integratie in ander werk binnen het bedrijf en indien niet mogelijk buiten het bedrijf, waarbij in het bijzonder geldt dat hij zijn medewerking verleent aan de opstelling van het schriftelijk plan van aanpak zoals genoemd in lid 4 sub d, alsmede aa n het invulling geven aan de gemaakte afspraken daarin en aan de opstelling van het re-integratieverslag zoals genoemd in lid 4 sub f;
d het meedoen aan door het bedrijf aangeboden preventieprogramma's;
e het meewerken aan vervroegde (para)medische behandelingen via een zgn. versnelde interventietraject van de Arbodienst en/of via de wachtlijstbemiddeling door de Arbodienst of andere gekwalificeerde dienstverleners. De kosten daarvan worden gedragen door de verzekeraar van de werknemer of komen, indien dit niet (geheel) mogelijk is, voor rekening van de werkgever;
f het zich actief inspannen en medewerking verlenen aan de inspanningen van de werkgever om een passende andere functie te vinden binnen en indien niet mogelijk buiten TNT Express, zodra het waarschijnlijk is dat hij zijn eigen functie niet meer zal kunnen hervatten (vast te stellen in principe bij 13 weken verzuim); dit betreft zowel het gevolg geven aan redelijke voorschriften of getroffen maatregelen gericht op re- integratie, het volgen van trainingen en bijscholing, het actief solliciteren naar andere functies als alle andere activiteiten, die concreet worden vastgelegd in het plan van aanpak en in een met het bedrijf af te sluiten re-integratieovereenkomst genoemd in lid 4 sub e;
g het verrichten van passende arbeid die door de werkgever wordt aangeboden.
6 De werkgever ondersteunt de re-integratie met de volgende financiële maatregelen:
a de met de ondersteuning en de cursussen verband houdende kosten komen voor rekening van de werkgever, alsmede daarmee verband houdende reis- en verblijfkosten conform de Concernregeling vergoeding reis- en verblijfkosten bij zakelijke reizen in Nederland;
b indien de werknemer voor een passende functie moet verhuizen is de vergoedingsregeling verhuiskosten uit deze CAO van toepassing, in
aanvulling daarop zal de werknemer een verdergaande tegemoetkoming in de kosten van verhuizing ontvangen van xxxxx € 6.806,70 indien de werknemer een eigen huishouding heeft en bruto € 3.403,35 indien de werknemer geen eigen huishouding heeft. Verder zal de werknemer tegemoet worden gekomen in de kosten van tijdelijke dubbele huisvesting gedurende maximaal 12 maanden en in de kosten van hogere woonlasten ter hoogte van het verschil tot een maximum van
bruto € 147,48 per maand afgebouwd in 5 gelijke jaarlijkse stappen tot nihil;
c indien van bedoelde werknemer de reistijd woning-werk toeneemt, wordt de werknemer die niet hoger is ingedeeld dan in salarisschaal 10 een tijdelijke tegemoetkoming toegekend. De toename van de reistijd wordt berekend door de nieuwe reistijd van de woning naar de nieuwe plaats van tewerkstelling te verminderen met de oorspronkelijk reistijd
van de woning naar de oorspronkelijke plaats van tewerkstelling. Hierbij wordt uitgegaan van de gebruikelijke wijze van reizen.
De oorspronkelijke reistijd wordt voor de werknemer voor een dag waarop
− 4 uur of meer wordt gewerkt, gesteld op ten minste 45 mi nuten;
− minder dan 4 uur wordt gewerkt, gesteld op ten minste 30 minuten. De tegemoetkoming wordt toegekend tegen het voor de werknemer geldende salaris per uur en wordt eenmalig tijdsevenredig vastgesteld. De tegemoetkoming wordt gedurende een periode van maximaal 24 maanden uitbetaald en bedraagt in de eerste 12 maanden 100% en daarna 50%.
Bij wijziging van de omstandigheden waaronder de tegemoetkoming is toegekend, kan de werkgever de tegemoetkoming beëindigen.
d De werknemer die in het kader van het plan van aanpak gericht op re - integratie ander werk heeft geaccepteerd buiten TNT Express ontvangt bij beëindiging van de dienstbetrekking ter bevordering van die re integratie- inspanningen een eenmalige uitkering indien de werknemer een lager salaris per uur ontvangt dan het laatstgenoten xxxxxxx per uur bij de werkgever. De eenmalige uitkering wordt vastgesteld over het verschil in salaris per uur tot maximaal 30% van het laatstgenoten salaris per uur over de overeengekomen nieuwe arbeidsduur tot maximaal de oorspronkelijk overeengekomen arbeidsduur bij de werkgever en over een termijn van 18 maanden. Deze termijn van 18 maanden wordt verlengd met elke kalendermaand waarmee de dienstbetrekking met de werknemer eerder wordt beëindigd in het kader van re-integratie bij een andere werkgever dan het einde van het tweede ziektejaar.
e Indien de werknemer de bemiddeling naar re-integratie buiten TNT Express is aangevangen tijdens de dienstbetrekking komen de kosten van deze bemiddeling tot maximaal 1 jaar na de datum van beëindiging van de dienstbetrekking voor rekening van de werkgever.
f Indien een werknemer in het kader van re-integratie bij een andere werkgever buiten TNT wordt geplaatst en de arbeidsovereenkomst aldaar binnen de proeftijd niet verwijtbaar wordt ontslagen, kan de werknemer (opnieuw) aanspraak maken op bemiddeling door het door de werkgever ingeschakelde re-integratiebedrijf gedurende een periode van maximaal 12 maanden te rekenen vanaf het ontslag in de proeftijd.
g De werknemer die in het kader van het plan van aanpak gericht op re - integratie ander werk heeft geaccepteerd binnen TNT Express ontvangt ter bevordering van die re-integratie-inspanningen een aanvulling op het salaris indien de werknemer een lager salaris per uur ontvangt dan het laatstgenoten xxxxxxx per uur over de overeengekomen nieuwe arbeidsduur tot maximaal de oorspronkelijk overeengekomen arbeidsduur bij de werkgever. De aanvulling wordt vastgesteld over het verschil in salaris per uur tot maximaal 30% van het laatstgenoten salaris per uur bij de werkgever en over een termijn van 18 maanden. De termijn van 18 maanden wordt verlengd met elke kalendermaand waarmee de werknemer eerder is gere-integreerd binnen TNT Express dan het einde van het tweede ziektejaar.
7 De werkgever besteedt indien nodig extra aandacht aan de werkplek van en de functievervulling door de werknemer die wegens gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid is geplaatst.
8 Er is een Commissie re-integratie om de effectiviteit van de re-integratie- inspanningen te analyseren en vanuit deze analyse te adviseren over het bewerkstelligen van een succesvol re-integratiebeleid. De nadere
omschrijving van de samenstelling en rol van deze commissie is opgenomen in bijlage 12 (Commissie re-integratie).
A r t i k e l 8 7 O v e r l i j d e n s u i t k e r i n g
1 Na het overlijden van de werknemer wordt een uitkering ineens toegekend ter hoogte van 3 maal het maandinkomen, zoals voor de werknemer gold op de dag van zijn overlijden.
