INLEIDING 18
Inhoudstafel
INLEIDING 00
XXXXXXXX XXXXXX VOOR HET BOUWBEDRIJF 18
ARBEIDSOVEREENKOMST 24
1.1. BEGRIP 24
1.2. SOORTEN 24
1.2.1. Naar de aard van het werk 24
1.2.2. Naar de duur van de overeenkomst 25
1.2.2.1. Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd 25
1.2.2.2. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 25
1.2.2.3. Arbeidsovereenkomst voor duidelijk omschreven werk 27
1.2.2.4. Arbeidsovereenkomst voor vervanging 27
1.2.3. Naar duur van de prestaties: voltijds of deeltijds 28
1.2.3.1. Het onderscheid tussen de voltijdse arbeidsovereenkomst en de deeltijdse arbeidsovereenkomst 28
1.2.3.2. De arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid 28
1.3. BOUWUITZENDARBEID 32
1.3.1. Ingevoerd vanaf 1 januari 2002 32
1.3.2. In welke gevallen is uitzendarbeid mogelijk in de bouwsector? 32
1.3.3. Welke voorwaarden moet het bouwbedrijf vervullen om een beroep te kunnen
doen op uitzendarbeid? 33
1.3.4. Bij welke uitzendkantoren kunnen de bouwbedrijven terecht? 33
1.3.5. Wat zijn de arbeidsvoorwaarden voor een uitzendkracht? 33
1.3.6. Waaraan moet een uitzendkracht voldoen om in de bouw tewerkgesteld te
kunnen worden? 34
1.3.7. Moet de aannemer melden dat hij een beroep doet op uitzendarbeid? 35
1.3.8. In welke functies kan een uitzendarbeider tewerkgesteld worden? 36
1.3.9. Xxx een bouwbedrijf onbeperkt een beroep doen op uitzendarbeid? 36
1.3.10. Is er een minimale of maximale duur van uitzendarbeid in de bouw? 36
1.3.11. Welke sancties kan de gebruiker oplopen bij het niet naleven van zijn
verplichtingen? 37
1.3.12. De hoofdelijke aansprakelijkheidsreglementering en uitzendarbeid 37
1.4. VERBODEN VORMEN VAN TEWERKSTELLING IN DE BOUWSECTOR 38
1.4.1. Terbeschikkingstelling van werknemers ten behoeve van gebruikers 38
1.4.1.1. Principe: algemeen verbod 38
1.4.1.2. Sancties 39
1.4.1.3. Uitzonderingen op het verbod tot terbeschikkingstelling 40
1.4.2. Verbod tot tewerkstelling van bruggepensioneerde werknemers 41
1.4.3. Verbod tot uitoefening van een bijberoep als zelfstandige
voor de eigen werkgever 42
SOCIALE DOCUMENTEN 44
2.1. DIMONA – DE ONMIDDELLIJKE AANGIFTE VAN TEWERKSTELLING 44
2.1.1. Toepassingsgebied 44
2.1.2. Aangifte bij de aanwerving 46
2.1.2.1. Tijdstip van de aangifte 46
2.1.2.2. De te verstrekken gegevens 46
2.1.2.3. Hoe moet de aangifte gebeuren? 47
2.1.2.4. Bevestiging van ontvangst van de aangifte door de RSZ 47
2.1.3. Aangifte van een uitdiensttreding of een wijziging van de arbeidsgegevens 47
2.1.4. Sancties 48
2.1.4.1. Xxxxxxxxxxx 00
2.1.4.2. Forfaitaire solidariteitsbijdrage 49
2.1.5. Gevolgen van de veralgemeende DIMONA-aangifte 49
2.2. DE INDIVIDUELE REKENING (K.B. VAN 08.08.1980) 50
2.3. DE LOONAFREKENING 51
2.4. HET C 3.2.A-WERKLOOSHEIDSDOCUMENT 52
2.4.1. De soorten controlekaarten 52
2.4.1.1. Nominatieve controlekaarten 52
2.4.1.2. Niet-nominatieve controlekaarten 52
2.4.2. Procedure bij aanwerving van een arbeider 52
2.4.3. Invullen van de controlekaart C 3.2.A door de arbeider 53
2.4.4. Wat als de arbeider zich vergist bij het invullen van zijn controlekaart C3.2A-
bouw? 54
2.4.5. Modaliteiten bij verlies of diefstal van de C 3.2.A 54
2.4.6. Wat te doen indien Constructiv geen nominatieve kaart afleverde? 55