2 De in lid 1 genoemde uitkering wordt uitbetaald aan de in overeenstemming met de Ziektewet voor een overlijdensuitkering in aanmerking komende perso(o)n(en).
3 De in lid 1 genoemde uitkering wordt verminderd met het bedrag van de uitkering die aan de nagelaten betrekkingen ter zake van het overlijden van de werknemer toekomt krachtens een wettelijk voorgeschreven ziekte- of arbeidsongeschiktheidsverzekering.
4 Voor de werknemer die meeruren heeft uitbetaald gekregen, wordt het maandinkomen berekend op basis van het gemiddeld aantal betaalde uren over de 3 maanden direct voorafgaand aan de dag van overlijden.
A r t i k e l 8 8 A n w - h i a a t
1 De werknemer neemt deel aan de Anw-hiaat verzekering als bedoeld in het Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds PostNL Express, tenzij de werknemer tijdig en op de wijze als bedoeld in artikel 2 van bijlage 4 van het Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds PostNL heeft aangegeven geen gebruik te willen maken van de Anw-hiaat verzekering. Indien de werknemer deelneemt is hij een bijdrage verschuldigd die door de werkgever op het maandinkomen van de werknemer wordt ingehouden en afgedragen aan de Stichting Pensioenfonds PostNL.
2 De door de werknemer verschuldigde bijdrage als bedoeld in lid 1 bedraagt tweederde deel van de door de Stichting Pensioenfonds PostNL Express voor deze verzekering vastgestelde premie. Voor een deeltijdwerker wordt deze bijdrage vastgesteld naar evenredigheid van de omvang van de dienstbetrekking, verhoogd met het aantal in het betreffende tijdvak betaalde meeruren.
3 De premie wordt aangepast overeenkomstig de algemene aanpassing van het salaris op grond van artikel 66 (Algemene aanpassing van het salaris) op het tijdstip waarop de algemene aanpassing van het salaris plaatsvindt en/of als het schadeverloop van de verzekering hiertoe aanleiding geeft.
A r t i k e l 8 9 A a n m e l d i n g P e n s i o e n f o n d s
1 De werkgever meldt de werknemer aan bij de Stichting Pensioenfonds PostNL. De werknemer is tot deelneming verplicht.
2 De werknemer is een bijdrage verschuldigd in de kosten van de pensioenregeling. Deze bijdrage wordt door de werkgever op het maandinkomen van de werknemer ingehouden en afgedragen aan de Stichting Pensioenfonds PostNL.
3 De bijdrage bedraagt per 01 -06-2013 3% over het maandinkomen vermeerderd met het percentage van de vakantie-uitkering minus een
franchise. Per 1 januari 2010 bedraagt de franchise € 17.352,46 voor de werknemer geboren voor 1 januari 1950 die vanaf 31 dec ember 2005 ononderbroken in dienst van de werkgever is gebleven en voor de overige werknemers € 14.642,51 op jaarbasis. Voor deeltijdwerkers wordt de franchise berekend naar evenredigheid van de omvang van de dienstbetrekking, verhoogd met het aantal in het betreffende tijdvak betaalde meeruren.
4 De franchise wordt met ingang van 1januari 2011 en vervolgens elk jaar aangepast met het percentage waarmee de consumentenprijsindex (CPI) afgeleid over de maand november van het voorafgaande jaar afwijkt van dat prijsindexcijfer van de maand november van het daaraan voorafgaande jaar. De jaarlijkse indexatie bij inflatie is gemaximeerd op 4%. Partijen kunnen in het overleg over een volgende CAO een andere aanpassing van de franchise overeenkomen indien de ontwikkeling van AOW daartoe aanleiding geeft.
A r t i k e l 9 0 P e n s i o e n i n g a n g s d a t u m
1 Lid 2 tot en met 7 vervallen met ingang van 1 januari 2014. Lid 8 tot en met 13 geldt met ingang van 1januari 2014.
2 De pensioeningangsdatum is de eerste dag van maand volgend op die waarin de werknemer 62 jaar en 6 maanden wordt, tenzij de werknemer de ingangsdatum van het pensioen wil vervroegen of uitstellen als bedoeld in lid 2.
3 De werknemer met een pensioendatum van 62 jaar en 6 maanden kan overeenkomstig de bepalingen van het Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds PostNL
a de ingangsdatum van het pensioen vervroegen naar uiterlijk de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer 60 jaar wordt;
b de ingangsdatum van het pensioen uitstellen tot uiterlijk de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer 67 jaar wordt. Voor uitstel tot een datum gelegen na de eerste dag van de maand volgend op die waarin de 65 -jarige leeftijd wordt bereikt, is schriftelijke toestemming van de werkgever vereist. Indien de werkgever toestemt, geldt deze toestemming telkens voor een bepaalde periode met een maximum van 12 maanden.
4 De werknemer moet ten minste 3 maanden voor de (gewenste) ingangsdatum bij de werkgever schriftelijk een verzoek indienen tot het vervroegen of uitstellen van de pensioeningangsdatum.
5 Uitstellen van de ingangsdatum van het pensioen is niet mogelijk voor de werknemer die
a door ziekte niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, of
b structureel functioneel beperkt is, voor het gedeelte dat hij structureel functioneel beperkt is.
6 De werknemer kan het verzoek tot vervroegen of uitstellen van de pensioeningangsdatum ook doen voor een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur.
7 In afwijking van het gestelde in dit artikel geldt voor de werknemer als bedoeld in artikel 91 (Prepensioenbasisuitkering TNT) en artikel 92 (Vrijwillig vervroegd uittreden) dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op de laatste dag van de maand waarin de werknemer 65 jaar wordt.
8 De pensioeningangsdatum is de eerste dag van maand waarin de werknemer 67 jaar wordt, tenzij de werknemer de ingangsdatum van het pensioen wil vervroegen als bedoeld in lid 9.
9 De werknemer kan overeenkomstig de bepalingen van het Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds PostNL het pensioen vervroegen.
10 De werknemer moet ten minste 3 maanden voor de (gewenste) ingangsdatum bij de werkgever schriftelijk een verzoek indienen t ot het vervroegen van de pensioeningangsdatum.
11 De werknemer kan het verzoek tot vervroegen van de pensioeningangsdatum ook doen voor een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur.
12 In afwijking van het gestelde in dit artikel geldt voor de werknemer als bedoeld in artikel 91 (Prepensioenbasisuitkering TNT) en artikel 92 (Vrijwillig vervroegd uittreden) dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op de laatste dag van de maand waarin de werknemer 65 jaar wordt.
A r t i k e l 9 1 P r e p e n s i o e n b a s i s u i t k e r i n g T N T ( P P B ) 1 De werknemer die
in dienst was op 31 december 2000, geboren is voor 1 januari 1950 en
vanaf 31 december 2000 tot de prepensioendatum ononderbroken in dienst is gebleven, kan op de zestiende kalenderdag van de maand die volgt op de derde volle kalendermaand na de dag waarop de werknemer 61 jaar wordt met prepensioen indien de werknemer deze leeftijd bereikt voor het einde van de looptijd als bedoeld in artikel 3 (Looptijd).