2.5. HET ARBEIDSREGLEMENT 55
2.5.1. Toepassingsgebied 55
2.5.2. Inhoud van het arbeidsreglement 55
2.5.3. Procedure tot opstelling en aanpassing van het arbeidsreglement 56
2.5.3.1. Onderneming met syndicale afvaardiging 56
2.5.3.2. Onderneming zonder syndicale afvaardiging 57
2.5.3.3. Uitzonderingen 58
2.5.3.4. Bekendmaking 59
2.5.3.5. Bevoegde Toezicht op de Sociale Wetten 59
2.6. TEWERKSTELLING VAN STUDENTEN 60
2.6.1. Overeenkomst voor studentenarbeid 60
2.6.1.1. Definitie 60
2.6.1.2. Een student 60
2.6.2. Formaliteiten bij aanwerving 61
2.6.2.1. Dimona 61
2.6.2.2. C 3.2 A 62
2.6.2.3. Schriftelijke overeenkomst 63
2.6.3. Bijzondere bepalingen 64
2.6.3.1. Proefperiode 64
2.6.3.2. Verbreking van de overeenkomst 65
2.6.4. Reglementering studentenarbeid 65
2.6.4.1. Xxxxxxxxxxx 00
2.6.4.2. Bezoldiging van de studenten 66
2.6.4.3. Xxxxxxxx werkzaamheden en veiligheidsmaatregelen 66
2.6.5. Sociaal statuut van de student 68
2.6.5.1. Globale bijdragevoet gedurende het hele jaar 68
2.6.6. Consultatie van het beschikbare studentencontingent 68
2.6.7. Fiscaal statuut van de student 69
2.6.7.1. Bedrijfsvoorheffing 69
2.6.7.2. Ten laste zijn van de ouders 69
2.7. SOCIALE DOCUMENTEN DIE OP DE BOUWPLAATS BIJGEHOUDEN MOETEN WORDEN WANNEER WERKEN VOOR REKENING VAN EEN OPENBARE OPDRACHTGEVER UITGEVOERD WORDEN 70
2.7.1. Tekst van de CAO 70
2.7.2. Lijst van het op de bouwplaats tewerkgesteld personeel 70
2.7.3. Verplicht te verstrekken inlichtingen 71
2.8. FORMALITEITEN BIJ TEWERKSTELLING VAN BUITENLANDSE WERKNEMERS 71
2.8.1. Verblijfsrecht 71
2.8.2. Tewerkstelling van buitenlandse werknemers 72
2.8.2.1. EU (en EER)-onderdanen 72
2.8.2.2. Niet-EU onderdanen (= ‘derdelanders’) 72
2.8.3. Detachering van buitenlandse arbeidskrachten : sociale zekerheidsaspecten 75
2.8.3.1. A1-formulier 75
2.8.3.2. P.D.O.K. 76
2.8.4. Detachering van buitenlandse arbeidskrachten: arbeidsrechtelijke aspecten 78
2.8.4.1. Principe : toepassing van het arbeidsrecht van het land van ontvangst 78
2.8.4.2. Nieuwe detacheringswet 79
2.8.5. Verplichte LIMOSA melding 80
2.8.5.1. Toepassingsgebied: gedetacheerde werknemers en zelfstandigen 81
2.8.5.2. Gedetacheerde werknemers 81
2.8.5.3. Gedetacheerde zelfstandige 81
2.8.5.4. Vrijstellingen 82
2.8.5.5. Aanduiden verbindingspersoon 82
2.8.5.6. De LIMOSA-meldingsplicht praktisch 83
2.8.5.7. Controle op het bezit van het LIMOSA L1-ontvangstbewijs 83
2.8.5.8. Melding bij niet bezit LIMOSA L1-ontvangstbewijs 84
2.8.6. Bijhouden sociale documenten 84
2.8.6.1. Principe 85
2.8.6.2. Voor welke documenten kan men tijdelijk vrijgesteld worden? 85
2.8.6.3. Bijhouden van de individuele rekening – loonafrekening 85
2.8.6.4. Samenvattende tabel 86
XXXXXXXXXXXXXXXXXX 00
3.1. VERPLICHTINGEN DER PARTIJEN, VASTGELEGD IN DE WET VAN
3 JULI 1978 88
3.1.1. Plichten van de werknemer 88
3.1.2. Plichten van de werkgever 89
3.2. VERPLICHTINGEN VAN DE PARTIJEN, VASTGELEGD IN DE CAO’S VOOR DE BOUWNIJVERHEID 89
3.2.1. Categorieën van werklieden (CAO 12 juni 2014) 89
3.2.1.1. Categorie I 90
3.2.1.2. Categorie I A 90
3.2.1.3. Categorie II 90
3.2.1.4. Categorie II A 91
3.2.1.5. Categorie III 91
3.2.1.6. Categorie IV 92
3.2.1.7. Lager leidinggevend personeel 92
3.2.2. Lonen 93
3.2.3. Ecocheques 93
3.2.4. Toekenning van een sociaal voordeel (CAO van 25 juni 2009) 94
3.2.5. Beloning van jonge arbeiders (CAO van 12 juni 2014) 94
3.2.6. Leerovereenkomsten in de bouw 95
3.2.6.1. Overeenkomst alternerende opleiding (OAO) 95
3.2.6.2. Stageovereenkomst alternerende opleiding (SAO) 95
3.2.7. De anciënniteitspremie 96
3.2.8. Het anciënniteitsverlof 96
3.2.9. Loonbijslagen 97
3.2.9.1. Voor uitvoering van bijzondere werken 97
3.2.9.2. Werken in petrochemische bedrijven 101
3.2.9.3. Vergoeding voor slijtage aan gereedschap 102
3.2.9.4. Verlening van gereedschap 102
3.2.9.5. Arbeid in opeenvolgende ploegen 102
3.2.9.6. Arbeidsprestaties buiten de gebruikelijke daguren 103
3.2.10. Het woon-werkverkeer voor arbeiders in de bouw 103
3.2.10.1. De mobiliteitsvergoeding en de verplaatsingsvergoeding 103
3.2.10.2. Principe: verplaatsing op eigen kracht 103
3.2.10.3. Het bedrag van de vergoedingen 104
3.2.10.4. Fietsvergoeding 107
3.2.10.5. Mobiliteitsdag en Mobiliteitsplan 108
3.2.10.6. Sociale en fiscale belastbaarheid 108
3.2.11. Vergoeding voor kost en huisvesting 110
3.2.12. Verstrekken van werkkledij, individuele beschermingsmiddelen en
beschermingskledij tegen regen en koude 111
3.2.13. Terugbetaling kosten medische schifting, tachograafkaart en
veiligheidsopleidingen 111
3.3. AANSPRAKELIJKHEID 112
ARBEIDSDUUR IN DE BOUWNIJVERHEID 114
4.1. ARBEIDSTIJD – BEGINSEL 114
4.2. DE NORMALE ARBEIDSDUUR 114
4.3. AFWIJKINGSREGELINGEN 115
4.3.1. Inhaalrust 115
4.3.1.1. Toekenning 115
4.3.1.2. Weerslag van het presteren van overuren en de toekenning van inhaalrust op de arbeidsovereenkomst 117
4.3.2. Betaling van het overloon 118
4.3.3. Informatieverstrekking aan de werknemers 118
4.3.3.1. Het uurrooster mag niet overschreden worden 118
4.3.3.2. Het uurrooster mag overschreden worden 119
4.3.4. Keuze voor het uitbetalen van overuren 119
4.3.5. Fiscaal voordeel voor overuren 121
4.4. GEVALLEN WAARIN DE ARBEIDSDUUROVERSCHRIJDING VAN DAG- EN WEEKGRENZEN WORDT TOEGESTAAN 122
4.4.1. Ver verwijderde werkplaats 122
4.4.2. Stelsel K.B. 213: 180 bijkomende uren 122
4.4.2.1. Principe: 180 bijkomende uren per jaar 122
4.4.2.2. Formaliteiten 123
4.4.2.3. Inhaalrust of omzetting naar loon + 20% 124
4.4.2.4. Typedocumenten KB 213 125
4.4.2.5. Cumulatieregels 125
4.4.3. Vrijwillige overuren 125
4.4.4. Ploegenarbeid 126
4.4.4.1. Arbeid in opeenvolgende ploegen 126
4.4.4.2. Lastenverlaging ploegenarbeid werken in onroerende staat 127
4.4.5. Werken die wegens hun aard niet mogen onderbroken worden (continuarbeid) 128
4.4.6. Voorbereidend werk of nawerk 128
4.4.7. Arbeid vereist door onvoorziene noodzakelijkheid 129
4.4.8. Buitengewone vermeerdering van het werk 130
4.4.9. Arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval 130
4.4.9.1. Arbeid verricht door de werknemers in de onderneming zelf 131
4.4.9.2. Arbeid voor rekening van een derde 131
4.4.10. Dringende arbeid aan machines of materieel 131
4.4.10.1. De werken worden uitgevoerd door de werknemers in de onderneming 132
4.4.10.2. De werken worden uitgevoerd door de werknemers van een andere onderneming 132
4.4.11. Opmaken van inventarissen en balansen 132
4.4.12. Beschikbaarheidstijd voor chauffeurs en aangestelden 132