Bij beëindiging van de dienstbetrekking op grond van prepensioen heeft de werknemer aanspraak op een prepensioenbasisuitkering (PPB-uitkering).
2 De werknemer die van de PPB-regeling gebruik wil maken, dient hiertoe ten minste 3 maanden voor de gewenste ingangsdatum bij de werkgever een schriftelijk verzoek in te dienen.
3 Het Reglement prepensioenbasisuitkering TNT is van toepassing (bijlage 6). 4 De werknemer kan op vrijwillige basis sparen voor een aanvulling op de PPB -
uitkering van de werkgever. De regeling prepensioensparen TNT, bijlage bij het Pensioenreglement 2001 Stichting Pensioenfonds PostNL, is van toepassing.
5 De werknemer die gebruik maakt van de PPB-regeling, komt niet in aanmerking voor de VUT-regeling.
A r t i k e l 9 2 V r i j w i l l i g v e r v r o e g d u i t t r e d e n ( V U T )
1 De werknemer die in dienst was op 31 maart 1996 en
op 1 april 1996 een diensttijd heeft van 25 of meer jaren, en geboren voor 1 januari 1950,
en vanaf 31 maart 1996 tot de VUT-datum ononderbroken in dienst is geweest,
kan gebruik maken van het Reglement vrijwillig vervroegd uittreden (bijlage 7) indien de werknemer de daar bedoelde VUT -gerechtigde leeftijd of diensttijd bereikt voor het einde van de looptijd als bedoeld in artikel 3 (Looptijd). Bij beëindiging van de dienstbetrekking op grond van VUT
heeft de werknemer aanspraak op een VUT-uitkering.
2 De werknemer die van de VUT-regeling gebruik wil maken, dient hiertoe ten minste 3 maanden voor de gewenste ingangsdatum bij de werkgever een schriftelijk verzoek in te dienen.
3 De werknemer die gebruik maakt van de VUT-regeling, komt niet in aanmerking voor de PPB-regeling.
A r t i k e l 9 3 S e n i o r e n v e r l o f v e r l i e s 4 0 d i e n s t j a r e n - V U T 1 Dit artikel is van toepassing op de werknemer
die is geboren op of na 1januari 1950, en
voor het overige voldoet aan de voorwaarden voor VUT als bedoeld in artikel 92 (Vrijwillig vervroegd uittreden) en
op grond daarvan voor de leeftijd van 61 -jaar op basis van
40 dienstjaren aanspraak had kunnen maken op een VUT-uitkering, en die vanaf 31 december 2005 tot het moment van bereiken van de
40 dienstjaren ononderbroken in dienst is geweest.
2 De werknemer als bedoeld in lid 1 die verlof wil opnemen moet hiertoe ten minste 3 maanden voor de gewenste ingangsdatum bij de werkgever een schriftelijk verzoek indienen. De ingangsdatum ligt niet voor de datum waarop de werknemer aanspraak had kunnen maken op de VUT-uitkering.
3 Het verlof bedraagt ten hoogste 50% van de overeengekomen arbeidsduur, maar niet meer dan ten hoogste is toegestaan op grond van artikel 85b Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001.
4 Voor het deel van de overeengekomen arbeidsduur dat de werknemer verlof opneemt worden alle rechten en plichten uit de
arbeidsovereenkomst opgeschort tenzij en voor zover in dit artikel anders is bepaald. Voor het overige deel van de overeengekomen arbeidsduur wordt de werknemer beschouwd als deeltijdwerker.
5 De werkgever stelt over de verlofuren 80% van het ontvangen salaris per uur van de werknemer betaalbaar. Door de werkgever worden de noodzakelijke inhoudingen verricht.
6 De opbouw van aanspraken op pensioen van de werknemer en de deelname aan de Anw-hiaatverzekering worden voortgezet op basis van de overeengekomen arbeidsduur direct voorafgaand aan het verlof. De voor de voortzetting verschuldigde premie over dat deel van de
dienstbetrekking waarover verlof wordt genoten, komt voor rekening van de werkgever en zal door de werkgever worden afgedragen aan de Stichting Pensioenfonds PostNL.
7 De betaalbaarstelling als bedoeld in lid 5 telt mee voor de bepaling van de vakantie-uitkering (artikel 65) , doorbetaling bij ziekte (artikel 83) en de overlijdensuitkering (artikel 87).
8 De betaling als bedoeld in lid 5 eindigt
a op het moment dat niet wordt voldaan aan het bepaalde in lid 3;
b op de laatste dag van de maand voorafgaand aan het moment waarop de werknemer over de periode tot aan de eerste dag van de maand volgend op die waarin de werknemer 65 jaar wordt op grond van het Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds PostNL een inkomensniveau kan bereiken dat overeenkomt met het niveau dat oorspronkelijk bereikt had kunnen worden in de VUT -regeling als bedoeld in artikel 7 echter uitgaande van het maandsalaris direct voorafgaand aan het verlof. Bij de bepaling van dit inkomensniveau wordt eveneens rekening gehouden met de bij de invoering van de pensioenregeling per 1januari 2006 getroffen overgangsmaatregelen (inkoop extra pensioen over het verleden en de salaristoeslag VPL als bedoeld in artikel 94) die op de werknemer van toepassing zi jn. De berekening gebeurt aan de hand van een standaardberekening.
In genoemde gevallen wordt het verlof voortgezet zonder betaling van maandinkomen.
Artikel 94 Salaristoeslag VPL
1 De werknemer in dienst op 31 december 2005 die vanaf deze datum onafgebroken in dienst is gebleven van de werkgever ontvangt maandelijks een toeslag op het salaris vermeerderd met het percentage van de vakantie-uitkering volgens onderstaande staffel.
Geboortejaar | Toeslag |
1950 | 10% |
1951 | 8% |
1952 | 6% |
1953 | 4% |
1954 | 2% |
H O O F D S T U K 6
Personeelsbeleid en werkgelegenheid
A r t i k e l 9 5 V a c a t u r e v o o r z i e n i n g
1 De werkgever heeft in overleg met het bevoegde MZ-orgaan een Concernregeling vacaturevoorziening vastgesteld die handelt over zowel de interne als de externe vacaturevoorziening.
A r t i k e l 9 6 A l l o c h t o n e n
1 De werkgever zal zich inspannen om de positie van allochtonen kwantitatief en kwalitatief te verbeteren.
2 De werkgever zal aan dit streven in regionaal verband, in samenwerking met de Centra voor werk en inkomen en het bevoegde MZ-orgaan, inhoud geven. Bij de instroom van personeel zal een lokaal evenredige verhouding worden nagestreefd met betrekking tot de positie van allochtonen en anderen. Geschiktheid voor de functie blijft het uitgangspunt.