4.4.12.1. Toepassingsgebied 133
4.4.12.2. Beschikbaarheidstijd 133
4.4.12.3. Uitvoering 133
4.4.12.4. Overzicht van de gepresteerde arbeidstijd 134
4.5. DE REGELING VAN DE FLEXIBELE ARBEIDSWEEK 134
4.5.1. Het algemeen stelsel van artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 134
4.5.2. De sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek 135
4.5.2.1. Principe 135
4.5.2.2. Inhoud 135
4.5.2.3. Inhaalrust 135
4.5.2.4. Beloning 137
4.5.2.5. Specifiek voordeel voor de werkgever 137
4.5.2.6. Formaliteiten 137
4.6. DE NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN 138
4.6.1. Algemene regels 139
4.6.1.1. Voorwaarden voor de invoering van een nieuwe arbeidsregeling 139
4.6.1.2. Toepassingsgebied 139
4.6.1.3. Procedure voor de invoering van de nieuwe arbeidsregelingen 139
4.6.1.4. Toegestane afwijkingen in het kader van de nieuwe arbeidsregelingen 142
4.6.2. Bezoldiging 142
4.6.3. Nieuwe arbeidsregelingen in de sector stortklaar beton 142
4.7. XXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXX - 00 XXXX PER DAG 142
4.7.1. Principes 143
4.7.2. De bijkomende uren 143
4.7.3. Toepassingsvoorwaarden 143
4.7.3.1. Duur van de toetreding 144
4.7.3.2. Arbeidsreglement 144
4.8. OVERZICHTELIJKE TABEL VAN DE AFWIJKINGSMOGELIJKHEDEN OP DE NORMALE ARBEIDSDUUR EN DE NA TE LEVEN MODALITEITEN 144
4.9. AFWIJKING OP DE NORMALE SPREIDING VAN DE ARBEIDSTIJD OVER DE EERSTE VIJF WERKDAGEN 149
4.9.1. Zaterdagarbeid 149
4.9.1.1. Principe 149
4.9.1.2. Uitzonderingen 150
4.9.1.3. Formaliteiten 153
4.9.1.4. Onder welk fiscaal stelsel valt de toepassing van 50%? 153
4.9.2. Zondagarbeid 154
4.9.2.1. Principe 154
4.9.2.2. Uitzonderingen 154
4.9.2.3. Inhaalrust 154
4.9.2.4. Overloon 155
4.9.1.5. Formaliteiten 155
4.10. NACHTARBEID 155
4.10.1. Principe 155
4.10.2. Uitzonderingen 155
4.10.3. Formaliteiten 156
4.10.3.1. Overmacht 156
4.10.3.2. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 000
4.10.3.3. Structureel nachtwerk 157
4.10.4. Verloning - overuren
158
4.11. ARBEIDSDUURVERMINDERING IN DE BOUWNIJVERHEID 158
4.11.1. Vaststelling van de inhaalrustdagen 158
4.11.2. Verbod tot tewerkstelling van bouwvakarbeiders 159
4.11.2.1. Verbod en uitzonderingen 159
4.11.2.2. Vervanging van gewerkte inhaalrustdagen 160
4.11.3. Sancties 161
4.11.4. De vergoeding voor de inhaalrustdagen 161
4.11.5. Overhandiging en uitbetaling van het attest “inhaalrustdagen” 162
4.11.6. Correctie van het aantal voorberekende inhaalrustdagen 162
4.11.7. Schorsing van de opzeggingstermijn 163
4.11.8. Klein verlet 163
4.11.9. Ziekte – Ongeval – Gewaarborgd loon 163
4.11.10. Tijdelijke werkloosheid 163
4.11.11. Betaling van de feestdagen van Kerstmis en Nieuwjaar 163
4.11.12. De verwerking van de inhaalrustdagen in de DMFA-aangifte 163
FEESTDAGEN 164
5. FEESTDAGEN 164
5.1. BEPALING VAN DE FEESTDAGEN 164
5.2. PROCEDURE VOOR DE
VERVANGING VAN EEN FEESTDAG 164
5.3. BEKENDMAKING 165
5.4. TEWERKSTELLING TIJDENS EEN FEESTDAG 165
5.4.1. Wanneer mag je werken op een feestdag? 165
5.4.2. Formaliteiten 166
5.4.3. Inhaalrust en loon 166
SCHORSING VAN DE UITVOERING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST 170
6.1. OVERZICHT VAN MOGELIJKE
SCHORSINGSGEVALLEN 170
6.2. OVERMACHT (WET VAN 3 JULI
1978, ART. 26) 170
6.3. GEWAARBORGD DAGLOON (WET VAN 3 JULI 1978, ART. 27) 171
6.3.1. Te laat of niet op het werk toekomen 171
6.3.2. Verhindering te werken 171
6.3.3 Onwerkbaar weer 172
6.3.4. Kiezen 173
6.4. ZIEKTE OF ONGEVAL (WET VAN 3 JULI 1978, ART. 52) 173
6.4.1. Principe: ziekte of ongeval schorst de arbeidsovereenkomst 173
6.4.2. Verplichtingen van de werknemer: het bewijs leveren van de
arbeidsongeschiktheid 173
6.4.3. Recht van de werkgever: controle van de arbeidsongeschiktheid 174
6.4.4. Verschil van mening tussen de behandelend arts en de controlearts:
scheidsrechterlijke procedure 175
6.4.5. Gewaarborgd loon (wet van 3 juli 1978, art. 52 – 56 – 70 – 71 - 73 - 75) 176
6.4.6. Hervalling 178
6.4.7. Verlies van het recht op loonwaarborg 178
6.4.8. Terugvorderingsrecht van de werkgever 178
6.4.9. Terugbetaling gewaarborgd loon voor de kleine ondernemingen 179
6.4.10. Periodiek gezondheidstoezicht 179
6.4.11. Het medisch onderzoek bij werkhervatting 181
6.4.12. Werkhervatting na voorafgaand contact met arbeidsarts – langdurige ziektes
melden aan de arbeidsarts 182
6.4.13. Wanneer kan de werknemer door de preventieadviseur-arbeidsarts worden opgeroepen? 183
6.4.14. Re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers –
medische overmacht 183
6.4.14.1. Het re-integratietraject 183
6.4.14.2. Wie start het re-integratietraject op? 184
6.4.14.3. Re-integratiebeoordeling (max. 40 dagen na verzoek) 184
6.4.14.4. Beroep tegen de re-integratiebeoordeling 185
6.4.14.5. Re-integratieplan (max. 55 dagen of 12 maanden na ontvangst
re-integratiebeoordeling) 186
6.4.14.6. Outplacement 187
6.4.14.7. Conclusie 188
6.5. ARBEIDSONGEVAL OF BEROEPSZIEKTE (WET VAN 3 JULI 1978, ART. 54) 188
6.5.1. Verwittiging en aangifte 188
6.5.1.1. Eerste hulp 188
6.5.1.2. Aangifte van het arbeidsongeval of de beroepsziekte 188
6.5.2. Gewaarborgd loon 194
6.5.2.1. Verplichting van de werkgever t.o.v. de door het arbeidsongeval getroffen werknemer 195
6.5.2.2. Uitbetaling van de vergoeding door de verzekeringsmaatschappij of het Fonds voor Beroepsziekten 195
6.5.2.3. Hervalling 196
6.5.2.4. Terugvorderingsrecht van de werkgever 196
6.5.2.5. Posttraumatische begeleiding bij dodelijke arbeidsongevallen 196
6.6. ZWANGERSCHAP EN BEVALLING 199
6.6.1. Schorsing 199
6.6.1.1. Zwangerschapsrust 199
6.6.1.2. Bevallingsrust 200
6.6.1.3. Moederschapsrust bij meerlingen 201
6.6.2. Recht van de werkneemster om afwezig te zijn voor
zwangerschapsonderzoeken 201
6.6.3. Gewaarborgd loon 202
6.7. RECHT OP BORSTVOEDINGSPAUZES 202
6.7.1. Inhoud en duur van het recht 202
6.7.2. Modaliteiten bij het nemen van de pauzes 202
6.7.3. Kennisgeving en bewijs van het recht 202
6.7.4. Betaling van de pauzes 203
6.7.5. Terbeschikkingstelling van een lokaal 203
6.8. VADERSCHAPSVERLOF OF GEBOORTEVERLOF 203
6.8.Bis MOEDERSCHAPSRUST OMGEZET BIJ HOSPITALISATIE OF OVERLIJDEN VAN DE MOEDER 204
6.8.1. Principe 205
6.8.2. Overlijden van de moeder 205
6.8.3. Hospitalisatie van de moeder 205
6.8.4. Gewaarborgd loon 205
6.9. GERECHTVAARDIGDE AFWEZIGHEDEN (KLEIN VERLET)
(WET VAN 3 JULI 1978, ART. 30) 206
6.10. VERLOF OM DWINGENDE REDENEN (WET VAN 3 JULI 1978, ART. 30BIS ) 211