3 De werkgever streeft er naar 190 werkervaringsplaatsen te bestemmen voor allochtonen.
4 De werkgever zal de benodigde middelen ter beschikking stellen voor extra begeleiding, opleiding, informatievoorziening en managementbegeleiding.
5 De werkgever zal de vakorganisaties ten minste tweemaal per jaar informeren over de wervingsresultaten die in het kader van het allochtonenbeleid zijn geboekt.
A r t i k e l 9 7 P o s i t i e v e a c t i e v o o r v r o u w e n
1 De werkgever heeft een Concernregeling positieve actie voor vrouwen vastgesteld.
2 De werkgever zal ter realisering van het geformuleerde beleid een actieve en planmatige aanpak hanteren, gericht op instroom en doorstroom van vrouwen en op het voorkomen van onnodige uitstroom van vrouwen.
A r t i k e l 9 8 M i n / m a x - a r b e i d s o v e r e e n k o m s t e n
1 De werkgever zal een terughoudend gebruik maken van
arbeidsovereenkomsten met een minimum en maximum aantal uren.
2 Bij het aangaan van de in lid 1 bedoelde arbeidsovereenkomsten gelden de volgende voorwaarden:
− de minimum duur bedraagt 35 uur per maand,
− de verdeling vindt plaats over periodes van niet minder dan 3 aaneengesloten uren, en
− het maximum aantal uren mag ten hoogste 50% meer zijn dan het minimum aantal uren.
3 De werkgever is gedurende het eerste jaar na indiensttreding geen salaris verschuldigd over de tijd boven de in lid 2 genoemde minimum duur gedurende welke de werknemer geen arbeid heeft verricht.
A r t i k e l 9 9 U i t z e n d k r a c h t e n
In afwijking van de toepasselijke CAO voor Uitzendkrachten zal de uitzendkracht die werkzaam is bij de werkgever een salaris en toe(s)lagen ontvangen volgens deze CAO.
A r t i k e l 1 0 0 R a p p o r t a g e m e d e z e g g e n s c h a p
In het kader van de sociale rapportage zoals bedoeld in artikel 31b van de WOR zal ook aan het bevoegde MZ-orgaan worden gerapporteerd over:
a de gerealiseerde instroom in het kader van het allochtonenbeleid;
b de gepleegde inventarisatie van aantallen en arbeidscapaciteit van de overeenkomsten, zoals bedoeld in de artikelen 98 (Min/max- arbeidsovereenkomsten) en 99 (Uitzendkrachten).
c naleving van de in deze CAO afgesproken kaders voor arbeids - en rusttijden ten behoeve van de controlerende rol van het bevoegde MZ - orgaan; het bevoegde MZ-orgaan wordt in ieder geval geïnformeerd over de mate waarin overwerk is opgetreden in aansluiting op een nachtdienst.
A r t i k e l 1 0 1 P e r s o n e e l s b e o o r d e l i n g
1 De werkgever heeft in overleg met het bevoegde MZ-orgaan een Concernregeling TNT beoordelingssysteem vastgesteld.
2 Het TNT beoordelingssysteem wordt gebruikt voor het beoordelen van de functievervulling en geeft de basis voor beslissingen die de positie en de beloning van de werknemer betreffen.
A r t i k e l 1 0 2 O p l e i d i n g s f a c i l i t e i t e n
1 De werkgever heeft in overleg met het bevoegde MZ-orgaan een Concernregeling opleidingsfaciliteiten vastgesteld.
2 De mate waarin faciliteiten beschikbaar worden gesteld hangt af van het bedrijfsbelang, van het opleidingsresultaat en de door de betrokken werknemer te leveren opleidingsinspanning.
3 De werkgever heeft in overleg met de vakorganisaties een TNT Opleidings -en Ontwikkelingsfonds ingesteld. Dit 0E10 -fonds heeft ten doel het (doen) bevorderen van bijscholing, omscholing, opleiding en training voor werknemers, alsmede het scheppen van financiële en administratieve voorwaarden die leiden tot realisatie daarvan.
A r t i k e l 1 0 3 L e e f t i j d s b e w u s t p e r s o n e e l s b e l e i d
Het leeftijdsbewust personeelsbeleid bij TNT Express is gericht op het gedurende de gehele loopbaan optimaal benutten van het talent, de kennis en de ervaring van de werknemer en op het voorkomen van onnodig voortijdig vertrek uit de onderneming. De wijze waarop aan dit beleid invulling wordt gegeven is opgenomen in bijlage 9 (Leeftijdsbewust personeelsbeleid).
A r t i k e l 1 0 4 A a n p a s s i n g a r b e i d s d u u r
De Werknemer kan een verzoek indienen tot aanpassing van de overeengekomen arbeidsduur. Zowel op het verzoek als op de behandeling van het verzoek door de werkgever is het bepaalde in de Wet aanpassing arbeidsduur van toepassing.
A r t i k e l 1 0 5 G e w e t e n s b e z w a r e n
1 De werknemer die meent ernstige gewetensbezwaren te hebben tegen (een onderdeel van) zijn functie, kan zijn bezwaren bij de werkgever
kenbaar maken, tenzij genoemde bezwaren reeds bestonden ten tijde van de aanvang van zijn functie en de werknemer deze destijds niet heeft
kenbaar gemaakt, hoewel hij redelijkerwijs kon verwachten dat zijn bezwaren relevant zouden zijn voor zijn functievervulling.
2 Indien de werkgever overtuigd is van de ernstige gewetensbezwaren van de werknemer zal de werkgever zich inspannen om, voor zover redelijkerwijs mogelijk, een passende oplossing te zoeken.
3 Indien binnen een termijn van 3 maanden geen passende oplossing kan worden gevonden en de werknemer na deze termijn niet alsnog bereid is de desbetreffende werkzaamheden te verrichten, is de werkgever gerechtigd de dienstbetrekking met de werknemer op te zeggen.
A r t i k e l 1 0 6 R e o r g a n i s a t i e
1 Het streven van de werkgever is erop gericht onvrijwillig ontslag zoveel mogelijk te voorkomen. Wel kunnen er ontwikkelingen zijn waardoor arbeidsplaatsen wegvallen en waardoor de inhoud van werkzaamheden verandert. Waar nodig zal de werkgever een actief om-, her- en bijscholingsbeleid voeren om in dat kader passende oplossingen te vinden, zoals verplaatsing of tewerkstelling in een andere sector op zo mogelijk hetzelfde niveau. Van de werknemers wordt verwacht dat zij z ich bereid tonen aan dit beleid mee te werken.
2 Over een voornemen tot reorganisatie als bedoeld in artikel 25 lid 1 sub c, d, e en f van de WOR wordt door de werkgever aan het bevoegde MZ - orgaan advies gevraagd in een zodanig vroeg stadium dat zijn stand punten bij het nemen van een beslissing mede kunnen worden overwogen. Over een voornemen tot reorganisatie waarbij het hoogste MZ -orgaan dat bij de werkgever is ingesteld, krachtens de WOR moet worden ingeschakeld, zullen tevens de vakorganisaties worden ingelicht.
3 De werkgever verstrekt in de gevallen genoemd in lid 2 aan de
desbetreffende partij(en) een overzicht van de beweegredenen van de voorgenomen reorganisatie, van de gevolgen die de reorganisatie zal hebben en van de maatregelen die naar aanleiding daarvan overwogen worden. Bij het bevoegde MZ-orgaan zullen met name de
bedrijfsorganisatorische en bedrijfseconomische aspecten aan de orde worden gesteld. Bij de vakorganisaties komen met name de aspecten met betrekking tot ingrijpende gevolgen voor de werkgelegenheid en materiële arbeidsvoorwaarden aan de orde. Teneinde de nadelige gevolgen van een voorgenomen reorganisatie op te vangen, is het Sociaal plan TNT van toepassing. Indien naar het gezamenlijk oordeel van partijen de gerechtvaardigde indruk bestaat dat ondanks toepassing van het Sociaal plan TNT uitkomsten bij de opvang van de nadelige gevolgen
onaanvaardbaar zijn, zal nader overleg tussen partijen plaatsvinden. Eventuele op de voorgenomen reorganisatie betrekking hebbende rapporten en adviezen zullen worden verstrekt. Door de werkgever dan wel door de vakorganisaties in het kader van deze afspraken ter beschikking gestelde informatie zal, indien de inbrenger dat verzoekt, vertrouwelijk worden behandeld. In dat geval zal openbaarmaking slechts geschieden met instemming van beide partijen.
4 De betrokken werknemers worden zo goed en zo vroeg mogelijk geïnformeerd over een voornemen tot reorganisatie en de verdere besluitvorming dienaangaande.
A r t i k e l 1 0 7 S a m e n w e r k i n g s v e r b a n d e n
1 Indien de werkgever overweegt te besluiten tot een fusie zoals bedoeld in het SER-besluit Fusiegedragsregels 2000, zal hij bij het nemen van zijn beslissing de sociale consequenties betrekken.
2 In verband daarmee zal de werkgever zo vroegtijdig als de e ventuele geheimhouding dit mogelijk maakt de vakorganisaties, het bevoegde MZ - orgaan en de werknemers inlichten over de overwogen maatregelen.
3 Aansluitend hierop zal de werkgever de daaruit eventueel voor de werknemers voortvloeiende gevolgen en de naar aanleiding daarvan overwogen maatregelen bespreken met de vakorganisaties en het
bevoegde MZ-orgaan. Bij het bevoegde MZ-orgaan zullen met name de bedrijfsorganisatorische en bedrijfseconomische aspecten aan de orde worden gesteld, bij de vakorganisaties indien relevant de aspecten met betrekking tot ingrijpende gevolgen voor de werkgelegenheid en materiële arbeidsvoorwaarden.
A r t i k e l 1 0 8 W e r k g e l e g e n h e i d
1 De werkgever bevestigt dat hij reorganisaties op sociaal verantwoorde wijze zal uitvoeren. Hij werkt hierbij vanuit de wettelijke kaders, zoals het adviesrecht op grond van de Wet op de ondernemingsraden, de wet overgang van ondernemingen en het SER-besluit Fusiegedragsregels 2000. Tevens neemt hij de afspraken in acht die met CAO-partijen zijn gemaakt in de concernregeling vacaturevoorziening, de concernregeling opleidingsfaciliteiten en het met één jaar verlengde TNT Sociaal plan 2010 - 2012.
2 Mochten, binnen TNT Express, reorganisaties ertoe leiden dat, in de zin van de Wet op de ondernemingsraden arbeidsplaatsen komen te vervallen, dan zal de werkgever de medezeggenschap en de vakorganisaties hierover tijdig informeren. Zodra er een belangrijk aantal arbeidsplaatsen komt te vervallen worden de vakorganisaties zo spoedig mogelijk uitgenodigd voor overleg over de gevolgen voor de werknemers.
3 De werkgever zal zich in dat geval maximaal inspannen om werknemers met een contract voor onbepaalde tijd aan het werk te houden. Hij kan daartoe diverse middelen inzetten, waaronder:
individuele begeleiding om de werknemer te helpen naar een baan binnen of buiten TNT;
het aanbieden van een assessment aan de overcomplete werknemers om het inzicht in de persoonlijke kennis en vaardigheden te vergroten; het aanbieden van gerichte opleidingen die ervoor zorgen dat kennis en vaardigheden van de werknemer worden vergroot om een andere functie te vinden;
het structureel en consistent onder de aandacht brengen van in- en externe vacatures bij deze werknemers;
het zoeken van stageplaatsen binnen en buiten TNT Express met als doel herplaatsing te bevorderen;
het stimuleren en ondersteunen van initiatieven van werknemers tot verdere ontplooiing en ontwikkeling om hun employability te vergroten, te weten hun vermogen om op de interne en externe arbeidsmarkt functies te kunnen (blijven) vervullen.
4 Van de overcomplete werknemer wordt verwacht dat hij actief meewerkt aan en zich flexibel opstelt bij het zoeken naar een andere functie, of een functie met een andere plaats van tewerkstelling, binnen of buiten TNT.