6.11. JAARLIJKSE VAKANTIE (WET VAN 3 JULI 1978, ART. 28, 1°) 212
6.12. VOORLOPIGE HECHTENIS (WET VAN 3 JULI 1978, ART. 28, 5°) 212
6.13. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID WEGENS TECHNISCHE STOORNIS
(WET VAN 3 JULI 1978, ART. 49) 212
6.13.1. Begrip 212
6.13.2. Recht op gewaarborgd loon – vervangingswerk 213
6.13.3. Vergoedbaarheid voor de werkloosheidsverzekering 213
6.13.4. Invloed van de reglementering i.v.m. de arbeidstijd 214
6.14. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID WEGENS SLECHT WEER
(WET VAN 3 JULI 1978, ART. 50) 214
6.14.1. Principe: schorsing van de arbeidsovereenkomst 214
6.14.2. Tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer - verplichtingen 214
6.14.2.1. Wanneer en voor wie kan het ingeroepen worden? 214
6.14.2.2. Melding aan de RVA 215
6.14.3. Elektronische aangifte sociaal risico 218
6.14.4. Vergoeding van een arbeider 218
6.14.4.1. De RVA-werkloosheidsvergoeding 219
6.14.4.2. Aanvullende vergoedingen 219
6.14.4.3 Terugvordering bij de werkgever 221
6.14.5. Hervatting van het werk na een werkloosheidsperiode 224
6.14.6. Beëindiging van een arbeidsovereenkomst tijdens een schorsing van
de arbeidsovereenkomst ingevolge slecht weer 224
6.14.7. Uitzendarbeid en tijdelijke werkloosheid 224
6.14.8. Invloed van de reglementering i.v.m. de arbeidstijd 225
6.15. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID WEGENS ECONOMISCHE OORZAKEN 225
6.15.1 Principe: schorsing van de arbeidsovereenkomst 225
6.15.2. Vormen 226
6.15.3. Volledige schorsing 227
6.15.3.1. Aanvragen van economische werkloosheid 228
6.15.3.2. Duur van de economische werkloosheid 229
6.15.3.3. Melding van de 1ste effectieve werkloosheidsdag aan de RVA 229
6.15.3.4. Elektronische aangifte sociaal risico 231
6.15.3.5. Vergoeding van een arbeider 232
6.15.4. Gedeeltelijke schorsing 233
6.15.5. Hervatting van het werk na een werkloosheidsperiode 234
6.15.6. De verplichte werkweek 234
6.15.7. Terugvordering van uitkeringen 235
6.15.8. Pro-ratavergoeding rustdagen bij overmatig gebruik
economische werkloosheid 236
6.15.9. Invloed van de reglementering i.v.m. de arbeidstijd 237
6.15.10. Geen uitbesteding van werk aan derden gedurende tijdelijke werkloosheid
om economische redenen 237
6.15.11. Beëindiging van een arbeidsovereenkomst tijdens tijdelijke werkloosheid
om economische redenen 237
6.16. CONVENTIONELE XXXXXXXXXXX 000
6.17. TIJDSKREDIET 238
6.17.1. Toepassingsgebied 238
6.17.2. Tijdskrediet met motief 239
6.17.2.1. Gerechtigde werknemers 239
6.17.2.2. Omvang en aard van het recht: 239
6.17.2.3. Duurtijd 240
6.17.3. Landingsbanen 240
6.17.3.1. Principe 240
6.17.3.2. Minimum- en maximumduur 241
6.17.3.3. Voorwaarden 241
6.18. RAADSHEREN OF RECHTERS IN SOCIALE ZAKEN
(WET VAN 3 JULI 1978, ART. 28, 3°) 242
6.19. VLAAMS XXXXXXXXXXXXXXXX 000
6.19.1. Vlaams opleidingsverlof 242
6.19.2. Voorwaarden 243
6.19.3. Terugbetaling voor de werkgever 243
6.20. POLITIEK VERLOF (WET VAN 3 JULI 1978, ART. 28, 4°C) 243
6.21. SYNDICAAL VERLOF 244
EINDE VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST 246
7.1. BEGINSELEN IN HET ARBEIDSRECHT 246
7.1.1. Verbod van levenslange bindingen 246
7.1.2. Verbod tot instellen van bedingen die de rechten van de werknemer inkorten of