Reiskostenvergoeding woning-werk per maand
Enkele reisafstand woning-werk in kms | Aantal dagen in de week waarop in de regel wordt gereisd 1 2 3 4 of meer | |||
1 | 4,72 | 9,44 | 14,16 | 14,97 |
2 | 4,72 | 9,44 | 14,16 | 14,97 |
3 | 4,72 | 9,44 | 14,16 | 16,07 |
4 | 5,51 | 11,01 | 16,52 | 18,92 |
5 | 6,21 | 12,41 | 18,62 | 20,96 |
6 | 6,21 | 12,41 | 18,62 | 20,96 |
7 | 7,75 | 15,51 | 23,27 | 25,56 |
8 | 7,75 | 15,51 | 23,27 | 28,13 |
9 | 7,75 | 15,51 | 23,27 | 30,43 |
10 | 10,19 | 20,38 | 30,59 | 33,25 |
11 | 14,86 | 29,73 | 44,58 | 58,33 |
12 | 15,97 | 31,95 | 47,93 | 62,82 |
13 | 17,53 | 35,06 | 52,59 | 67,70 |
14 | 18,63 | 37,28 | 55,91 | 73,01 |
15 | 19,18 | 38,35 | 57,53 | 73,25 |
16 | 21,95 | 43,92 | 65,87 | 83,62 |
17 | 22,93 | 45,85 | 68,77 | 88,51 |
18 | 23,97 | 47,93 | 71,88 | 93,39 |
19 | 25,30 | 50,58 | 75,88 | 98,69 |
20 | 25,64 | 51,28 | 76,91 | 102,55 |
21 | 27,95 | 55,91 | 83,86 | 108,90 |
22 | 29,73 | 59,44 | 89,18 | 113,79 |
23 | 30,97 | 61,93 | 92,93 | 118,69 |
24 | 31,95 | 63,89 | 95,84 | 123,18 |
25 | 33,71 | 67,42 | 101,14 | 128,48 |
26 | 34,67 | 69,35 | 104,02 | 132,96 |
27 | 35,95 | 71,88 | 107,82 | 137,86 |
28 | 36,63 | 73,25 | 109,88 | 142,75 |
29 | 36,63 | 73,25 | 109,88 | 146,50 |
30 en meer | 36,63 | 73,25 | 109,88 | 146,50 |
Maximale reiskostenvergoeding woning-werk per maand
Enkele reisafstand woning-werk in kms | Aantal dagen in de week waaop in de regel wordt gereisd 1 2 3 4 of meer | |||
31 | 38,76 | 77,50 | 116,26 | 155,00 |
32 | 38,76 | 77,50 | 116,26 | 155,00 |
33 | 44,24 | 88,51 | 132,75 | 166,79 |
34 | 44,24 | 88,51 | 132,75 | 166,79 |
35 | 44,24 | 88,51 | 132,75 | 166,79 |
36 | 44,24 | 88,51 | 132,75 | 166,79 |
37 | 48,54 | 97,10 | 145,66 | 183,24 |
38 | 48,54 | 97,10 | 145,66 | 183,24 |
39 | 48,54 | 97,10 | 145,66 | 183,24 |
40 | 48,54 | 97,10 | 145,66 | 183,24 |
41 | 55,30 | 110,62 | 165,93 | 208,77 |
42 | 55,30 | 110,62 | 165,93 | 208,77 |
43 | 55,30 | 110,62 | 165,93 | 208,77 |
44 | 55,30 | 110,62 | 165,93 | 208,77 |
45 | 55,30 | 110,62 | 165,93 | 208,77 |
46 | 55,30 | 110,62 | 165,93 | 208,77 |
47 | 55,30 | 110,62 | 165,93 | 208,77 |
48 | 55,30 | 110,62 | 165,93 | 208,77 |
49 | 63,92 | 127,83 | 191,76 | 241,11 |
50 en meer | 63,92 | 127,83 | 191,76 | 241,11 |
H O O F D S T U K 8
Vakbondswerk
A r t i k e l 1 1 6 V a k b o n d s b i j d r a g e
De werkgever zal aan de Abvakabo FNV, BVPP, CNV Publieke Zaak en FNV Bondgenoten gezamenlijk, ten behoeve van het vakbondswerk in de
onderneming, jaarlijks een bijdrage verschaffen van € 19,21 maal het in dat jaar gemiddelde aantal werknemers van de werkgevers die als partij bij deze CAO in de considerans zijn opgenomen. De vakorganisaties
verstrekken voor 1 maart van elk kalenderjaar hun ledenaantallen per 1 januari vergezeld met een accountantsverklaring. De werkgever maakt voor 1 mei van dat jaar de vakbondsbijdrage over.
A r t i k e l 1 1 7 V a k b o n d s f a c i l i t e i t e n
1 De werkgever zal ten behoeve van het vakbondswerk in de onderneming de in lid 2 genoemde faciliteiten toekennen onder voorwaarde dat: deze activiteiten de bestaande communicatie- en overlegstructuren niet
doorkruisen of belemmeren;
de voortgang van de werkzaamheden in de onderneming niet wordt geschaad;
jaarlijks een schriftelijke opgave plaatsvindt van de vakbondsleden die van het vastgestelde budget gebruik zullen maken.
2 a Ten behoeve van het vakbondswerk is een jaarlijks budget overeengekomen van 1,5 dag per 10 bij de werkgever werkzame leden van Xxxxxxxx FNV, BVPP, CNV Publieke Zaak en FNV Bondgenoten. In dit budget is niet het verlof genoemd in artikel 118 (Vakbondsverlof ) begrepen.
b Op verzoek zal door de werkgever een vergaderruimte ten behoeve van de vergadering van het bestuur van een plaatselijke, regionale of landelijke groep (inclusief bedrijfsledengroepen) ter beschikking worden gesteld.
c De werkgever zal de besturen van plaatselijke, regionale en landelijke groepen (inclusief bedrijfsledengroepen) een gepast gebruik toestaan van telefoon en reproductieapparatuur.
d Voor het doen van zakelijke mededelingen kan gebruik worden gemaakt van publicatieborden.
3 De krachtens dit artikel verleende faciliteiten kunnen worden opgeschort bij het ontbreken van normaal overleg, zoals bij werkstakingen waartoe door of vanwege de vakorganisaties wordt opgeroepen.
4 De werkgever garandeert dat de positie van de bestuursleden van plaatselijke, regionale of landelijke groepen (inclusief bedrijfsledengroepen) uitsluitend zal worden bepaald door de naleving van rechten en verplichtingen krachtens hun arbeidsovereenkomst en niet zal worden beïnvloed door hun optreden als vorenbedoeld bestuurslid. In geval van ontslag zullen dezelfde maatstaven worden aangelegd als voor werknemers die niet met een dergelijke vakbondsfunctie zijn belast.
H O O F D S T U K 9
Overige bepalingen
A r t i k e l 1 1 9 D i s c i p l i n a i r e m a a t r e g e l e n
1 De werkgever kan ten aanzien van de werknemer die de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende niet nakomt, de volgende disciplinaire maatregelen nemen:
a waarschuwing of berisping;
b schorsing;
c al dan niet tijdelijke ontzetting uit de functie en/of indeling in een lagere functie;
d ontslag.
2 Bij de in lid 1 sub b genoemde maatregel kan door de werkgever bepaald worden dat dit gepaard zal gaan met inhouding van het maandinkomen. Bij de in lid 1 sub c genoemde maatregelen kan door de werkgever bepaald worden dat dit gepaard zal gaan met toekenning van een lagere
salarisschaal dan de op dat moment voor de werknemer geldende.
3 De werkgever kan ten aanzien van de werknemer die de bepalingen van de artikelen 19 (Veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk), 20
(Nevenbezigheden), 86 ( Maatregelen bij ziekte en structureel functionele beperking) lid 5 en/of de Concernregeling voorschriften bij ziekte
overtreedt, de volgende disciplinaire maatregelen nemen:
a schriftelijke waarschuwing;
b beperking van de doorbetaling van het maandinkomen tijdens zie kte tot het voor de werknemer geldende wettelijk minimumloon;
c afschrijven van maximaal 16 vakantie-uren. Voor de deeltijdwerker wordt het maximum naar evenredigheid vastgesteld.
ONDERTEKENING
Aldus overeengekomen en door partijen getekend op 16 juli 2018 te Hoofddorp.
Voor TNT Nederland B.V., TNT Express Nederland B.V., TNT Express Road Network BV:
J.M. Haasnoot, TNT Nederland B.V.
E.P.C. Uljee, TNT Express Nederland B.V.
D.O. Sherman, TNT European Road Network B.V.
Namens de vakorganisaties: FNV
X. Xxxxxxxx
Bond van Post Personeel
J B o l
CNV Publieke Diensten
X. Xxxxx
Bijlagen
Bijlage 1 Maandsalarissen op basis van 39,25 uur per week
Salaristabel per 1 januari 2018
Maandsalarissen per 1 januari 2018 op basis van gemiddeld 39,25 uur per week
schalen | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 |
Iftjaren | |||||||||||||
17 | 1_172,64 | 1220,97 | 1.256,02 | 1_288,50 | |||||||||
18 | 1123,27 | 1174,50 | 1.414,11 | 1453,97 | 1_569,99 | ||||||||
19 | 1.451,76 | 1.505,04 | 1.549,71 | t595,20 | 1/22,46 | 1.830,39 | |||||||
20 | 1_679,29 | 1.634,58 | 1.684,35 | 13.36,28 | 1873,73 | 1_991,16 | 2.217,31 | ||||||
0 | 1_566,62 | 1.723,45 | 1.776,67 | t831,23 | 1_977,38 | /101,28 | 2.339,91 | 2_635,08 | 2/70,92 | 3.448,93 | 3_867,20 | 4_383,16 | 5021,84 |
1 | 1/08,28 | 1.765,81 | 1.820,5e | 1.909,55 | 2.061,96 | 2.191,16 | 2.549,12 | 2/61,38 | 1018,10 | ||||
2 | 1/49,96 | 1.808,18 | 1.854,57 | t994,97 | 2.154,01 | /289,27 | 2.612,35 | /834,02 | 1108,90 | ||||
3 | 1_815,95 | 1_876,04 | 1.936,69 | /054,44 | 2212,86 | /348,14 | 2.676,69 | /907,28 | 1200,31 | ||||
4 | 1.853,49 | 1.924,19 | 1.994,26 | 2.113,30 | 2271,72 | 2407,00 | 2.738,84 | /978,04 | 1290,50 | ||||
6 | 1_891,67 | 1.972,97 | 2.052,39 | 2_170,91 | 2_329,96 | /466,82 | 2.802,06 | 3_048,17 | 3_381,31 | ||||
6 | 1.931,66 | /021,15 | 2.111,22 | 2230,40 | /388,81 | /524,08 | 2.864,70 | 1119,57 | 1471,46 | ||||
7 | 1.970,43 | /070,56 | 2.169,39 | 2289,27 | 2447,68 | /582,93 | 2.927,96 | 3.191,57 | 1562,25 | ||||
8 | /010,51 | /119,34 | 2.227,69 | /346,88 | 2_605,91 | 2_641,79 | 2.991,21 | 3263,56 | 3_653,06 | ||||
9 | /049,27 | 2.166,88 | 2.286,35 | 2.406,35 | 2.564,78 | 2/00,05 | 3.052,55 | 1334,31 | 1744,47 | ||||
10 | 2_089,93 | 2216,32 | 2.344,64 | 2466,23 | /23,63 | 2158,87 | 3.116,78 | 3404,46 | 3_834,61 | ||||
11 | 2.129,35 | 2.263,87 | 2.402,10 | /522,78 | 2.681,86 | /817,74 | 3.179,05 | 1475,85 | 1925,40 | ||||
12 | 1313,29 | 2.461,53 | 2.582,30 | 2340,71 | 1875,97 | 3.241,63 | 1547,85 | 4.015,59 | |||||
13 | 2.519,05 | 2_641,18 | 2199,56 | /934,84 | 3.304,90 | 3.619,87. | 4_106,38 | ||||||
14 | /993,72 | 3.690,60 | 4.197,81 | ||||||||||
4.752,68 | 6477,09 | 6_373,10 | 7476,42 |
Salaristabel per 1 oktober 2018
Maandsalarissen per 1 oktober 2018 op basis van gemidddeld 39,25 uur per week
schalen | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 |
Iftjaren | |||||||||||||
17 | 1.196,09 | 1245,39 | 1280,12 | 1.314,27 | |||||||||
18 | 1.349,74 | 1.401,99 | 1442,39 | 1.483,05 | 1.601,39 | ||||||||
19 | 1.480,80 | 1.535,14 | 1.580,70 | 1.627,10 | 1.756,91 | 1.867,00 | |||||||
20 | 1.610,88 | 1.667,27 | 1118,04 | 1.769,99 | 1.911,20 | 1030,98 | 2.261,66 | ||||||
0 | 1.699,95 | 1_767,93 | 1_812,10 | 1.867,85 | /016,93 | /143,31 | 2.386,71 | /686,78 | 2.826,34 | 3_617,91 | 1944,54 | 4.470,81 | 5122,28 |
1 | 1.742,45 | 1.801,13 | 1.855,97 | 1.947,74 | 2.103,20 | 2234,98 | 2.6.00,10 | 1815,61 | 3.078,46 | ||||
2 | 1.784,96 | 1.844,34 | 1.901,86 | 2.034,87 | /197,09 | 1335,06 | 2.664,60 | 2.890,70 | 3.171,08 | ||||
3 | 1.852,27 | 1.913,56 | 1.975,42 | 2.095,53 | /257,12 | /395,10 | 2.729,10 | 2.96,43 | 3.264,32 | ||||
4 | 1.890,56 | 1.962,67 | 2.034,16 | 2.156,57 | 1317,15 | 2.465,14 | 23.93,62 | 1037,60 | 3.366,31 | ||||
5 | 1.929,60 | 1012,43 | 2_093,44 | 2.214,33 | 2_376,56 | /516,14 | 2.858,10 | 1109,13 | 3.448,94 | ||||
6 | 1.970,29 | /051,57 | /153,44 | 2.275,01 | /436,59 | /574,56 | 2.921,99 | 1181,96 | 3.540,89 | ||||
7 | 2.009,84 | 2.111,97 | 2212,78 | 2.335,06 | 2.496,63 | 1634,59 | 2.986,52 | 1255,40 | 3.633,50 | ||||
8 | 2.050,72 | /161,73 | 2272,14 | 2.393,82 | /556,03 | 1694,63 | 3.051,03 | 1328,83 | 3.726,12 | ||||
9 | 2.090,26 | /210,22 | /332,08 | 2.454,48 | /616,08 | 2/54,05 | 3.113,60 | 1401,00 | 3.819,36 | ||||
10 | 2.131,73 | 2.260,65 | /391,43 | 2.614,63 | 2_676,10 | /814,05 | 3.178,10 | 1472,54 | 3.911,30 | ||||
11 | 2.171,94 | 1309,16 | 2450,14 | 2.673,24 | 2335,60 | 1874,09 | 3242,63 | 1646,37 | 4.003,91 | ||||
12 | 2159,55 | /510,76 | 2.533,95 | 2/95,52 | /933,49 | 3.306,46 | 1618,81 | 4.095,90 | |||||
13 | 1569,43 | 2.6.94,00 | 1855,55 | 2.993,54 | 3.371,00 | 1692,27 | 4.188,51 | ||||||
14 | 3.053,59 | 1764,41 | 4.281,77 | ||||||||||
4.847,63 | 5.686,63 | 6.500,5E | 7625,95 |
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TNT