zijn verplichtingen verzwaren 247
7.1.3. Rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen 247
7.1.3.1. Overgang van onderneming krachtens overeenkomst 247
7.1.3.2. Gedeeltelijke of volledige overname van activa na faillissement 248
7.2. ALGEMENE BEËINDIGINGSWIJZEN XXX XX XXXXXXXXXXXXXXXXXXX 000
7.2.1. Beëindiging door wederzijdse toestemming 249
7.2.2. De ontbindende voorwaarde 250
7.2.3. Gerechtelijke ontbinding (art. 1184 B.W.) 250
7.2.4. Overlijden van één van de partijen (wet van 3 juli 1978, art. 32, 4°) 250
7.2.4.1. Overlijden van de werknemer 250
7.2.4.2. Overlijden van de werkgever 251
7.2.5. Overmacht (wet van 3 juli 1978, art. 32, 5°) 251
7.2.6. Faillissement of kennelijk onvermogen – Sluiting onderneming omwille
van het leefmilieu 252
7.2.7. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging 252
7.2.7.1. Begrip 252
7.2.7.2. Vormvoorschriften 252
7.2.7.3. Opzeggingstermijnen 254
7.2.7.4. Rechten en plichten van de partijen gedurende de opzeggingstermijn 260
7.2.7.5. Schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdens de opzeggingstermijn 261
7.2.8. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst om dringende reden 262
7.2.8.1. Begrip 262
7.2.8.2. Vormvereisten 264
7.2.9. Vaststellen van een contractbreuk door een andere partij 265
7.2.9.1. Een éénzijdige beslissing 265
7.2.9.2. Een essentieel bestanddeel van de arbeidsovereenkomst 265
7.2.9.3. Een belangrijke wijziging van het essentieel bestanddeel 265
7.2.9.4. Enkele voorbeelden uit de rechtspraak 266
7.3. SCHADEVERGOEDING BIJ ONRECHTMATIGE BEËINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST 267
7.3.1. Beginsel 267
7.3.1.1. Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd 267
7.3.1.2. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en voor een duidelijk omschreven werk 267
7.3.2. Het forfaitair karakter van de schadevergoeding 268
7.3.3. Berekeningsbasis 268
7.3.4. Tijdstip van betaling 268
7.3.5. Afwijkende overeenkomst i.v.m. de verbrekingsvergoeding 269
7.3.6. Verbreking van de overeenkomst voor het begin van de uitvoering 269
7.4. ONTSLAGMOTIVERING EN KENNELIJK ONREDELIJK ONTSLAG 269
7.4.1. Een ontslagmotivering op verzoek van de werknemer 270
7.4.2. Kennelijk onredelijk ontslag 270
7.4.2.1. Definitie 270
7.4.2.2. Sanctie 271
7.4.2.3. Gedeelde bewijsvoering 271
7.4.3. U itzonderingen op de ontslagmotiveringsplicht 272
7.5. RECHTSMISBRUIK 272
7.6. AFDANKINGSBEPERKINGEN 273
7.6.1. Ingeval van ziekte of ongeval van gemeen recht 273
7.6.1.1. Arbeidsongeschiktheid nadat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd werd opgezegd. 274
7.6.1.2. Arbeidsongeschiktheid bij arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk 274
7.6.2. Syndicale afvaardiging 275
7.6.2.1. Er is een Comité voor Preventie en Bescherming opgericht 275
7.6.2.2. Er is geen Comité voor Preventie en Bescherming opgericht 275
7.6.2.3. Sanctie 276
7.6.3. Zwangerschap 276
7.6.3.1. Xxxxxxxxxxx tegen ontslag 276
7.6.3.2. Beschermingsperiode 276
7.6.3.3. Draagwijdte van het afdankingsverbod 276
7.6.3.4. Sanctie 277
7.6.4. Moederschapsrust omgezet bij hospitalisatie of overlijden van de moeder 277
7.6.4.1. Bescherming tegen afdanking 277
7.6.4.2. Beschermingsperiode 277