1 JANUARI 2018 TOT EN MET 30 SEPTEMBER 2019 62
Bijlage 2 Maandsalarissen op basis van 37 uur per week
Salaristabel per 1 januari 2018
Maandsalarissen per 1 januari 2018 op basis van gemiddeld 37 uur per week
schalen | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 |
Ifijaren | |||||||||||||
17 | 1.105,98 | 1.151,54 | 1.183,66 | 1.215,24 | |||||||||
18 | 1248,00 | 1296,34 | 1_333,70 | 1_371,29 | 1480,73 | ||||||||
19 | 1.369,20 | 1419,44 | 1461,57 | 1.504,49 | 1.624,51 | 1.726,31 | |||||||
20 | 1489,48 | 1_641,64 | 1_688,67 | 1_636,62 | 1_767,19 | 1_877,95 | 2.091,23 | ||||||
0 | 1.571,85 | 1.625,45 | 1.675,54 | 1127,14 | 1.864,94 | 1.981,81 | 2.206,87 | 2.390,91 | 2.613,36 | 1252,82 | 1647,33 | 4.133,93 | 4736,30 |
1 | 1_611,15 | 1_656,39 | 1117,05 | 1_800,98 | 1_944,71 | 2_056,69 | 2.404,17 | 2.604,40 | 2.846,48 | ||||
2 | 1.650,48 | 1/05,39 | 1158,54 | 1.881,53 | 1031,53 | 1159,09 | 2.463,83 | 2.672,88 | 2.932,14 | ||||
3 | 1/12,68 | 1_759,35 | 1_826,64 | 1_937,65 | 2_087,04 | 2214,61 | 2.623,48 | 2.741,99 | 3.018,38 | ||||
4 | 1148,10 | 1_814,78 | 1_880,84 | 1_993,15 | 2_142,66 | 2270,15 | 2.683,13 | 2.808,73 | 3.103,40 | ||||
5 | 1.784,09 | 1.86.0,78 | 1.935,71 | 2.047,47 | 2.197,50 | 2.325,63 | 2.642,76 | 2.874,86 | 3.189,02 | ||||
5 | 1_821,83 | 1_906,23 | 1_951,17 | 2_103,60 | 2252,98 | 2_380,67 | 2.701,82 | 2.942,18 | 3.274,08 | ||||
7 | 1.858,39 | 1.952,84 | 1046,05 | 1159,09 | 1308,50 | 1436,07 | 2.761,49 | 3.010,10 | 3.359,72 | ||||
8 | 1_896,18 | 1_998,83 | 2_100,91 | 2213,45 | 2_353,42 | 2_491,68 | 2.821,13 | 3.078,01 | 3.446,35 | ||||
9 | 1_932,75 | 2_043,70 | 2_156,33 | 2259,62 | 2418,94 | 2_646,62 | 2.878,99 | 3.144,74 | 3.631,65 | ||||
10 | 1.971,11 | 1090,30 | 1211,25 | 2.325,04 | 1474,45 | 1602,01 | 2.938,64 | 3.210,89 | 3.616,60 | ||||
11 | 2_008,25 | 2_136,15 | 2256,60 | 2_379,35 | 2_629,37 | 2_657,53 | 2.998,27 | 3.278,19 | 3.702,22 | ||||
12 | 1181,74 | 1321,54 | 1435,46 | 1584,89 | 1712,48 | 3.057,34 | 3.346,12 | 3.787,28 | |||||
13 | 2_376,82 | 2_491,00 | 2_640,38 | 2757,98 | 3.116,99 | 3.414,06 | 3.872,91 | ||||||
14 | 2_823,47 | 3.480,76 | 3.959,14 | ||||||||||
4.482,34 | 5.16.5,64 | 6.010,74 | 7051,31 |
Salaristabel per 1 oktober 2018
Maandsalarissen per 1 oktober 2018 op basis van gemiddeld 37 uur per week
schalen | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 |
Iftjare n | |||||||||||||
17 | 1.128,10 | 1174,57 | 1207,33 | 1239,54 | |||||||||
18 | 1272,96 | 1322,27 | 1360,37 | 1_398,72 | t 510,34 | ||||||||
19 | 1.396,68 | 1447,83 | 1490,80 | 1_534,58 | 1_557,00 | 1.760,84 | |||||||
20 | 1.519,27 | 1572,47 | 1620,34 | 1.659,35 | 1.802,53 | 1.915,52 | 2.133,05 | ||||||
0 | 1.603,29 | 1.657,96 | 1/09,05 | 1.761,68 | 1_902,24 | 1021,45 | 2.251,01 | 2438,73 | 1665,63 | 3.317 88 | 3/20,28 | 4216,61 | 4831,03 |
1 | 1.643,37 | 1698,70 | 1751,39 | 1_837,00 | 1_983,60 | 1107,92 | 2.452,25 | 2.656,49 | 1903,41 | ||||
2 | 1.683,49 | 1739,50 | 1_793,71 | 1_919,16 | 1072,16 | 1202,27 | 2.513,11 | 2.726,34 | 2990,78 | ||||
3 | 1.746,93 | 1804,74 | 1.863,07 | 1.976,40 | 2.128,78 | 2.258,90 | 2.573,96 | 2.796,83 | 1078,75 | ||||
4 | 1.783,06 | t851,08 | 1.918,46 | 1033,01 | 2_185,41 | 1315,55 | 2.634,79 | 2.864,90 | 1165,47 | ||||
5 | 1.819,77 | t898,00 | 1974,42 | 2_088,42 | 1241,45 | 1372,14 | 2.695,62 | 2.932,36 | 3252,80 | ||||
6 | 1.858,27 | 1944,35 | 1030,99 | 2145,57 | 1298,04 | 1428,18 | 2.755,86 | 3.001,02 | 1339,56 | ||||
7 | 1.895,56 | 1991,90 | 1086,97 | 2202,27 | 2354,67 | 1484,79 | 2.816,72 | 3.070,30 | 3_426,91 | ||||
8 | 1.934,10 | 1038,81 | 2.142,93 | 2257,72 | 2410,69 | 2.541,41 | 2.877,56 | 3.139,67 | 1514,26. | ||||
9 | 1.971,41 | 1084,57 | 2.199,45 | 1314,91 | 2457,32 | 2.597,45 | 2.936,57 | 3.207,63 | 1602,18 | ||||
10 | 2.010,53 | 2132,11 | 2255,48 | 1371,54 | 1523,94 | 2.654,05 | 2.997,41 | 3.275,11 | 3_688,93 | ||||
11 | 2.048,43 | 1177,85 | 2310,81 | 1426,95 | 1579,96 | 2.710,68 | 3.068,24 | 3.343,75 | 3_776,26 | ||||
12 | 2225,37 | 1367,97 | 1484,17 | 2636,59 | 1766,73 | 3.118,49 | 3.413,04 | 3_863,03 | |||||
13 | 2423.34 | 2540.82 | 1593.19 | 1823,34 | 3.179.33 | 3.482,34 | 1950,37 | ||||||
14 | 2.879,94 | 3.550,38 | 4.038,32 | ||||||||||
4_571,99 | 526.8,95 | 6,130,95 | 7192,34 |
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TNT
1 JANUARI 2018 TOT EN MET 30 SEPTEMBER 2019 63