7.6.4.3. Sanctie 277
7.6.5. Vaderschapsverlof en geboorteverlof 277
7.6.5.1. Bescherming tegen ontslag 277
7.6.5.2. Beschermingsperiode 278
7.6.5.3. Draagwijdte van het afdankingsverbod 278
7.6.5.4. Sanctie 278
7.6.6. Vlaams Opleidingsverlof (voorheen ‘betaald educatief verlof’) 278
7.6.6.1 Bescherming tegen afdanking 278
7.6.6.2 Beschermingsperiode 278
7.6.6.3 Draagwijdte van het afdankingsverbod 278
7.6.6.4 Verlies van de bescherming 279
7.6.6.5 Sanctie 279
7.6.7. Arbeidsreglement 279
7.6.8. Tijdskrediet - loopbaanvermindering 279
7.6.8.1 Bescherming tegen afdanking 279
7.6.8.2 Beschermingsperiode 280
7.6.8.3 Draagwijdte van het afdankingsverbod 280
7.6.8.4 Sanctie 280
7.6.9. Borstvoedingspauzes 281
7.6.9.1. Bescherming tegen afdanking 281
7.6.9.2. Beschermingsperiode 281
7.6.9.3. Draagwijdte van het afdankingsverbod 281
7.6.9.4. Sancties 281
7.6.10. Geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk 281
7.6.10.1. Wie is beschermd? 281
7.6.10.2. Vanaf wanneer? 282
7.6.10.3. Verzoek tot re-integratie 283
7.6.10.4. Beschermingsvergoeding 283
7.6.11. Preventieadviseur 283
7.6.11.1. Welke preventieadviseurs worden beschermd? 284
7.6.11.2. Inhoud van de bescherming 284
7.6.11.3. Sanctie 286
7.6.11.4. Schorsing van de uitvoering van de overeenkomst | 286 |
7.6.11.5. Inwerkingtreding | 287 |
7.6.12. Anti-discriminatiewet | 287 |
7.6.12.1. Xxxxxxxxxxx tegen ontslag | 287 |
7.4.12.2. Beschermingsperiode | 287 |
7.6.12.3. Re-integratie | 287 |
7.6.12.4. Sanctie | 288 |
7.6.13. Adoptieverlof en pleegouderverlof | 288 |
7.7. RECHT OP OUTPLACEMENT | 288 |
7.7.1. Begrip | 288 |
7.7.2. Toepassingsgebied | 289 |
7.7.3. Procedure | 289 |
7.7.4. Duurtijd | 290 |
7.7.5. Kostprijs | 290 |
7.7.6. Financiering | 290 |
7.8. DOCUMENTEN DOOR DE WERKGEVER BIJ DE BEËINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST AF TE LEVEREN | 291 |
7.8.1. Het bewijs van volledige werkloosheid - C4 | 291 |
7.8.2. Het tewerkstellingsattest (wet van 3 juli 1978, art. 21) | 291 |
7.8.3. De weerverlet- en/of getrouwheidskaart | 291 |
7.8.4. Loonafrekening | 292 |
7.8.5. De individuele rekening voor het lopend jaar | 292 |
7.8.6. Fiscale loonfiches 281.10 | 292 |
7.8.7. DIMONA – melding uitdiensttreding | 292 |
HET PENSIOEN 294
8.1. WETTELIJK EN VERVROEGD
PENSIOEN 294
8.1.1. Wettelijk pensioen | 294 |
8.1.2. Vervroegd pensioen (vóór de | |
wettelijke pensioenleeftijd) | 294 |
8.1.3. Welke perioden tellen mee voor | |
de loopbaanduur? | 295 |
8.1.4. De berekening van het pensioenbedrag | 295 |
8.1.5. Pensioen aanvragen 295
8.1.6. Toegelaten arbeid van gepensioneerden 296
8.2. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 298
8.2.1. Voorwaarden 298
8.2.1.1. Ontslag door de werkgever 298
8.2.1.2. Recht hebben op een werkloosheidsuitkering 298
8.2.1.3. Het bestaan van een collectieve arbeidsovereenkomst stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag 299
8.2.1.4. Leeftijd- en anciënniteitsvoorwaarde 299
8.2.2. Vervangingsplicht 300
8.2.2.1. Principe 300
8.2.2.2. Gelijkstelling met uitkeringsgerechtigde werklozen 301
8.2.2.3. Vervangingsperiode 302
8.2.2.4. Vrijstellingen en afwijkingen van de vervangingsplicht 302
8.2.2.5. Sancties 303
8.2.3. Outplacement 303